REUZEN VERNIETIGEN NIET EENS HUN EIGEN SOORT, MENSEN WEL

Rudi Wester 1


Landwuizen, slijmsloebers, snoskommers, schriezelig schuurmonkeltje, piezelig piepchineesje: Huberte Vriesendorp 2, de vaste vertaalster van de boeken van Roald Dahl 3, heeft het Nederlands wel met veel nieuwe woorden verrijkt, Woorden die, zeker bij kinderen, nog jaren blijven hangen. „Een eerste vereiste voor kinderboekentaai is dat hij leuk is. Als vertaalster moet je er altijd rekening mee houden dat het misschien het eerste boek is dat een kind leest, en dat het daardoor misschien tot méér lezen komt. En als het eenmaal tot lezen verleid is, ontdekt het een nieuwe wereld.”

Huberte Vriesendorp is op een eigenaardige manier in het vak van vertaalster gerold. Haar moeder, de schrijfster Harriet Freezer 4, kreeg altijd stapels Engelse kinderboeken toegestuurd om daaruit een keus te maken voor de Prisma Juniores. „Zij vond ze vreselijk en had helemaal geen zin ze te lezen, dus dat deed ik voor haar. Uitgebreide uittreksels maakte ik, voor een tientje per boek. Zo verdiende ik op de middelbare school wat bij.” Later, toen Harriet Freezer benaderd was om de dan nog onbekende Dahl met haar naam als vertaalster op de omslag wat op te krikken, vertaalde de dochter eerst gedeelten van de boeken van Dahl, maar daarna helemaal.
Vriesendorp: „Ik vond het leuk werk en ik deed het beter dan mijn moeder, want zij gooide er op een waanzinnige manier met de pet naar. Maar zij kreeg, als bekend schrijfster, meer uitbetaald voor vertaalwerk dan ik, dus lieten we het maar zo. Tot zij, twaalf jaar geleden, overleed. Toen ben ik onder mijn eigen naam gaan vertalen. Ik heb het grote geluk dat Dahl erg populair is en ik daardoor veel leenvergoeding krijg. Zo kan ik er aardig van leven.”
Huberte Vriesendorp heeft langzaam maar zeker een grote reputatie opgebouwd met haar geestige en originele vertalingen van – vooral – “moeilijke” kinderboeken. Alles van Roald Dahl, maar ook de drie boeken over de puber Adriaan Mole van Sue Townsend of, voor de kleintjes, die van het Beertje Paddington. Zij is nu bezig aan het ook weer met veel taaigrappen doorweven – vorig jaar bekroonde – ‘Het Rattenplan’ van Tor Seidler 5.

Roald Dahl is veruit haar favoriet, al vindt zij hem persoonlijk niet bijzonder aardig. „Het is een kribbige oude man, maar zijn boeken zijn prachtig. Dahl is echt jeugdliteratuur, Townsend niet. En Dahl is een moralist, daarom spreekt hij de Nederlander ook zo aan. Er is altijd wel dat opgeheven vingertje ergens. Maar vooral: hij staat achter degene die slecht wordt behandeld, of het nu een kind is of niet.”

Voetwratje
„In mijn lievelingsboek, ‘De GVR’ (De Grote Vriendelijke Reus), is Dahl bij voorbeeld moralistisch, in die zin dat hij laat zien dat het niet raar is dat reuzen mensen opeten, want mensen maken ook mensen af. Reuzen vernietigen niet eens hun eigen soort, mensen wel. Dahl draait altijd de dingen om, dat vind ik zo aardig bij hem. Zoals in ‘Matilde’, waar de vader tegen Matilde zegt als deze hem om een boek vraagt: wat moet je nu met een boek, wij hebben toch prima televisie? Dat is leuk.”
„Het gezonde bij Dahl is, dat hij altijd zorgt voor wraak. Er Wordt Wraak Genomen, en dat is goed. Het wraakprincipe is heel gezond. Het hoeft niet véél te zijn, als je maar niet niets hebt gedaan. Niets terug doen is slecht voor de mens, dat zijn de dingen die blijven knagen.”
Een lichte aanval van moralisme sloeg ook bij Huberte Vriesendorp toe, toen ze Dahls nieuwste, ‘Rijmsoep’, vertaalde:
„Daarin komt zijn Engelse kostschoolmentaliteit op seksueel gebied naar voren. Het zijn ondeugende versjes a la Benny Hill 6, een beetje onderbroekenlol. Dat vinden kinderen wel leuk. Ze zijn soms ook flauw, vind ik, maar dat mag. Alles mag. Maar ik heb eéén ding veranderd. Een gedichtje over een dominee op een kerkbazaar eindigt zo dat de oude vrijster die de grabbelton beheert, iets onder haar rok voelt. O, een muis, roept ze, maar het is de hand van de dominee. Dat vond ik iets te ver gaan, vooral omdat de hand er blijft zitten. Ik heb dat opgelost door er aan toe te voegen: „Sorry, zei de dominee, in de haast / grabbelde ik er even naast.” Dat vond ik wel een goede oplossing voor dit geval, hier was het evenwicht tussen leuk en vies even zoek. Het was iets teveel voor grote mensen.”

Verder zal Vriesendorp nooit iets toevoegen of ingrijpend veranderen, daarvoor heeft de vertaler, volgens haar, een te dienende functie. „Het moet zo zijn dat de vertaling onopgemerkt blijft. Zodra hij zich opdringt, in goede of slechte zin, is er iets mis.” Maar daarom blijft het nog wel moeilijk precies de juiste toon te vinden. Wat in het Engels heel gewoon klinkt, is in het Nederlands al snel te plechtstatig. Of te lollig.
„Eén keer iets met ‘onwijs gaaf’ vertalen, dat kan. Maar niet drie keer achter elkaar. Het is gemakkelijker om voor volwassenen te werken dan voor kinderen, want voor volwassenen vertaal je gewoon wat er staat. Voor kinderen moet het speelser, fantasievoller. Tenminste, bij de boeken die ik krijg. Het moet een natuurlijke, niet opgelegde taal zijn. Ook voor mij: het moet op een soepele manier uit mijn pen vloeien. Zo blijf je steeds scharrelen met woorden, steeds kijken hoe het klinkt.”


Huberte Vriesendorp, vertaalster van ‘moeilijke’ kinderboeken.
FOTO ROEL ROZENBURG


Voetwratje
„Over sommige woorden moet ik heel lang nadenken, zoals over de vertaling van ‘human-bean’, waarmee de mensenetende reuzen ons aanduiden. Dat duurt echt weken. Daarom is het heel belangrijk dat het een leuk boek is, anders doe je er al die moeite niet voor. De eerste Adriaan Mole bij voorbeeld was wel leuk, de tweede al een stuk minder en de derde heb ik echt tegen heug en meug vertaald.”
„Je moet genegenheid voor een boek hebben. Van vertalen wordt een boek toch al minder, er gaat altijd wat verloren want je kunt niet alles even adequaat vertalen. Je kan niet zeggen: deze grap is te moeilijk, laat ik daar dan maar een grap van maken. Veel woorden bij Dahl zijn ook al heel leuk in het Engels, hoor. Die heb ik alleen vernederlandst. Dus er wordt mij ook ten onrechte veel lof toegezwaaid! Maar verder maak ik veel woorden zelf, zoals ‘verrukkelijkeluk’ of ‘gruwlelijk’, dat zijn eigen vondsten. En je moet er voor Nederlandse kinderen herkenbare dingen in aan brengen. Dus als er, met een woordspeling, in een Engelse havenplaats haringen gegeten worden, dan laat ik die wel in de vertaling in Harlingen eten.”
„Vooral bij woordgrapjes moet je heel goed de dubbele bodems van een taal in de gaten hebben, weten waarnaar het verwijst. Soms kom ik daar te laat achter. In ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ komt een meisje voor dat ik, onvertaald, Veruca laat heten. Pas later ontdekte ik dat het woord ‘verruca’ bestaat, dat ‘voetwratje’ betekent. Als ik dat had geweten, had ik wel iets leukers van die naam gemaakt.”

Vreselijke taal
Het hindert kinderen waarschijnlijk niet echt, als iets slecht vertaald is, volgens Huberte Vriesendorp. „Ik verslond vroeger de boeken van Karl May, en die waren in een vreselijke taal gesteld, heel ouderwets en eéń groot germanisme. Maar juist op die verschrikkelijke, arrogante, rare formuleringen raakten wij zeer gesteld, juist die speelden we na.”
Slechte vertalingen zijn tot daar aan toe, als er maar gelezen wordt door kinderen. „Als je niet leest, gaat er een hele dimensie voor je verloren. De mogelijkheid te ontsnappen aan de wereld wordt wel door de televisie ingevuld. Lezen is méér. Het opent, zeker voor een kind, zoveel andere werelden. Je wordt op zoveel andere gedachten gebracht. Lezen leert je om op een andere manier tegen het leven, en zeker je eigen leven, aan te kijken.”

De speciale aandacht voor boeken in de kinderboekenweek vindt Vriesendorp een goede zaak. „Kinderen hebben meer geconcentreerde momenten nodig dan volwassenen, zij leven meer bij gelegenheden. Kerstmis, Sinterklaas: zij kunnen niet zonder. Dus richt die aandacht maar eens op lezen – lezen is toch ook een feest.”


[1]In: Trouw, 4 oktober 1990.
[2]Huberte Vriesendorp (* 1940) is een Nederlands vertaalster van met name kinderboeken; op haar naam staan meer dan 200 titels, waaronder zowat alle kinderboeken van Roald Dahl, de serie Dagboeken van Adrian Mole, geschreven door Sue Townsend (* 2 april 1946 , † 10 april 2014) en boekjes van het beertje Paddington van Michael Bond (voluit: Thomas Michael Bond, * 13 januari 1926 , † 27 juni 2017).
Tot het overlijden van haar moeder, Harriët Freezer (pseudoniem van Wilhelmina „Miep” Eybergen, * 6 november 1911 , † 25 december 1977), een Nederlandse prozaschrijfster, journaliste en feministe, verschenen de vertalingen van Vriesendorp van de boeken van Roald Dahl onder het pseudoniem van haar moeder, Harriët Freezer. Haar moeder werd voor de vertalingen, als bekend schrijfster, beter betaald.
[3]Roald Dahl (* 13 september 1916 , † 23 november 1990) was een Brits schrijver, die boeken voor zowel kinderen als volwassenen schreef. Bekende kinderboeken van zijn hand zijn o.a.: „The Gremlins”, „James and the Giant Peach”, „Charlie and the Chocolate Factory”, „Fantastic Mr Fox”, „Charlie and the Great Glass Elevator”, „The Enormous Crocodile”, „The BFG”, „Matilda” en „The Minpins”. Van zijn boeken voor volwassenen zijn „Sometime Never: A Fable for Supermen” en „My Uncle Oswald” te noemen.
In 2023 had het gezeur van de „woke” terreur succes, want de uitgever, Puffin Books, bracht honderden wijzigingen in de teksten van Dahl aan, door enerzijds beschrijvingen van het fysieke uiterlijk van personages „minder aanstootgevend” te maken en anderzijds nuancerende commentaren toe te voegen ter vrijwaring van de vermeende tere kinderziel. Zo zijn aanduidingen van kinderen als „dik” en „lelijk” geschrapt en vervangen door andere, politiek correcte, „genderneutrale” bewoordingen.
[4]Harriët Freezer (pseudoniem van Wilhelmina „Miep” Eybergen, * 6 november 1911 , † 25 december 1977) was een Nederlandse prozaschrijfster, journaliste en feministe.
[5]Tor Seidler (* 1952) is een Amerikaans kinderboekenschrijver. In de meeste van zijn boeken spelen antropomorfe dieren de hoofdrol. Bekende boeken van hem zijn: „The Dulcimer Boy”, „Terpin”, „A Rat”s Tale”, „The Tar Pit”, „Take a Good Look”, „The Wainscott Weasel”, „Mean Margaret”, „The Silent Spinbills” en „The Revenge of Randal Reese-Rat”.
[6]Benny Hill (voluit: Alfred Hawthorn Hill, * 21 januari 1924 , † voor 20 april 1992) was een Engels komiek, acteur en zanger. Hij was vooral bekend van zijn televisieprogramma The Benny Hill Show, dat tussen 1989 werd uitgezonden. Het programma werd in de loop der jaren verkocht aan meer dan 140 landen en kende een grote populariteit.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website