Het goede overwint.

Karl May had een rijke fantasie, maar hij was ook een groot fantast


Oene van der Wal en Hans Willems 1




Pierre Brice 2 als Winnetou en Lex Barker 3 als Old
Shatterhand in de film ‘The Desperado Trail’
4 uit 1965.

30 maart 1912

Het witte praalgraf van Karl May springt eruit op de lommerrijke begraafplaats van het Oost-Duitse Radebeul. Het miezert, de grond is modderig. Er staan verse bloemen bij Mays laatste rustplaats, die oogt als een Griekse tempel. Danke heeft iemand geschreven op een kartonnen mustang die tussen de bloemen is gestoken.
Op 30 maart, de honderdste sterfdag van Duitslands bekendste, maar tegelijk ook omstreden schrijver, zullen hier plechtige toespraken worden gehouden. „Het is een dag waarop we gedenken, niet vieren”, zegt René Wagner, directeur van het Karl-May-Museum even verderop. Het museum zit in Villa ‘Shatterhand’ waar Karl May woonde.
Bezoekers kunnen zich hier onderdompelen in Mays wereld. Zijn werkkamer lijkt nog in gebruik te zijn. Op het bureau liggen volgeschreven blaadjes en een kroontjespen, Mays wandelstok hangt aan de rand. Een leeuwen- en een berenvel bedekken de vloer. Twee grote messen liggen op een tafeltje. De exotische spullen moesten gasten ervan overtuigen dat May een bereisd man was die de buitenlandse avonturen waarover hij schreef zelf had meegemaakt.

Globe
In de prachtig gerestaureerde bibliotheek staan Mays eigen boeken. Op tafel ligt een landkaart uit een ver land. Ook een globe verwijst naar Mays hang naar verre droomwerelden als Noord-Amerika en de Oriënt.
„De idealisering van het vreemde zag je al bij schrijvers als Herder 5, Schiller 6 en Novalis 7. Zij hadden een fascinatie voor de ‘nobele wilde’, die bij May culmineerde in de figuur van Apache-opperhoofd Winnetou”, zegt directeur Wagner.
„Vroeger nam je niet zo makkelijk een vlucht naar Istanbul als nu”, aldus Wagner. Als kind leerde je vreemde landen vooral via literatuur kennen.” Hij heeft er een sterke binding met May aan overgehouden. Op zijn stropdas staan cowboys en indianen, aan zijn linkerhand draagt hij een zilverkleurige ring met een getooide Indiaan.
In een vitrine, naast drie grote geweren die May ooit bezat, staat een Nederlandse vertaling van een van zijn boeken. ‘De Pelsjagers van den Rio Pecos’ heet het. Op de voorkant een fiere Indiaan met een speer. „De Nederlandse uitgaven waren tot in de jaren dertig bekend om hun zeer fraaie vormgeving”, zegt Wagner. Nederland heeft na Duitsland en Zwitserland de meeste georganiseerde Karl May-liefhebbers.
Carl Friedrich May was van eenvoudige afkomst en heeft heel zijn leven geprobeerd zichzelf daar bovenuit te tillen, ook al moest hij daarvoor de waarheid verdraaien. Hij was het vijfde kind van een wever in het Saksische stadje Ernstthal, wist niettemin op een kweekschool te komen, maar werd daarvan vanwege diefstal verwijderd. In de gevangenis behaalde hij alsnog zijn diploma 8.
Op de armenschool waarop hij nadien lesgaf, ging het opnieuw mis. Na een tweede periode in de cel verdiende hij de kost als privéleraar en zanger. Enige rust kwam er in Mays leven toen hij als redacteur aan de slag kon bij een uitgeverij, waar ook zijn eerste eigen verhalen zouden verschijnen. De reisavonturen die hij schreef, voerden aanvankelijk alleen nog naar het Midden-Oosten.

De beginnende auteur loog dat hij het materiaal zelf bij elkaar had gereisd


Titel
Hoewel hij nog geen stap over de grens had gezet, loog de beginnende auteur dat hij het materiaal voor zijn verhalen zelf bij elkaar had gereisd. Met hetzelfde gemak dichtte hij zichzelf een academische titel toe en maakte hij zich schuldig aan andere vormen van oplichting.
In het laatste decennium van de negentiende eeuw brak Karl May door met zijn boeken over het Wilde Westen. Hij verdiende er een fortuin mee, zodat hij eindelijk de reizen kon maken waarvan hij tot dan alleen had kunnen dromen. In 1899 en 1900 bezocht hij het Midden- Oosten en Azië, in 1908 Amerika. Die laatste reis duurde echter maar zes weken en bracht het echtpaar May – niet eens in het door hem zo kleurrijk en gedetailleerd beschreven Westen.
In de achtertuin van Villa ‘Shatterhand’ herinnert de blokhut ‘Bärenfett’ aan May. Het gebouwtje herbergt een van de belangrijkste etnografische collecties over Noord-Amerika’s Indianen ter wereld. Bij Mays bezoek aan de VS nam hij diverse relikwieën mee. Tot zijn teleurstelling vond hij slechts één Indiaan bereid met hem op de foto te gaan.
Mays werk was een enorm succes in Duitstalige streken. Daar zijn volgens Wagner meer dan honderd miljoen boeken verkocht. In zo’n veertig andere landen nog eens zoveel. Nog steeds is May de meest gelezen Duitse schrijver, al wordt zijn werk als lectuur beschouwd en niet als literatuur.

Geloof
„Iedereen heeft iets anders met zijn werk”, aldus Wagner. „Als je wat ouder wordt moet je er soms ook om gniffelen. Maar je ziet ook filosofische gedachten die je als kind ontgingen.” Mays werk heeft thema’s die nog altijd actueel zijn, meent Wagner, zoals vriendschap, het christelijk geloof en tolerantie. „Zijn boodschap is dat het goede altijd overwint.”

Mays werk heeft thema’s die nog altijd actueel zijn


Op enkele foto’s is May te zien als Old Shatterhand, zijn Duitse romanheld en de ‘bloedbroeder’ van Winnetou. „Ik ben echt Old Shatterhand en heb meegemaakt wat ik vertel”, schreef May ooit. Een verzinsel. Maar het museum voedt de mythe tot op de dag van vandaag. In 1891 ging May ’s nachts „als Old Shatterhand” achter een inbreker aan, zo valt er te lezen. 9
Helaas voor May ontkwam de booswicht.

Bibliografie
Vanwege de honderdste sterfdag van Karl May vond vrijdag in de aula van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een symposium over hem plaats. Fans en kenners herdachten de nog immer populaire avonturenschrijver. Onder hen ook voormalig minster Ronald Plasterk 10, kunsteconoom Arjo Klamer 11, classicus Gerard Koolschijn 12, taalkundige Jaap van Marle 13, vertaler Gregor Seferens 14 en journalist Anneke van Ammelrooy 15.
Ook verscheen de eerste bibliografie, samengesteld door Frits Roest 16: ‘Honderddertig jaar Karl May in Nederland en België: de eerste Nederlandstalige bibliografie (1882-2012)’, verlucht met circa 1100 illustraties van alle boeken. Naast beschrijvingen van de talloze uitgaven uit de periode 1882-2012 bevat deze bibliografie veel aanvullende wetenswaardigheden over uitgevers, vertalers/bewerkers en illustratoren.
In de Koninklijke Bibliotheek zijn vitrines ingericht waarin uitgaven van zijn werk te zien zijn. De organisatie is in handen van de Nederlandse Karl May Vereniging in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek en de Duitse Bibliotheek. De biografie is voor € 30 te bestellen.

> www.karl-may-vereniging.nl

Zedenromans
„Er moet wel een zeer kritische geest in u wonen, ge moet er een stelregel van maken het leven af te perken met starre pedagogische axioma’s of litteraire vooringenomenheid, willen uw ogen bij het lezen van deze avonturen in het negentiende eeuwse Verre Westen niet gaan schitteren gelijk in uw jongensjaren.”
De verslaggever die precies een halve eeuw geleden in deze krant Karl Mays vijftigste sterfdag herdacht, was lyrisch over de boeken van de Duitse schrijver. Grappig, want toen May in 1912 overleed, was de LC juist heel zuur. Op 4 april meldde de krant de dood in nog geen vier regels: „Karl May, schrijver van fantastische verhalen, is gestorven. In den laatsten tijd was over zijn verleden een ongunstig licht opgegaan.”
Verdere uitleg bleef achterwege, totdat de LC twee dagen later meldde dat er ook „zeer twijfelachtige „zedenromans” uit de pen van Karl may vloeiden.” En: „Of hij bepaald pornografisch werk leverde is nog niet uitgemaakt, hoewel het wordt vermoed.” Iets verderop werd nog zuurtjes opgemerkt dat May zich profileerde als ‘bekende wereldreiziger’, „terwijl onlangs bleek dat hij weinig heeft gereisd”. Met die pornografie viel het trouwens wel mee. Toen May nog niet zoveel succes had, schreef hij onder pseudoniem verschillende romans met voor zijn tijd ‘ongepaste’ erotische passages.



Karl May in indianentooi 17.



[1]In: Leeuwarder Courant : hoofdblad van Friesland, 16 maart 2012.
De ondertitel van dit artikel lijkt mij nogal dubbelop.
Een tamelijk ingekorte versie van dit artikel zou op 19 maart 2012 onder de titel „Mythe Old Shatterhand leeft” (en zonder rare ondertitel), met een andere foto en slechts onder de auteursnaam Oene van de Wal in De Stentor verschijnen en op 26 maart 2012, maar nu onder de titel „Winnetou leeft nog altijd”, met een andere foto en slechts onder de auteursnaam Oene van de Wal, in het Nederlands Dagblad.
[2]Pierre Brice (artiestennaam van Pierre Louis Baron le Bris, * 6 februari 1929 , † 6 juni 2015) was een Frans acteur, die in maar liefst elf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60 de rol van Winnetou speelde: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966), „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968). Voorts speelde hij nogmaals de rol van Winnetou in de tv-series „Mein Freund Winnetou” (1980) en „Winnetous Rückkehr (1998) en trad hij een aantal malen op als gastacteur (uiteraard eveneens in de rol van Winnetou) bij de Karl-May-Spiele van Elspe en Bad Segeberg.
[3]Lex Barker (voluit: Alexander Crichlow Barker Jr., * 8 mei 1919 , † 11 mei 1973) was een Amerikaans acteur, die in vijf films furore maakte als Tarzan; in Europa was zijn eerste grote rol die van Robert – de verloofde van de vrouwelijke hoofdrolspeelster Sylvia (Anita Ekberg) – in de klassieker „La dolce vita” van Federico Fellini, alvorens hij optrad in maar liefst twaalf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60: als Old Shatterhand in „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968); als Kara Ben Nemsi in „Der Schut” (1964), „Durchs wilde Kurdistan” (1965) en „Im Reiche des silbernen Löwen” (1965); als Dr. Sternau in „Der Schatz der Azteken” (1965) en „Die Pyramide des Sonnengottes” (1965).
[4]De originele Duitse titel is „Winnetou, 3. Teil”.
[5]Johann Gottfried Herder (* 25 augustus 1744 , † 18 december 1803; sinds 1802 von Herder) was een Duitse dichter, filosoof en theoloog. Als dichter gold hij als de belangrijkste voorloper van de Sturm und Drang-beweging en had hij invloed op Duitse dichters als Goethe (* 28 augustus 1749 , † 22 maart 1832) en Schiller (* 10 november 1759 , † 9 mei 1805). Samen met Goethe schreef hij in 1773 het manifest „Von deutscher Art und Kunst”. Naast Goethe, Schiller en Wieland (voluit: Christoph Martin Wieland, * 5 september 1733 , † 20 januari 1813) is hij een van de grote vier van de Weimarer Klassik. Verdere bekende werken van Herder zijn o.a. „Ueber die neuere Deutsche Litteratur. Eine Beilage zu den Briefen, die neueste Litteratur betreffend”, „Plastik: Einige Wahrnehmungen über Form und Gestalt aus Pygmalions bildendem Traume”, „Volkslieder”, „Volkslieder. Nebst untermischten andern Stücken”, „Briefe zur Beförderung der Humanität”, „Terpsichore”, „Christliche Schriften” en „Der Cid”.
[6]Friedrich Schiller (voluit: Johann Christoph Friedrich Schiller, * 10 november 1759 , † 9 mei 1805; sinds 1802 von Schiller) was een Duitse arts, historicus, dramaturg, dichter en filosoof. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Die Räuber”, „Die Verschwörung des Fiesco zu Genua”, „Kabale und Liebe”, „An die Freude”, „Don Karlos”, „Die Götter Griechenlandes”, „Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande von der spanischen Regierung”, „Geschichte des Dreißigjährigen Kriegs”, „Hektors Abschied”, „Die Kraniche des Ibykus”, „Der Ring des Polykrates”, „Die Bürgschaft”, „Das Lied von der Glocke”, „Wallenstein-Trilogie” (=„Wallensteins Lager”, „Die Piccolomini” en „Wallensteins Tod”), „Maria Stuart”, „Die Jungfrau von Orléans”, „Die Braut von Messina” en „Wilhelm Tell”.
[7]Novalis (pseudoniem van Georg Philipp Friedrich von Hardenberg, * 2 mei 1772 , † 25 maart 1801) was een Duits schrijver, dichter en filosoof. Van zijn lyrische, epische en filosofische werken zijn o.a. bekend gebleven „Klagen eines Jünglings”, „Blüthenstaub”, „Glauben und Liebe oder Der König und die Königin”, „Hymnen an die Nacht”, „Europa.”, „Die Lehrlinge zu Sais”, „Heinrich von Ofterdingen” en „Geistliche Lieder”.
[8]Zijn diploma behaalde Karl May aan het lerarenseminarie in Plauen! Een lerarendiploma in de gevangenis behalen is redelijk zinloos, omdat je met een strafblad sowieso geen baan als onderwijzer of leraar kreeg, zoals Karl May al spoedig na het behalen van zijn diploma zou ervaren!
[9]In de nacht van 27 op 28 mei 1891, nauwelijks anderhalve maand nadat ze in „Villa Agnes” (hoek Lößnitzgrundstraße/Nizzastraße) waren komen wonen, werd er bij de Mays inderdaad ingebroken door de draaideurcrimineel Otto Theodor Röske (* 6 februari 1867 , † ?). De dief, die als schilder op 17 maart 1890 werkzaam was geweest in de villa en toen een plattegrondje had getekend, werd een paar dagen later in zijn kraag gevat, maar een en ander had wel tot gevolg dat Karl May uit angst de woning zowat tot een vesting liet verbouwen, allesbehalve Old Shatterhand-achtig!
[10]Ronald Plasterk (voluit: Ronald Hans Anton Plasterk, * 12 april 1957) is een voormalig Nederlands politicus, wetenschapper en ondernemer. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 deed hij verwoede pogingen om als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV het Nederlandse onderwijs op PvdA-wijze nog verder de vernieling in te helpen; in kabinet Rutte II keerde hij tussen 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 terug als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
[11]Arjo Klamer (* 31 juli 1953) is een Nederlandse hoogleraar in de economie van de kunst en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en sinds 2014 wethouder Sociale Zaken en Participatie in Hilversum namens de Socialistische Partij.
[12]Gerard Koolschijn (* 1945) is een Nederlands classicus, schrijver en vertaler. Hij legde zich toe op de vertaling van klassieke literatuur, met name van de Attische tragedie en de filosoof Plato. Voor zijn vertalingen heeft hij diverse prijzen gewonnen.
[13]Prof. Dr. Jaap van Marle (* 1950) is decaan aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit Nederland. Hij is gespecialiseerd in het Nederlands buiten Nederland, in het bijzonder in de Verenigde Staten.
[14]Gregor Seferens (* 23 februari 1964) is een Duits vertaler die Nederlandse boeken in het Duits vertaalt. Hij promoveerde op het onderwerp „Die Rezeption Karl Mays in den Niederlanden”.
[15]Anneke van Ammelrooy (* 1955) is een Nederlandse journaliste, o.a. van De Volkskrant en De Groene, en vertaalster. Van haar hand is o.a. het artikel „Karl May is al 70 jaar dood, maar zijn lezers gaan nog steeds met elkaar op de vuist”, dat op 3 april 1982 in De Volkskrant verscheen.
[16]Frits Roest (voluit: Frederik Christiaan Roest, * 2 juni 1944) is een Nederlands bioloog, verbonden aan de Universiteit Wageningen, en Karl May-verzamelaar en -kenner; hij is de voorzitter van de Karl-May-Vereniging voor Nederland en België, die sinds 2006 bestaat.
[17]Op de foto is Karl May afgebeeld als Old Shatterhand. Dat is heel wat anders dan „in indianentooi”!



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website