1

TWEE KLAVIER-RIDDERS




     Het is een merkwaardig geval met die piano-duo’s. Al lijkt het van buiten zoo simpel, het vormen van een piano-duo is een zaak, die eenigszins meer om het lijf heeft dan het plaats nemen van twee vingervlugge lieden voor twee Steynway’s. Als ik zeg, dat Han Beuker en Wouter Denys het tot nu toe bekendste Hollandsche piano-duet vormden, kan ik het mis hebben, maar toch zeker niet vèr mis. Beuker en Denys begrepen, in beginsel, dat een piano-duet een harmonische twee-eenheid dient te wezen. Een goed piano-duet bestaat uit twee pianisten, die een verschillend karakter en een verschillenden stijl van spelen bezitten. Indien hun temperament en speelstijl identiek waren, dan zou wel de vorm, doch niet de inhoud van het twee-piano-spel behouden blijven.
     Er is thans een nieuw piano-duo aan den horizont aan het rijzen. Jacques Schutte en André de Raaff hebben het voordeel (een niet te onderschatten voordeel in de wereld der lichte muziek, waarin zoo weinig op een muziek-filosofische basis is gegrond), dat zij het wezen en de eischen van het tweevleugelspel begrijpen. Ik hoorde onlangs enkele van hun speciale arrangementen voor twee vleugels. Technisch valt het eerste op, dat Schutte een harden, drogen aanslag heeft en De Raaff een veel zachteren. Praat men eenigen tijd met hen, dan merkt men het ietwat verbijsterende feit op. dat Schutte, die een droomerigen indruk maakt, zeer zakelijk speelt en dat De Raaff, de practicus van de twee, veel meer mijmerend werkt.


     Schutte en de Raaff, eertijds bekend uit de Savoy Bar te Amsterdam, vormen thans aan twee vleugels een graag gehoord aether-duo.
                             (Foto CNF/Vermeulen)

     Vele „Cinema & Theater”-lezers zullen Schutte en De Raaff’s werk kennen uit hun tournée’s met Françoise Flore en José Sann en ook uit hun accompagnementen van Jettie Corbelli. Jacques Schutte is de accordeonist van Piet Lustenhouwer en André de Raaff is bij den Omroep werkzaam als arrangeur en pianist. Zijn arrangementen voor twee vleugels zijn meesterlijk. Hij weet feilloos gebruik te maken van de speciale eigenaardigheden en vaardigheden van hemzelf en zijn partner, voelt de muzikale effect-accenten zuiver aan en speelt het klaar - wat géén gemakkelijke taak is - het door den componist gelegde accent op vele origineele wijzen naar voren te brengen.
     Ik geloof onvoorwaardelijk, dat De Raaff’s sterkste zijde is: het in nieuwen en frisschen vorm brengen van bekende klassieke of semi-klassieke melodieën en thema’s. En naar dit soort werk bestaat een groote vraag. Een groot deel van het publiek, (dat bijna steeds de melodie kent en verder niet) hoort deze steeds in dezelfde orchestraties en met dezelfde effecten. Eén tien-minuten-arrangement van De Raaff, uitgevoerd door de rappe en buigzame vingers van hem en Schutte, speelt het thema, draait het om, belicht het van drie verrassende kanten, solt ermee.... en heeft ons tien minuten lang zoo niet intens, dan toch zeer geïnteresseerd en geamuseerd bezig gehouden.
     Maar zooals altijd.... iets goeds vereischt veel werk. Speciale arrangementen voor twee vleugels, zooals De Raaff ze maakt, schrijft men niet op een hoek van een tafeltje in de cantine van Studio A. Maar: beter één kwartier goed en frisch dan twee uur cliché-matig!
W.W.W.






DEZE WEEK IN DEN AETHER


Zondag 3 October.

9.15-10.00   Vroolijkheid in den morgen.
Een rustig „Zondagmorgen zonder zorgen”-programma m.m.v. het damestrio „Klaver Drie”, Johan Jong, orgel en Gerard van Krevelen en zijn solisten.

11.00-11.30   Theo Uden Masman vervolgt de vroolijkheid in den morgen.

13.00-13.30   Chopin-programma door Theo v.d. Pas.

13.30-14.00   De Omroepkroniek van Kunst en Letteren:
„De Schijnwerper”, oder redactie van Jaap van Kersbergen.

15.00-15.45   Het wekelijksche luisterspel,
dat ditmaal een mysterieus avontuur van Inspecteur Smit onder den geheimzinnigen titel „Een Man en een Hond-die-beet” behandelt. De schrijver is Jef Popelier.

17.30-18.15   „Wereldschlagers”.
Het tweede programma van melodieën, die de wereld veroverden. Medewerkenden o.a. Conny Stuart, Gretl Perelli, Cora May en Bert Robbe. Voorts de orkesten van Jonny Ombach, Gerard van Krevelen en Frans van Capelle en „Selecta” o.l.v. Rudolf Karsemeyer.

18.15-19.00   VIJFTIGSTE UITZENDING VAN DE „NEDERLANDSCHE VOLKSKLANKEN”,
waarover elders meer.

19.30-20.00   „Herfstdraden”,
op tekst en muziek van Han Beuker. Medewerkenden Thea Tulleken, Hetty Blok, Cora May, Ben Steggerda, Gerrit Limpens, Fred Menger en het piano-duo Beuker en Denijs.

20.00-22.00   Operette-programma.
„Das ist mein Wien”, radiopotpourri van Viktor Hruby.


Maandag 4 October.

10.15-10.30   Willy van Hemert presenteert
onder den titel „Zoo kort maar toch zoo lang geleden” een overpeinzing uit de wereld der beschaafde menschen”.

12.15-12.45   Tijdens de middagboterham speelt Theo Uden Masman en zijn dansorkest.
Heeft u reeds gemerkt welk instrument zijn „nieuwe aanwinst” bespeelt?

15.15-16.45   „Elck wat wils”
met Gerard van Krevelen en het Trio Jan Hofmeester.

20.15-22.00   Avondprogramma,
waarin o.a. „Das Hexenlied”, declamatorium naar een ballade van Ernst von Wildenbruch op muziek van Max von Schillings. Declamatie: Lucien Louman; „De Vreemde Passagier”, een radiovertelling door Willy van Hemert en een concert door het O.S.O. o.l.v. Pierre Reinards.


Dinsdag 5 October.

10.45-11.15   Programma van composities van Nederlandsche componisten
(o.a. Brandts Buys en Sweelinck) door Manny Ligthart, sopraan en Piet Halsema, orgel.

12.15-12.45   Trio in Es groot Opus 2 van Albert Roussel
door Freda Knibbeler, piano; Hetty Knibbeler, viool en Anjo Knibbeler, cello.

15.00-18.00   Vroolijke klanken
door Gretl Perelli, het Septet Jonny Ombach en Frans Wouters’ solisten.

19.15-22.00   Bonte verscheidenheid uit Tilburg.
Medewerkenden: Thea Tulleken, Henk Fortuin, Guus Brox en de Melodisten.


Woensdag 6 October.

11.30-12.00   Liederen van Hugo Wolf
door Nelly Veelo, sopraan, aan den vleugel Pierre Palla.

12.15-12.45   Otto Hendriks en zijn orkest.

20.15-21.00   Mozart-programma door het O.S.O. o.l.v. Hein Jordans.
O.a. de „Salzburger Symphonie”.


Donderdag 7 October.

12.15-12.45   De Melodisten van Piet Lustenhouwer.

14.15-15.00   Otto Hendriks en zijn orkest.
Tijdens een Bonten Avond in Utrecht hoorden wij een solo van den pianist van dit orkest, Tony Diepenveen, welke van verrassend goede kwaliteit bleek te zijn. Ook in dit programma speelt Diepenveen een pianosolo.

17.00-17.30   Theo Uden Masman en zijn dansorkest.

19.15-22.00   Concert door het Concertgebouworkest,
m.m.v. den pianist Cor de Groot.


Vrijdag 8 October.

10.30-11.00   Will Glahé en zijn orkest.

12.15-12.45   Theo Uden Masman en zijn dansorkest.

13.05-15.00   Een gevarieerd programma voor de Vrouw,
gewijd aan „Zingen”. Ben Steggerda zingt in dit programma, begeleid door de Melodisten.

15.30-16.25   „De Nachtegaal”,
een groot muziek-luisterspel naar het sprookje van Andersen.

19.15-22.00   „Van ’t een op ’t ander”.
Het bekende gevarieerde Vrijdagavond-programma, waarin o.a. een reportage over de stad Gorinchem. Van de medewerkenden noemen wij het Volkszangkoor o.l.v. Puck Jakma. Salon-orkest o.l.v. Otto Hendriks.


Zaterdag 9 October.

12.15-12.45   Piet van Dijk en zijn orkest,
dat wij langen tijd in het Omroepprogramma hebben gemist.

15.00-16.45   De wekelijksche Bonte Middag
brengt het cabaret „De Windwijzer” van Wim Ibo. Medewerking verleenen o.a. Cora May, Fred Menger en het piano-duo Spiers en Kat.

20.00-22.00   „Vroolijke Zaterdagavondklanken”
met als intermezzo de geheimzinnige geschiedenis van den grooten speurder Pollie Gladjat „Prikkeldraad”.




[1]Column en programma-overzicht uit „Cinema & Theater”, 1943, nr. 40 (Amsterdam, 24-09-1943).
Dit is Willem W. Watermans laatste column in „Cinema & Theater”: vgl. de brief van H. Scholte aan W.H.M. van den Hout, d.d. 24-09-1943, hoewel er in die brief sprake is van het voorloopig beëindigen van de medewerking. In dit nummer van „Cinema & Theater” onder het kopje „Rond de Microfoon” ook een column van „H.S.” (=Mr. Henrik Scholte, de hoofdredacteur), die tevens de columns in de nrs. 41 t/m 43 verzorgt. Vanaf nr. 44 wordt de ruimte onder „Rond de microfoon” - behalve natuurlijk het programma-overzicht - geheel gevuld door de zgn. „Brieven uit Studio A”, ondertekend door „Je Tobias”. Deze „Tobias” is niet Willem W. Waterman, hoewel er krampachtig gepoogd is om de nonsensicale stijl van Willem te imiteren: in de „Brieven uit Studio A” in „Cinema & Theater” nr. 50 verklapt „Tobias” ons, dat hij afkomstig is uit Rotterdam.
Of het programma-overzicht („Deze week in den aether”) in het onderhavige nummer 40 nog door Willem is samengesteld, zal wel altijd een raadsel blijven. Er zijn twee mogelijkheden: òf „Deze week in den aether” is door iemand anders samengesteld, òf Willem heeft zich de kritiek in Henrik Scholte„s brief d.d. 24-09-1943 dusdanig aangetrokken, dat hij niet alleen de - verboden! - naam „De Ramblers” heeft vervangen door „Theo Uden Masman en zijn dansorkest”, maar uit pure balorigheid óók de - niet verboden - naam „Will Glahé und sein Musette-Orchester” door „Will Glahé en zijn orkest”!