Winnetou-boeken van Karl May krijgen in de DDR eerherstel

Ben Knapen 1


OOST-BERLIJN, feb. – Het antwoord van het meisje in de Oostberlijnse boekhandel is duidelijk: “Als u dat boek wilt hebben moet u eind dit jaar terugkomen en als u er ons dan naar vraagt zeggen wij: uitverkocht”. Het ging om deel I van Winnetou van Karl May, dat uitgeverij Neues Leben in Oost-Berlijn volgens een aankondiging op de markt brengt.
De schrijver Karl May, deze geliefde “Saksische jokkebrok” (aldus de schrijver Hermann Kant 2) is vrij onverwacht in de DDR in ere hersteld, zodat kinderen straks niet langer meer ruilhandel met vergeelde Winnetou-exemplaren uit de ouderlijke boekenkast hoeven te bedrijven. De wederopstanding begon op Eerste Kerstdag, toen de Oostduitse televisie een 45 minuten durende documentaire over Karl May uitzond onder de titel ‘Ik heb Winnetou begraven’ 3. Op dezelfde dag werd de eerste (westerse) Winnetou-speelfilm vertoond, nummer twee en drie volgden Tweede Kerstdag en op twee januari. En om de Karl-May-vrije dagen door te komen werd op Nieuwjaarsdag ook nog „De schat van het zilvermeer” aan de kijkers aangeboden.
In de concurrentieslag om jeugdige kijkers in de DDR legde derhalve de Westduitse televisie in de kerstvakantie waarschijnlijk het loodje.
Karl May (1842-1912) schreef een hele reeks avonturenromans vol heldenpathos en sentimenteel-romantische uitweidingen, maar hij was in de DDR wegens a-humane tendensen verboden, dat wil zeggen: May werd niet meer gedrukt. In Radebeul vlakbij Dresden is in de tuin van Mays Villa Shatterhand – nu een sociale inrichting – nog het gebouw waar tot 1956 het Karl-May-museum was ondergebracht. Nu bevindt er zich het ‘Indianenmuseum Radebeul’ van de karl May- stichting. Het is een volkenkundig museum geworden waar de cultuur van de Noordamerikaanse indianen in het middelpunt staat. Nog met een waarschuwing aan het adres van Karl May zegt de museumfolder: “Het indianenmuseum wil een waarheidsgetrouw, niet door romantische suggesties vertrokken beeld van het vroegere leven van de Noordamerikaanse oerbewoners geven”. Op het kerkhof van Radebeul is ook het graf van de ‘burgerlijk-decadente schrijver’: een antieke tempel waar May samen met zijn tweede vrouw Klara (gestorven 1944) begraven ligt.

Oneffenheid

Tot Eerste Kerstdag werd het lezen van oude Karl May-boeken overigens niet als anti-marxistische doodzonde, maar eerder als een kleine ideologische oneffenheid beschouwd. Wie uit West naar Oost-Berlijn reizend een Winnetou-exemplaar voor het zoontje van een vriend bij zich had, hoefde het niet zonder pardon in te leveren, zoals dat met westelijke kranten soms het geval is. Een communicatief knipoogje of “de winkelier moet me verkeerd verstaan hebben want ik had Karl Marx 4 gevraagd” waren voldoende.
Al in 1965 kon de schrijver Hermann Kant, een partijganger en voorzitter van de Oostduitse schrijversbond, in zijn boek Aula noteren: “O, heerlijke, Saksische jokkebrok, geprezen zij jouw besmeurde naam! Dank je, jij geniale kletser uit Hohenstein-Ernstthal, dank je voor duizendeneennacht vol kruitdamp en hoefgetrappel. Warme dank voor Acquatorzon en prairiewind en woestijnzand en steppegras, voor Shatterhand en Hadsji, voor Winnetou en Gierbek, onbeperkte dank daarvoor. Wat ze ook over jou zeggen”. Diezelfde regels las Hermann Kant bij de recente televisie-documentaire over Karl May overigens ook voor, natuurlijk zonder de laatste zin: “Wat ze ook over jou zeggen”.

Behalve Hermann Kant werden in deze documentaire ook Hermann Hesse 5 en Egon Erwin Kisch 6 als getuigen geciteerd voor de positievere visie op de mislukte onderwijzer en fantast die Karl May was.
Ook de kranten in de DDR reageerden adequaat. In Saksen werden enkele pagina’s aan Karl May gewijd en termen als “kleinburgerlijk” en “a-humane tendensen” werden niet meer gebruikt (waaruit kan worden afgeleid dat Meyers Neue Lexikon 7 van 1974 onder het trefwoord ‘Karl May’ eveneens een revisie te wachten staat). Toegegeven werd zelfs dat de boeken van Karl May “onder meer in het Russisch” zijn vertaald.
Waar heeft Karl May deze late eer aan te danken? Eensluidende antwoorden zijn niet te vinden. De een zegt dat het past in een algemene tendens om bekende personen uit het Oostduitse gebied aan de DDR te binden, de ander houdt het op regionale Saksische trots. De Dresdner Zeitung (uit Saksen) schrijft in elk geval: “Karl May was een Saks van het zuiverste soort”.
Een derde theorie, tenslotte, houdt het erop dat een aantal partijbonzen tegenover de lobby van de eigen kinderen het onderspit heeft gedolven. Het blad voor de jeugd, Junge Welt, noteerde na de May-vloed van de kerstdagen dan ook half-tevreden, half-verwijtend: “In elk geval is er een begin gemaakt”.


[1]In: NRC Handelsblad, 15 februari 1983.
[2]Hermann Kant (* 14 juni 1926 , † 14 augustus 2016) was een Duits schrijver en SED-politicus. Bekende romans van zijn hand zijn o.a.: „Die Aula”, „Das Impressum”, „Der Aufenthalt”, „Die Summe, Satire („Eine Begebenheit”)”, „Kormoran”, „Okarina”, „Kino” en „Kennung”.
[3]Ich habe Winnetou begraben” was een 45 minuten durende documentaire, met o.a. Dieter Mann (* 20 juni 1941) und Peter Sodann (* 1 juni 1936) als sprekers; de wetenschappelijke adviezen waren van Dr. Hainer Plaul (* 18 oktober 1937) en Gerhard Klußmeier (* 14 mei 1939), die echter niet genoemd werden. De documentaire werd met Kerstmis 1982 uitgezonden op het DDR-Fernsehen.
[4]Karl Marx (* 5 mei 1818 , † 14 maart 1883) was een Joods-Duitse – vanaf 1849 statenloze – filosoof, econoom, historicus en criticus van kapitalisme en religie. In zijn „Manifest der Kommunistischen Partei” (geschreven samen met zijn handlanger Friedrich Engels, * 28 november 1820 , † 5 augustus 1895) en vooral in „Das Kapital” ontvouwde hij een van de gruwelijkste en verderfelijkste politieke systemen uit de wereldgeschiedenis.
[5]Hermann Hesse (voluit: Hermann Karl Hesse, * 2 juli 1877 , † 9 augustus 1962) was een Zwitsers, Duitstalig schrijver, dichter en schilder. Zijn bekendste werken zijn „Peter Camenzind”, „Siddharta. Eine indische Dichtung”, „Der Steppenwolf”, „Narziß und Goldmund” Voor zijn literaire werk ontving hij in 1946 de Nobelprijs voor Literatuur.
[6]Egon Erwin Kisch (* 29 april 1885 , † 31 maart 1948) was een Tsjechische journalist en auteur, die bekend stond als de „razende reporter uit Praag”. Op 17 oktober 1898 bezocht hij Karl May in Hotel de Saxe in Praag en op 9 mei 1910 in Villa „Shatterhand”. Zijn verslag van dat laatste bezoek publiceerde hij op 15 mei 1910 onder de titel „In der Villa »Shatterhand«. Ein Interview mit Karl May” in de Duitstalige krant Bohemia; in 1925 volgde een uitgebreidere versie hiervan in zijn boek „Der rasender Reporter”, nu onder de titel „Im Wigwam Old Shatterhands”.
[7]Meyers Konversations-Lexikon” verscheen halverwege de negentiende eeuw als 52-delig naslagwerk en was daarmee Duitslands grootste encyclopedie. De 8e druk, inmiddels „Meyers Lexikon” geheten, verscheen tussen 1936 en 1942, en bijna alle artikelen in die uitgave werden voorgeschreven door de propaganda-afdeling van de N.S.D.A.P. In 1943 en 1944 werden de gebouwen van de uitgeverij, sinds 1874 in Leipzig gevestigd, door bombardementen vrijwel verwoest. De uitgeverij ging na de oorlog als „Bibliographisches Lexikon” van start in Mannheim, dat tussen 1971 en 1979 de negende druk onder de naam „Meyers Enzyklopädisches Lexikon” in 25 delen uitgaf. In 1974 fuseerde het „Bibliographisches Lexikon” met de concurrent „F. A. Brockhaus” uit Wiesbaden tot „Bibliographisches Institut & F. A. Brockhaus A. G.”. In de DDR wwas intussen óók een „Bibliographisches Institut” opgericht, dat tussen 1961 en 1964 resp. 1971 en 1978 „Meyers Neues Lexikon” (1e druk: 8 delen, 2e druk: 18 delen) uitgaf; deze twee drukken waren uiteraard gebaseerd op de marxistische ideologie; tot een derde druk kwam het niet vanwege de val van de Muur.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website