Greenhorn

Walter de Bruijn 1


Bij een tweedehands boekhandel trof ik enkele gave exemplaren van ‘Karl May’s reisavonturen’, een reeds lang verdwenen reeks van Becht 2. Mooi gebonden boeken, waar het water me van in de mond loopt en die ik liever in de kast heb staan dan al die slecht gelijmde paperbacks waarmee uitgevers ons heden ten dage opzadelen.
Maar daar gaat het nu niet om. Op 31 maart is het 75 jaar geleden dat Karl May stierf. Zijn reisavonturen leerde ik kennen tegen het eind van de jaren veertig. Het moet een van de Winnetou-delen zijn geweest waarmee mijn leesavontuur begon: „Beste lezer, weet gij wat het woord Greenhorn betekent?” Na een aantal bladzijden wist ik het: Greenhorn is de benaming voor iemand die in het ‘Wilde Westen” verzeild is geraakt en geen snars weet van plaatselijke omstandigheden en gebruiken. Een Greenhorn moet vooral nog leren hoe hij in de wildernis kan overleven als zijn leeftocht is opgeraakt. En door de wol geverfde ‘trappers’ kijken dan ook minachtend op hem neer, daarbij vergetend dat ook zij ooit hun carrière begonnen zijn als greenhorn. De ik-verteller in Winnetou is zo’n greenhorn en om de avonturen de schijn van realiteit te verlenen onthult de schrijver in een voorwoord dat hij jarenlang vertoefd heeft onder de Indianen van Noord-Amerika, het „rode ras dat dreigt uit te sterven door een onverbiddelijk lot dat geen erbarmen kent”. Toen Karl May in 1893 zijn Winnetou-serie begon te publiceren, eerst in feuilletonvorm in tijdschriften, wat in de negentiende eeuw niet ongebruikelijk was, had hij nog nooit een Indiaan gezien, want pas omstreeks de eeuwwisseling reisde hij voor het eerst naar de overkant van de Grote Plas. Toch schreef hij geen onzin en de couleur locale is mooi. Zonder twijfel heeft hij de nodige feiten verzameld over landschappen en mensen.
Ik denk ook dat hij het fameuze boek ‘De laatste der Mohikanen’ van Fenimore Cooper
3 goed heeft bestudeerd. Er is een meer dan oppervlakkige gelijkenis tussen het Apachenopperhoofd Winnetou en de Mohikaan Uncas 4. De geïdealiseerde Winnetou, die bestempeld wordt als ‘rode gentleman’ doet weer sterk denken aan de door Rousseau 5 geschilderde ‘edele wilde’, niet bedorven door de kwalijke aspecten van opvoeding en westerse beschaving. Genoten heb ik van de Winnetou-boeken. Maar later voelde ik me toch een beetje bedrogen, toen ik erachter kwam dat mijn boeken slechts bewerkingen waren van de originelen. Zelfs veel Duitse edities schijnen af te wijken van de oertekst. Van Karl May heb ik een stuk of acht boeken gelezen. Zijn totale oeuvre telt meer dan zeventig titels waarvan het grootste deel tot op heden niet in het Nederlands is vertaald 6. Met name het latere werk van May, zoals de allegorisch getinte roman ‘Ardistan und Dschinnistan’ 7, een mengeling van science fiction en fantasy, schijnt volgens sommige bronnen heel interessant te zijn. Misschien wordt het tijd voor een herwaardering van Karl May. Want als het om de kennis van zijn werk gaat zijn verreweg de meesten van ons immers echte greenhorns. Meer daarover in de boekenrubriek.


[1]In: Dagblad voor Noord-Limburg, 26 maart 1987.
Dezelfde Walter de Bruijn schreef ook de het artikel „Weinigen kennen de originele Karl May” in deze krant, eveneens gedateerd op 26 maart 1987; in deze column verwijst hij naar dat artikel in de boekenrubriek van de krant, dus de datering zal wel kloppen, hoe gek het in eerste instantie ook moge klinken dat dezelfde journalist op een dag twee artikelen over Karl May in dezelfde krant publiceert.
[2]Herman Johan Wilhelm Becht (* 25 maart 1862 , † 26 februari 1922) was aanvankelijk handelsreiziger voor Van Holkema & Warendorf, maar al in 1892 vestigde hij zijn eigen uitgeverij in Amsterdam. In het logo van de uitgeverij stonden de initialen H.J.W.B. voor de zinsnede „Hebt In Werken Bevrediging”. In 1986 werd de uitgeverij overgenomen door Johannes Hendricus Gottmer (* 1902 , † 1974: Gottmer Uitgevers Groep) in Haarlem; de boeken van Becht verschijnen echter nog steeds onder hun eigen naam.
[3]James Fenimore Cooper (* 15 september 1789 , † 14 september 1851) was een Amerikaans schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn zeeverhalen en historische verhalen, de vijfdelige Leatherstocking Tales: „The Deerslayer. The First War Path”, „The Last of the Mohicans. A Narrative of 1757”, „The Pathfinder. The Inland Sea”, „The Pioneers. The Sources of the Susquehanna; A Descriptive Tale” en „The Prairie. A Tale”, met Natty Bumppo (bijgenaamd „Leatherstocking” en „Hawkeye”) in de hoofdrol; het tweede boek uit deze reeks, „The Last of the Mohicans” wordt door vriend en vijand beschouwd als zijn meesterwerk.
[4]Uncas is in de Leatherstocking Tales van Cooper de zoon van Chingachgook, het opperhoofd van de Mohikanen; hij wordt gedood door de Wyandot-krijger Magua.
[5]Jean-Jacques Rousseau (* 28 juni 1712 , † 2 juli 1778) was een Franstalig Geneefs verlichte filosoof en schrijver, die met zijn liefde voor de natuur aan de wieg van de Romantiek stond. Wereldfaam verkreeg hij met zijn werken „Narcisse ou l’Amant de lui-même, comédie représentée par les comédiens ordinaires du roi, le 18 décembre 1752”, „Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes”, „Julie, ou la nouvelle Héloïse”, „Émile, ou De l’éducation, dans lequel est inclus La profession de foi du vicaire savoyard au livre IV”, „Du contrat social ou, Principes du Droit Politique”, „Pygmalion”, „Les Confessions” en „Les Rêveries du promeneur solitaire”.
[6]Dat valt wel mee: in de vijftigdelige Karl May Pockets zijn 47 boeken van Karl May plus enkele korte verhalen en fragmenten vertaald; in vroegere series zijn daarnaast nog wat andere boeken vertaald, dus we kunnen echt wel stellen dat het grootste deel van Karl Mays Gesammelte Werke wél in het Nederlands is vertaald. Deze Gesammelte Werke, inderdaad een bewerking van Mays originelen, bestond in 1987 inderdaad uit 74 delen, inmiddels (anno 2023) uit 96, waarvan de laatste zes brieven.
[7]Ardistan und Dschinnistan” (tegenwoordig „Ardistan” en „Der Mir von Dschinnistan”, Gesammelte Werke, Band 31-32) verscheen in 2021 in een – verkorte – Nederlandse vertaling van Klaas van IJken en Jan Willem van der Jagt, maar dat kon Walter de Bruijn in 1987 natuurlijk nog niet weten.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website