Feestelijke opening van het Karl-May-Depot

Roger Schenk 1


Mensen die, ondanks corona, in 2020 en/of 2021 Karl Mays geboortestad Hohenstein-Ernstthal hebben bezocht, hebben het met eigen ogen kunnen zien: het geboortehuis van de grote Saksische schrijver was hermetisch gesloten. Al in 2015 heeft het Karl-May-Haus RS, gevestigd aan de Karl-May-Straße 54, de twee aanpalende, eeuwenoude woningen gekocht met het doel er een depot van te maken omdat het Karl-May-Haus zelf te klein was om als museum én depot te dienen. En bij die aankoop en alle mooie plannen zou het voorlopig blijven, want de twee huizen, die er van buiten nog niet eens zo onaardig uitzagen, bleken van binnen volledig verrot. Zodra het benodigde geld binnen was, moest men helaas met de sloop van de panden op nummer 52 en 50 beginnen. Aangezien dit rijtje huizen tot de oudste van Ernstthal behoorde, kon de sloop van twee panden in het midden ervan, hoe voorzichtig ook, niet ongestraft blijven: het Karl-May-Haus – op een tekening uit 1688, zes jaar voor Ernstthal stadsrechten verwierf, is het latere Karl-May-Haus reeds als huis met één verdieping te zien – dreigde warempel in te storten! Dat is de voornaamste reden waarom u en ik in 2020 en 2021 voor een gesloten deur stonden; en dat had bar weinig te maken met corona, want andere musea waren in de zomer wel geopend. Corona was wel een bepalende factor voor het uitstel van de heropening van het Karl-May-Haus en de officiële opening van het nieuw gebouwde Karl-May-Depot, die oorspronkelijk gepland stond voor het najaar van 2021.


v.l.n.r.: het Karl-May-Haus in 2019, na de afbraak van de panden 52 en 50; de slechte staat waarin de rechter zijmuur van het Karl-May-Haus verkeerde, eveneens in 2019; het Karl-May-Haus in 2021: duidelijk zijn de tussen de begane grond en eerste verdieping aangebrachte stalen balken te zien die verdere schade aan het meer dan driehonderd jaar oude huis moeten voorkomen.

Voor er überhaupt sprake was van een opening moesten er natuurlijk eerst diverse ontwerpen tegen elkaar afgewogen worden, diverse plannen moesten bijgesteld worden om enigszins binnen het beschikbare budget te blijven, ach, u kent dat wel. Uiteindelijk werd het ontwerp van Architekturbüro Raum und Bau GmbH uit Dresden uitgevoerd. Het hele bouwproject – inclusief het verstevigen en gedeeltelijk herinrichten van het Karl-May-Haus – heeft zo’n 2,7 miljoen euro gekost, als ik me niet vergis, hihihi, waarvan het leeuwendeel werd betaald door het Duitse ministerie van cultuur en media, dat ten tijde van de toekenning van dat geld gelukkig nog bestierd werd door een CDU-politica 2. Sinds eind 2021 zijn ze in Duitsland genadeloos overgeleverd aan een minister van cultuur van Bündnis 90/Die Grünen 3, dus het is nog maar de vraag of de benodigde subsidie in het huidige tijdsgewricht, waarin het onschuldige gebruik van het woord indiaan zo goed als verboden is en sommige cultuurbarbaren de euvele moed hebben om onze goeie, ouwe Karl May zelfs openlijk van racisme (!) te beschuldigen, ook toegekend zou zijn.

Hoe dan ook, de buitenkant van het Karl-May-Depot was al in december 2021 zo goed als gereed en de discussies over het uiterlijk en de grootte ervan konden losbarsten, voor zover ze dat niet al waren. Als je de Karl-May-Straße met het eenrichtingsverkeer mee inrijdt, lijkt het smalle Karl-May-Haus (“nur drei schmale Fenster breit und sehr aus Holz gebaut, aber dafür drei Stockwerke hoch,” zoals Karl May zelf schreef) weggedrukt te worden door het enorme depot, dat is waar; om een positieve indruk bij uw eerste bezoek te krijgen – de eerste blik is immers bepalend – raad ik u echter aan om het Karl-May-Haus vanuit de Mittelstraße of vanaf de parkeerplaats op de hoek van de twee genoemde straten te naderen, want dan steekt het in een nieuwe kleur groen geverfde Karl-May-Haus als vanouds prachtig af tegen de omgeving. En hebben we liever een omgeving die bestaat uit langzaam maar zeker in elkaar zijgende, tot krotten geworden oude huizen of een stukje nieuwbouw? Ik sprak een van de aanvankelijk felste tegenstanders van het Karl-May-Depot, maar zelfs die moest ruiterlijk toegeven dat het gebouw een stuk vriendelijker overkomt nu duidelijk is dat de begane grond voor een groot gedeelte uit een glaswand bestaat, sterker nog: dat de hele entree nu “een hele kalebas” opener werkt dan voorheen, toen de hoofdingang nog bestond uit dat deurtje op nummer 54. Ja, de verrassing is compleet, nu de ingang van het museum het huisnummer 52 blijkt te dragen: we komen het museum dus binnen in de nieuwbouw.


Het Karl-May-Haus in de nieuwe kleur groen; Karl-May-Haus en Karl-May-Depot, twee dagen na de opening.

Een deel van die nieuwbouw is gebruikt om een grotere expositieruimte te creëren, een ander deel is – zoals de naam al min of meer doet vermoeden – in gebruik als depot. Bovendien, maar dat realiseren we ons nu pas, was de inrichting van het Karl-May-Haus t/m 2019 levensgevaarlijk voor zowel personeel als voor bezoekers, want er waren geen nooduitgangen voor het geval er ooit brand zou uitbreken: “Sehr aus Holz gebaut,” weet u nog wel? Die nooduitgangen zijn er nu wel, maar ook barrièrevrije toegangen en liften voor de gehandicapte medemens.
Over de binnenkant van de nieuwbouw kunnen vriend en vijand het eens zijn: die is prachtig en ruim, maar daar kom ik later nog op terug.
En mag ik de mensen die enkel en alleen afgaan op de buitenkant en er zelfs termen als “Sarcofaag” en “Mausoleum” – door ondergetekende al een jaar geleden verbasterd tot Maysoleum – aan toekennen, misschien wijzen op de inwoners van Parijs, die tot 1889 fel gekant waren tegen een inmiddels wereldberoemde toren in hun stad? En net zoals de Eiffeltoren inmiddels niet meer weg te denken is uit de Lichtstad, zo mogen de inwoners van Hohenstein-Ernstthal apetrots zijn op hun spiksplinternieuwe Karl-May-Depot, dat hopelijk in de toekomst talloze bezoekers van heinde en vooral ook verre zal trekken!

Omdat ik vond, vind en zal vinden dat het Karl-May-Haus alle mogelijke steun verdient, ben ik iets meer dan een jaar geleden lid geworden van de sponsorvereniging van dat huis: de Silberbüchse e.V. Dat kunt u natuurlijk ook doen, als u het museum wilt steunen: dat kan al vanaf 20 euro per jaar. Op https://www.silberbuechse.net/ vindt u nadere inlichtingen. Deze vereniging was toe aan een nieuw bestuur, maar men vond het een goed idee om de jaarvergadering – die al tweemaal geen doorgang had kunnen vinden; u kent de oorzaak – te koppelen aan de openingsdatum van het Karl-May-Depot en de heropening van het Karl-May-Haus.
Zoals gezegd werd die opening keer op keer uitgesteld, mede dankzij corona, maar op vrijdag 1 juli zou het dan eindelijk zover zijn. Ik ontving een keurige uitnodiging om de jaarvergadering van de Silberbüchse e.V. op 2 juli te bezoeken. Maar ja … het Karl-May-Haus heeft tweemaal in zijn bestaan gigantische mensenmassa’s op de been gebracht: dat was op 26 mei 1929, toen de plaquette op het geboortehuis van Karl May onthuld werd, en op 12 maart 1985, toen het Karl-May-Haus officieel als museum werd geopend. Bij beide gelegenheden kon ondergetekende om uiteenlopende redenen, variërend van domweg nog niet bestaan tot in het westen niet weten wat er in het oosten allemaal gebeurde, helaas niet aanwezig zijn. Dat zou mij geen derde keer gebeuren! Eén korte e-mail aan de penningmeester van de vereniging met de mededeling dat ik graag bij de jaarvergadering aanwezig wilde zijn, maar nog veel liever een dag tevoren bij de officiële openingsceremonie, leverde mij prompt een felbegeerde uitnodiging in de brievenbus op. Met dank aan de heer Gleißberg 4 die een en ander mogelijk heeft gemaakt!

Ik kan bij voorbaat alvast verklappen dat ik geen nanoseconde spijt heb gehad van de verre reis naar het lieflijke Hohenstein-Ernstthal. Wat een weekend! In mijn achttien voorafgaande bezoekjes aan de geboortestad heb ik ter plaatse uiteraard de nodige vrienden en kennissen opgedaan, aan wie ik helemaal niets over mijn komst had verteld. Het was fantastisch om hun verraste gezichten te zien.
De openingsceremonie vond plaats in een grote tent die achter het op dat moment nog gesloten Karl-May-Depot was geplaatst. Als Nederlander trok ik aller aandacht en ik werd warempel als een ware VIP behandeld. Een van de hoogtepunten vond ik zelf nog wel het moment waarop ik door de ex-burgemeester van Hohenstein-Ernstthal (tevens voorzitter van de Silberbüchse e.V.) 5, de geboorteplaats van onze geliefde Karl, hoogstpersoonlijk werd voorgesteld aan de huidige burgemeester van Radebeul, de overlijdensplaats van vriend May, en diens vrouw 6. En daar zit je dan dus ineens als gewoon Hollands jongetje van de vlakte, naast de burgemeestersvrouw van Radebeul, in dezelfde rij als een lid van de Bundestag 7 en als de sympathieke directeur van het Karl-May-Verlag, Bernhard Schmid 8, schuin achter de architect van het depot en pal vóór nog veel meer beroemdheden, honderdtwintig in totaal! En ik voelde mij dus ook een beroemdheid. De eerste toespraak was van Lars Kluge 9, de huidige burgemeester van Hohenstein-Ernstthal (foto links), die de totstandkoming van het Karl-May-Depot tot in detail beschreef en het belang van het Karl-May-Haus voor de stad en de hele omgeving onderstreepte. Daarbij had hij het indirect dus ook tegen u, dames en heren: het Karl-May-Haus wacht op u en de nieuwe deuren staan vanaf nu elke dinsdag tot en met zondag open voor uw bezoek! Ik geef het maar meteen even door, het is maar dat u het weet.
Daarna was het de beurt aan André Neubert 10, de directeur van het Karl-May-Haus, en aan Anke Indorf, dominee van de St. Christophorikerk in Hohenstein-Ernstthal 11: degenen onder u die op de hoogte zijn van Karl Mays leven, weten wellicht dat dit de kerk is waarin zowel de ouders van Karl May als Karl May zelf en zijn eerste vrouw Emma Pollmer getrouwd zijn. Wat een inspirerend verhaal hield zij! Volgens mijn bescheiden mening moet deze dominee in staat worden geacht om zelfs de meest doorgewinterde jihadist spontaan en met onmiddellijke ingang tot het christelijk geloof te bekeren. Tussen de toespraken door speelde een vijfkoppig Hohenstein-Ernstthaler jeugdorkest bekende en minder bekende liederen; na de toespraak van de dominee speelde het kwintet het wereldberoemde en in deze omgeving zeer passende kompellied Glück auf, dat door vrijwel iedereen in de feesttent – ja, ook door “the Flying Dutchman” (zoals ik al spoedig werd genoemd), die per slot van rekening uit de Oostelijke Mijnstreek afkomstig is – werd meegezongen of op z’n minst meegeneuried. Ten slotte was het de beurt aan Karl May zelf (gespeeld door de Dresdner acteur Robby Langer 12), die een bijzonder humoristische voordracht hield. Boze en vrijwel zonder uitzondering Nederlandse tongen beweren dat Duitsers geen humor zouden hebben; en zoals zo vele vooroordelen blijkt dit natuurlijk kant noch wal te raken, maar dat hoef ik u niet te vertellen, want u leest de boeken van Karl May, dus u bent niet behept met dit akelige vooroordeel.

Daarmee was het officiële gedeelte van de opening voorbij; vervolgens kregen we in groepjes van maximaal vijftien personen – die natuurlijk al snel ontaardden in groepen van minstens twee keer zoveel personen, want iedereen wilde de eerste zijn – een rondleiding door het nieuw ingerichte Karl-May-Haus en het geheel nieuwe Karl-May-Depot. De bovenste drie verdiepingen van het depot zijn bedoeld als opslagruimte voor de in totaal 18.000 museumstukken die het Karl-May-Haus rijk is. Bij die 18.000 museumstukken bevinden zich bijvoorbeeld poppen in westernkleding, wapens en zadels, die ons getoond werden, maar vooral ook veel documenten, brieven en foto’s; die kregen wij niet te zien, wel de archiefkasten waarin deze kostbaarheden opgeslagen zijn of worden. Zonder ze nu onder ogen gekregen te hebben kan ik in ieder geval verklappen dat zich daarbij ook een drietal velletjes postzegels van onze eigen Nederlandse Karl-May-Vereniging bevindt, bij eerdere gelegenheden door mij aan het Karl-May-Haus geschonken.
De ontvangsthal van het Karl-May-Haus is vanaf nu gevestigd op de begane grond van het Karl-May-Depot en is veel groter dan voorheen, toen ze zich in het Großmutterstübchen van het Karl-May-Haus bevond. Verder is er achter die ontvangsthal een grote ruimte gecreëerd voor tijdelijke tentoonstellingen en een deel van de permanente expositie. Daar staat ook de maquette van het Karl-May-Haus, gebouwd door “onze eigen”, in mei 2020 overleden Maarten van Diggelen 13; vroeger zag men in het Karl-May-Haus zelf alleen Maartens maquette van Villa “Shatterhand” en Villa “Bärenfett”. Die maquette is er nog steeds, nu op de tweede verdieping en je leest dan wel van die verhalen dat Maarten van Diggelen ook een maquette van het Karl-May-Haus heeft gemaakt, maar die had ik tot 1 juli van dit jaar dus nooit gezien. Om iets meer ruimte in het oude huis te hebben is de afdeling buitenlandse boeken verplaatst naar de ontvangsthal, waar iedereen vooral onder indruk was van vier enorme muurschilderingen door Torsten Hermann 14, voorstellende de vier terreinen waarop Karl May werkzaam was: Heimat (de verhalen die in zijn vaderland, m.n. het Ertsgebergte, spelen), Wilder Westen (de indianenverhalen), Vision (de symbolische en allegorische werken uit zijn laatste periode) en Orient (de verhalen die zich in het Midden-Oosten afspelen). Wie wel eens de Musei Vaticani en de Stanze di Raffaello 15 heeft bezocht, komt wellicht in de verleiding deze ruimte de Stanza di Torsten te noemen.


De twee maquettes die Maarten van Diggelen dertig jaar geleden aan het Karl-May-Haus schonk: Villa “Shatterhand” en Villa “Bärenfett” (links, op de tweede verdieping van het eigenlijke Karl-May-Haus) – het Karl-May-Haus met een mooie foto van een nog jonge Maarten van Diggelen (1928-2020) (rechts, in de nieuwe expositieruimte van het Karl-May-Depot)



Torsten Hermann: “Heimat” – “Wilder Westen” – “Vision” – “Orient”

De inrichting van het Karl-May-Haus is min of meer gelijk gebleven, met dien verstande dat het kamertje waarin de zogeheten “sprookjesoma” woonde gehalveerd is, dat de poppen op ware grootte die wever May, Karls vader, en vroedvrouw May, Karls moeder, moeten voorstellen nu weer op de eerste verdieping te zien zijn; informatie de familiegeschiedenis en de geschiedenis van Hohenstein-Ernstthal treffen we voortaan aan op de tweede verdieping en de derde verdieping herbergt vooral het Nachleben van de grote Saks, zoals de rekwisieten van de poppenfilm Die Spur führt zum Silbersee 16, een kopie van Winnetou’s Zilverbuks, kwartetspelen en nog veel meer.
Men kan tegenwoordig ook koffie krijgen in het Karl-May-Haus; het koffiezetapparaat is aan het museum geschonken door de Silberbüchse e.V., dus mocht u ooit op het uitstekende idee komen om het museum met een bezoek te vereren en een kop koffie te drinken, denkt u dan alstublieft ook even aan mij, want een héél, héél klein stukje van dat koffiezet-apparaat is door mij betaald. 😉  ☕
Eén minpuntje moet ik toch even benoemen: men verbouwt het hele huis, met bouwt een compleet nieuw depot en een nieuwe ontvangsthal, maar waarom dan niet ook een stukje moderne techniek in de vorm van een pinapparaat aangeschaft? Voldoende contant geld op zak blijft dus voorlopig het devies, want er zijn minstens 96 boeken van Karl May en zo mogelijk nog veel meer boeken over Karl May plus de nodige souvenirs te koop! 💶

De ochtend van 2 juli stond in het teken van de jaarvergadering van de Silberbüchse e.V., die gehouden werd in Gasthaus zur Zeche. Het zal waarschijnlijk de eerste keer zijn geweest dat een niet-Duitser aanwezig was bij een dergelijke jaarvergadering. Het zittende bestuur trad af om vervolgens weer unaniem herkozen te worden, aangevuld met een geheel nieuwe assessor. Als Karl May- en Hohenstein-Ernstthal-fan heb ik de nodige boeken van Wolfgang Hallmann 17 in mijn Billy’s staan; leuk om daar nu ook een gezicht bij te hebben, want hij was en is vicevoorzitter; ook Andreas Barth 18, schrijver van tientallen artikelen over Karl May, en Bernhard Schmid van de uitgeverij bleken leden van deze sponsorvereniging te zijn. Vervolgens was er voor de leden van deze verenging nog een speciale rondleiding door het Karl-May-Haus en -Depot. Verder waren er het hele weekend van 2 en 3 juli Open Dagen met rondleidingen voor alle geïnteresseerden.



In het midden v.l.n.r.: Wolfgang Hallmann, Erich Homilius en Uwe Gleißberg

Een van de redenen waarom ik per se dit weekend in Hohenstein-Ernstthal wilde zijn, was het bange vermoeden dat het depot hierna niet meer toegankelijk zou zijn voor gewone stervelingen, een vermoeden dat na afloop door artikelen in de Freie Presse en Karl May & Co. werd bevestigd. Alhoewel er niet echt veel spectaculairs aan een museumdepot is, ben ik toch blij dat mijn nieuwsgierigheid bevredigd is en dat ik u verslag kan doen van het interieur van het depot; ik heb dan ook minstens aan drie van die rondleidingen deelgenomen. Qua inkijkje in het depot was het namelijk nu of nooit. In de tuin van de Karl-May-Begegnungsstätte – schuin tegenover het Karl-May-Haus, recht tegenover het nieuwe Karl-May-Depot – was een barbecue georganiseerd, waar men naast de even onvermijdelijke als lekkere Thüringer Rostbratwurst en talloze gebaksoorten ook uitgebreid kon genieten van Karl May-wijn uit de Pfalz en Karl May-bier uit Gersdorf. En ik had bij eerdere gelegenheden al gemerkt dat Saksen weergaloze feesten kunnen organiseren.
Kortom: een onvergetelijk lang weekend in de geboortestad van Karl May!



v.l.n.r. : ik (zei de gek), uitgever
Bernhard Schmid en Karl May


Nogmaals met Karl May


De “sheriff van Ernstthal”, Rolf Müller



  [RS]

De officiële naam van het geboortehuis van Duitslands meest gelezen schrijver; niet te verwarren met het Karl-May-Museum, want dat is het huis waarin Karl May de laatste zestien jaar van zijn leven doorbracht en waar hij ook stierf: het ligt in Radebeul en draagt al sinds 1896 in gouden letters de naam Villa “Shatterhand”.




  [1]In: De Witte Bison 32, november 2022.
Exclusief voor de bezoekers van deze pagina is een reportage van de regionale tv-zender Chemnitzer Land uit juli 2022 te zien over de opening van het Karl-May-Depot en de heropening van het Karl-May-Haus.
  [2]Bedoeld wordt Monika Grüters (* 9 januari 1962), die in de kabinetten Merkel III en IV (17 december 2013 – 26 oktober 2021) namens het CDU staatsminister en vertegenwoordigster van de regering voor cultuur en media was onder bondskanselier Angela Merkel (voluit: Angela Dorothea Merkel, geborene Kasner, * 17 juli 1954).
  [3]Bedoeld wordt Claudia Roth (voluit: Claudia Benedikta Roth, * 15 mei 1955), die in het kabinet Scholz (8 december 2021 - heden) namens Bündnis 90/Die Grünen staatsminister en vertegenwoordigster van de regering voor cultuur en media was onder bondskanselier Olaf Scholz (* 14 juni 1958).
  [4]Uwe Gleißberg (* ?) is hoofd van de gemeentesecretarie van Hohenstein-Ernstthal, voorzitter van de plaatselijke VVV en penningmeester van de Silberbüchse e.V., de sponsorvereniging van het Karl-May-Haus.
  [5]Erich Homilius (* 1944) was van 1994 tot 2012 burgemeester van Hohenstein-Ernstthal (van 1994 tot 1999 namens Bündnis 90/Die Grüne, van 1999 tot 2012 partijloos resp. Freie Wähler). Tegenwoordig zit hij namens het CDU in de districtsraad van de Landkreis Zwickau; daarnaast is hij lid van het curatorium van de Karl-May-Stiftung en vanaf februari 2018 is hij de voorzitter van de Silberbüchse e.V., de sponsorvereniging van het Karl-May-Haus.
  [6]Bedoeld wordt Bert Wendsche (voluit: Bert Thomas Wendsche, * 1964), een Duits pedagoog en econoom, die van 2001 tot heden de – partijloze – burgemeester van Radebeul is. Daarnaast zit hij sinds 2019 namens het CDU in de districtsraad van de Landkreis Meißen en is hij voorzitter van het curatorium van de Karl-May-Stiftung.
  [7]Bedoeld wordt Marco Wanderwitz (* 10 oktober 1975), een Duits advocaat en van 2002 tot heden namens het CDU lid van de Bundestag. Namens dezelfde partij was hij van 2018 tot 2020 staatssecretaris voor bouw en vaderland en van 2020 tot 2021 staatssecretaris voor economie en energie en vertegenwoordiger van de regering voor de nieuwe deelstaten.
  [8]Bernhard Schmid (* 29 maart 1962) was van 2003 t/m 2007 samen met zijn vader Lothar (* 10 mei 1928 , † 18 mei 2013) directeur van het Karl-May-Verlag en vanaf 2007 de enige directeur. Bernhard is een kleinzoon van Dr. Euchar Albrecht Schmid (* 29 augustus 1884 , † 15 juli 1951), op 1 juli 1913 oprichter en eerste directeur van de Karl-May-Verlag.
  [9]Lars Kluge (* ?) is sinds 2012 namens het CDU burgemeester van Hohenstein-Ernstthal.
[10]André Neubert (* 5 januari 1960) is een Duits historicus, die sinds 1993 directeur van het Karl-May-Haus in Hohenstein-Ernstthal. Daarnaast is hij q.q. lid van de wetenschappelijke adviesraad van dat museum en van de Karl-May-Gesellschaft. Hij publiceert vooral in de Karl-May-Haus-Information.
[11]Anke Indorf (* ?) is de dominee van de St.-Christophori-Kirche in Hohenstein-Ernstthal en plaatsvervangend dominee van enkele kerken in de omtrek.
[12]Robby Langer (* 1961) is een Dresdner acteur, die o.a. sinds 2003 sprookjeslezingen voor volwassenen verzorgt in de Yenidze in Dresden. In 2006 speelde hij de rol van Sam Hawkens bij de opvoering van „Winnetou I” in Hohenstein-Ernstthal, maar het bekendst is hij in zijn rol van Karl May, o.a. bij de Karl-May-Festtage in Radebeul, bij de heropening van het Karl-May-Haus op 29 mei 2015 en 1 juli 2022.
[13]Maarten van Diggelen (* 26 mei 1928 , † 23 mei 2020) was een Nederlandse Karl May-verzamelaar en -kenner. Van zijn hand zijn o.a. de maquettes van het geboortehuis van Karl May en Villa „Shatterhand”, die in het Karl-May-Haus in Hohenstein-Ernstthal te zien zijn.
[14]Torsten Hermann (* 1978) is een Duits schilder en kunstenaar, die sinds 2007 olieverfschilderijen met Karl May-motieven maakt. Bovendien maakte hij o.a. de voorzijde van „Winnetou in Dresden” (2012), van Winnetou & Co. nr. 131 en van Gemeindespiegel St. Egidien nr. 3 (17 maart 2019). In augustus 2014 verscheen onder de titel „Auf den Pfaden von Old Shatterhand und Winnetou” een boek met zijn schilderijen en tekeningen van en over Karl May. In 2022 maakte hij vier kolossale wandschilderingen in de nieuwe ontvangstruimte van het Karl-May-Haus/Karl-May-Depot.
[15]Raffaello (vaak Raffaello Sanzio da Urbino, maar ook Raffaello da Urbino, Raffaello Santi genoemd; Nederlands: Rafael, * 28 maart of 6 april 1483 , † 6 april 1520) was een Italiaans schilder en architect, die als een van de belangrijkste kunstenaars van de Italiaanse hoge Renaissance geldt. Hoogtepunten van zijn werk zijn drie van de vier stanze di Raffaello, de loggia di Raffaello en de Trasfigurazione, alle drie in de Vaticaanse Musea en de „Sixtijnse Madonna”.
[16]Die Spur führt zum Silbersee” is een Oost-Duitse poppenanimatiefilm uit 1989, zeer vrij naar het bijna gelijknamige boek van Karl May. Opvallend is dat de stem van Winnetou wordt gesproken door Henry Hübchen (* 20 februari 1947), die in 1992 de titelrol zou spelen in de zesdelige ZDF-serie „Karl May”.
[17]Wolfgang Hallmann (* 10 december 1947) is „stadtchroniqueur” van Hohenstein-Ernstthal en Karl May-onderzoeker. Hij was een van de oprichters van de Interessengemeinschaft Karl-May-Haus en was tot 2013 lid van de wetenschappelijke adviesraad van het Karl-May-Haus. Van zijn publicaties over Karl May en Hohenstein-Ernstthal zijn te noemen: „Karl-May-Stätten in Hohenstein-Ernstthal” (samen met Ekkehard Fröde, * 27 maart 1943, directeur van het Karl-May-Haus van 1983 tot 1992), „Hohenstein-Ernstthal, Sachsen, in alter Zeit”, „Reisen zu Karl May. Erinnerungsstätten in Berlin, Sachsen-Anhalt, Sachsen und Thüringen” (samen met Christian Heermann, * 11 september 1936 , † 27 november 2017), „Das war der Sachsenring”, „Hohenstein-Ernstthal in den 50er- und 60er-Jahren”, „Karl-May-Haus Hohenstein-Ernstthal. Sächsische Museen Bd. 20” (als co-auteur), „Kleines historisches Stadtlexikon Hohenstein-Ernstthal” en medewerking aan „Karl May – Eine sächsische Biografie” van Klaus Walther (* 25 maart 1937). Verder schreef hij talloze artikelen in de Karl-May-Haus-Information en Mitteilungen des Hohenstein-Ernstthaler Geschichtsvereins.
[18]Andreas Barth (* 4 september 1957) is bibliothecaris en Karl May-onderzoeker te Kuhschnappel. Tot 2013 was hij lid van de wetenschappelijke adviesraad van het Karl-May-Haus en van 2006 tot 2012 bedrijfsleider van de Silberbüchse e.V., de sponsorvereniging van het Karl-May-Haus. Over Karl May publiceert hij vooral in de Karl-May-Haus Information en Mitteilungen des Hohenstein-Ernstthaler Geschichtsvereins, maar ook in de Jahrbücher der Karl-May-Gesellschaft.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website