De andere kant van Peter Lusse

‘Hoe harder je je best doet, hoe minder iets lukt’


Mirjam Keunen 1


AMSTERDAM – In het kantoor van zijn manager hangt een levensgrote poster van de door Joop van den Ende 2 geproduceerde theatervoorstelling Schoudervulling. Peter Lusse (34) 3 neemt op dit affiche de meeste ruimte in. „Een beetje gênant he?” zegt hij op bijna verontschuldigende toon.

In de gang van het castingbureau zit een opvallend goed en glad ogende jongen die wacht op een auditie. Deze ‘anonieme’ man heeft meer de uitstraling van ‘een ster’ dan de in het dagelijkse leven vrij onopvallend uitziende Lusse. De kwajongensachtige acteur/cabaretier kreeg de status Bekende Nederlander dank zij de komedie-serie Vrienden voor het Leven, waarin hij de hoofdrol speelt.

Deze eveneens door Van den Ende voor RTL 4 geproduceerde reeks won onder meer de Televizierring 4, de publieksprijs voor televisie. De herhalingen op maandagavond trekken wekelijks zo’n twee miljoen kijkers en horen daarmee tot de best bekeken programma’s.
Onlangs besloot Lusse, die ook dertien van de 65 afleveringen schreef, niet door te gaan met Vrienden voor het leven.
Hij zegt: „Kijkcijfers, geld en roem zijn secundair. De motor is het werk. Het was mooi geweest. Op een gegeven moment voel je dat het tijd is voor iets nieuws. Ik ben de afgelopen tweeëneenhalf jaar gegroeid en ik heb me ontwikkeld; de rol en de serie kunnen maar in beperkte mate mee veranderen.”

– Heeft het succes van de serie te maken met de rolverdeling tussen man en vrouw? Zij is een progressief en vrijgevochten type, hij is nogal conservatief en truttig.

Lusse: „Maar daar bleken ook weer lagen onder te zitten. De vrouwelijke hoofdpersoon Ellen was progressief, maar verhief dat tot dogmatisme en dat is natuurlijk ook een vorm van conservatisme. Het leuke van Ellen was dat ze een soort salon-socialist was. En de mannelijke hoofdrol Eddie had alleen maar principes als het hem uitkwam. Ik weet eigenlijk niet waarom de serie zo’n succes is. Het verbaast me dat de herhalingen zoveel kijkers trekken. Je doet je werk en als het aanslaat is het meegenomen.”

– Eddie is een beetje een sullig type. Kreeg je nooit genoeg van hem?

Lusse: „Ja, maar Vrienden voor het leven is aan een concept gebonden. Eddie kreeg wel wat meer kloten, maar daar kun je niet mee door blijven gaan omdat je dan de serie opblaast. De underdog kan erg geestig zijn, maar het mag niet het enige zijn waarop ie drijft. Voor de theatervoorstelling was ik bang dat het publiek de wat meer gevoelige liedjes niet zou accepteren, omdat die niet sullig of grappig waren. Gelukkige wilden de bezoekers, die mede dank zij de populariteit van Vrienden voor het leven naar het theater kwamen, ook naar mijn andere kanten kijken.”

– Humor is een rode draad in je werk. Wat betekent het persoonlijk voor je?

Lusse: „Grappen maken is een vorm van relativering. De fijnzinnigste en scherpste humor is de joodse humor. Die is misschien wel ontstaan, doordat dat volk de meest vreselijke dingen heeft meegemaakt. In In de meest ellendige situaties kan humor een middel zijn om iets wat eigenlijk niiét te verdragen is tóch te dragen.”

– Hoe ontwikkel je je humor?

Lusse: „Als je opgroeit en jezelf ontwikkelt dan groeien alle facetten mee. Kinderen vinden poep en pies leuk, volwassenen veel minder. Verder is humor mijn broodwinning, dus ga ik er professioneel mee om. Je leert steeds beter wat de effecten zijn. Humor is óók afhankelijk van de manier waarop je naar de dingen kijkt. Ik zie altijd meerdere kanten. Ik zal een voorbeeld geven, zoals een vriendin me dat vertelde. Twee vriendinnen lopen op straat en zien een pizzakoerier verongelukken tegen een bus. De ene vrouw zegt: ‘Het zal je kind maar wezen’. De ander roept: ‘Het zal je pizza maar zijn’.

– Ik vond een aflevering van Klasgenoten van Koos Postema 5, waarin je oude middelbare school centraal stond, nogal komisch. Je voormalige klasgenoten waren zo volstrekt anders dan jij. Voor een komediereeks zou dat veel stof voor grappen opleveren.

Lusse: „Mijn klasgenoten kwamen over het algemeen uit een betere buurt. Ik zat op een Montesori-lyceum 6en er waren twee motieven om je kinderen daar heen te sturen: het was of sjiek of pedagogisch verantwoord. Driekwart van mijn voormalige klasgenoten is advocaat, arts of econoom geworden. Ik heb niet het traditionele vooroordeel dat veel cabaretiers hebben over bekakte mensen. Je treft in alle milieus naarlingen en aardige mensen aan.”

– Was je een buitenbeentje?


• Peter Lusse: „Kijkcijfers, geld en
roem zijn secundair. De motor is het werk.”
     FOTO MICHAEL KOOREN.

Lusse: „Ja, op die middelbare school wel, maar ik heb nooit bij een groep gehoord. Ik heb jarenlang gedacht dat het een gemis was. Ik vroeg me af: Wat doe ik verkeerd? Ik ben daar lang ongelukkig onder geweest. Ik probeerde me altijd aan te passen. Het stopte zo rond mijn vijfentwintigste toen ik beter wist hoe ik zelf in elkaar zat. Nu voel ik me overal thuis, vooral omdat ik niet meer zo mijn best doe. Dat is een rare paradox. Hoe harder je je best doet, hoe minder iets je lukt.”

– In je theatershow zing je het lied Winnetous Dood. Het gaat over de onbevangenheid die je kwijtraakt als je volwassen wordt. Was je daar bang voor?

Lusse: „Het lied gaat over de waarden van een kind die verloren gaan als het door volwassenen in het leven wordt getrokken. Het is een slang die in zijn eigen staart bijt. Kinderen moeten leren wat wijzelf hebben moeten leren, want dat is zo goed. Als morgen het besef doorbreekt dat wat kinderen leren onzin is, dan betekent dat dat al die volwassenen zich een leven lang hebben laten besodemieteren, zich allerlei belangrijke dingen hebben laten afpakken. Dat zet hun hele leven op de helling. Om die pijn te voorkomen wordt de volgende generatie steeds in hetzelfde corset gedwongen.”

– Maar wat is hen dan afgepakt?

Lusse: „Wat leer je op school? Veel feitenkennis. Winnetou was vroeger mijn held en hij betaalde met klompjes goud. Het goud is ingewisseld voor een giromaatpas. Een klompje goud heeft klasse en allure, een giromaatpas is maar een armzalig substituut.

Dat vind ik bijna van alles in het leven. Als kind voelde ik me verwant met de levensstijl van de indianen, maar op school moest ik leren waar Hoogezand en Sappermeer lagen. Ik moest me die bekrompenheid en truttigheid eigen maken. En in plaats van met een grote hengst over de prairie te zwerven zoek ik nu bij een tweehands autohandelaar een Renaultje 5 uit.”

– Ben je daarom het theater ingegaan en voor televisie gaan werken?

Lusse: „In het theater en op televisie is nog wél het een en ander mogelijk. In ons vak mag je spelen en dollen. We zijn af en toe net kinderen. Als je die speelsheid houdt dan blijf je écht leven. Als zwaarwichtigheid de boventoon gaat voeren, dan denk ik dat je op een vervelende manier oud wordt.”


[1]In: Rijn en Gouwe, 15 februari 1994.
[2]Joop van den Ende (voluit: Johannes Adrianus van den Ende, * 23 februari 1942) is een Nederlands mediamagnaat op het gebied van televisie en musical. Hij ontdekte in de vroege jaren ’60 André van Duin (pseudoniem van Adrianus „Adri” Marinus Kyvon, * 20 februari 1947) en hij produceerde verschillende succesvolle televisieprogramma’s, zoals de series Citroentje met suiker, De Avonturen van Bassie en Adriaan, De Nieuwe Avonturen van Bassie en Adriaan, Dagboek van een herdershond, De diamant, De Fabriek, De huilende professor, De Weg, Herenstraat 10, De Appelgaard, Dossier Verhulst, de Playbackshow, de Soundmixshow en de Surpriseshow, Spijkerhoek, Goede tijden, slechte tijden, Vrienden voor het leven, Bureau Kruislaan, Onderweg naar morgen, Vrouwenvleugel, Goudkust en Kees & Co. Vanaf 1991 produceerde hij bovendien de ene na de andere musical. In 1994 ging hij samenwerken met zijn tot dan toe grootste concurrent John de Mol (voluit: Johannes Hendrikus Hubert de Mol, * 24 april 1955). Samen richtten ze het bedrijf Endemol op, dat enkele jaren later naar de beurs ging.
[3]Peter Lusse (voluit: Petrus Joannes Hendrikus Lusse, * 26 juni 1959) is een Nederlands cabaretier, spreker, presentator, acteur, schrijver en zanger. Hij kreeg landelijke bekendheid door het spelen van de mannelijke hoofdrol in de sitcom Vrienden voor het leven, die van 8 april 1991 tot en met 31 december 1993 door RTL 4 werd uitgezonden.
[4]De Televizierring (officieel: Gouden Televizier-Ring) is de belangrijkste prijs voor Nederlandse televisieprogramma’s.
[5]Koos Postema (voluit: Jacobus Gerrit Postema, * 17 augustus 1932) is een Nederlands verslaggever en presentator. Bekende tv-programma’s die hij korte of lange tijd presenteerde, zijn: Achter het Nieuws, Een klein uur U, Zo maar een zomeravond, Een groot uur U, Den Haag Vandaag, Klasgenoten en MAX TV Wijzer.
[6]Montessori-onderwijs is genoemd naar de Italiaanse arts en pedagoge Maria Montessori (* 31 augustus 1870 , † 6 mei 1952). De kern van dit type onderwijs wordt meestal samengevat in de uitspraak: „Leer mij het zelf te doen.” Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft; opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen door de juiste omgeving en materialen te bieden. De leerlingen werken individueel of in kleine groepjes aan materiaal dat zij zelf aan het begin van de dag gekozen hebben. Dat materiaal is oorspronkelijk door Maria Montessori ontworpen. De leerkracht observeert de activiteiten van kinderen, om erachter te komen waar zij behoefte aan hebben, en reikt dan materiaal aan om in die behoefte te voorzien.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website