Wat ‘der Führer’ graag las

Arno Gelder 1


Adolf Hitler gebruikte boeken als bron voor plagiaat – brieven las hij zelden. Nieuw: een boek over Hitlers bibliotheek en fanmail aan de Führer.

‘Ik ben geen schrijver,’ vertrouwde Adolf Hitler een intimus toe op een zeldzaam oprecht moment. Zijn schokbetonnen proza in Mein Kampf, waarin hij gedetailleerd onthulde wat de wereld te wachten stond, is inderdaad onleesbaar. Behalve een mislukte schilder was de Oostenrijkse korporaal ook een gemankeerd auteur.
In zijn zeer lezenswaardige boek Hitlers privé-bibliotheek toont de Amerikaanse historicus Timothy W. Ryback 2 feilloos aan dat Hitlers ideologie en geschriften vooral een samenraapsel waren van rabiaat racistische lectuur die hem door bewonderaars werd toegespeeld, want aanvankelijk bezat Hitler geen rooie cent. De Führer verslond naar eigen zeggen boeken in een poging encyclopedische kennis op te doen ter compensatie van zijn geringe opleiding. Maar tevens plagieerde Hitler dat het een aard had en versleet hij de pseudo-wijsheden van derden voor zijn eigen, diepzinnige gedachten.
Favorieten van de Rijkskanselier waren Don Quichot 3, De hut van oom Tom (!) 4, Robinson Crusoë 5, Gullivers reizen 6 en de avonturenreeks van Karl May, waarin Winnetou en Old Shatterhand cowboytje en indiaantje speelden 7. Jongensboekenromantiek waarbij Hitler zwijmelde, terwijl de ovens in Auschwitz overuren draaiden.
Ryback beschrijft zijn vorsingen naar Hitlers leesvoer atmosferisch, tot aan de leeszaal Zeldzame Boeken van de Librabry of Congress in Washtington waar hij in een van Hitlers favoriete boeken – Berlin van de Joodse schrijver Max Osborn 8 – ‘tussen de bladzijden 160 en 161 een dikke, zwarte haar van een centimeter of twee die van een snor afkomstig lijkt te zijn’ aantreft.
Of Hitler de tienduizenden brieven las die hem tussen 1925 en 1945 werden gestuurd, moet ernstig worden betwijfeld. Hij had gaandeweg de oorlog wel wat anders aan zijn hoofd. Bovendien gold hij als aartslui en ongeïnteresseerd in de opinie van anderen. Voor de beantwoording van zijn post was een afdeling op poten gezet onder leiding van Albert Bormann 9, broer van partijsecretaris Martin Bormann 10 en een nog grotere pennenlikker en kontenkusser dan Martin.
Weerzinwekkend slijmerig was ook de fanmail die de Duitse historicus Henrik Eberle 11 opdiepte in Moskouse archieven. Dweperige liefdesbrieven van gewone Duitsers aan hun Messias, met adviezen over hoe de oorlog te winnen, alsmede wenken en tips om de ‘jodenkwestie’ op te lossen. Waarmee Eberle het sprookje van het collectieve ‘Wir haben es nicht gewußt’ na de val van het Derde Rijk met harde, geschreven bewijzen naar het rijk der fabelen verwijst.


Zeldzaam moment: Adolf Hitler las vrijwel niets, op een paar jongensboeken na en af en toe een krant. Of poseerde hij voor de foto?


★ ★ ★ ★ ★

Hitlers Privé-bibliotheek - Timothy Ryback.
Balans, € 19,90.


★ ★ ★ ★ ✰

Brieven aan Hitler - Hendrik Eberle.
Bruna, €29,95.



  [1]In: Algemeen Dagblad, 8 november 2008.
  [2]Timothy W. Ryback (* 1954) is een Amerikaans historicus en publicist, tevens oprichter en directeur van het Institute for Historical Justice and Reconciliation in Den Haag. Van zijn hand zijn de boeken „Rock Around the Bloc: A History of Rock Music in Eastern Europe and the Soviet Union”, „The Last Survivor: In Search of Martin Zaidenstadt”, het onderhavige „Hitler’s Private Library: The Books That Shaped His Life” en „Hitler’s First Victims: The Quest for Justice”.
  [3]El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha” is de volledige titel van een tweedelige roman van Miguel de Cervantes Saavedra (* vml. 29 september 1547 , † 22 of 23 april 1616) uit 1605 resp. 1615. In de moderne spelling heet de hoofdpersoon Don Quijote, terwijl we hier te lande ook de Franse spelling Don Quichotte tegenkomen; een van de episoden van de ridderroman is de strijd van de hoofdpersoon tegen windmolens, waarmee Don Quichotte het symbool van zinloos verzet is geworden.
  [4]Uncle Tom’s Cabin; or, Life among the Lowly” uit 1852 was een roman van de Amerikaanse abolitioniste en schrijfster Harriet Beecher Stowe (* 14 juni 1811 , † 1 juli 1896), die de heersende opvattingen over slavernij beïnvloedde. Haar andere boeken hadden beduidend minder succes. De Nederlandse vertaling droeg tot 1982 de titel „De negerhut van Oom Tom”, maar daarna moest dat „De hut van Oom Tom” worden.
  [5]Robinson Crusoe” – in Nederlandse vertalingen ook wel „Robinson Crusoë” – is een roman van de Engelse schrijver Daniel Defoe (* ± 1660 , † 24 april 1731) over een schipbreukeling die 28 jaar lang op een onbewoond eiland leeft.
  [6]Gulliver’s Travels” is de populaire benaming van de satirische roman „Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts. By Lemuel Gulliver, First a Surgeon, and then a Captain of Several Ships” uit 1726 door de Ierse schrijver Jonathan Swift (* 30 november 1667 , † 19 oktober 1745).
  [7]„cowboytje en indiaantje speelden” ???   😡 😡 😡
Nog geheel afgezien van het feit dat de journalist geen flauw benul heeft van waar hij het over heeft, was Old Shatterhand natuurlijk géén cowboy, laat staan een cowboytje!
  [8]Max Osborn (* 10 februari 1870 , † 24 september 1946) was een Duits journalist en kunstcriticus. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was hij voor de Vossische Zeitung oorlogsverslaggever aan alle Europese fronten. Deel 43 van de serie Berühmte Kunststätten van de Leipziger uitgeverij E. A. Seemann, „Berlin” met 179 afbeeldingen, was van de hand van Osborn.
  [9]Albert Bormann (* 2 september 1902 , † 8 april 1989) was de jongere broer van Reichsleiter Martin Bormann; vanaf 1927 was hij lid van de SA en de NSDAP. Van 1929 tot 1931 was hij Gauführer van de Hitlerjugend in Thüringen en vanaf 1931 tot 1945 achtereenvolgens medewerker en hoofd van het privésecretariaat van Hitler, dat vanaf 1934 Hauptamt I der Kanzlei des Führers heette; in dat laatste jaar werd Albert Bormann persoonlijk adjudant van Hitler.
[10]Martin Bormann (* 17 juni 1900 , † 2 mei 1945) was een Duits NSDAP-functionaris, die diverse hoge partij-ambten bekleedde, tot Reichsminister en vertrouweling van Hitler aan toe. Na zijn vlucht uit de Führerbunker in Berlijn gold hij lange tijd als verdwenen; in 1946 werd hij bij verstek tot de strop veroordeeld, maar naar jaren later bleek, had hij al op 2 mei 1945 zelfmoord gepleegd in de buurt van de Lehrter Bahnhof.
[11]Henrik Eberle (* 3 mei 1970) is een Duits historicus. Van zijn hand zijn onder andere de volgende werken: „Die Martin-Luther-Universität in der Zeit des Nationalsozialismus (dissertatie), „Das Buch Hitler. Geheimdossier des NKWD für Josef W. Stalin, zusammengestellt aufgrund der Verhörprotokolle des persönlichen Adjutanten Hitlers, Otto Günsche, und des Kammerdieners Heinz Linge, Moskau 1948/49” (uitg., samen met Matthias Uhl), „Briefe an Hitler”, „War Hitler krank?” (samen met de arts Hans-Joachim Neumann), „Hitlers Weltkriege. Wie der Gefreite zum Feldherrn wurde”, „»Ein wertvolles Instrument«. Die Universität Greifswald im Nationalsozialismus” en het online-lexicon „Catalagus Professorum Halensis”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website