Wetenswaard – Science-fiction als leermiddel


Piet Heil 1


Kan science-fiction een leermiddel zijn op middelbare scholen en universiteiten? De vraag is al vele jaren geleden met ja beantwoord in de Verenigde Staten, waar veel instituten van onderwijs cursussen in science-fiction (sf) op het programma hebben staan.
Een andere vraag is of het een goed leermiddel is. Daarover zijn de meningen verdeeld; de reacties schommelen tussen “een prachtige manier” en “een ramp”. Dat kan natuurlijk van veel cursusmateriaal worden gezegd en er zal, onder meer, veel afhangen van de bekwaamheid van de begeleidende docenten om er wat van te maken. De gedachte is dat leren door verhalen te lezen (of films te zien) leuker is dan kennis vergaren uit een lesboek.
Dat kan al heel jong beginnen, te weten zodra een kind kan lezen en ontdekt heeft dat er boekjes en boeken bestaan met spannende geschiedenissen, stripverhalen niet uitgezonderd. Ik weet niet of er ooit onderzoek is gedaan naar de kennis die kinderen al plezier-lezend meepakken, maar ik kan mij goed voorstellen dat die enorm groot kan zijn.
Laat ieder bij zichzelf te rade gaan. Veel juiste (en ook veel verkeerde) informatie over de wereld van vroeger en nu heb ik van kindsbeen af gehaald uit jeugdboeken, van “De negerhut van oom Tom” 2 tot “Pieter Marits” 3 en van hier tot gunder. Dat lezen ging, zoals bij veel kinderen, in golven. De sprookjesgolf, de Boerenoorloggolf, de detectivegolf, de Indianengolf en nog vele andere golven.
Met golf bedoel ik dat je in een periode reeksen boeken las over hetzelfde thema. Bij “Boerenoorlog” (nu waarschijnlijk een vergeten thema, maar in de jaren twintig nog springlevend), hoorde niet alleen “Pieter Marits”, maar ook “De held van Spionkop” 4, “Onder Boerenvlag” 5, “Met de Wet in het veld”6 en ga zo maar een tijd door.

Partijdig

De verhalen waren partijdig, vol gekleurde en onjuiste voorstellingen, maar de historische mijlpalen stonden vast en die kennis hapte je mee. Van Karl May is bekend dat hij zich uitvoerig heeft gedocumenteerd over de Noordamerikaanse indianen, zodat de jeugdige lezers daarover geen onzin vernamen op een aantal feitelijke punten, zij het des te meer over menselijke en maatschappelijke verhoudingen. Die Karl May heeft geweldig bijgedragen tot beeldvorming. Hij kende en beschreef alleen de prairie-indianen en daarvan slechts enkele stammen. In die Winnetouromans wordt geheel voorbijgegaan aan het bestaan van bos-, rivier- en kustindianen (geen veren, geen wigwams, geen mustangs) zodat heel jong (en later ouder) Europa in de veronderstelling kwam te verkeren een beeld te hebben van DE indiaan. Wat je uit romans kunt halen aan zin en onzin. Science-fiction is één genre uit vele, waarvoor het bovenstaande geldt. De ruimte ontbreekt me om binnen dit genre weer onderverdelingen te maken. De vraag was of door gericht lezen (het cursuselement) met dit genre iets te doen valt op onderwijsgebied, daarbij in de eerste plaats denken aan vakken als natuurkunde, biologie en astronomie.
„De science-fiction heeft mij tot de wetenschap gebracht,” zegt de bekende Carl Sagan 7 en tal van wetenschappers hebben datzelfde opgemerkt. De sf heeft in zulke gevallen inspirerend en enthousiasmerend gewerkt.
Wordt sf als leermethode gebruikt, dan kan dat op allerlei manieren. Je kunt studenten passages in een verhaal laten aanwijzen die in strijd zijn met onze huidige kennis van

Fantasie

d
e natuurwetten en laten aantonen waar de fout zit. Je kunt aan de hand van zulke verhalen uitleggen wat een (voorlopig?) op niets gebaseerde fantasie is, zoals reizen in het verleden of de anti-zwaartekrachtstof cavoriet, en wat een hypotetische mogelijkheid is.

Wetenschap

Om toch één onderscheiding te maken: er zijn sf-schrijvers en schrijfsters die een wetenschappelijke opleiding hebben gehad, of zelf wetenschappers zijn. In het algemeen zullen zij hun feiten juist hebben en niet de bokken schieten die anderen door gebrek aan elementaire kennis voortdurend neerleggen.
Er is eens het voorstel gedaan om in sf-verhalen die lesmateriaal zijn de juiste wetenschappelijke mededelingen cursief te laten drukken. Spelenderwijs valt heel wat op te steken uit het werk van zulke auteurs met een wetenschapsachtergrond als H. G. Wells 8, Isaac Asimov 9, Kurt Vonnegut 10, Robert Heinlein 11, Fred Hoyle 12 e.a. (Terzijde: de sf is serieus genoeg beoordeeld om een aantal kraters op Mars te vernoemen naar o.a. Wells, Burroughs 13 en John W. Campbell. jr 14).

Bijdrage

Sagan gaat erg ver als hij zegt dat „het niet overdreven is te veronderstellen dat áls het mensdom overleeft de sf een wezenlijke bijdrage zal hebben geleverd aan het voortbestaan en de ontwikkeling van onze beschaving.” Hij heeft het over die sf die verder gaat dan het voorschotelen van technische verbazingwekkendheden of romances op andere planeten. In zijn boeiendste en belangrijkste vorm kan sf een gedachtenexperiment zijn, een blik vooruit, op mogelijke maatschappelijke gevolgen van wetenschappelijke ontwikkelingen die nu gaande of voorzienbaar zijn.
Wat kan er gebeuren als de huishoudrobots gemeengoed worden, wat wanneer een gemanipuleerde bacterie uit het laboratorium ontsnapt, wat wanneer een kernoorlog uitbreekt? Zulke sf helpt ons voorstellingsvermogen, waarschuwt en kan alternatieven niet alleen noemen, maar als sociodrama ook zichtbaar maken.


  [1]In: Het Vrije Volk : democratisch-socialistisch dagblad, 18 mei 1985.
Om onnavolgbare redenen werd exact hetzelfde artikel vijf dagen later (op 23 mei 1985 dus) herdrukt in dezelfde krant, nu onder de titel „Wetenswaard – Science fiction kan goed leermiddel zijn”, maar zonder het storende, verkeerd geplaatste paragraafkopje Fantasie.
  [2]Uncle Tom’s Cabin; or, Life among the Lowly” uit 1852 was een roman van de Amerikaanse abolitioniste en schrijfster Harriet Beecher Stowe (* 14 juni 1811 , † 1 juli 1896), die de heersende opvattingen over slavernij beïnvloedde. Haar andere boeken hadden beduidend minder succes. De Nederlandse vertaling droeg tot 1982 de titel „De negerhut van Oom Tom” (Fries „De Negerhutte fan Omke Tom”), maar daarna moest dat „De hut van Oom Tom” (Fries: „De hutte fan Omke Tom”) worden.
  [3]Pieter Marits; lotgevallen van een Transvaalschen Boerenjongen” is de Nederlandse vertaling van „Pieter Maritz, der Burensohn von Transvaal”, een jongensboek uit 1910 van August Niemann (voluit: August Wilhelm Otto Niemann, * 27 juni 1839 , † 17 september 1919).
  [4]De held van Spionkop. Een verhaal uit de Engelsch-Zuid-Afrikaansche Oorlog (1899-1902)” is een jongensboek van de Nederlandse schrijver Louwrens Penning (* 2 december 1854 , † 12 januari 1927).
  [5]Waarschijnlijk bedoelt de auteur hier „Onder de Vrijstaatsche vlag”, een jongensboek uit 1901, eveneens van Louwrens Penning.
  [6]Waarschijnlijk bedoelt de auteur hier „Met De Wet en Steyn in het Veld. Avonturen en Indrukken van O.T. de Villiers. Kaapsch Rebel”, een boek uit 1903 van O. T. de Villiers.
  [7]Carl Sagan (voluit: Carl Edward Sagan, * 9 november 1934 , † 20 december 1996) was een Amerikaanse astronoom, astrofysicus, kosmoloog, scepticus en wetenschapscommunicator. Hij publiceerde meer dan 600 wetenschappelijke bevindingen en artikelen, en was auteur, coauteur of redacteur van meer dan 20, met name populair-wetenschappelijke, boeken.
  [8]H. G. Wells (voluit: Herbert George Wells, * 21 september 1866 , † 13 augustus 1946) was een Brits schrijver, bekend van zijn sciencefictionverhalen en -romans, in het bijzonder „The War of the Worlds”, „The Invisible Man” en „The Time Machine”. „War of the Worlds” werd pas echt bekend vanwege de paniek die onstond door uitzending van het gelijknamige hoorspel op de Amerikaanse radio in 1938, door Orson Welles (voluit: George Orson Welles, * 6 mei 1915 , † 10 oktober 1985), en door het muzikale project van Jeff Wayne (voluit: Jeffrey Wayne, * 1 juli 1943) in 1978.
  [9]Isaac Asimov (geboren als Isaak Judovitsj Ozimov, Russisch: Исаа́к Ю́дович Ози́мов, * 2 januari 1920 , † 6 april 1992) was een Amerikaans schrijver en biochemicus. Met ongeveer 500 publicaties op zijn naam was hij een zeer succesvol en vruchtbaar auteur van sciencefiction en van populairwetenschappelijke boeken, waaronder „The Chemicals of Life”, „Inside the Atom”, „Asimov’s guide to science”, „The Dark Ages”, „Asimov’s Guide to Shakespeare: A Guide to Understanding and Enjoying the Works of Shakespeare”, „Our World in Space”, „The Collapsing Universe” en „Asimov’s guide to Halley's comet”. Samen met Robert Heinlein (voluit: Robert Anson Heinlein, * 7 juli 1907 , † 8 mei 1988) en Arthur C. Clarke (voluit: Sir Arthur Charles Clarke CBE FRAS, * 16 december 1917 , † 19 maart 2008) behoorde hij tot de „grote drie” van de sciencefiction uit de 20e eeuw.
[10]Kurt Vonnegut (voluit: Kurt Vonnegut Jr., * 11 november 1922 , † 11 april 2007) was een Amerikaans schrijver en schilder. Zijn bekendste roman is „Slaughterhouse-Five, or the Children’s Crusade”, over het verschrikkelijke bombardement op Dresden in de nacht van 13 op 14 februari 1945, dat Vonnegut als ooggetuige meemaakte toen hij als krijgsgevangene in een slachthuis aan de Messering 5 in Dresden gevangen werd gehouden. Daarnaast zijn o.a. „Breakfast of Champions, or Goodbye, Blue Monday” en „Slapstick, or Lonesome No More” bekende werken van zijn hand.
[11]Robert Heinlein (voluit: Robert Anson Heinlein, * 7 juli 1907 , † 8 mei 1988) was een van de invloedrijkste Amerikaanse sciencefictionschrijvers. Samen met Isaac Asimov (geboren als Isaak Judovitsj Ozimov, Russisch: Исаа́к Ю́дович Ози́мов, * 2 januari 1920 , † 6 april 1992) en Arthur C. Clarke (voluit: Sir Arthur Charles Clarke CBE FRAS, * 16 december 1917 , † 19 maart 2008) behoorde hij tot de „grote drie” van de sciencefiction uit de 20e eeuw. Van zijn boeken zijn o.a. bekend: „Red planet, a colonial boy on Mars”, „The Man Who Sold the Moon”, „The Puppet Masters”, „Time for the Stars”, „Stranger in a Strange Land” en „The Number of the Beast”.
[12]Fred Hoyle (* 24 juni 1915 , † 20 augustus 2001) was een Brits astronoom en kosmoloog. Hij was vooral bekend vanwege zijn oppositie tegen de Big Bang-theorie en stelde daar zijn eigen steady state-theorie tegenover. De term Big Bang liet Hoyle in een radio-interview vallen als denigrerende benaming. Sindsdien is die term een algemeen aanvaard begrip. Hij heeft ook een aantal science-fictionromans geschreven, waarvan „The Black Cloud” de bekendste is, en een aantal scripts voor tv-series, zoals „A for Andromeda”.
[13]Edgar Rice Burroughs (* 1 september 1875 , † 19 maart 1950) was een Amerikaans auteur, die niet alleen 24 romans schreef over Tarzan, maar ook een aantal science-fictionromans.
[14]John W. Campbell (voluit: John Wood Campbell jr., * 8 juni 1910 , † 11 juli 1971) was de meest invloedrijke redacteur in de geschiedenis van de sciencefiction. Vanaf 1938 tot zijn dood leidde hij het sf-tijdschrift Astounding Science Fiction, dat vanaf 1960 Analog Science Fiction heette.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website