Een indianenverhaal

Alexandra De Vos 1

Winnetou van Karl May wordt opnieuw vertaald, maar is dat ooit zo succesvolle verhaal van cowboys en indianen in het Wilde Westen dat nog wel waard?



Detail uit de cover van ‘Winnetou III’ door Sascha Schneider 2, 1904. © rr


KARL MAY
Winnetou

Vertaald door Josephine Rijnaarts en Elly Schippers, IJzer, 452 blz., 29,95 €.
Oorspronkelijke titel: ‘Winnetou I’

               



Wat hadden Einstein en Hitler gemeen? Weinig, behalve hun liefde voor Karl May (1842-1912). ‘Mijn hele adolescentie stond in het teken van May en in de wanhopige uren van mijn latere leven zocht ik hem graag weer op’, zei Einstein over zijn idool. Hitler schreef in Mein Kampf dat Mays boeken hem hadden overweldigd en hij noteerde ‘een opvallende neergang’ in zijn schoolresultaten als gevolg van zijn nieuwe passie.

Een humanistische jood en een nazi, bien étonnés de se trouver ensemble? Of toch niet, want ook de rest van de wereld leefde intens mee met de avonturenromans van May. Een eeuw lang was hij de meest gelezen Duitse schrijver. 200 miljoen verkochte boeken, daar kan alleen Harry Potter 3 tegenop.

Winnetou’s bronzen teint, zijn dikke haar en
ogen waarin ‘het weemoedige waas van een
diep, verborgen verdriet’ glanst,
zijn waardige gedrag: dat alles maakt indruk op
de jonge Shatterhand

Karl May had geen tovenaarsleerling nodig om hem naar de roem te katapulteren. Hij had een échte held, nobel, stijlvol en sexy, een indiaan met ravenzwarte lokken, fluwelen ogen en de moed van een leeuw. Zie hem rijden op zijn mustang met zijn haar in de wind. Maak plaats, daar komt Winnetou, opperhoofd van de Apachen! En naast hem rijdt zijn bloedbroeder, de Amerikaanse Duitser, de scherpschutter Old Shatterhand. Hawgh!

Dief
Het leven van Karl May is trouwens ook een heldenverhaal, hoe hij zich opwerkte tot bestsellerauteur. Hij werd geboren als een van dertien kinderen in een straatarm Saksisch weversgezin. Negen kinderen stierven jong en Karl was de eerste vijf jaar van zijn leven blind door vitaminegebrek. Zijn grootmoeder vulde die donkere jaren met volksverhalen. Karl wilde leraar worden, maar werd herhaaldelijk opgepakt voor kleine diefstallen.

Een celstraf van vier jaar werd uiteindelijk zijn redding. Hij had nu alle tijd van de wereld om de boeken in de gevangenisbibliotheek te verslinden. Aardrijkskunde, wetenschap, reisverslagen uit Amerika en het Midden-Oosten... in zijn hoofd rijpte het plan om avonturenromans te schrijven. In de eerste persoon, alsof hij zelf de held was van zijn vertellingen. Geen betere manier om te ontsnappen aan armoede en opsluiting. En zo ontstonden de avonturen van Kari Ben Nemsi in de Oriënt, en die van Old Shatterhand en Winnetou in het Amerikaanse Wilde Westen. Het waren die laatste verhalen die de wereld veroverden.

In Winnetou I (1893) sleept May de lezer mee in de clash tussen cowboys en indianen. Het wordt een confrontatie op leven en dood, als de ‘withuiden’ steeds meer naar het westen dringen op zoek naar goud en grond. Een van hen is Old Shatterhand, een Duitser (‘koel hoofd, kalme blik’) die als landmeter zijn geluk zoekt in het Wilde Westen.

Hij is een held met het geweer en met zijn vuisten, maar hij is niet zoals zijn schietgrage kameraden – hij schaamt zich dat de spoorlijn die hij moet uitmeten de zoveelste inbreuk is op indiaans territorium. De bizons staan door het winstbejag van de bleekgezichten op uitsterven, de Plains-indianen (Apache, Comanche en Kiowa) worden weggejaagd naar reservaten of verhongeren. ‘Een misdaad tegenover de dieren en tegenover de roodhuiden’, noemt Old Shatterhand het.

Liefde
Als Shatterhand oog in oog komt te staan met Apache-opperhoofd Intsju-Tsjuna en zijn zoon is het liefde op het eerste gezicht. Winnetou’s bronzen teint, zijn dikke haar en ogen waarin ‘het weemoedige waas van een diep, verborgen verdriet’ glanst, zijn waardige gedrag: dat alles maakt indruk op de jonge Shatterhand. Winnetou voelt zich evenzeer aangetrokken tot het bleekgezicht met de oprechte blik – zo anders dan de slinkse, op geld beluste yankees.

Maar Shatterhand hoort bij de vijand en ze staan in een conflict met de Kiowa rechtstreeks tegenover elkaar. De twee verzoenen zich pas als Shatterhand Winnetou’s leven redt. Op dat moment worden de twee bloedbroeders, ‘éen man en krijger met twee lichamen’. Als Shatterhand de stam verlaat om terug te keren naar Saint Louis vergezelt Winnetou hem met zijn vader en zijn zus, Nsjo-Tsji. Ze lopen in een hinderlaag. Er wordt gemoord om goud, het goud waarvoor Winnetou waarschuwde: ‘Jaag het nooit na, want het doodt niet alleen je lichaam, maar ook je ziel’.

Tot zover het eerste deel. Een kritische lezer kan zich afvragen waarom er nu nog een nieuwe vertaling van zo’n cowboy-en-indianenverhaal van anderhalve eeuw oud moet komen. Is die hele Winnetou ook geen indianenverhaal in de andere betekenis van het woord? Kan dat wel, een indiaan met tomahawk en vredespijp en eeuwige jachtvelden opvoeren in deze tijden waarin indianen verveld zijn tot Native Americans en ze voor zichzelf kunnen opkomen?

Het antwoord is ja, ja en ja. Een nieuwe vertaling is interessant omdat de invloed van Winnetou op generaties van lezers enorm was. Kinderen speelden cowboy en indiaan dankzij Karl May, die er vijftig jaar eerder mee was dan Hollywood.

De nog altijd frisse dialogen, de komische noot geleverd door prairiejager Sam Hawkens, de scènes waarin onze helden op het nippertje aan de dood ontsnappen...: je vindt ze in velerlei vormen later terug bij stripauteurs Hergé 4 en Willy Vandersteen 5.

Toegegeven, Winnetou is een indianenverhaal, in de zin dat de schrijver nooit een levende indiaan had gezien, zelfs nooit een voet buiten Duitsland had gezet toen hij het boek publiceerde. Er zitten wat ongerijmdheden in zijn relaas – zoals een onderschatting van de krijgshaftigheid van de Apache-vrouwen – maar hij heeft zich gezien de beperkte mogelijkheden verbazend goed gedocumenteerd.

En het politiek correcte dan? May schildert het Wilde Westen als ‘the dark and bloody grounds’ waar geen rechtvaardigheid heerst, waar de sterkste de zwakste verplettert. Wat de ingeweken Amerikanen uitvreten in de plains is genocide, vindt hij. Wat ze met dieren en de natuur doen is heiligschennis. Dat schreef hij al in de negentiende eeuw, terwijl de Amerikanen vandaag nog met die erfenis worstelen.


[1]In: De Standaard, 17 april 2021.
[2]Sascha Schneider (voluit: Rudolph Karl Alexander Schneider, * 21 september 1870 , † 18 augustus 1927) was een Duits hoogleraar, beeldhouwer en schilder, die vooral als illustrator van Karl Mays Reise-Erzählungen bekend werd.
[3]Harry Potter is de hoofdpersoon uit een zevendelige fantasy-serie van de Britse schrijfster J. K. Rowling (voluit: Joanne (Jo) Rowling, * 31 juli 1965).
[4]Hergé (pseudoniem van Georges Prosper Remi Remi, * 22 mei 1907 , † 3 maart 1983) was een Vlaams striptekenaar, die het bekendst is geworden door zijn tweeëntwintigdelige stripreeks De avonturen van Kuifje (in het Frans en Engels: Tintin, in het Duits Tim und Struppi). Andere beroemde stripreeksen van Hergé zijn De guitenstreken van Kwik en Flupke en Jo, Suus en Jokko.
[5]Willy Vandersteen (voluit: Willebrord Jan Frans Maria Vandersteen, * 15 februari 1913 , † 28 augustus 1990) was een Vlaamse striptekenaar, die het bekendst is geworden door zijn inmiddels meer dan 300 delen tellende stripreeks Suske en Wiske, maar ook door strips als De Familie Snoek, Bessy, De Rode Ridder, Jerom, Karl May, Biggles en Robert en Bertrand.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website