Indianen zijn ook mensen

Jeroen Vogtschmidt vraagt met boek en expositie aandacht voor hun problemen


anoniem 1


Twintig olieverfschilderijen en pastelinkten met portretten van indrukwekkende indianenpersoonlijkheden hangen tot 13 september te kijk in de Jester Art Gallery in de Amsterdamse Leidsestraat 57. Het zijn werkstukken van de 22-jarige Jeroen Vogtschmidt 2, die vanaf zijn kleuterjaren is gefascineerd door de volken die wij gemakshalve van het etiket ‘indianen’ voorzien.

„Uit tekeningen die mijn ouders uit mijn kleuterjaren hebben bewaard blijkt dat ik toen al indianenfiguurtjes tekende. Mijn moeder herinnert zich dat ik met plastic indiaantjes en cowboys speelde en dan altijd de indianen liet winnen. Zodra ik kon lezen waren bij mij stripboeken over indianen en boeken van Karl May favoriet. Op Karl May ben ik gauw afgeknapt. Die boeken staan zo ver van de werkelijkheid. Maar ze kunnen evenals stripboeken wel helpen om je in de achtergrond van indianen te gaan verdiepen.”
Jeroen Vogtschmidt heeft dat gedaan. „Ik wilde er meer over weten, maar in de Nederlandse taal is er vrijwel niets over indianen te vinden. Je komt voor gedegen informatie altijd terecht bij Engelse, Duitse en Zweedse uitgaven. Ik kocht die boeken van mijn zakgeld of vroeg ze op mijn verjaardag toen ik de Engelse taal nog niet eens machtig was. Met behulp van een woordenboek probeerde ik de tekst te begrijpen.” Hoe zijn ouders tegen zijn belangstelling aankijken? „Ze hebben me nooit tegengewerkt. We hebben er heel veel met elkaar over gepraat. Nu het allemaal echt serieus is geworden staan ze er nog meer achter.”

Black Hawk
Dat serieuze heeft geresulteerd in de prachtige olieverfschilderijen en pentekeningen die Jeroen maakt in zijn ateliertje in het Noordhollandse Opperdoes. Hij laat zich daarbij inspireren door oude foto’s en andere afbeeldingen. Zo hangt op de expositie Black Hawk 3, een legendarische leider van de indianen in het gebied van de Mississippi. De oude Assiniborne-krijger van de Stoney-indianen; de bejaarde indianenvrouw; Sitting Bull 4, een geestelijk leider van de Hunkpapa Lakota’s en het ontroerende portret van een Navago-jongen hangen naast krijgshaftige indianen en Mosu 5, aangeprezen als ‘de schoonheid van de woestijn’. Jeroen heeft het niet bij schilderen en tekenen gelaten. De afgelopen week is ook zijn boek ‘Volk van de Paga Sapa’ (de heilige zwarte bergen) uitgekomen. Daarin vertelt hij tot in de kleinste details over het leven van de Teton Sioux of Lakotaindianen in Zuid-Dakota, een indianenvolk dat volgens de jongste ramingen 60 000 mensen omvat. Als je degenen die de reservaten voor de stad hebben verwisseld er bij telt kom je op een aantal van 100 000. Jeroen: „Ik heb tien jaar aan dit boek gewerkt. De basis ervoor is gelegd tijdens mijn middelbareschooljaren. Toen heb ik enige scripties over dit onderwerp geschreven. Het is een enorme klus geweest. Eerst heb ik het manuscript met de hand geschreven. Daarna heb ik het uitgetikt op een oude schrijfmachine en het van pentekeningen voorzien. Ik heb tal van uitgevers benaderd, maar ze hadden allemaal een andere smoes om het manuscript terug te sturen, hoewel ze er bijzonder lovend over deden. Maar het paste niet in hun fonds! Anderen kwamen er eerlijk voor uit dat, hoewel ze het „een indrukwekkend geheel vonden”, ze bang waren dat er geen markt voor zou zijn. Ik neem hen niets kwalijk. Maar ik heb me er niet bij neergelegd. Ik ben een doordouwer. Als geen uitgever er aan wilde beginnen zou ik het in eigen beheer uitgeven. Mijn vader heeft me er reuze bij geholpen. Hij heeft met name het omslag ontworpen.”

Keuring
Het boek, dat 35 gulden kost, is tijdens de expositie te koop. Het is een informatief geheel geworden, waarmee Jeroen de uitgevers die niet thuis gaven, met gepaste trots om de oren kan slaan. Eerste-Kamerlid Bas de Gaay Fortman 6 heeft als voorzitter van de stichting voor indiaanse cultuur Musiro 7 het voorwoord geleverd. Hij roemt daarin het feit dat Jeroen een boek heeft geschreven dat zich onderscheidt van de ‘roodhuidenlectuur’ die doorgaans op de markt komt. Voordat hij zich eraan waagde liet hij Jeroens manuscript keuren door deskundigen op de Rijksuniversiteit in Leiden. Dat pakte goed uit. Dr. M. Jansen 8 van de afdeling archeologie en cultuurgeschiedenis van Indiaans Amerika concludeerde dat het boek „een waardevolle bijdrage is aan de in Nederland bestaande literatuur over indianen en zich kenmerkt door diepgang, documentatie en engagement”.
Jeroen: „Een betere aanbeveling had ik niet kunnen krijgen. Natuurlijk ben ik er heel blij mee, ook met deze tentoonstelling in het hart van Amsterdam. Over belangstelling heb ik niet te klagen. Er zijn ook veel afnemers van mijn boek, waarvan ik duizend exemplaren heb laten drukken. Het zit erin dat er een tweede druk komt. Rijk zal ik er niet van worden. Ik hoop de kosten er uit te krijgen. Dat geld ga ik gebruiken voor een nieuw boek. Dat zal gaan over de Apache-volken in Nieuw Mexico. Eind dit jaar ga ik er voor lange tijd naar toe om ter plekke materiaal te verzamelen.”
Zijn informatie heeft Jeroen tot dusver verkregen door uitgebreide correspondentie en gesprekken met indianen die in Nederland op bezoek kwamen. „Die contacten zijn tien jaar geleden gelegd tijdens het Russell-Tribunaal 9 in Rotterdam. Als jongen van twaalf ben ik daar op afgestapt met mijn oom Paul, die ik had weten te strikken om als mijn tolk te fungeren. Ik geloof dat die indianen zo’n Nederlands jongetje dat zich in hun problemen wilde verdiepen wel grappig vonden.”


Jeroen Vogtschmidt: ‘Officiële Nederlandse instanties houden hun mond.’
FOTO JAN VAN VEEN


Weinig rooskleurig
Het valt op dat tijdens ons gesprek vooral veel jongeren de expositieruimte binnenstappen. Jeroen: „Er ontstaan diepgaande gesprekken. Van de jongeren moeten de indianen het hebben om te komen tot een mentaliteitsverandering. De toekomst ziet er voor de Indianenvolken weinig rooskleurig uit. Hun situatie is uitzichtloos. In Latijns- Amerikaanse landen worden jaarlijks nog duizenden indianen vermoord. In de VS en Canada worden ze ook schandalig behandeld. De achtergrond daarvan is angst en zucht naar macht. De gronden waarop zij wonen en die vaak rijk zijn aan bodemschatten, zijn hun afgenomen. In moeizame processen proberen ze hun recht te halen, maar in het gunstigste geval worden ze afgescheept met een financiële vergoeding die in geen verhouding staat tot de waarde. Ik kan me daar reuze over opwinden, maar in mijn eentje kan ik de wereld ook niet verbeteren. Wat ik met mijn boek en tentoonstelling doe is proberen de problematiek van de indianen onder de aandacht van zoveel mogelijk mensen te brengen. In Amerika worden ze doodgezwegen. Officiële Nederlandse instanties houden ook hun mond omdat ze grote belangen hebben in Amerika. Dat is wrang als je ziet hoe snel Amerika nu Koeweit te hulp snelt. Dat hebben ze ook niet gedaan toen Irak een bloedbad aanrichtte onder de Koerden. Maar er staan nu andere belangen op het spel: de olie.”

Levenswijsheid
Jeroen gaf zijn boek als motto een uitspraak van Antoine de Saint Exupéry 10 mee, dat wat echt belangrijk is in het leven met het blote oog niet valt waar te nemen. „Dat zou een uitspraak van een indiaan kunnen zijn, die mij erg aanspreekt. Indianen hebben als alle natuurvolken een levenswijsheid die wij in het westen zijn kwijtgeraakt. Neem het gezegde van de Lakota’s, dat je eerst twee weken in iemands moccasins (schoenen) moet hebben gelopen voordat je een oordeel over de persoon in kwestie kan geven. Ik ben geen indiaan, maar ik wil de mensen ervan doordringen dat indianen ook mensen zijn. Mensen met goede en slechte eigenschappen, maar niemand heeft het recht hen als verschoppelingen te behandelen.”

Het moment nadert waarop het vijf eeuwen is geleden dat met de komst van Columbus alle narigheid begon. De indianenvolken hebben de herdenkingsdatum – 12 oktober 1992 – bij voorbaat al uitgeroepen tot nationale rouwdag.


  [1]In: Trouw, 27 augustus 1990.
  [2]Jeroen Vogtschmidt (* 1967) is een Nederlands kunstenaar en indianenkenner. Zijn eerste boek, „Volk van de Paha Sapa” (1990) is een standaardwerk in de Nederlandse taal over de Lakota. Andere beende boeken van zijn hand zijn o.a. „N’de, het volk van Ussen. Het ware verhaal van de legendarische Chiricahua Apaches” en „Visions of the buffalo people. De Plains indianen van Noord Amerika”.
  [3]Mahkatêwe-meshi-kêhkêhkwa of Ma-ka-tai-me-she-kia-kiak (letterlijk: Wees een grote zwarte havik, door de „bleekgezichten” verkort tot Black Hawk, * 1767 , † 3 oktober 1838) was een leider van de Sauk in wat nu de Midwest van de Verenigde Staten is. In de oorlog tussen Engeland en de Verenigde Staten van 1812 koos hij de kant van Engelsen, omdat die zijn volk zeggenschap over hun eigen land beloofden, maar helaas verloren de Engelsen de oorlog. Later leidde hij een groep Sauk- en Fox-krijgers – die bekend stond als the British Band – tegen blanke kolonisten in de huidige staten Illinois en Wisconsin, de zogeheten Black Hawk War (1832). Na de oorlog werd hij gevangen genomen en als een bezienswaardigheid door diverse Amerikaanse steden gepoerd. Tijdens zijn gevangenschap beschreef hij zijn leven aan een tolk, die er het boek „Autobiography of Ma-Ka-Tai-Me-She-Kia-Kiak, or Black Hawk, Embracing the Traditions of his Nation...” van maakte, de eerste Engelstalige autobiografie van een indiaan.
  [4]Tȟatȟáŋka Íyotake („De stier die gaat zitten”, in het Engels niet geheel correct vertaald als Sitting Bull, * ± 1831 , † 15 december 1890) was het opperhoofd van de Hunkpapa-Lakota-Sioux die vooral bekendheid verwierf door zijn jarenlange verzet tegen de genocide op het indiaanse volk door de Amerikanen.
  [5]Mosu was een (mij) onbekende indiaanse schoonheid.
  [6]Bas de Gaay Fortman (voluit: Bastiaan de Gaay Fortman, * 6 november 1937) is een Nederlandse politicus en wetenschapper. Hij was een van de progressieve leden van de ARP (Anti-Revolutionaire Partij) die in 1968 overstapte naar de nieuw partij PPR (Politieke Partij Radikalen, in 1991 opgegaan in GroenLinks). Namens deze partij zat hij van 1971 tot 1977 in de Tweede Kamer en van 1977 tot 1991 in de Eerste Kamer. Na zijn vertrek uit de Tweede Kamer bekleedde De Gaay Fortman een groot aantal bestuursfuncties en hoogleraarschappen, met name op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking en op kerkelijk gebied.
  [7]Musiro (voluit: Musiro, Fundación para la cultura de los indígenas de las Américas) is een Nederlandse stichting voor indiaanse culturen.
  [8]Maarten Jansen (voluit: Prof. Dr. Maarten Evert Reinoud Gerard Nicolaas Jansen, * 4 oktober 1952) is emeritus hoogleraar in de Meso-Amerikaanse archeologie aan de Rijksuniversiteit Leiden.
  [9]Het (vierde) Russell-tribunaal, dat in november 1980 in Rotterdam werd gehouden, ging over de rechten van de indianen in Noord- en Zuid-Amerika. Deze serie tribunalen was nl. ooit opgericht op initiatief van de Britse humanistische filosoof Bertrand Russell (voluit: Bertrand Arthur William Russell, * 18 mei 1872 , † 2 februari 1970) en de Franse marxistische filosoof Jean-Paul Sartre (voluit: Jean-Paul Charles Aymard Sartre, * 21 juni 1905 , † 15 april 1980), met als doel om de Amerikaanse buitenlandse politiek en militaire interventie in Vietnam te onderzoeken en evalueren; latere Russell-tribunalen gingen over andere onderwerpen.
[10]Antoine de Saint-Exupéry (voluit: Antoine Marie Jean-Baptiste Roger de Saint-Exupéry, * 29 juni 1900 , † 31 juli 1944) was een Franse piloot en schrijver die in 1944 om het leven kwam bij een militaire actie boven de Middellandse Zee. Beroemd werd hij met het boekje „Le Petit Prince”, waarvan 80 miljoen exemplaren in vele talen verspreid werden.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website