1

door Willem W. Waterman




     Van zeer vele zijden bereikten mij brieven met inhoud in antwoord op mijn laatste opmerkingen op deze pagina. De vorige week is, - ten gevolge van problemen in verband met het veranderen van het drukprocédé van „C. en Th.” - deze rubriek komen te vervallen. Het zal hopelijk niet weer gebeuren. Intusschen verzoek ik hen, die ik helaas nog niet heb kunnen beantwoorden, zich niet al te verwaarloosd te gevoelen. Wat in het vat zit verzuurt niet. En alles kost tegenwoordig gemiddeld tweemaal zooveel tijd als vroeger.

     Het groote luisterspel is a.s. Zondag van de hand van Willy van der Heide. De titel is „Een gelukkig kapitein van een gelukkig schip”, een luisterspel van de zee. Willy van der Heide is de jonge auteur die „De avonturen van 3 Jongens in de Stille Zuidzee” schrijft in het vervolgverhaal van het jongensblad „Jeugd”. Liefhebbers van een kijkje achter de schermen vinden op deze pagina een foto van een moment uit de gramofoonplaten-opname van een luisterspel. De regisseur met het manuscript voor zich (geheel rechts). Kan de acteurs in de studio slechts bereiken door een luidspreker-installatie. Zittend: de geluidstechnicus, die geluidssterkten regelt en gramofoonplatengeluiden inmengt. Achter de groote dubbele ramen, die de studio het aspect van een aquarium verleenen (wat nog wordt bevorderd doordat men de acteurs wel ziet praten maar niet hoort) is het domein der uitvoerenden.

(Foto’s C.N.F./Zeylemaks)


     Opera wordt uitgezonden op Zondag 22 Augustus om 20.00 uur. La Bohème van Puccini is ditmaal aan de beurt. De uitvoering geschiedt door Italiaansche solisten en de begeleiding is van het „Residentie-orkest”.

     Ik heb zelden tot dusver in deze kolommen een woord gewijd aan Klaas van Beeck en zijn orkest. Dat had zijn gegronde redenen. Tot mijn verrassing heeft Klaas het muzikale roer radicaal omgegooid. Hij is wijs geweest. Een orkest met een kleine bezetting als het zijne leent zich niet tot arrangementen à la Casa Loma, de oervader van alle huidige stijlen. De stijl en het karakter, welke Klaas van Beeck thans heeft aanvaard, zijn typisch wél in overeenstemming met zijn sterkte. Een sterk punt van Van Beeck is steeds geweest zijn beschikking over uitmuntende solisten. In zijn stijl van thans krijgen deze de volle gelegenheid, zich te ontplooien. Er is in Nederland zeker plaats voor een orkest vol coloriet en solowerk. Klaas vult deze plaats perfect.
     Zoo zien wij, hoe langzaam zich de harmonische ontwikkeling gaat voltrekken. Ieder zoekt zijn eigen specifieke plek uit. Willebrandts, de groote arrangementen en het specifiek-muzikale orkest. De Ramblers technisch volmaakt werk en een breede populariteitsbasis. - Van Beeck met Wouters het solowerk. Het wordt nu een nek-aan-nek-race tusschen Wouters en Van Beeck, waarin ik niet graag zou willen kiezen. Van Beeck is op het oogenblik het toehooren zeer de moeite waard. In de komende week kunt u hem hooren op Vrijdag 27 Aug. om kwart over twaalf. Zij die de ontwikkeling der amusementsmuziek met spanning volgen, moeten niet verzuimen te luisteren.
     Donderdag, 26 Augustus, concert door het Rotterdamsch Philharmonisch orkest onder Eduard Flipse. Deze voorvechter der Nederlandsche muziek heeft op het programma o.a. „Stabat Mater” van Rudolf Mengelberg, de Sinfonia piccola (de tweede symphonie) van Leon Orthel en: „Op het Clockmuzijk t’Amsterdam”, van Willem Landré.
     Zaterdagmiddag voert hetzelfde orkest uit het cello-concert in D. groot van Joseph Haydn, met als solist Johan Gutlich.

     Zou het den Nederlandschen Omroep mogelijk zijn, op een vast wekelijksch uur, - bijvoorbeeld steeds van zeven tot acht op een bepaalden dag, - platen te draaien van moderne Franschen? Wij worden doodgestreken met het vioolconcert van Beethoven. Ik ben nu in het stadium, dat ik tevergeefs zoek naar een streek of accoord, dat ik mij daaruit niet herinner. Waar blijft de onvolprezen „Rhapsodie Espagnole” van Ravel? Duizenden menschen zouden dit plan met vreugde begroeten. Maar dan een v a s t uur.
W.W.W.




[1]Column uit „Cinema & Theater”, 1943, nr. 34 (Amsterdam, 20-08-1943).