Nederlander ontrukt indianenstam aan vergetelheid

Frank Seuntjens 1


Uitgerekend op de dag dat in de Verenigde Staten werd gefeest, omdat Columbus 2 500 jaar geleden voet zette op Amerikaanse bodem, promoveerde dr. Franz Laurens Wojciechowski (41) 3 uit Heerlen op een proefschrift over indianen. Dat was op 12 oktober. Een datum die Wojciechowski – klinisch psycholoog en antropoloog – weloverwogen had gekozen. Want voor de indianen is die datum een dag van rouw. De komst van de blanken bracht hen immers weinig goeds.

Het was het begin van één van de grootste volkerenmoorden uit de wereldgeschiedenis. Met duizenden werden de indianen afgeslacht. Sommige stammen werden compleet uitgeroeid, andere in het gunstigste geval gehalveerd. De Paugussett-indianen bijvoorbeeld, in de Noordamerikaanse staat Connecticut. Ooit waren ze verdeeld over vier stammen. Daar zijn er nu nog twee van over: de Golden Hill Paugussett en de Shagticoke. De dissertatie van Wojciechowski gaat vooral over de eerste stam. Voor de promovendus is het trouwens meer dan alleen een proefschrift. Het is de inlossing van een belofte aan Chief Big Eagle (77) 4, het stamhoofd van de Golden Hill Paugussett.


          Indianerkenner Franz Wojchieckowski      © AP/Dries Linssen


Witte Veder

Op een zomerse dag in 1967 hoorde Frans Wojciechowski voor het eerst van de Paugussett-indianen. De puber was een vaste bezoeker van de openbare leeszaal in Heerlen. Urenlang bladerde hij er door encyclopedieën. Op zoek naar alles wat hij maar te weten kon komen over indianen. Als kind al droomde hij van Winnetou en Witte Veder 5. Zijn ouders dachten dat het wel over zou gaan als hij wat ouder werd. Maar dat gebeurde niet. Integendeel, Wojciechowski raakte hoe langer hoe meer in de ban van de indianen. De scholier stak er bijna al zijn vrije tijd in. De Encyclopedie Americana zette Wojciechowski op het spoor van de Paugussett-indianen. Daarin las hij dat er nog een paar honderd van leefden in Connecticut. Andere bronnen meldden dat de Paugussett waren uitgestorven of maakten er helemaal geen woorden aan vuil. De interesse van Wojciechowski was gewekt.

Scalperen

Wojciechowski was inmiddels gaan studeren aan de Universiteit in Nijmegen. Psychologie en later ook nog culturele antropologie. Maar de Paugussett lieten hem niet los. Eind augustus 1980 – hij had nog niet zolang zijn eerste baan als psycholoog – vloog Wojciechowski naar Connecticut. Op de bonnefooi. ‘Dat reservaat moet ik makkelijk kunnen vinden’, dacht hij. Dat viel tegen. Wojciechowski: “Het reservaat was niet groter dan een voetbalveld en lag ingeklemd tussen woningen. Ik ben er verscheidene keren voorbij gereden, voordat ik in de gaten had dat dat het reservaat was. Er stond alleen een blokhut. Daar huisde het stamhoofd, Chief Big Eagle. De andere indianen woonden noodgedwongen ergens anders in de stad of in dorpjes in de buurt.”
De kennismaking met het opperhoofd verliep niet echt gladjes. Wojciechowski was even bang dat Chief Big Eagle hem wilde scalperen. “Hij vloog me bijna naar de keel. Hij had net een telefoontje gehad van zijn advocaat. De blanke buurman had het laatste lapje grond van Chief Big Eagle opgeëist. Hij wilde hem daar weg hebben. Chief Big Eagle dacht dat ik door de buurman was gestuurd om met hem te onderhandelen. Het heeft heel wat moeite gekost om hem ervan te overtuigen dat ik met goede bedoelingen kwam.”

Vrouwen

Toen Chief Big Eagle uiteindelijk was gekalmeerd was, bleek hij de beminnelijkheid zelve. Een man die bovendien apetrots is op zijn stam, die nog 125 leden telt. En dat is voor een niet onaanzienlijk deel aan Chief Big Eagle zelf te danken. Om de Golden Hill Paugussett voor uitsterven te behoeden, verwekte hij persoonlijk een kleine vijftig nazaten. Het stamhoofd heeft inmiddels zes vrouwen versleten. De noeste arbeid van Chief Big Eagle ten spijt heeft de Amerikaanse regering zijn stam nog altijd niet officieel erkend. Dat betekent dat de indianen niet in aanmerking komen voor economische hulp. En die zouden de straatarme stamleden nou net zo hard kunnen gebruiken. Maar de overheid zegt simpelweg dat de Paugussett niet voortdurend als stam hebben bestaan sinds de blanken het voor het zeggen kregen. De Paugusset beweren bij hoog en bij laag dat ze juist tot de alleroudste stammen mogen worden gerekend en nooit uit elkaar zijn gevallen. Ook al hebben de blanken voor dat laatste nog zo hun best gedaan. Dat de indianen gelijk hebben, is in ieder geval nu zo klaar als een klontje. Met dank aan Wojciechowski. Hij was het die het onomstotelijke bewijs leverde.

Vergeeld

Maar vraag hem niet wat dat gekost heeft. Bloed nog net niet, maar wel liters zweet en tranen. Om over het geld nog maar te zwijgen. Acht jaar op rij offerde Wojciechowski zijn vakantie op om in de geschiedenis van de Paugussett te graven. En waar kon dat anders gebeuren dan in Connecticut. In vergeelde archieven zocht hij naar alles wat hij maar over de Paugussett kon vinden. Vaak met de moed der wanhoop, maar uiteindelijk met succes.
“Ik ontdekte stukken over landverkopen van indianen aan kolonisten. Ook vond ik brieven en dagboeken van missionarissen. Vooral die waren interessant. Daarin las ik bijvoorbeeld dat de Paugussett al in de zeventiende eeuw handel dreven met de Hollanders. Voornamelijk pompoenen, bonen en maïs. Later kwamen daar beverhuiden bij. Een missionaris schreef zelfs dat, toen hij in 1740 voor het eerst de Paugussett bezocht, een aantal oude indianen nog Nederlands sprak en verstond.”
Wocjiechowski kwam ook tot de ontdekking dat de Paugussett ooit zesduizend man sterk waren. Toen de blanken arriveerden, daalde dat aantal zienderogen. Niet omdat ze allemaal werden doodgeschoten, zoals wel eens wordt beweerd. Al stierven er natuurlijk veel indianen door een kogel. “Maar de meeste indianen gingen ten onder aan epidemieën. De kolonisten brachten ziekten mee waar de indianen niet tegen bestand waren. Voor een indiaan waren zelfs de waterpokken al dodelijk. Dus ging het snel bergafwaarts. En uiteraard mogen we de alcohol niet vergeten. Indianen raakten massaal verslaafd aan rum en brandewijn.”

Armoede

“In het begin goten de blanken de indianen vol, omdat dat het zakendoen vergemakkelijkte. Zo’n stomdronken indiaan zette dan vaak zijn krabbel onder een document zonder te weten wat hij tekende. En dat was precies de bedoeling. Op die manier, maar ook doordat ze met geweld werden verdreven, zijn veel stammen hun grond kwijtgeraakt. Daardoor zijn de indianen van lieverlee nomaden geworden. Eerst waren het gewoon boeren. Maar goed, toen de indianen de smaak van rum en brandewijn te pakken hadden, werd alcohol als betaalmiddel gebruikt. Zo kon verslaving niet uitblijven.”
Ook nu nog zijn veel indianen stevige drinkers. Wat dat betreft is er weinig veranderd. Dat geldt evenmin voor de oorzaak. Want ook nu nog worden de indianen door de blanken onderdrukt. De Paugussett bijvoorbeeld zijn weggestopt in vervallen hutjes, ver weg van de villa’s van de rijken. De werkloosheid is enorm. Vrijwel alle Paugussett leven onder de armoedegrens. Zicht op een betere toekomst is er niet.

Karl May

Vier jaar geleden was Wojciechowski voor het laatst bij Chief Big Eagle op bezoek. Het was toen dat hij het stamhoofd beloofde: “Als op 12 oktober 1992 wordt gevierd dat Amerika vijf eeuwen geleden werd ontdekt, zal ik ervoor zorgen dat de indianen niet opnieuw worden vergeten.”
De dissertatie die Wojciechowoski over de Paugussett schreef, telt bijna driehonderd pagina’s. Vlot geschreven en boordevol wetenswaardigheden. Maar een bestseller à la Karl May zal het nooit worden, weet Wojchiechowski. Dat hoeft ook niet. Als zijn engelstalige boek maar onder ogen komt van de verantwoordelijke Amerikaanse politici. Misschien staan de heren er dan ook nog even bij stil dat Wojchiechowski – in tegenstelling tot May – weet waarover hij het heeft. De Duitse schrijver is immers nooit in Amerika geweest en heeft al zijn verhalen verzonnen. “Ik hoop dat ze het serieus nemen. Dan nemen ze misschien ook nog eens de indianen serieus.”
Wojciechowski had Chief Big Eagle persoonlijk voor de promotie uitgenodigd. Het stamhoofd liet weten helaas niet aanwezig te kunnen zijn. Grote Adelaar heeft vliegangst.


[1]In: Nieuwsblad van het Noorden, 31 oktober 1992.
[2]Cristoforo Colombo (Nederlands: Christoffel Columbus, Spaans: Cristóbal Colón, Latijn: Christophorus Columbus, * 1451 , † 20 mei 1506) is de beroemdste ontdekkingsreiziger uit het tijdperk van de grote ontdekkingen. Hij maakte naam door zijn „ontdekking” van Amerika onder Spaanse vlag in 1492.
[3]Dr. Franz Laurens Wojciechowski (* 1951) is een Nederlands cultureel antropoloog, die van 1986 tot 2011 hoofdredacteur van De Kiva was.
[4]Chief Big Eagle (officiële naam volgens de Amerikaanse Burgerlijke Stand: Aurelius H. Piper Sr., * 31 augustus 1916 , † 3 augustus 2008) was jarenlang buitenlands correspondent voor De Kiva.
[5]Witte Veder is de indiaanse metgezel van Arendsoog alias Bob Stanhope uit de Arendsoog-serie van Jan Nowee (* 17 juli 1901 , † 9 oktober 1958) en later diens zoon Paul Nowee (* 25 juni 1936 , † 30 september 1993).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website