KARL MAY

Koninklijke Bibliotheek 1


Dit dossier is bijgewerkt tot 28 juli 2008

“Shar-lih ik geloof aan den Heiland. Winnetou is een Christen. Vaarwel!”. “Er ging een krampachtig beven door zijn lichaam, een groote bloedgolf stroomde uit zijn mond; het opperhoofd der Apachen drukte nogmaals mijn handen, toen rekte hij zijn ledematen, zijn vingers lieten de mijne los - hij was dood! Wat zal ik nog verder vertellen? De diepste smart heeft geen woorden!”

Honderdduizenden liefhebbers moeten deze zinnen op enig moment in hun eigen taal hebben gelezen. Veelal met vochtige ogen, want het stervende grote opperhoofd Winnetou is misschien wel de meest geliefde figuur uit de lange rij van Karl Mays helden. Winnetou’s dood is, net als andere boeken van May, ontelbare malen herdrukt. In 2008 staat de teller voor alle Karl May-uitgaven op een totaaloplage van tweehonderd miljoen boeken, vertaald in veertig talen. De Koninklijke Bibliotheek bezit 466 Nederlandstalige May-uitgaven, maar de collectie is bij lange na niet compleet. Zo is de inleidende zin van dit dossier afkomstig uit de oudste druk uit de KB-collectie. (3e druk, H.J.W. Becht 2, Amsterdam, 1921).
De eerste Nederlandse uitgave van Winnetou's dood verscheen echter al in 1911, maar die ontbreekt in de KB. Gelukkig gaat dat veranderen, al moest daar wel een verdrietige gebeurtenis aan voorafgaan. Op 21 juni overleed op tachtigjarige leeftijd Joan C. Oosterbaan 3, een man die bij leven de grootste Karl May-verzamelaar en -deskundige in Nederland was. Hij liet Nederlands mooiste en omvangrijkste verzameling Nederlandstalige Karl May-boeken na aan de nationale bibliotheek van Nederland. Zie Persbericht.

Karl May
Op 25 februari 1842 wordt in het Saksische plaatsje Ernstthal Carl Friedrich May geboren. Hij is het vijfde kind van een eenvoudige wever. May groeit op in armoede, maar kan toch in 1856 aan een opleiding tot leraar beginnen. Vier jaar later moet hij wegens diefstal zijn school verlaten. In de gevangenis weet hij alsnog het diploma te behalen 4. Wanneer hij vrij komt, vindt hij een betrekking als leraar op een armenschool. Maar het gaat opnieuw mis en hij verdwijnt voor korte tijd in de gevangenis. Dat zal er uiteindelijk toe leiden dat hij niet langer les mag geven. May blijft in leven door het geven van privé-les en op te treden als zanger op liederenavonden. Ruim tien jaar is hij afwisselend oplichter, zwendelaar en inwoner van een gevangenis. In 1875 leert hij zijn eerste vrouw, Emma Pollmer, kennen en daarmee lijken zijn wilde jaren voorbij. Hij wordt redacteur bij een uitgever van pulpbladen 5 en publiceert zijn eerste novelle Die Rose von Ernstthal 6. Drie jaar later vestigt hij zich als zelfstandig auteur. Zijn eerste feuilletonverhaal verschijnt in 1879; het is de opmaat voor een serie feuilletons voor verschillende bladen. De verhalen van May spelen zich voor een deel af in het Midden-Oosten. Wanneer lezers vragen hoe May aan zijn kennis van lokale situaties komt, antwoordt hij dat hij daar zelf is geweest. De mythe van May is geboren, May de wereldreiziger vertelt. In werkelijkheid is hij dan nog nooit buiten Duitsland op reis geweest.

Zijn neiging om de werkelijkheid te verfraaien blijkt opnieuw wanneer hij zich laat inschrijven in de gemeente waar hij een nieuwe villa heeft laten bouwen. Dr. Phil. Karl May vult hij in op een formulier. De kleine oplichter is nog niet verdwenen! In 1892 verschijnt zijn eerste echte boek Durch Wüste und Harem 7. Een jaar later volgt het eerste deel van de serie over Winnetou. De oplagen en het inkomen van May stijgen met een duizelingwekkende vaart, maar het is niet genoeg om zijn ego te strelen. Nog in 1898 klaagt hij bij het bestuur van zijn woonplaats dat ze zijn doctorstitel niet vermelden in de correspondentie. Hij is dan al zo beroemd dat de gemeente zwicht voor zijn onjuiste claim. Tevreden reist hij twee jaar lang door delen van de Oriënt, Griekenland en Italië. Na terugkeer van de reis laat hij zich scheiden van Emma om daarna met zijn secretaresse Klara Plöhn te trouwen. May is er langzamerhand van overtuigd dat hij werkelijk een groot schrijver is. Hij wil niet langer avonturenromans schrijven, maar belangrijke religieus vormende werken. Het publiek denkt daar anders over en koopt die boeken niet. In 1904 raakt May in een conflict verwikkeld dat mede tot gevolg heeft dat zijn bedenkelijke verleden wordt opgerakeld. Het is tijd voor een nieuwe wereldreis. Ditmaal reist hij twee maanden door Amerika waar hij voor de eerste keer in zijn leven echte indianen ziet. Als hij terug is in Duitsland moet hij veel geld en energie steken in processen die zijn tegenstanders tegen hem aanspannen. Karl May sterft op zeventigjarige leeftijd op 30 maart 1912.

De werken van Karl May in Nederland
Literatuur kan het werk van May volgens velen niet worden genoemd. In Nederland wordt het toch vooral gerekend tot de jeugdliteratuur, ook al zullen vele volwassenen zich er mee hebben vermaakt.
Kenmerkend voor de boeken van May is dat alle personages ‘goed’ of ‘fout’ zijn. Er is weinig tot geen ruimte voor nuance. Door hun sterke christelijke opvattingen zijn de ‘goeden’ veelal in staat de ‘slechten’ te vergeven. Vrouwen spelen nauwelijks een rol.

Over Karl May werd positief en negatief geschreven. Het werd gewaardeerd dat hij de indiaan tekende als méns en een christelijke strekking in de avonturenromans legde. Toen zijn boeken onbedoeld waren afgedaald tot de kinderkamer, vonden beschermers van de jeugd dat Karl Mays werk de smaak van jongens zou bederven, want ze zouden eraan verslaafd raken en hun geest zou ‘verstompen’ voor verdere ontwikkeling. Men was van mening dat er teveel geweld in de boeken voorkwam, en daarom werden ze geweerd uit bibliotheken en scholen.
Maar dat hield de lezers niet tegen; het aantal edities was groot en de verkoop enorm. Joan C. Oosterbaan schreef over Mays invloed: ‘Ik blijf volhouden, dat Karl May vooral bij veel generaties jongens in de afgelopen eeuw, diepe indrukken heeft achtergelaten, ook in Nederland. Indrukken met betrekking tot goed en kwaad, trouw en ontrouw, moed en overmoed.’

Naar schatting vijfenvijftig Nederlandse uitgeverijen hebben op enig moment werken van May uitgegeven. Dat begon in 1890 met De oude dood, een uitgave van W.H.J. van Nooten 8 uit Haarlem. Belangrijke andere uitgevers zijn: H.J.W. Becht (Amsterdam), Hollandsch Uitgeversfonds (Amsterdam), A.G. Schoonderbeek (Laren) 9 en natuurlijk Het Spectrum (Utrecht).
De boeken van Karl May hebben ook invloed gehad op Nederlandse auteurs. In de bundel Dat was nog eens lezen vertellen veertig auteurs over de boeken uit hun kinderjaren. Geert van Beek 10, Rinus Ferdinandusse 11, A. den Doolaard 12, Han G. Hoekstra 13, Adriaan van der Veen 14, An Rutgers van der Loeff 15 en Hans Berghuis 16 verhalen hoe gefascineerd ze waren door Winnetou, Old Shatterhand of Kara Ben Nemsi. In zijn roman Ante Diluvium besteedt Willem Brakman 17 aandacht aan de dood van Winnetou. Gerrit Achterberg 18 doet het in zijn gedicht Winnetou.

Onvergetelijk is het opstel ‘Het ruikt hier naar gas’ van Godfried Bomans 19, dat als volgt begint: “Ik behoor tot de talrijke Nederlanders, die Karl May niet alleen in hun jeugd gelezen hebben, maar nog immer lezen. Alleen, ik kom er rond voor uit. Weinig volwassenen doen dit. Zij gaan naar een boekhandel en kopen een Old Shatterhand voor hun jongste zoon. De bediende pakt het boek met een fijne glimlach in. Hij weet dat het kereltje het werk pas in handen krijgt als vader het eerst heeft stukgelezen.” (Van de hak op de tak, 1965).

Diverse boeken uit de collectie zijn door Oosterbaan voorzien van aantekeningen, maar in een exemplaar van Old Wabble uit 1944 staat een opdracht met foto van een vroegere eigenaar. Zijn identiteit is onbekend; de opdracht zou op een gezamenlijk Jeugdstormverleden kunnen wijzen.

De boeken uit de collectie Joan C. Oosterbaan worden niet uitgeleend. Ze kunnen - nadat ze beschreven zijn - worden ingezien in de Leeszaal Bijzondere Collecties.

Overige informatie
Nederlandse boeken over Karl May
Duitse boeken over Karl May
Engelse boeken over Karl May 20

Links
Een uitgebreide site van Wikipedia
Website van de Nederlandse Karl May Vereniging


  [1]Van de website van de Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland.
  [2]Herman Johan Wilhelm Becht (* 25 maart 1862 , † 26 februari 1922) was aanvankelijk handelsreiziger voor Van Holkema & Warendorf, maar al in 1892 vestigde hij zijn eigen uitgeverij in Amsterdam. In het logo van de uitgeverij stonden de initialen H.J.W.B. voor de zinsnede „Hebt In Werken Bevrediging”. In 1986 werd de uitgeverij overgenomen door Johannes Hendricus Gottmer (* 1902 , † 1974: Gottmer Uitgevers Groep) in Haarlem; de boeken van Becht verschijnen echter nog steeds onder hun eigen naam.
  [3]Joan Christian Oosterbaan (* 19 februari 1928 , † 21 juni 2008) was een Nederlandse Karl May-kenner en -bibliograaf. Van zijn hand zijn de boeken „Een Ketting van Boeken”, „Karl Mays Bonanza van Boeken bij Becht” (met F.C. Roest), „Boeken zoeken in alle hoeken: de 21 zeldzaamste in Nederland”, „Karl May, de ‘verschreven’ schrijver”, „Lezen leren. Colportageromans: de vijf van Karl May”, (met F. C. Roest) en „Karl May Verzamelaars Compendium”.
  [4]In de kweekschool in Waldenburg wordt May betrapt op de diefstal van zes kaarsstompjes en van school verwijderd; enkele maanden later mag hij zijn studie hervatten op de kweekschool in Plauen, waar hij in 1861 zijn onderwijzersakte behaalt. Na twee weken gewerkt te hebben als leraar op een armenschool te Glauchau verkast May naar Altchemnitz. Daar neemt hij - waarschijnlijk per vergissing - vlak voor Kerstmis 1861 het horloge van zijn kamergenoot, Julius Hermann Scheunpflug (* 10 juli 1820 , † ?), boekhouder bij de fabrieken van Claus en/of Solbrig in Altchemnitz, mee. In juni wordt hij uit het lerarenregister van het Koninkrijk Saksen geschrapt en door in beroep te gaan werd zijn eerste gevangenisstraf uitgesteld tot 8 september (tot 20 oktober 1862), zes weken. In die tijd kon er echt geen sprake van zijn dat een gedetineerde gedurende zijn gevangenistijd een diploma kon halen!
  [5]Bedoeld wordt Heinrich Gotthold Münchmeyer (* 29 juni 1836 , † 6 april 1892), uitgever en colportageboekhandelaar in Dresden.
Van maart 1875 tot december 1876 was Karl May aan deze uitgever verbonden en redigeerde hij de tijdschriften Der Beobachter an der Elbe (dat van 1874 tot 1875 bestond), Deutsches Familienblatt. Wochenschrift für Geist und Gemüth zur Unterhaltung für Jedermann (1875-1877; hierin publiceerde May zijn eerste indianenverhalen), Schacht und Hütte. Blätter zur Unterhaltung und Belehrung für Berg- Hütten- und Maschinenarbeiter (1875-1876) en Feierstunden am häuslichen Heerde. Belletristisches Unterhaltungs-Blatt für alle Stände (1876-1877; hierin publiceerde May zijn eerste verhalen over de Oriënt).
Tussen 1882 en 1887 schreef Karl May zijn vijf grote colportageromans voor Verlag H. G. Münchmeyer: „Waldröschen oder die Rächerjagd rund um die Erde” (december 1882-augustus 1884; 2.612 pagina’s), „Die Liebe des Ulanen – ein packender Fortsetzungsroman über den deutsch-französischen Krieg 1870/71” (september 1883-oktober 1885; 1.724 pagina’s), „Der verlorne Sohn oder Der Fürst des Elends. Roman aus der Criminal-Geschichte” (augustus 1884-juli 1886; 2411 pagina’s), „Deutsche Herzen – Deutsche Helden” (december 1885-januari 1888; 2.610 pagina’s) en „Der Weg zum Glück – Höchst interessante Begebenheiten aus dem Leben und Wirken des Königs Ludwig II. von Baiern” (juli 1886-augustus 1888; 2.616 pagina’s).
  [6]Die Rose von Ernstthal” verscheen niet bij Münchmeyer, maar in 1874 of 1875 voor het eerst bij Hermann Oeser (* ? , † 26 augustus 1911) in Neusalza, in het blad Deutsche Novellen-Flora. Sammlung der neuesten, fesselndsten Romane und Novellen unserer beliebtesten Volksschriftsteller der Gegenwart.
  [7]Durch Wüste und Harem” was in 1892 het eerste van Karl May’s Reize-Erzählungen, verschenen bij Friedrich Ernst Fehsenfeld in Freiburg i. Br. (* 16 december 1853 , † 16 september 1933), maar lang niet Karl Mays eerste boek! Onder de titel „Durch die Wüste” is het boek nog steeds Band 1 van de inmiddels Gesammelte Werke genoemde reeks.
  [8]W. H. J. van Nooten was een (mij) onbekende uitgeverij te Haarlem. Zie J. C. Oosterbaan, „Een ketting van boeken”, Krabbendijke: Van Velzen, 19991, p. 13: ook Oosterbaan weet niets te melden over Van Nooten.
  [9]Age Schoonderbeek (voluit: Arie Gerrit Schoonderbeek, * 23 december 1887 , † 7 juli 1986) uitgever te Amersfoort van 1910 tot 1913, uitgever en boekhandelaar te Laren/NH vanaf 1913, o.a. van Karl May-boeken.
[10]Geert van Beek (voluit: Gerardus Johannes van Beek, * 13 maart 1920 , † 2 januari 2001) was een Nederlands schrijver en docent. Boeken van zijn hand zijn o.a. „Een hand boven de ogen”, „Buiten schot”, „De gekruisigde rat”, „De steek van een schorpioen”, „Van je familie moet je ’t hebben”, „Een vrouw vloog naar Engeland” en „De schilder en het meisje”.
[11]Rinus Ferdinandusse (voluit: Marinus Daniël Ferdinandusse, * 28 november 1931 , † 23 juli 2022) was van 1969 tot 1996 hoofdredacteur van Vrij Nederland en daarnaast een begenadigd (thriller)auteur. Bekend van hem zijn o.a. „Stukjes in de kraag”, „Naakt over de schutting”, „Op de barkeeper beschouwd”, „Zij droeg die nacht een paars corset”, „De brede rug van de Nederlandse maagd”, „Het rijkste uit het leven van Douwe Trant”, „En het hoofd werd op tafel gezet”, „De zoon van Douwe Trant”, „De haren van de vos” en „De dood van een kroonprins” (samen met 9 andere auteurs).
[12]A. den Doolaard (pseudoniem van Cornelis Johannes George (Bob) Spoelstra jr., * 7 februari 1901 , † 26 juni 1994) was een Nederlands schrijver van reisverslagen en romans, waaronder „De druivenplukkers”, „De witte stilte”, „Quatre mois chez les comitadjis, meurtriers patentés”, „De herberg met het hoefijzer”, „Oriënt-Express”, „Hooge hoeden en pantserplaten”, „Wampie. De roman van een zorgeloze zomer”, „Door het land der lemen torens”, „De bruiloft der zeven zigeuners”, „Dolken en rozenkransen”, „Het verjaagde water”, „De laatste ronde”, „Kleine mensen in de grote wereld”, „Het land achter Gods rug”, de autobiografie „Het leven van een landloper”, „De goden gaan naar huis” en „Samen is twee keer alleen”. Veel van zijn romans en novellen spelen zich af in het zuiden van Noord-Macedonië, Kosovo, Albanië en Griekenland, reden waarom in Ohrid een monument ter nagedachtenis aan A. den Doolaard staat.
[13]Han G. Hoekstra (pseudoniem van Henricus Gerard Hoekstra, * 4 september 1906 , † 15 april 1988) was een Nederlands dichter, journalist en redacteur die ook veel gedichten voor kinderen schreef en die kort na de oorlog werd beschouwd als een van de vernieuwers van de Nederlandse jeugdliteratuur. Van zijn kinderpoëzie noemen we „De dorstige dichter”, „Het verloren schaap”, „Appeltjes van oranje”, „Pierement”, „Het schoentje van Roosmarijn” en „Iki en het wolkenschaapje”; van zijn poëzie voor volwassen is vooral de bundel „De dolle, dwaze zomer van ’45” bekend.
[14]Adriaan van der Veen (* 16 december 1916 , † 7 maart 2003) was een Nederlands schrijver, journalist en recensent. In 1940 ging hij naar de Verenigde Staten als correspondent voor Het Vaderland; na de oorlog kwam hij terug naar Nederland en ging werken als redacteur letteren bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant en (van 1946 tot 1949) als redacteur van het literaire tijdschrift Criterium. Bekende romans van Van der Veen zijn o.a. „Spelen in het donker”, „Doen alsof”, „Kom mij niet te na”, „Vriendelijke vreemdeling”, „Blijf niet zitten waar je zit” en „In liefdesnaam”.
[15]An Rutgers van der Loeff (voluit: An Rutgers van der Loeff-Basenau, * 15 maart 1910 , † 19 augustus 1990) was een Nederlands schrijfster van kinderboeken, historische verhalen, psychologische romans en thrillers, die ook onder het pseudoniem Rutger Bas publiceerde. Van haar hand zijn o.a. „De kinderkaravaan”, „Amerika: pioniers en hun kleinzoons”, „Rossy, dat krantenkind”, „Brieven aan een zieke jongen, of Het verhaal van de hond Max”, „Jimmy en Ricky”, „Konijne-Japie”, „Ze verdrinken ons dorp”, „Gideons reizen”, „Alleen tegen alles: sluitstuk van een puberteit”, „Vlucht Wassilis, vlucht!”, „Bevrijdingsspel 1813”, „Kinderen van 1813”, „Een vlinder achterna”, „Vlucht uit de poolnacht”, „De Elfstedentocht: grote dag in Holland”, „August en Roosje”, „Ik ben Fedde”, „Verlangen naar vrijheid”, „De lieverdjes Plok”, „Een snoer parels” en „Je geld of je leven”.
[16]Hans Berghuis (voluit: Johannes Wilhelm Antonius Berghuis, * 12 februari 1924 , † 27 december 1994) was een Nederlands dichter en na de Tweede Wereldoorlog enige tijd hoofdredacteur van De Zuid-Limburger, het Limburgs Dagblad en De Maasbode; later werd hij literatuurrecensent van De Volkskrant. Van zijn hand zijn o.a. „Stanza’s voor haar”, „Grote en kleine metten voor jou”, „Pleidooi voor een zondaar”, „Niet naar de maan gaan”, „Etruskische gezangen” en „Kleitabletten”.
[17]Willem Brakman (voluit: Willem Pieter Jacobus Brakman, * 13 juni 1922 , † 8 mei 2008) was een Nederlandse schrijver. In de periode tussen 1961 en 2004 publiceerde hij in totaal 51 romans, verhalenbundels, novellen en een enkel essay. Bekende romans van Brakman zijn o.a. „Een winterreis”, „De opstandeling”, „De gehoorzame dode”, „Het godgeklaagde feest: een beeldroman”, „Debielen en demonen”, „De biograaf”, „Come-back”, „Ansichten uit Amerika”, „Een weekend in Oostende”, „De bekentenis van de heer K.”, „Het doodgezegde park”, „De vadermoorders”, „Inferno”, „Vincent”, „Het groen van Delvaux”, „De gelukzaligen”, „Het goede boek”, „Ante Diluvium”, „De koning is dood”, „De sloop der dingen”, „De gifmenger”, „J’accuse! Een autobiografie”, „Moenens luchtige sprongen” en „Naar de zee, om het strand te zien”.
[18]Gerrit Achterberg (* 20 mei 1905 , † 17 januari 1962) was een Nederlands dichter, die wordt beschouwd als een van de belangrijkste dichters in de twintigste-eeuwse Nederlandse poëzie. Zijn werk werd onderscheiden met onder meer de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygens-prijs. Voor de moord op zijn hospita en aanranding van haar dochter kreeg hij 18 jaar tbr (hetgeen tegenwoordig tbs heet). Hij publiceerde 26 bundels poëzie, waaronder „De zangen van twee twintigers”, „Eiland der ziel”, „Dead end”, „Osmose”, „Thebe”, „Eurydice”, „Morendo”, „Sintels”, „Cryptogamen”, „Sphinx”, „En Jezus schreef in ’t zand”, „Hoonte”, „Ballade van de gasfitter”, „Cenotaaf” en „Ode aan Den Haag”.
[19]Godfried Bomans (voluit: Godfried Jan Arnold Bomans, * 2 maart 1913 , † 22 december 1971) was een Nederlandse schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid. Zijn bekendste boeken zijn „Pieter Bas”, „Erik of het klein insectenboek”, „De avonturen van Pa Pinkelman”, „Avonturen van Tante Pollewop” en de lagere school-lectuur-serie „Pim, Frits en Ida”. Van zijn hand is het artikel „Het ruikt hier naar gas. Een poging tot begrip van Karl May” in Elseviers Weekblad, 24 augustus 1963, elders op deze site.
[20]Deze drie links werken anno 2023 niet meer.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website