De ondergang van Karl May

„Ich bin wirklich Old Shatterhand”


Paula van de Riet 1

Vijfenzeventig jaar geleden stierf Karl May aan een gebroken hart. Veel liever had hij een pijl in de rug gekregen, afgevuurd door een van die dappere krijgers uit zijn boeken over Old Shatterhand en Winnetou.
May had zich zo vereenzelvigd met de figuren die hij had geschapen, dat hij op het laatst geloofde hun avonturen zelf te hebben meegemaakt. Toen de roddelpers op het hoogtepunt van zijn roem onthulde dat hij in werkelijkheid nog nooit in het Wilde Westen was geweest, tuimelde Duitslands eerste bestseller-auteur van zijn voetstuk.
De kranten pakten breed uit. May bleek als jongeman acht jaar in de gevangenis te hebben doorgebracht voor feiten die hem vandaag de dag niet meer dan een boete zou hebben opgeleverd. In de negentiende eeuw lagen de zaken echter heel anders. In één klap was May zijn status van superster kwijt. Men vond hem een charlatan, vooral nadat een krant meldde dat hij zijn boeken in de gevangenis had geschreven.
De wanhopige schrijver probeerde met allerlei processen zijn ondergang te voorkomen. De rechtzaak tegen de Frankfurter Zeiting, een krant die het wel heel bont gemaakt had, duurde zelfs tien jaar. Het haalde allemaal niets uit. May was afgedankt. Hij maakte nog wel verschillende reizen naar het Midden- en Verre Oosten en naar Noord-Amerika, waar hij ontmoetingen had met Indianen. Het mocht niet baten. Tenslotte stierf hij als een gebroken man aan een hartaanval.



• Karl May: een gebroken man.

May heeft generaties lang miljoenen lezers weten te boeien met zijn avonturenromans. Vooral de avonturen van het edele Apachenopperhoofd Winnetou en zijn al even hoogstaande blanke vriend Old Shatterhand spraken aan. Eén ding was opvallend: gedood werd er nauwelijks.
Iets minder populair waren de avonturen van een andere held, Kara Ben Nemsi, die in het Midden-Oosten plaatsvonden. Maar ook dit waren verhalen over Echte Mannen, Edele Wilden en Gemene Schurken.
May mocht dan nooit buiten Europa geweest toen hij aan zijn verhalen begon, de land-, volken- en taalkundige beschrijvingen waren exact. De informatie haalde hij uit zijn persoonlijke bibliotheek van meer dan 3000 werken. Ondanks de gebrekkige gegevens die May over de Indianen had voelde hij hun problemen goed aan, zo bleek later. De uit het vroegere Duitse Saksen (nu deel van de DDR) afkomstige schrijver bezat de gave landen te „doorgronden” en de sfeer ter plaatse weer te geven zonder er zelf ooit geweest te zijn. Zijn fantasie ging echter met hem op de loop. „Ich bin wirklich Old Shatterhand,” pochte May. Zijn riante huis doopte hij Villa Shatterhand. Hij liet zich fotograferen in zowel een ‘Old Shatterhand’ als een ‘Kara Ben Nemsi’ uitdossing. Er waren maar weinig lezers die hem niet geloofden.

Talenknobbel

Zijn talenknobbel leek aan het bovennatuurlijke te grenzen: „lch spreche und schreibe: Französisch, englisch, italienisch, spanisch, griechisch, lateinisch, hebräisch, rumänisch, arabisch (6 Dialekte), persisch, kurdisch (2 Dialekte), chinesisch (6 Dialekte), malayisch, Namaqua, einige Sunda-Idiome, Suaheli, hHindustanisch, türkisch, und die Indianersprache der Sioux, Apatschen, Komantschen, Snakes, Uthas, Kiowas, nebst dem Ketschumany 3 sudamerikanische Dialekte. Lappländisch will ich nicht mitzählen...,” deelde hij fantasierijk mee. 2
De schrijver kon na zijn dood rekenen op de niet aflatende belangstelling van psycho-analysten, sociologen en literatuurwetenschappers. Psychologen zagen in hem een gespleten persoonlijkheid die de moeite waard bleek te bestuderen. Sociologen vonden in zijn boeken een nauwkeurige beschrijving van verschillende negentiende-eeuwse samenlevingen. In de Bondsrepubliek studeert nog steeds elk jaar wel iemand af op Kart May.
May schreef aan h eind van zijn leven een auto-biografie. Wie dacht daarin de schrijver werkelijk te leren kennen, komt bedrogen uit. Ook over zijn eigen leven bleef hij fantaseren. Karl May-onderzoekers hebben er dan ook een heerlijke kluif aan via de symbolische en auto-biografische elementen in zijn werk toch achter zijn ware levensverhaal te komen.

Fanclub

Posthhuum kreeg de veelschrijver een heuse fanclub. De in 1969 opgerichte Karl May Gesellschaft wil het werk en de herinnering aan de schrijver in ere houden. Men doet „diepgaand onderzoek naar Mays leven en werk”. Daarover geeft de „Gesellschaft” boeken, tijdschriften en jaarboeken uit.
Ook in Nederland leeft de herinnering aan de schrijver. Gewezen jeugdbibliothekaresse Ines Stassen 3 heeft meer dan 200 boeken van en over Karl May op de plank staan en is al een jaar of vijf lid van de Duitse vereniging. In opdracht van de Nederlandse Bibliotheek Literatuur Centrum schreef zij een informatief boekje over haar lievelingsschrijver. Over dit onderwerp raakt zij voorlopig niet uitgepraat of geschreven.
„Karl May moet je eigenlijk twee keer lezen, een keer als kind, en een keer als volwassene. De eerste keer vind je het spannende verhalen, de tweede keer zie je veel meer wat de schrijver erin heeft willen leggen,” klinkt het. „Ik zal een voorbeeld geven: Karl May heeft zijn boeken geschreven in een tijd dat men dacht dat de Indianen aan het uitsterven waren. Hij had de hoop dat ze zich zouden verenigen. Zijn ideeal daarvoor beschrijft hij prachtig in het laatste boek van Winnetou. Nou, het gaat nog steeds niet erg goed met de Indianen, maar ze hebben zich wel meer verenigd en ze zijn er nog steeds. Hun cultuur leeft nog enigszins voort. Dat had Karl May goed gedaan.”
„Hij schreef eigenlijk maar een paar kinderboeken. Daarin heeft hij het sprookjeselement heel duidelijk naar voren laten komen. Hij heeft het in de kinderboeken altijd óver Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi, hij schrijft niet in de ik-vorm. In de klassieke reisverhalen doet hij dat wel. Verder heeft hij later surrealistisch en symbolisch werk van een hoog peil geproduceerd.”



• „Ich bin wirklich Old Shatterhand.”

Mevrouw Stassen kan, als een ware bibliothekaresse, lang uitweiden over de verschillende uitgaves van Karl May. „Wat wij nu te lezen krijgen zijn bewerkingen. Soms uit de tweede of derde hand, en die worden dan nog eens een keer vertaald. Allerlei mensen hebben gemeend er iets aan te moeten veranderen: zijn vrouw, zijn uitgevers.” Zij kan er kwaad om worden. „Er zou een wet moeten komen om schrijvers te beschermen tegen hun nabestaanden. Je gaat toch ook niet in Couperus 4 zitten strepen omdat je het niet eens bent met zijn schrijfstijl of zijn esthetische ideëen?” Het oorspronkelijke werk blijkt alleen nog maar antiquarisch te krijgen, en dan is het nog schaars en zeer prijzig.
Karl May was Hitlers lievelingsschrijver. Een feit dat zijn werk blijvend had kunnen verminken. „De nazi’s hebben hem op een bepaald moment geannexeerd,” zegt mevrouw Stassen. „Zij vergaten echter dat May juist prat ging op vriendschap tussen volkeren. Zij hebben een gedeelte van zijn werk verboden, en wilde de rest gaan aanpassen voor gebruik in het Derde Rijk. In 1939 hebben ze bijvoorbeeld ergens een stuk ingelast tegen een joods personage. Er was in 1944 iemand aangesteld om het hele oeuvre te censureren, die heeft gelukkig zijn werk niet meer af kunnen maken.”
Karl Mays boeken mochten na de oorlog niet in de Oost-Duitsland uitgegeven worden. Zijn uitgever, het Karl May Verlag, verhuisde naar het Westduitse Bamberg, waar nu ook een museum over hem is ingericht. Pas in 1982 kwamen er Oostduitse uitgaves van zijn werk. De eerste druk was al uitverkocht voordat het in de winkel lag. De DDR kon de plotselinge rehabilitatie van de voormalig ‘fascistische’ schrijver verklaren: May was eigenlijk altijd al een proletariër, een straatarme zoon van een wever die zich had opgewerkt.
Karl May: bedrieger, pacifist, fantast, proletariër, fascist, geweldenaar, psychopaat, crimineel, anti-militarist, rascist, humanistisch-christen, gefrustreerd homo-sexueel, kleptomaan – hij is ’t allemaal genoemd. Maar wie hij echt was? Vijfenzeventig jaar na zijn dood is er alleen maar nog maar het raadsel Karl May.


[1]In: Eindhovens Dagblad, 28 maart 1987.
[2]Dit citaat is afkomstig uit een brief die Karl May op 2 november 1894 aan zijn lezer Carl Jung (* 17 maart 1878 , † 18 augustus 1965) uit Lorsch am Rhein schreef.
[3]Ines Stassen (voluit: Ines Stassen-Driessen) publiceerde verscheidene artikelen over Karl May, o.a. in De Kiva en een boekje over Karl May in opdracht van het NBLC: „Lezen over, nr. 3 (Karl May)”.
[4]Louis Couperus (voluit: Louis Marie Anne Couperus, * 10 juni 1863 , † 16 juli 1923) was een Nederlandse schrijver en een van de eerste Nederlandse vertegenwoordigers van het literaire naturalisme. Zijn bekendste boeken zijn: „Eline Vere. Een Haagsche roman”, „Extaze. Een boek van geluk”, „Eene illuzie”, „Metamorfoze”, „Psyche”, „Langs lijnen van geleidelijkheid”, „De stille kracht”, „De boeken der kleine zielen. De kleine zielen”, „De boeken der kleine zielen. Het late leven”, „De boeken der kleine zielen. Zielenschemering”, „De boeken der kleine zielen. Het heilige weten”, „Dionyzos”, „De berg van licht”, „Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan ...”, „Antieke verhalen. Van goden en keizers, van dichters en hetaeren”, „Antiek toerisme. Roman uit Oud-Egypte”, „De komedianten”, „Xerxes of de hoogmoed”, „Iskander. De roman van Alexander den Groote”, „Lucrezia” en „De ring en de prins”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website