Historische jeugdboeken: lectuursteekkaart

EEN ÜBERMENSCH IN DE ORIENT


Kara Ben Nemsi, de pedante held van Karl May als gids in de Arabische wereld

Jos Martens 1


Situering in tijd en ruimte: 19de eeuw, Turkse rijk

Doelgroep: Tweede/derde graad

“En is het werkelijk waar, sidi (heer), dat u een giaur, een ongelovige wilt blijven? Iemand die meer te verachten is dan een hond en walgelijker dan een rat, die alleen afval verslindt?”

Generaties hebben met rode koontjes de avonturen verslonden van Kara, de Zoon der Nemsi (Duitsers) en zijn Arabische vriend en bediende, Halef. Halef? “Ik ben Hadji Halef Omar Ben Hadji Aboel Abbas Ibn Hadji Dawoed al Gossarah. Dit zijn mijn beide pistolen en ik schiet je neer zodra je een voet in de kajuit probeert te zetten.” (p. 91)

Wij hebben meegebeefd met onze helden op hun angstwekkende dodentocht over de Sjott el Dsjerid, het Grote Zoutmeer, zijn bijna gestikt in het onderaardse kanaal bij de Nijl, om het meisje Senitza te redden uit de klauwen van de verfoeilijke vrouwenrover Abrahim Mamoer, hebben gejuicht bij de grote overwinning die onze held de Haddedihns bezorgde in de roemruchte slag bij de wadi Derradsj, aan de oevers van de Kleine Zab en de Tigris. “Eens hadden daar misschien de troepen gelegerd van Sardanapalus, Cyaxares en Alyattes. Daar hadden de soldaten van Nabopolassar op de knieën gelegen toen op de vijfde mei van het vijfde jaar van zijn heerschappij een totale zonsverduistering werd gevolgd door een maansverduistering, die de slag van Halys zo afschuwwekkend maakte. Daar waren misschien de paarden gedrenkt in het water van de Tigris toen Nebukadnezar naar Egypte trok om koning Hophra af te zetten en het waren misschien dezelfde wateren waarover het doodsgezang van Nerikolassar en Naboenaid had geklonken tot aan de bergen karatsjok, Zibar en Sar Hasana.” (p. 245)

Voel je de adem der eeuwen? Geef toe, zo wordt er tegenwoordig zelden nog geschreven. Al die Arabische woorden, waarvan ik vandaag nog steeds niet weet hoe ze moeten uitgesproken worden, al die namen uit een grijs verleden hielden je ademloos in de ban van de auteur. Tegenwoordig ontmoet je in een laatste klas humaniora nog maar om de paar jaren iemand die ooit van Karl May gehoord heeft of iets van hem las. Of van Jules Verne.

Kara Ben Nemsi straalt met onverwoestbaar optimisme het geloof uit in de westerse superioriteit, dat zo typisch is voor de 19de eeuw. Hij spreekt Arabisch en Turks, leert later in een handomdraai Koerdisch, onderscheidt Albanees van Bulgaars, leest spijkerschrift (waarvan de ontcijfering in zijn tijd moeizaam van de grond begon te komen), kent de geschiedenis van de plaatselijke stammen beter dan zijzelf en is daarbij nog een meester op zowat alle wapens, zodat hij de Haddedihn kan onderrichten in Europese strategie, om de wreedheden te beteugelen “waarmee een overwinning van deze half wilde lieden steeds gepaard gaat.” (p. 230).

Halef probeert hem te bekeren? Geen nood: voor de reeks ten einde is zal de moslim varkensvlees eten, ook al bekomt het hem uitermate slecht. En deze anekdote tekent de dichotome houding van de auteur. Zeker, Halef vertegenwoordigt de humoristische noot in de verhalen. Toch vind je bij Karl May niets van de minachting voor de ‘Bruinzakken’, die eveneens typisch was voor de doorsnee Europeaan van zijn tijd. Weliswaar zijn haast alle Turkse plaatselijke potentaten, tot de gevaarlijk-sluwe Sjekib Halil Pasja, stadhouder van Mossoel (huidige Irak), getekend als belachelijke karikaturen, waardige vertegenwoordigers van ‘de zieke man van Europa’, zoals het Ottomaanse Rijk toen genoemd werd. Maar voor de Engelsen en hun politiek van onrust en tweedracht zaaien, heeft hij beslist niet méér sympathie! De Arabieren en de islam in het algemeen benadert hij anderzijds met een voor die tijd ongewoon respect. Bij het nemen van de Nijlkatarakt boven Assoean bidden de bootslui de fâtiha, de eerste soera van de koran. Het gebed maakt diepe indruk op de Europeaan, “uit eerbied voor het diep gewortelde geloof van deze half wilde mensen, die niets beginnen zonder zich Degene te herinneren die de hulpelozen genadig is.” (p. 90) Zijn overwicht op de inheemsen dankt hij vaker aan zijn grondige kennis van de koran dan aan zijn betere wapens. Ook voor de Jesidi, de Duivelaanbidders uit de Koerdische bergen en de Chaldeeuwse christenen toont hij begrip en respect. Zijn Kara Ben Nemsi-reeks dankt haar charme voor een groot deel aan de vaak lyrische taal, doorspekt met oosterse zegswijzen en korancitaten. De boeken bevatten een schat aan realia over streken en omstandigheden, die bij ons totaal onbekend waren, tot de Golfoorlog ze zo onzalig in de actualiteit bombardeerde. Niet kwaad voor een man, die nooit werkelijk de routes van zijn ‘reisavonturen’ betrad, doch heel zijn kennis haalde uit de bibliotheek van de gevangenis, waarin hij beland was omwille van een belachelijk misverstand, dat eerder in de boeken van Dickens thuishoort.

Het meest opvallend kenmerk is de verdraagzaamheid, vaak verscholen onder de onvermijdelijke Germaanse pedanterie. Dit blijkt ook uit de manier waarop hij Fransen of individuele Engelsen (de oer-Britse Lord David Lindsay, bijvoorbeeld) ten tonele voert. Dit is hem in de tijd van vijandschap en revanchegeest na de Frans-Duitse oorlog van 1870 zo verbitterd kwalijk genomen door de fervente Pruisische nationalisten onder zijn publiek, dat hij later enkele veel patriottistischere heldenfiguren heeft moeten creëren.

Er is slechts één uitzondering: voor de concrete houding van de islam jegens de vrouw kan May bitter weinig waardering opbrengen. Het pleit voor zijn (vaak denigrerend besproken) vakkennis dat hij zijn mening nooit expliciet uitspreekt, doch haar in de loop van de reeks herhaaldelijk een van zijn vrouwelijke hoofdfiguren in de mond legt. In dit eerste boek is de amazone Amsja bereid de christen Kara te helpen om Mekka te bezoeken. Voor een rechtgelovige moslim is dit heiligschennis. Zij handelt welbewust, uit wraak voor wat de islam de vrouwen aandoet (p. 171).

De bespreking is gebaseerd op Kara Ben Nemsi, Weert, Kadmos, 1990.


Werkmodel: Er is een dubbele invalshoek mogelijk: eurocentrisch of vanuit de islam - al dan niet in complementaire werkgroepen.

1. huislectuur-met-mondeling rapporteren in de klas: voor vrijwilligers (bijvoorbeeld in het kader van een taak, waarbij verschillende groepen diverse romans bespreken).




voorbeelden opzoeken van eurocentrisme/Europees superioriteitsgevoelen;
voorbeelden opzoeken van een duidelijk Europese blik op de islam;
voorbeelden opzoeken van de visie van de westerlingen op het Westen zelf;
actualisering: is er tegenwoordig geen superioriteitsgevoelen meer? Argumenteer, haal zo mogelijk voorbeelden uit recente publikaties (kranten, tijdschriften...)

2. Toetsen van de informatie uit het boek (de boeken) aan de actualiteit. Dit vormt geen probleem voor de islam; er is eveneens voldoende materiaal over de Koerden; over Jesidi en Chaldeeuwse christenen stond er ten tijde van de Golfoorlog wat in de kranten (Tariq Azziz, minister buitenlandse zaken van Saddam was christen) - voor de rest is er ook nu nog weinig informatie voorhanden.

De Jesidi kwamen onverwacht in het nieuws in het weekend van 17-18 februari 2001, toen de kapitein van de vrachtboot East Sea zijn schip met 908 Koerdische bootvluchtelingen moedwillig aan de grond liet lopen voor de Azurenkust, nabij Saint-Raphaël. Het merendeel van hen bleek uit vervolgde Iraakse Jesidi’s te bestaan.

Zoek op de website van De Standaard de berichtgeving hieromtrent op (maandag 19, dinsdag 20 en woensdag 21 februari 2001).

Zie het artikel van Freddy De Pauw, Koerden aan Azurenkust zijn vooral Yezidi’s, vrijdag 23 februari 2001, p. 7. Je waant je terug in het boek van Karl May!

Kies archief. Tik zoekterm in (bijvoorbeeld Koerden, East Sea) of tik titel of auteur in. Toegang krijg je pas na (gratis) registratie.


- In 1992 startten fundamentalisten in Egypte acties tegen meer verdraagzame moslims, tegen Koptische christenen en tegen toeristen. Dit gaat nog steeds door en zal vermoedelijk nog jaren verder gaan. Dus hierover kan ook actuele informatie worden gezocht.

3. Blik vanuit de islam zelf: bijvoorbeeld via de hieronder vermelde romans.

MAHFOEZ, Nagieb, De dief en de honden, Houten, Het Wereldvenster, 1989 (Verschenen in het Arabisch: 1961), 139 blz.
Na vier jaar gevangenschap wegens diefstal komt Said vrij. Alles is hij kwijt. Zijn vrouw is hertrouwd met zijn beste vriend, zijn dochter van zes herkent hem niet meer. Wraakgevoelens leiden hem tot desperate acties. Het cordon van de honden sluit zich steeds nauwer rondom de dief. Nobelprijs lit. 1988.

AL-GHITANI, Gamaal, De spion van de sultan, Houten, Het Wereldvenster.
Egyptische historische roman. Speelt tijdens de laatste tien jaar van het bewind der Mammelukken, begin van de 16de eeuw, maar is indirect een kritiek op het bewind van Nasser. De vorm van historische roman is gekozen om de censuur te omzeilen.

MUHSEN, Zania, Nog eenmaal mijn moeder zien, Antwerpen, Standaard, 1992.
Zana, dochter van een Engelse moeder en een Jemenitische vader, wordt bij een bezoek aan Jemen, samen met haar zus, door haar vader verkocht als bruid. Het kost haar jaren om te ontsnappen.

DJURA, Een sluier van stilte, Antwerpen, Standaard, 1992.
Een in Frankrijk levende Algerijnse komt in opstand als haar vader haar wil uithuwelijken. Zij bouwt een eigen carrière uit, maar wordt door haar familie, in het bijzonder door haar broers, geterroriseerd.

MAHMOODY, Betty, In een sluier gevangen,
Amerikaanse huwt jongen uit Iran. De nachtmerrie begint als zij in het fundamentalistische Iran op familiebezoek gaan. Het verhaal is verfilmd onder de titel Niet zonder mijn dochter.

SAADAWI, Nawal El, De val van de imam, Leuven, Kritak, 1988, 230 blz.
In een 40-tal hoofdstukjes, met telkens wisselende personages en vertelperspectieven, worden stituaties neergezet, waarin de vrouw keer op keer het slachtoffer is van een patriarchale islamitische maatschappij.

IDEM, De gesluierde Eva, Regenboogpockets, 379 blz.
De schrijfster gaat op zoek naar de achtergrond van de relatiepatronen binnen het Egyptische gezin en de positie van de Arabische vrouw.

IDEM, God stierf bij de Nijl, Regenboogpockets, 205 blz.
Met Allah boven hem heerst de burgemeester over Kafr Attin, een dorp aan de Nijl. Zijn machtssysteem berust op corruptie, uitbuiting, manipulatie en sexueel misbruik.

- Voor andere boeken van deze Egyptische vrouwelijke auteur en andere vrouwen over de islam, zie: Vrouwen verhaald. Keuzelijst romans en verhalen, samengesteld door Marita de Sterck en Marina Marissen, Antwerpen, KCLB, 1991. Saadawi en Mahfoez mogen ondertussen in Egypte niet meer uitgegeven of verkocht worden!


FILMS (werkmodel: zie Leeswijzer 16-18, Leuven, Almere, Davidsfonds/Infodok, 1993, thema verfilming , p. 41-56)

De jongen op het terras

De regels van het spel

Niet zonder mijn dochter (naar het boek van Mahmoody - ook verkrijgbaar op video.)

Jos Martens


Copyright ® 1999, 2001 VVLG, 03.03.2001


[1]Op: users.pandora.be/michel.vanhalme/jeugd0010.htm , 2001



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website