Fout, maar wel merkwaardig fout 1



Een kleurrijk karakter was hij, de schepper van de jongensboekenreeks Bob Evers. Het met een Nipkowschijf bekroonde Andere Tijden dook in het leven van Willy van der Heide, alcoholisch broodschrijver en dubbelzinnig NSB-joch2.


Van links af: Omslag ‘Nummer negen seint New York’, het gehele oeuvre van Van der Heide, portret voor omslag memoires, de schrijver aan het werk

De nieuwe Bob Evers is uit. Volgens de uitgever is het deel 48, maar wie ook enkele elders verschenen avonturen meetelt, komt al boven de 50 uit. De titel is in elk geval in stijl: Grof geschut op Schateiland. Peter de Zwaan, de tegenwoordige auteur van Bob Evers, houdt het jongensboekengehalte van de serie bekwaam in stand. Zelfs uit de ledenkring van het nog onveranderd actieve Bob Evers-genootschap, dat zaterdag ten overstaan van de camera’s van Andere Tijden bijeen was op en om Kaageiland, klinkt geen wanklank op. Men moet haast aannemen dat de jonge held, op wiens conto ook gespierde titels als Cnall-effecten in Casablanca, Hoog spel in Hong Kong en Trammelant op Trinidad staan, het eeuwige leven heeft.
Maar voor de schepper van Bob Evers gold dat niet. Willy van der Heide, die eigenlijk Willem van den Hout heette, en ook publiceerde onder pseudoniemen als Willem W. Waterman, Sylvia Sillevis en Joke Raviera, stierf in 1985. Zijn wonderbaarlijke voorgeschiedenis was toen al bijna vergeten. Hij was de man van de jongensboeken geworden, vergroeid met zijn ratelende schrijfmachine en met de cafés waar hij zich na ieder voltooid manuscript dagenlang en luidkeels kwam volgieten. In die hoedanigheid was hij volgens Martin van Amerongen „een stuk burengerucht op alcoholbasis”. En later keek ook een zoon, uit het eerste van ‘s mans drie huwelijken, met gemengde gevoelens op vader terug:
„Hij was een onvolwassen padvinder,” aldus Paul van den Hout in HP/De Tijd. „Niks kon normaal, alles was avontuur.”

Tijdens de oorlog was Willem van den Hout uitgesproken fout, maar niemand is ooit zo merkwaardig fout geweest als hij. Hij was perschef van de fascistenleider Arnold Meijer, maar verwerkte zijn teleurstelling over diens gebrek aan daadkracht al in 1943 in een beledigende ijzervretersroman. In foute blaadjes en collaborerende kranten beleed hij brutaalweg zijn hang naar de verboden swingmuziek, en één keer schreef hij als Willem W. Waterman wervende woorden over een hoorspel van „de jonge auteur Willy van der Heide” dat een paar dagen later door de foute radio zou worden uitgezonden - om een week later kritiek te leveren op de uitvoering, en eraan toe te voegen dat ze dat vóór de oorlog bij de BBC heel wat beter deden.
Maar de grootste mystificatie was zijn wonderlijke blad De Gil, betaald door de Duitsers, maar verwarrend omdat het onbekommerd inhakte op de NSB en omdat er foto’s van Amerikaanse jazzmuzikanten in stonden. Wie altijd had gedacht dat de nazi’s en NSB twee handen op één buik waren, kon zijn ogen niet geloven. In werkelijkheid werden de quasi-nationalistische heirscharen van Mussert geminacht door de Duitse opdrachtgevers. Vooral toen de NSB’ers in september 1944 op de vlucht sloegen voor de geallieerde opmars. Waterman was toen degene die in De Gil de term ‘Dolle Dinsdag’ lanceerde – net zo kloek allitererend als zijn latere Bob Evers-titels. En honend haalde hij in chocoladeletters uit naar de vluchtende ‘labbekakken’, ook al zo’n woord uit het Waterman-repertoire. „Volgens mij heeft hij in de oorlog zijn toptijd gehad,” concludeert Andere Tijden-redacteur Paul Ruigrok dan ook. „Hij was eerder een avonturier dan een ideoloog. Maar na de oorlog was het afgelopen, toen werd hij een alcoholische broodschrijver.”

Omdat hij volgens de zuiveringsraad een ‘dubbelzinnige figuur’ was, mocht Van den Hout na de bevrijding tien jaar lang geen journalistiek bedrijven. Als collaborateur werd hij echter niet vervolgd; na drie jaar voorarrest werd de zaak om onduidelijke redenen geseponeerd. Intussen begon hij al in de cel aan Bob Evers te schrijven, als vervolg op zijn feuilleton De avonturen van 3 jongens in de Stille Zuidzee dat in 1943 in het foute blad Jeugd verscheen. In het dossier bijzondere rechtspleging vond Andere Tijden bovendien een voltooid manuscript over een ondernemend NSB-joch dat in het oosten des lands allerlei avonturen beleefde. Misschien is dus niet alleen zijn geestelijk vader, maar ook Bob Evers zelf fout geweest. Maar dat wordt onze jonge held niet nagedragen. Van zijn boeken zijn zo’n vijf miljoen exemplaren verkocht. En het worden er elk jaar meer.



[1]Van Henk van Gelder, in VARA TV Magazine, 13 oktober 2001 (pp. 29 en 61).
[2]Willem is nóóit lid geweest van de NSB!