Aan denNederlandschen Omroep,
Afdeeling: Algemeene Uitzendingen,
Postbus 2,
Hilversum.

Den Haag, 19 October 1943.


Mijne Heeren,

                  Betreffende Uw schrijven d.d. 6 October j.l. briefmerk E/PM 1, waarin U aandringt op retourzending van het materiaal voor "De vlucht voor den regen" 2, op grond van het feit, dat ik tot dusver, ondanks herhaaldelijk aandringen, geen tekst heb geleverd, deel ik u mede, dat deze nietlevering direct gevolg is van de merkwaardige opdracht welke ik destijds van den Omroep mocht ontvangen.
                  Deze opdracht was vervat in uw schrijven van 19 April, briefmerk H/S.
                  Ik citeer hieruit:
"De twee hoofdpersonen moeten af en toe eenigszins in het zonnetje
"worden gezet, waarbij hun maatschappelijke onbenulligheid licht
"doch scherp kan worden geteekend, waardoor het ongelukkig ein-
"de niet uitsluitend een tragisch geval, doch ook in dieperen zin
"verdiende loon is. Wellicht is het mogelijk aan het slot toeval-
"lig de Jeugdstorm of de Arbeidsdienst zingend voorbij te laten
"komen."

                  De periode vanaf 19 April tot heden heb ik doorgebracht met occasioneel overwegen of het wellicht niet mogelijk ware, een bataljon Batavieren, Zuidafrikaansche kampliedjes zingend, ergens in te lasschen.
                  Tot op heden heb ik geen goede oplossing van dit probleem weten te vinden, redenen waarom ik gaarne hierbij de verantwoording

v
an deze bewerking van mijn schouders licht en de oorspronkelijke yekst ingesloten aan u retourneer.

Met de meeste hoogachting,

      W.H.M. v.d. Hout.

            [handtekening]




[1]De brief aan Willem d.d. 06-10-1943 is niet bewaard gebleven.
[2]De juiste titel is "Vlucht voor den regen", zonder lidwoord dus.