VERSLAAFD AAN OUDE JEUGDBOEKEN

Karin van Munster 1


Voor de etalage van antiquariaat Hagen staan áltijd mensen. Kennelijk kan niemand zomaar aan de boeken van z’n jeugd voorbij gaan. In haar winkel in de Amsterdamse Herenstraat heeft Reiny Haagen meer dan drieëneenhalfduizend oude jeugdboeken te koop. En wie boeken kwijt wil, is ook welkom.

Het is al vaker gebeurd dat een klant de winkel binnenkomt en gespannen vraagt, wijzend op een boek uit de etalage: ‘Mag ik dàt even inzien?’ Dan volgt nerveus geblader en een opgelucht: ‘Ja, dit is het, pakt u maar in.’ Als de verkoopster waarschuwt dat het boek vijfenveertig gulden kost, komt de verklaring: „Dat geeft niet. In dit boek staat namelijk een plaatje dat op mij als kind zo’n enorme indruk heeft gemaakt... Het boek was ik kwijt en nu heb ik het dan eindelijk teruggevonden.”
„Iedereen is altijd enthousiast”, vertelt Reiny Hagen. „Het lijkt wel of er alleen aardige mensen binnenkomen. Als ik mensen moet teleurstellen en ik merk dat ze een bepaald boek echt heel graag willen hebben, dan ga ik voor ze op zoek. De meeste boeken krijg ik persoonlijk aangeboden van mensen die er om wat voor reden dan ook van af willen. Ik ga ook wel naar veilingen, maar dan is de kwaliteit van de boeken meestal matig. Op beurzen en van collega’s koop ik ook, dan zijn het vaak weer betere en dus duurdere boeken.”

Grabbeltafel
Reiny Hagen vindt de staat waarin de boeken verkeren heel belangrijk. Ze verkoopt geen boeken die letterlijk zijn stukgelezen. Een stapel minder gave exemplaren ligt voor weinig geld op een ‘grabbeltafel’ en ergens bij de deur staat een kartonnen doos met: ‘gratis-neem mee!’: boeken die kapot, maar toch wel de moeite waard zijn.
Hagen: „Er zijn boeken die nog geen vijf minuten in de etalage liggen. Annie Schmidts 2 bijvoorbeeld zijn altijd zó weg. Mooie oude uitgaven van Cissy van Marxveldt 3 blijven ook nooit lang liggen, net zomin als de boeken van J. B. Schuil 4 en ‘Bram Vingerling’ van Leonard Roggeveen 5. Eén van de meest gevraagde boeken is ‘Het jodinnetje van Elspeet’, geschreven door Mevrouw van Osselen-van Delden 6. Niet aan te slepen. Maar dat is dan ook echt een zeldzaam boekje.”
Toch is het niet alleen oud en zeldzaam wat Reiny Hagen te koop heeft. Ze heeft ook planken vol Karl May’s en Witte Raven pockets, niet zo oud, maar lang niet meer overal te koop. Zeker niet in de moderne kinderboekwinkels, waar men neerkijkt op Arendsoog 7 en Bob Evers 8. Volgens velen overigens volkomen onterecht.
„Over meisjesboeken wordt ook vaak ten onrechte denigrerend gedaan”, vindt Reiny Haagen. „Er zijn er heel wat bij die gewoon heel goed geschreven zijn. Cissy van Marxveldt is nog niet overtroffen. En inhoudelijk hoef je er ook niet zo schamper over te doen. Er zijn genoeg meisjesboeken waarin de hoofdpersoon alles behalve een stereotype meisje is. Neem alleen al de kostschool- en de HBS-boeken. Daarin komen genoeg wildebrassen en branie-achtige meisjes voor. Er bestaat ook serie met hele goede historische romans over meisjes, weliswaar met titels als ‘Roswita en Ursula’ 9, maar daar moet je gewoon doorheen kijken.”

Kluitmanserie

Reiny Hagen streeft bewust naar een zo breed mogelijk aanbod van kinderboeken. Als dat niet onmogelijk zou zijn, zou ze het liefst alles wat ooit is uitgegeven in haar zaak herbergen. Dus heeft ze een hele wand met Kluitmanboeken 10. Stuk voor stuk betaalbare, dikke, gebonden jeugdboeken, met aantrekkelijke omslagen. Ze is bijzonder tevreden met haar nieuwe aanwinsten: zondagsschoolboekjes: „Die rooie ruggetjes van Callenbach 11uit Nijkerk. Dat zijn niet allemaal oubollige zoete werkjes. Daar zitten hele leuke en spannende boeken bij. Sommige zijn zelfs geschreven door de beroemde W. G. van der Hulst 12.”
Naast de minder oude boeken, die soms maar een paar gulden kosten, ook heeft ze ook zeldzame uitgaven – achter glas. De eerste druk van de rijmpjes van Rie Cramer 13 bijvoorbeeld. Dat soort boeken zijn veel waard. Het zeldzame ‘Doodverklaard’ van J. B. Schuil kost tegen de tweehonderd gulden. Net als ‘Het boek van Piet van Dam’ 14, met beeldschone illustraties van Jetses. Een uitschieter is een prentenboek van Ernst Kreidolf 15, zevenhonderd gulden.
Toch kun je er volgens Hagen niet rijk van worden. Zeker niet wanneer je, zoals zij, sommige boeken liever zelf houdt. Een prentenboek van Ot en Sien 16 heeft ze al twintig jaar in eigen bezit en ze is niet van plan het van de hand te doen. Hetzelfde geldt voor boekjes over Indië. Ze heeft er heel wat in de winkel staan, maar ‘Kleine Sarina’ van Clemence M. H. Bauer 17 bewaart ze voor haar dochter die geboren is in Indonesië. Net als het prachtige ‘Vacantiereisje van een Hollandschen jongen naar Java’, van A. B. Korff 18.
„Oude kinderboeken verzamelen, kan een ware verslaving worden”, waarschuwt Reiny Hagen. „Vooral als je eenmaal naar een bepaald thema zoekt, of je bent gek op één schrijver, dan wil je gewoon alles hebben, kostte wat het kost. Je hebt ook mensen die verzamelen alleen boeken die door een bepaald tekenaar zijn geïllustreerd. Ik merk aan veel mensen dat plaatjes in kinderboeken sowieso belangrijk zijn. Zoals ik eerder al vertelde, blijven die vaak sterker in het geheugen hangen dan de tekst. Maar het kan gebeuren, wanneer boeken vaak zijn herdrukt, dat de illustrator is veranderd. Hetzelfde boek kan daardoor voor iemand ineens niets meer waard zijn. Neem Pietje Bell 19. Die boeken zijn ooit door twee mensen geïllustreerd: Rinke 20 en Braakensiek 21. Dat betekent dat er mensen zijn die uitsluitend een Pietje Bell willen als hij geïllustreerd is door Rinke, en dat anderen zweren bij Braakensiek. Zo gevoelig ligt dat.”

Oude jeugdboekenwinkel. Herenstraat 39 Amsterdam. Telefoon 020-263982



Reiny Hagen: „Over meisjesboeken wordt vaak ten onrechte denigrerend gedaan. Cissy van Marxveldt is nog niet overtroffen.   FOTO LEO ERKEN.





  [1]In: Trouw, 26 januari 1991.
  [2]Annie M. G. Schmidt (voluit: Anna Maria Geertruida Schmidt, * 20 mei 1911 , † 21 mei 1995) was een Nederlands dichteres en schrijfster van verzen, liedjes, boeken, toneelstukken, musicals en radio- en televisiedrama. Zij werd vooral beroemd met kinderboeken als „Dit is de spin Sebastiaan”, „Abeltje”, „Minoes” en „Pluk van de Petteflet” en reeksen kinderverhalen als Jip en Janneke, kinderversjes als „Dikkertje Dap” en als scenarioschrijfster van het hoorspel „In Holland staat een huis” en de tv-series Pension Hommeles en Ja zuster, nee zuster.
  [3]Cissy van Marxveldt (pseudoniem van Setske de Haan, * 24 november 1889 , † 31 oktober 1948) was een Nederlandse schrijfster; onder haar pseudoniem werd ze bekend door haar vooroorlogse meisjesboeken, die zich grotendeels in de „betere milieus” afspeelden. De vijfdelige serie over Joop ter Heul zijn haar bekendste boeken, maar ook haar „Een zomerzotheid” is in Nederland „wereldberoemd”.
  [4]J. B. Schuil (voluit: Jouke Broer Schuil, * 20 maart 1875 , † 24 oktober 1960) was een Nederlandse kinderboekenschrijver, van wie vooral „Uit den kostschooltijd van Jan van Beek” (1910; latere drukken onder de titel „Jan van Beek”), „De Katjangs” (1912), „De AFC’ers” (1915), „De Artapappa’s” (1920), „Doodverklaard” (1928; latere drukken onder de titel „Rob en de stroper van Tjot-Idi” en „Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen” (1930) bekend zijn gebleven.
  [5]Leonard Roggeveen (* 2 maart 1898 , † 22 juni 1959) was een Nederlandse onderwijzer, schrijver en illustrator van kinder- en jeugdboeken en toneelstukken, redacteur van jeugdtijdschriften en radioprogrammamaker. Zijn bekendste boeken zijn de jongensboeken „De ongelooflijke avonturen van Bram Vingerling” (1927) en „Het geheim van het oude horloge” (1928).
  [6]Bertha Elisabeth van Osselen-van Delden (* 27 april 1847 , † 4 juni 1936) was een Nederlandse kinderboekenschrijfster. Van haar bekendste boeken, „Hansje Rozengaarde”, „’t Jodinnetje van Elspeet”, „’s Winters op Beukenwoud”, „Bobo”, „De schaapskooi op de Elspeeter heide” en „De Moore’s”, verschenen tot na de Tweede Wereldoorlog herdrukken.
  [7]Arendsoog alias Bob Stanhope en zijn indiaanse vriend Witte Veder waren figuren uit de Arendsoog-serie van Jan Nowee (* 17 juli 1901 , † 9 oktober 1958) en later diens zoon Paul Nowee (* 25 juni 1936 , † 30 september 1993), die in Duitsland volkomen onbekend was en is.
  [8]Bob Evers is de populairste Nederlandse jongensboekenserie uit de jaren ’50 en verder. De eerste 32 delen plus de delen 34 en 35 (en fragmenten van de delen 33 en 36) zijn geschreven door Willy van der Heide (pseudoniem van Wilhelmus Henricus Marie van den Hout, * 3 juni 1915 , † 24 februari 1985), de delen 37 t/m 71 (stand: 2023) door Peter de Zwaan (voluit: Peter Johannes de Zwaan, * 17 augustus 1944), die ook de delen 33 en 36 voltooide en de delen 34 en 35 bewerkte. Elders op deze website is redelijk wat informatie over deze serie en de schrijvers ervan te vinden.
  [9]Roswitha” is een historische meisjesroman uit 1909 van Marie Boddaert (voluit: jonkvr. Marie Agathe Boddaert, douairière Muntz Gelderman, * 6 februari 1844 , † 12 april 1914) en „Ursula – Eine Geschichte vom Rhein” is een historische meisjesroman van Maria Melchers (* ? , † ?), waarvan de vertaling rond 1925 bij Uitgeverij Kluitman is verschenen.
[10]Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. is een Nederlandse uitgeverij die in 1864 in Alkmaar werd opgericht door Pieter Kluitman (* 9 januari 1838 , † 19 mei 1913). Kluitman is in de loop der tijd een van de bekendste uitgevers van kinderboeken in Nederland geworden met series als Dik Trom, Pietje Bell en De Kameleon. In december 2018 kwam er een einde aan Kluitman als zelfstandige uitgeverij, toen het bedrijf werd overgenomen door BBNC Uitgevers in Amersfoort, die het bedrijf wel onder de naam Kluitman voortzetten.
[11]Uitgeverij Callenbach werd in 1854 in Nijkerk opgericht door George Frans Callenbach (* 10 januari 1833 , † 21 april 1916), zoon van de predikant C. C. Callenbach, de „profeet van de Veluwe”. Preken van diens hand waren de eerste titels van het fonds, ze werden uitgegeven als „leerredenen”. De uitgeverij werkte samen met de Nederlandsche Zondagschool Vereeniging en gaf weinig kostende protestants-christelijke lectuur en godsdienstige plaatjes uit in hoge oplagen. De bekendste schrijver van de kinderboeken die door de firma werden uitgegeven was W. G. van de Hulst (voluit: Willem Gerrit van de Hulst (sr.), * 28 oktober 1879 , † 31 augustus 1963). Na de Tweede Wereldoorlog werden ook sporadisch niet-christelijke boeken uitgegeven, zoals „De aanval der atoompiraten” (1954) van Willy van der Heide (pseudoniem van Wilhelmus Henricus Maria van den Hout, * 3 juni 1915 , † 24 februari 1985). Van 1935 tot 1960 was de Nobel-reeks voor volwassenen een groot succes.
[12]W. G. van de Hulst (voluit: Willem Gerrit van de Hulst (sr.), * 28 oktober 1879 , † 31 augustus 1963) was een Nederlands schrijver van tientallen kinderboeken, schoolboeken en kinderbijbels. De bekendste boekenseries van hem zijn Rozemarijntje en In de Soete Suikerbol; van de losse boeken werden in bepaalde kringen bijvoorbeeld „Jaap Holm en z’n vrindjes” en „Voetstapjes in de sneeuw” gelezen. Bovendien werkte hij mee aan de tijdschriften De Spiegel en Moeder.
[13]Rie Cramer (voluit: Marie Cramer, * 10 oktober 1887 , † 16 september 1977) was een Nederlandse illustratrice, boekbandontwerpster en schrijfster. Haar bekendste boeken zijn „Van meisjes en van jongetjes”, „Van jongetjes en meisjes”, „Prentjes bij versjes”, „Lenteliedjes”, „Een Hindoesche Liefdesgeschiedenis”, „Tristan en Isolde”, „A is een aapje (abecedarium) ”, „Kattebelletjes”, „Flitsen (autobiografische schetsen) ” en „De vier jaargetijden”.
[14]Het boek van Piet van Dam” is een kinderboek van Jan Ligthart (* 11 januari 1859 , † 16 februari 1916) en Rieks Scheepstra (voluit: Hindericus Scheepstra, * 17 maart 1859 , † 8 mei 1913). De illustraties in het boekje waren van Cornelis Jetses (* 23 juni 1873 , † 9 juni 1955).
[15]Ernst Kreidolf (voluit: Konrad Ernst Theophil Kreidolf, * 9 februari 1863 , † 12 augustus 1956) was een Zwitsers schilder en illustrator van kinderboeken.
[16]Ot en Sien zijn de hoofdfiguren uit vier kinderboekjes, „Nog bij moeder” geheten, later heruitgegeven als „Ot en Sien” deel 1 t/m 4, „Het prentenboek van Ot en Sien” en nog later herdrukt als „Het boek van Ot en Sien” en „Ot en Sien voor de scholen in Nederlandsch Oost-Indië”, een zestal kinderverhalen van onderwijzer en onderwijsvernieuwer Jan Ligthart (* 11 januari 1859 , † 16 februari 1916) en onderwijzer en kinderboekenschrijver Rieks Scheepstra (voluit: Hindericus Scheepstra, * 17 maart 1859 , † 8 mei 1913), die in de eerste helft van de twintigste eeuw zeer populair waren. De sfeervolle tekeningen in het boekje waren van Cornelis Jetses (* 23 juni 1873 , † 9 juni 1955), oorspronkelijk getekend voor het Duitse origineel, „Otto und Dina”. De verhalen over Ot en Sien werden later ook in Sesamstraat voorgelezen.
[17]Clemence M. H. Bauer (voluit: Clemence Mariëtte Henriëtte Bauer, * 28 december 1887 , † 20 december 1971) was een Nederlandse meisjeboekenschrijfster. Tot haar bekendste werken worden „Miesje”, „Blondje”, „Een Indisch troepje”, „Vriendinnetjes”, „Kleine Sarina”, „Akse en Vike”, „Amadeus’ avonturen”, „Twee zwervelingen in Amerika”, „Uit het leven van Tom Arlington”, „Het aangenomen kind” en „De Iezegrim” gerekend.
[18]A. B. Korff (* ? , † ?) was een Nederlandse schrijver, wiens roem eigenlijk uitsluitend gebaseerd is op het beroemde jongensboek „Een vacantie-reisje van een Hollandschen jongen naar Java” (latere drukken onder de titel „Een Hollandsche jongen naar Java” en „Een vacantiereisje naar Java”).
[19]Pietje Bell is een achtdelige, Nederlandse jongensboekenserie, geschreven door Chris van Abkoude (voluit: Christiaan Frederik van Abkoude, * 6 november 1880 , † 2 januari 1960).
[20]Jan Rinke (voluit: Jan Frederik Rinke, * 27 maart 1863 , † 20 mei 1922) was een Nederlandse schilder, etser, lithograaf, illustrator, boekbandontwerper, tekenleraar en kunstnijveraar. Zijn bekendste werk zijn de illustraties bij de eerste twee delen van de Pietje Bell-serie en „Jaap Snoek van Volendam” van zijn goede vriend Chris van Abkoude (voluit: Christiaan Frederik van Abkoude, * 6 november 1880 , † 2 januari 1960).

[21]Johan Braakensiek (voluit: Johan Coenraad Braakensiek, * 24 mei 1858 , † 27 februari 1940) was een Nederlandse kunstschilder, graficus en illustrator. Grote bekendheid verwierf hij met de boekomslagen van en illustraties in de boeken van C. Joh. Kieviet (voluit: Cornelis Johannes Kieviet, * 8 maart 1858 , † 12 augustus 1931), de auteur van jeugdboeken en schepper van de romanfiguur Dik Trom. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik nog nooit een Pietje Bell-boek heb gezien met illustraties van Braakensiek.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website