DE HERSTELLERS.
LOTGEVALLEN VAN DE NEDERLANDSE FASCISTEN

Wim Zaal

Utrecht , Amboboeken : 1966



Blz. 196 :[...] en dr. J.B. van Heutz, zoon van de generaal. Deze werd wegens zijn Duitse sympathieën eens bij Meijer geroepen, die hem plechtig toevoegde ‘u bent geroyeerd', waarop Van Heutz schuddend van de lach repliceerde: Kan niet, ik ben niet eens lid, ik


Blz. 197 :behoor tot de oprichters maar bezit geen ledenkaart! Het klopte. Ook Meijer zelf bleek niet als lid geboekt te staan.
Over de onvoorstelbare chaos op het hoofdkwartier, met een werkschema waarbij iedereen iedereen tot last was, verscheen in 1942 een roman, De kruistocht van generaal Taillehaeck, deel twee, Een strijd om Nederland, door Willem W. Waterman. Achter die naam verschool zich Willem van den Hout, die op de propaganda-afdeling van Nationaal Front had gewerkt en er wegens ondisciplinair gedrag was ontslagen; wel was hij tot het eind toe 1 lid gebleven. In de volgende oorlogsjaren speelde hij een nog onopgeklaarde journalistieke dubbelrol, waarna hij optrad als auteur van opbouwende jongensboeken 2, een schandaalblaadje 3, een groot semi-pornografisch dichtwerk over de Sabijnse maagdenroof 4 en gevoelige bijschriften tot een kruisweg 5. Hij is in het Taillehaeck-boek onuitstaanbaar zelfingenomen, maar zijn voorstelling van het Haagse hoofdkwartier als ‘een gigantische klopveegzuiger met enorme capaciteit, die voornamelijk contributies en rapporten opzoog, doch niets uitblies dan salarissen en declaratieformulieren' klopt wel een beetje. Een hoogtepunt bereikt zijn beschrijving als hij over het dagblad praat.
Het plotseling groeiende Front had behoefte aan een krant gekregen, en die was niet zomaar uit de grond te stampen. Men kon echter tot overeenkomst komen met de Residentiebode in Den Haag, een katholiek dagblad dat niet afwijzend tegenover het Front stond en bereid was de Frontkrant als kopblad te drukken, dus een dagblad dat in ongeveer twee pagina's van de Residentiebode zelf afweek. Zo kon al op 8 juli 1940 Het Nederlandsch Dagblad verschijnen. Alle oud-abonnees denken er met schrik aan terug, niet om de inhoud alleen, maar om de bezorging die vanwege de kleine omzet onder banderol geschiedde. De ene keer waren de banderollen op en kreeg men drie dagen geen krant. De volgende keer ontving men nummers van eergisteren, of een week lang niets en dan vier dezelfde exemplaren. Of men gireerde abonnementsgeld en kreeg het terug: dan had in de kop van de krant een verkeerd gironum-


Blz. 198 :mer gestaan, wat eerst na een week werd hersteld. En zo was er bij de krant, op het hoofdkwartier en tussen Meijers Haagse en Brabantse medewerkers altijd wel íets waardoor de boel in het honderd liep. Vaak waren de conflicten van persoonlijke, soms van politieke aard; ten overstaan van de NSB werd evenwel één lijn getrokken, [....]


Blz. 209 :[...]
De overgrote meerderheid van de fascisten heeft na het verbod van Nationaal Front de politiek verlaten - velen trouwens daarvoor al. In de NSB hadden zij niets te zoeken, zelfs de meest wereldvreemde romantici snoven daar stank op, en altijd al had de sfeer daar sterk verschild van die der fascistoïde groepen, ongeveer het verschil tussen een parade en een taptoe of, wat te sterk, tussen een mars en een processie. De romantiek in het fascisme was dikwijls vals, maar immer warm geweest; er zat iets stromend in, vreemd kronkelend en toch fiks in de bedding van traditie, geloof, vaderland en


Blz. 210 :vertrouwen. Dit was nu afgebroken: de warmte, de droom van harmonie en synthese, de glorieuze batailles waren voorbij, - vrijheid, geloof en vaderland werden aangetast en daarmee ook de traditie. Konden de fascisten dat anders dan zeer zwaar opnemen?
Slechts weinigen meldden zich uit opportunisme bij de NSB; onvermijdelijk waren er wel enkelen die uit volle overtuiging zo niet voor de Duitsers, dan toch tegen de Russen kozen en daarvan de gevolgen aanvaardden.
[...]




[1]Nationaal Front werd - net als andere politieke partijen - verboden op 13 december 1941.
[2]Bedoeld worden natuurlijk de Bob Evers-boeken!
[3]Candy.
[4]De roof der Sabijnse maagden. Een sous-realistisch proefstuk in klankkleur, ritme en plastiek, i.s.m. Flip van der Burgt; Amsterdam : Nederlandse Keurboekerij, 1970 ; herdruk: Oosterbeek : Bosbespers, 1985.
[5]???



N.B.: © Wim Zaal / Amboboeken !