1




     „Wie is eigenlijk die Dick Willebrandts?”
     „Wordt zoo’n hoorspel nu direct voor de microfoon gespeeld als wij het hooren?”
     „Hoe ziet Pierre Palla eruit?”
     „Wanneer hooren we Sanny Day en het Miller-ensemble weer?”
     „Hè.... hoe gaat het nou bij de opnamen van een hoorspel?”
     Er zijn zoo ontzaglijk veel gezellige kanten aan de radio.... ook aan de menschen die geregeld voor de microfoon komen, - van wie iedereen in Nederland de namen kent, - en van wie men verder niets afweet. De film is een erkend romantisch bedrijf. De radio niet minder.
     De filmstudio heeft zijn eigen vreemde sfeer.... de radiostudio niet minder. De sfeer is alleen van een andere orde. - Het is een heel bijzonder genoegen stil in een hoek van een studio te zitten terwijl Dick Willebrandts met zijn orkest een nieuw arrangement aan het inspelen is met twaalf koperinstrumenten op een rijtje. Het is een ademloos afwachten wat voor prachtige accoorden en onverwachte rhythmen te voorschijn zullen komen uit die rijen met inkt geschreven noten op die vellen muziekpapier.... voor de spelers zelf in het begin een even groote verrassing als voor den man, die in den hoek zit te luisteren en angstvallig op den achtergrond blijft, want het instudeeren van een nieuw arrangement voor een zestien mans-bezetting is een bezigheid die alle zenuwen een beetje aanvreet. In een later artikel zal ik wel eens terugkomen op die specialiteit van Dick Willebrandt’s arrangementen. Het zijn kleine wonderen van muzikale verbeeldingskracht en spel-discipline.
     Daar is het bestudeeren van de effecten in luisterspelen.... Er moet een scène worden uitgevoerd waarin een volksmassa wordt toegesproken. Uitstekend.... de auteur van het luisterspel heeft het maar voor het zeggen. Aan den armen regisseur de weinig benijdenswaardige taak, te zorgen dat uit de luidspreker ook werkelijk, - overtuigend - het geluidseffect komt van een man die stáát te praten tegen een groote menigte. Waar stampt die arme regisseur een behoorlijke menigte vandaan?
     Hij kan moeilijk de straat opgaan en aan tweehonderd. man koek en koffie beloven als zij in de groote concertstudio een uur lang willen gaan staan schreeuwen. Ten eerste is de voorraad koffie in de cantine niet toereikend. Ten tweede zijn de koeken op de bon, ten derde is de Omroep als staatslichaam allerminst van plan de fondsen van het publiek te besteden aan koek- en koffiefestijnen... En ten vierde is het in deze tijden moeilijk vijf man te vinden die niets te doen hebben, laat staan tweehonderd.
     Dit is géén simpel probleem. Scharrelt de regisseur tien man bij elkaar en laat hij deze schreeuwen, dan is het effect allerellendigst. De microfoon brengt ongenadig-precies het geschreeuw van zegge en schrijve tien man over... een afschuwelijk ijl geluid. Met geluidsplaten van volksmenigten is iets te doen, maar niet veel. Het overtuigende bij zulk een toespraak is, dat de menigte op bepaalde momenten ontploft in uitroepen van bijval of afschuw... En er bestaat geen plaat met uitroepen pasklaar op de juiste momenten. Dat is één probleem dat den radioman vroegtijdig grijs doet worden. Er zijn er honderden.

     De Nederlandsche Omroep heeft de vorige week een verjaardagstaart aanschouwd - eigenlijk moeten aanschouwen, maar een publiekrechtelijk lichaam eet geen taarten en daarom was deze in nature afwezig - waarop twee kaarsjes hadden moeten prijken. De Tweede Dag van den Omroep is gevierd. Het bedrijf is gestabiliseerd en het is een bij uitstek geschikt moment om te beginnen met een geregelde reeks van artikelen over menschen en onderwerpen bij en om de Hilversumsche microfoons.

     Daar is de tragische figuur van den man die de redactie heeft van de Ra-Ra-Ra... de wekelijksche raadselrubriek met den wekelijkschen prijs. Hij wordt een van de geschuwde menschen uit de studio’s.
     Niet lang geleden kwam hij naar mij toe, zijn oogen glanzend van een droomerig licht. Hij had een engel van een raadsel gekregen, zei hij. Een droom van een raadsel. In tien woorden op te geven... een cijfer-raadsel. Hij zou het onmiddellijk plaatsen. Hij pláátste het onmiddellijk. Iemand in het bedrijf kreeg een afdruk en begon in zijn vrij uur het ding op te lossen. Hij speelde het niet klaar. Hij belde den Ra-Ra-Ra-Redacteur op. Hij vróég de oplossing. Paniek. Nergens een oplossing te vinden. De nobele leverancier had geen oplossing bijgevoegd. Tien man hebben dien dag op de hoeken van bun schrijfbureaux zitten rekenen als dwazen... Van een dróóm van een raadsel werd het een nachtmerrie van een raadsel. Toen bleek er een tikfout te zitten in den afdruk. De Ra-Ra-Ra-redacteur heeft er nu weer enkele grijze haren bij.

     De uitvoering der luisterspelen gaat overigens met rappe schreden voorwaarts. Voor de perfectioneering van dezen geheel eigen kunstvorm is vóór alles tijd noodig... Tijd om effecten te bestudeeren, radio-auteurs te selecteeren, een eigen cultus te vormen en een eigen stijl. Over deze problemen later meer. Wat de radio in dit opzicht nu al presteert, blijkt, als men nagaat in een Luistergids, wat er in één week aan Gesproken Woord en gedramatiseerde uitzendingen door den zender gaat. De vroegere particuliere omroepen en b.v. ook de B.B.C. hadden en heeft het in zooverre gemakkelijk, dat zij uitgebreid gebruik maakten van representatie. Zij gaven uitzendingen van elders in den lande gespeelde stukken, revues, cabaret-voorstellingen e.d.
     De Nederlandsche Omroep heeft een oneindig zwaardere taak op zijn schouders, doordat hij fungeert als cultuur-scheppend in plaats van cultuur-representeerend lichaam. Hij kan niet - wil althans niet - klakkeloos uitzenden wat elders wordt voortgebracht, maar wil zelf scheppen en voortbrengen, zijn eigen opera-uitzendingen, revues, koren en hoorspelen. Een gigantische onderneming, welke groote krachtsinspanning vordert.

     De volgende week een interview met Dick Willebrandts en zijn refreinzangeres: Nellie Verschuur. U kunt hen de heele week hooren op ongeregelde tijden en elken Vrijdagmiddag in het Filmprogramma.
WILLEM W. WATERMAN.




[1]Column uit „Cinema & Theater”, 1943, nr. 12 (Amsterdam, 19-03-1943).