Strategische hulpeloosheid 1

Strategie is het brengen van overmacht op een beslissend punt”...

II.


IS de veldtocht in Rusland eenmaal ten einde, dan zal voor Engeland de groote krachtmeting komen, waaraan het in het vorige jaar, door den aanval op bolsjewistisch Rusland, zoo genadiglijk is ontsnapt.
      In Engeland kan men voor deze feiten niet blind zijn; welke verrassende staaltjes van ziende blindheid daar in de laatste decennia ook vertoond werden.
      Men zal daar langzamerhand wel ontwaakt zijn uit de bekende wenschdroomen, - men zal zijn gaan rekenen met de mogelijkheid, dat dit onbegrijpelijk krachtige Duitschland, dat nog maar steeds benzine heeft, en waarin de menschen nog maar stééds weigeren te verhongeren, in het voorjaar de restanten van de bolsjewistische horden over den Oeral slaat.
      Wat doet men intusschen in Engeland?
      Churchill heeft, tijdens de Singaporesche strategische terugtocht, in het Lagerhuis uiteengezet, dat men te kiezen had tusschen: versterkingen sturen naar Lyb en versterkingen sturen naar Singapore.
      Hij trachtte moeizaam den heeren in het Lagerhuis aan het verstand te brengen, dat het verdeelen van de beschikbare reserves tusschen Lyb en Singapore tot gevolg zou hebben gehad, dat op géén van beide fronten eenig succes was behaald.
      (Dit was, ten tijde van den opmarsch van het Nijl-leger onder generaal Auchinleck, die de Engelschen bracht tot voorbij Benghasi).
      En thans...... Als de totale Engelsche reserves naar Lyb zijn gezonden...... met tot gevolg dat generaal Rommel in enkele dagen het moeizaam gewonnen terrein weer voor Auchinleck deed verloren gaan...... als dít het beste is, wat het Britsche Imperium met den totalen inzet van beschikbare reserves kan doen...... moge de hemel dan het Britsche Imperium genadig zijn!
      Het is welhaast moeilijk te gelooven, dat, welke nadeelen ook de democratische productie-methoden hebben, de totale resultaten dusdanig droevig zijn! De vraag komt bij velen op, wáár de productie der Engelsche industrie, die nu toch al enkele jaren lang bezig is, op toeren te komen, blijft?
      Wat er in 1939 was, is in Duinkerken gebleven. Veel van wat nadien is ontvangen, lag opgestapeld op de kaden der Grieksche havens, werd gevonden op Kreta of zonk naar den bodem van de Middellandsche Zee.
      Maar Engeland heeft een machtige industrie, die, zooals wij reeds zeiden, enkele jaren lang bezig is, op toeren te komen.
      Men hoort, in treinen en café’s, geruchten over een dreigende Engelsche invasie......
      Zouden de Angelsaksen inderdaad het plan hebben, een landingspoging op het vasteland te ondernemen, dan pleit hiervoor de overweging, dat hun productie-stroom gelegenheid moeten hebben gehad, (ondanks de geleden verliezen, en ondanks zendingen naar Sovjet-Rusland, die wel niet van gigantische proporties zullen zijn geweest) het een en ander op te stapelen.
      Veel tijd zal den Angelsaksen niet meer resten! Het zal hun zelf wel duidelijk zijn, dat de mogelijkheid, vasten voet op het Europeesche vasteland te krijgen, nadat de veldtocht tegen Rusland is beëindigd, practisch nihil is.
      Alleen een onverantwoordelijke krankzinnige zou, zoodra de Duitsche legermacht naar de kusten van den Atlantischen Oceaan haar front heeft gekeerd, tegenover deze macht kunnen trachten, een leger aan land te brengen. Het enige wat (indien Churchill een invasie mocht overwegen) voor hem in aanmerking komt, is: een landingsoperatie, welke zóó vroeg komt, dat zij samenvalt met een tijdstip, waarop het gros van de Duitsche legermacht nog in Rusland wordt vastgehouden, dit is in de eerstkomende maanden.
      Maar hoe denken degenen, die met zulk een invasie rekening houden, althans over de mogelijkheid daarvan fluisteren, zich een landing eigenlijk in?
      Volgens blijkbaar gangbare begrippen laat een slagschip ergens enkele mijlen buiten de kust zijn ankers vallen, waarna met sloepen landingstroepen aan wal worden geroeid.
      De ontscheping van zware artillerie en tanks (wij vermoeden dit althans), zal dan denkelijk op vlotten plaats vinden, welke vlotten naar de kust worden gepaddeld!
      Het transport en de „Nachschub” van troepen en alle materiaal voor een offensief over zee vergeleken bij hetzelfde te land is zóó ontzaglijk veel moeilijker, dat het onmogelijk is, bij de verhoudingen van thans, eenige landingsoperatie op het Europeesche vasteland te ondernemen.
      Het allereerst noodzakelijke zijn havens. Havens, havens met kaden en kranen voor het ontschepen van het zware materieel. Het is uitgesloten, dat Engeland dezen zomer zou beschikken over een superioriteit in de lucht, welke het in staat stelt, zijn landingsoperaties effectief te steunen met luchtbombardementen tot het oogenblik waarop zware artillerie is ontscheept.
      De Engelschen hebben géén superioriteit in de lucht. Effectieve steun door middel van scheepsgeschut is, met het oog op Duitschland’s macht in de lucht, evenmin mogelijk. Slagschepen zijn te kostbaar om ze als bomschijven te laten fungeeren, vooral waar de Duitsche Stuka’s een griezelige trefzuiverheid blijken te bezitten.
      Hoe wil men van Engelsche zijde een of meer havens voldoende lang en intact(!) bezetten, om troepen en materiaal aan te voeren, welke een bruggehoofd vormen, voldoende uitgestrekt om de havens van ontscheping voor verdere vernieling te behoeden?
      Het is te land mogelijk, een aanval bij verrassing te doen geschieden op een gedeelte van het front, waar de vijand dien niet verwacht.
      Bij landingsoperaties van zee uit is dit niet mogelijk bij de constante Duitsche waakzaamheid over elken vierkanten meter zee. Men ziet de schepen koers zetten...... en bij de huidige vervoerssnelheden te land zal het mogelijk zijn, elke gewenschte hoeveelheid zwaar materiaal binnen enkele uren naar een bedreigde plek van de kust te zenden.
      Ook afleidingsbombardementen en schijnaanvallen kunnen bij een landing vanuit zee nimmer wezenlijk den verdediger te land bedriegen, een bombardement zonder transportvloot is een slag in de lucht. Het punt waarheen de transportvloot koerst is het eenig wezenlijke.
      Ook al ware dit niet zoo - al werd het alarm pas gegeven, op het oogenblik dat de schepen voor de havens in kwestie verschijnen, dan nog zijn de kansen op succes nihil. Zouden bruggehoofden zijn gevormd, dan heeft de verdediger het geweldige voordeel, dat hij zijn totale vernietigende kracht kan concentreeren op de havens in kwestie. Enkele bombardementen op een der kaden der havens maken verdere ontschepingen van zwaar materiaal onmogelijk - de Nachschub kan zoodanig worden gestoord dat de bruggehoofden onhoudbaar worden.
      Bij onbetwistbare beheersching van het zee-oppervlak (hetgeen geenszins aanwezig is) en bij luchtsuperioriteit (hetgeen nog veel minder aanwezig is) kan Engeland de vorming van bruggehoofden beproeven, en zelfs dán zou er sprake zijn van een riskante, welhaast roekelooze onderneming.
      Bij de verhoudingen, zooals deze thans zijn, is een dergelijke poging met absolute zekerheid tot falen gedoemd, slechts een misdadige verspilling van de levens van hen die er bij betrokken zijn.

W. W. W.





[1]Artikel uit „De Residentiebode” (’s-Gravenhage , 08-04-1942).