Sarah Winchester, erfgename van een bloederig wapenfortuin bouwde 40 jaar noest aan:

EEN HUIS BOORDEVOL INDIAANSE GEESTEN


Berry Zand Scholten 1


SAN JOSÉ (Californië), zaterdag
HET vreemdste monument ter wereld, gebouwd op de angsten en obsessies van een vrouw”, vermelden de folders. „Sarah Winchester’s Mystery House” staat op een schitterende locatie in San José, de derde stad van de Amerikaanse staat Californië.




■ Een overzicht van wat zeker een van de vreemdste huizen van de wereld mag worden genoemd.

Een gebouw met maar liefst honderdzestig kamers, bedacht en geconstrueerd naar het ongeluksgetal 13; dertien koepels, trappen met dertien treden, dertien badkamers met dertien ramen, kandelaars met dertien kaarsen in het hart van deze architectonische wirwar, een woonkamer, waarin niemand behalve de eigenares, een voet mocht zetten. Het zal toch gebeuren dat je erfgename bent van het Winchester-fortuin en dat een of andere waarzegster je voorhoudt: „Jij draagt de schuld van alle doden in de Amerikaanse burgeroorlog en van alle vermoorde Indianen.”


■ Sarah Winchester begon in 1856 aan haar „opdracht.”

Bouwen

„Jij kunt slechts in leven blijven door een huis te bouwen volgens de richtlijnen van de spiritistische mystiek en je zult blijven leven, zolang er aan dat huis gewerkt wordt.”

En zo gebeurde het in 1884 in San José: Sarah Winchester 2 begon aan haar „opdracht” en zette een zette een heel leger van metselaars, timmerlieden, loodgieters, behangers en schilders aan het werk. Constant, vierentwintig uur per dag. En als ze niet meer wist hoe het verder moest, dan trok ze zich terug in haar „sanctuary”, haar spiritistische heiligdom, riep de geesten van de overleden soldaten en Indianen op, kreeg vervolgens zelf „de geest weer” en het onverdroten verder bouwen aan haar schitterende, bizarre landhuis in Victoriaanse stijl.

Maar ja, de ronddolende Winnetous, Sitting Bulls 3 en Cochises 4 hadden, waarschijnlijk net zo min als de generaals Grant 5, Custer 6 en Crook 7 architectuur gestudeerd en Sarah Winchester ontving dus nogal wat vreemdsoortige „adviezen” als ze in trance was. Zo kwamen er dertien cementblokken in de kolossale hal, dertien blauwe en amberkleurige edelstenen in glas-in-lood-ramen, dertien hoeken in haar séance-kamer en liet ze haar testament opmaken in dertien hoofdstukken, die ze dertien maal signeerde.


Stapelgek

De timmerlieden en metselaars werden natuurlijk stapelgek van de zonderlinge tante, want ze kregen opdracht om kamertjes te bouwen van twee tot honderd vierkante meters, trappen aan te leggen die nergens naar leidden en die uitkwamen tegen het plafond, om deuren te installeren die toegang gaven tot ... een blinde muur!
Maar móói dat het werd in die bouwperiode van achtendertig jaar! Kosten noch moeite werden gespaard, want Sarah ontving het lieve uitkerinkje van duizend dollar per dag, en bovendien kon ze beschikken over de erfenis van ruim twintig miljoen dollar. En daarvoor wilde een timmermannetje wel opdraven in 1884. Op het gigantische terrein werden bovendien prachtige tuinen aangelegd, compleet met vijvers en fonteinen.
De kostbaarste houtsoorten werden gebruikt voor de bouw, van Peruviaanse peperbomen tot Engels notehout. Marmer verscheen in alle kleuren. Tiffany’s 8 vervaardigde de mooiste en duurste glas-in-lood-vensterramen. Kamertje klaar? Hoppa, weer een nieuwe er tegenaan gebouwd. Zaaltje af? De volgende dan maar. Zo ontstond er een gigantisch doolhof van trapjes, gangetjes, zaaltjes, badkamers, logeerkamers, zitkamers, wc’s en keukens. Honderdzestig in totaal. Wie er in rondloopt, waant zich in een tekening van M. C. Esscher 9, de perspectivische tovenaar.

Uitvindingen

Krankzinnig, die Sarah Winchester? Misschien, maar aan de andere kant ook geniaal. Want ondanks haar meer dan riante erfenis, wist ze haar fortuin nog drastisch te vergroten door aardige uitvindingen als het wasbord-in-het-keuken-aanrecht etc., waarop ze een kapitaal aan patentrecht toucheerde.
Echt gelukkig was ze natuurlijk niet. Ze was getrouwd geweest met William Wirt Winchester, die in 1881 aan tuberculose overleed. Maar haar grootste verdriet had ze, toen haar dochtertje Annie een maand na haar geboorte aan uitdroging en ondervoeding (de baby kon geen voedsel binnenhouden) stierf 10.
En als, na zoveel leed, een goede vriendin vanuit de somnambule roept „dat de geesten van duizenden overleden Indianen en soldaten om je heen dwalen”, dan ben je wellicht eerder bereid om een paar mystieke en financiële offers te brengen...


■ Op deze foto is duidelijk te zien hoe vreemd er gewerkt is. Tientallen torentjes op rij.


Old Shatterhand

Want een schuldgevoel viel Sarah natuurlijk niet zo moeilijk aan te praten. In 1860 werd in de wapenfabriek Winchester de legendarische „Henry-buks” van Karl Mays „Old Shatterhand” verbeterd en gefabriceerd. Geweermaker B. Tyler Henry 11 kwam pas echt uit de technische problematiek van zijn repeteergeweer, toen Oliver Winchester 12 zich ermee ging bemoeien, en de kogels vlogen in groten getale uit de buksen over heel Amerika heen. In 1866 produceerde Winchester een voor die tijd uiterst betrouwbaar geweer. Maar het échte werk kwam in 1873 uit de fabriek: toen vervaardigde Winchester een superieur wapen, dat de geschiedenis zou ingaan als „the gun that won the West”, het geweer dat het wilde westen veroverde.


■ Tiffany’s vervaardigde de mooiste en duurste glas-in-lood-vensterramen.

Duizenden soldaten sneuvelden in de burgeroorlog, tussen 1861 en 1865, door deze Winchester-wapens. Toen na die burgeroorlog de „blanke man” pas echt werk ging maken van het „westen van Amerika”, vertrokken dank zij de Winchester-rifles tienduizenden Indianen naar de eeuwige jachtvelden.

Ze sneuvelden in Little Big Horn en bij Wounded Knee, bij Powder River en in de Black Hills. Bovendien konden de blanken dank zij de efficiënte Winchester-wapens vrijwel alle bizons uitroeien, daarmee de Indianen van hun belangrijkste voedselbron berovend.

„The gun that won the west”... Sarah werd er stapelgek van. Ze liep permanent gesluierd door haar Victoriaanse „mansion” en toen, tijdens de aardbeving van 1906, waarbij half San Francisco vernietigd werd, een toren van het huis op haar slaapvertrek viel en Sarah desondanks gespaard bleef, toen stond voor haar helemaal vast: „Ik moet blijven bouwen om in leven te blijven!” 13 En ze bouwde door, tot haar dood in 1922, toen ze, in haar eigen mystieke huis, op 82-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleed.

Het Sarah Winchester House is nu een „Historical Landmark of California”. Het bevat een unieke collectie antieke wapens, en honderdtien van de honderdzestig vertrekken zijn thans geopend voor het publiek.

Na Sarahs dood zijn de vertrekken leeggeroofd, maar gelukkig zijn vele zalen en kamers inmiddels weer van passend antiek meubilair voorzien.




  [1]In: De Telegraaf, 3 maart 1990.
  [2]Sarah Winchester (voluit: Sarah Lockwood Winchester, geb. Pardee, * 1839 , † 5 september 1922) was de vrouw van de Amerikaanse wapenfabrikant William Wirt Winchester (* 2 juni 1837 , † 7 maart 1881), die na de dood van haar man 20 miljoen dollar (hetgeen in 2021 neerkwam op $ 561.600.000) plus 50% van de aandelen in de Winchester Repeating Arms Company erfde, hetgeen haar op dat moment een van de rijkste vrouwen ter wereld maakte.
  [3]Tȟatȟáŋka Íyotake („De stier die gaat zitten”, in het Engels niet geheel correct vertaald als Sitting Bull, * ± 1831 , † 15 december 1890) was het opperhoofd van de Hunkpapa-Lakota-Sioux die vooral bekendheid verwierf door zijn jarenlange verzet tegen de genocide op het indiaanse volk door de Amerikanen.
  [4]K’uu-ch’ish (Eik, in het Engels verbasterd tot Cochise, * ± 1805 , 8 juni 1874) was de aanvoerder van de Chihuicahui, een onderafdeling van de Chiricahua Apaches. Een van de leiders van een van de laatste grote opstanden van de Apaches (1861-1872) tegen de dreigende vernietiging door de „bleekgezichten”. Na zijn dood (waarschijnlijk aan maagkanker) werd hij begraven in een rotsspleet boven een van zijn favoriete pleisterplaatsen in de Dragoon Mountains in Arizona; alleen zijn eigen volk en Tom Jeffords wisten de exacte locatie, maar namen dit geheim mee in hun graf.
  [5]Ulysses S. Grant (voluit: Ulysses Simpson Grant, * 27 april 1822 , † 23 juli 1885) was een generaal en opperbevelhebber van de Noordelijke strijdkrachten in de Amerikaanse burgeroorlog en van 1869 tot 1877 de 18de president van de Verenigde Staten namens de Republikeinse Partij.
  [6]George Custer (voluit: George Armstrong Custer, * 5 december 1839 , † 25 juni 1876) was een generaal-majoor in de US Army en onverzoenlijke indianenmoordenaar die in de slag bij Little Bighorn uiteindelijk zijn verdiende loon kreeg. In Villa „Bärenfett” in Radebeul is de voorstelling van deze slag vanuit blank én indiaans perspectief te zien.
  [7]George Crook (* 8 september 1828 , † 21 maart 1890) was een genaraal in de US Army, die zich in de Amerikaanse Burgeroorlog wist te onderscheiden, maar ook een grote rol speelde tijdens de genocide op de indianen. Vanaf mei 1871 was hij commandant van het Amerikaanse leger in Arizona, waar hij verantwoordelijk was voor het vredesverdrag met K’uu-ch’ish (Eik, in het Engels verbasterd tot Cochise, * ± 1805 , 8 juni 1874) in 1872. Daarna zette hij zich in voor een menselijke behandeling van de indianen, wat hem veel sympathie opleverde; van het Lakota-opperhoofd Maȟpíya Lúta (Red Cloud, * 1822 , † 10 december 1909) zijn de woorden: „Crook heeft ons nooit belogen; zijn woorden gaven de mensen hoop.”. In 1875 werd hij naar het noorden overgeplaatst en werd legercommandant van het district Platte, met zetel in Omaha. Na de nederlaag van de Yankees bij Little Bighorn op 25 juni 1876 was hij in de winter van 1876/1877 actief betrokken bij de vervolging en onderwerping van vijandelijke indianen, hetgeen op 25 november 1876 culmineerde in een overwinning bij de Red Fork van de Powder River in Wyoming op de Noordelijke Tsėhésenėstsestȯtse – ook wel Tsisinstsistots gespeld en in andere talen verbasterd tot Cheyenne – onder hun opperhoofd Vóóhéhéve (Morning Star, * 1810 , † 1883; bekender is hij geworden onder de naam die de Lakȟótiyapi (Lakota Sioux) hem gaven: Tȟamílapȟéšni (hetgeen de Engelsen hebben vertaald als Dull Knife).
  [8]Tiffany & Co. (meestal kortweg Tiffany’s genoemd) werd in 1837 opgericht door juwelier Charles Lewis Tiffany (15 februari 1812 , † 18 februari 1902) en werd aan het begin van de 20e eeuw beroemd onder de artistieke leiding van zijn zoon Louis Comfort Tiffany (18 februari 1848 , † 17 januari 1933). Het hoofdkwartier van de firma voor juwelen en designspullen is gevestigd op 200 Fifth Avenue in New York, maar daarnaast heeft de firma wereldwijd nog 325 andere winkels, waar juwelen, zilverwerk, horloges, porselein, kristal, glas-in-lood, kantoorbenodigdheden, parfum, persoonlijke accessoires en leer worden verkocht.
  [9]M. C. Escher (voluit: Maurits Cornelis Escher, roepnaam Mauk, * 17 juni 1898 , † 27 maart 1972) was een Nederlandse kunstenaar, die bekend is geworden door zijn houtsneden, houtgravures en lithografieën, waarin hij vaak speelde met wiskundige principes. Zijn gravures verbeelden vaak onmogelijke constructies, studies van oneindigheid en in elkaar passende meetkundige patronen (vlakverdelingen) die geleidelijk in volstrekt verschillende vormen veranderen.
[10]Annie Winchester (voluit Annie Pardee Winchester, * 15 juni 1866 , † 25 juli 1866) was het op zeer jonge leeftijd aan marasmus overleden dochtertje van William Wirt Winchester en Sarah Lockwood Winchester-Pardee.
[11]Benjamin Tyler Henry (* 22 maart 1821 , † 8 juni 1898) was een Amerikaans geweermaker en uitvinder van het Henrygeweer, het eerste hefboomrepeteergeweer met 15 (!) schoten.
[12]De Winchester Repeating Arms Company ontwikkelde en produceerde sinds 1860 onder leiding van Oliver Winchester (voluit: Oliver Fisher Winchester, * 30 november 1810 , † 11 december 1880) – de schoonvader van de in dit artikel genoemde Sarah Winchester – geweren in de Verenigde Staten. De eerste paar jaar werden ze geproduceerd onder de naam Henry Rifle, maar vanaf 1866 als het bekende merk Winchester. In de volksmond staat Winchester bekend als het hefboomrepeteergeweer bij uitstek, maar de firma ontwikkelde ook andere typen geweren. Vanaf 1981 heette de firma U.S. Repeating Arms Company; deze werd al in 1989 overgenomen door de Belgische Herstal Group tot de productie bij de U.S. Repeating Arms Company volledig stil kwam te liggen.
[13]Volgens Wikipedia staat niet eens vast of Sarah Winchester op het moment van de aardbeving überhaupt in dit huis was: ze had er namelijk meer. Na haar dood werd het huis vrijwel onmiddellijk aangekocht door een investeringsmaatschappij, die het nog geen vijf maanden na Sarahs overlijden openstelde voor publiek. Als eerste beheerders van het complex werd het echtpaar John en Mayme Brown aangesteld, dat veel heeft bijgedragen aan de legendevorming rondom het huis en het ontstaan ervan. In werkelijkheid zou Sarah zich na de aardbeving nauwelijks nog om het huis bekommerd hebben en zouden veel van de anomalieën terug te voeren zijn op het niet verder bouwen na de aardbeving.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website