Winnetou leeft! ... in Sauerland

Willem Uilenbroek 1

Per jaar 45.000 Nederlanders op bezoek Spektakel in het Duitse Elspe


Een oorverdovend fluitconcert en hardnekkig boegeroep doen een aanval op de trommelvliezen. Je waant je even in een immens groot voetbalstadion, waar pakweg tachtigduizend bezoekers te keer gaan omdat een scheidsrechterlijke dwaling tijdens de Grote Finale uitmondt in een strafschop tegen de natuurlijk hooggeachte thuisclub.

Het zijn echter geen tachtigduizend voetbalfans, die hun keel schor schreeuwen, maar slechts zo’n 2500 kinderen van wie het aantal decibels onder de futuristische overkapping van de tribunes nog eens extra wordt versterkt.
Het is ook geen strafschop die de woede opwekt. Voor de jongens en meisjes is het allemaal veel erger. Hùn Winnetou, opperhoofd van alle Apachen, de Indiaan der Indianen, de legendarische held uit het Wilde Westen verkeert in groot gevaar. Want natuurlijk is er wel weer een of andere schurk, die het alleen maar heeft voorzien op eigen gewin en die het een zorg zal zijn, dat de goede verstandhouding tussen blanken en roodhuiden wordt verstoord.

Nietig
De plaats van handeling is het openluchttheater van het dorpje Elspe in het Sauerland. Een nietig plekje, dat gedoemd zou zijn voor eeuwig onbekend te blijven als het niet was uitgezocht voor een openluchttheater.
Het theater verscheen er in 1950, maar leek slechts een kort leven beschoren te zijn, omdat het bezoekersaantal alleen in de beginperiode redelijk was. Tegen 1960 begon de belangstelling te dalen door concurrentie van de televisie en van toneelgezelschappen in vaste theaters. Stukken van Goethe 2 en over Wilhelm Tell 3 konden de interesse niet winnen en het aantal bezoekers liep terug van tien- à twintigduizend naar nog geen vijfduizend per seizoen.
Het werd duidelijk dat er een andere weg moest worden ingeslagen.

Jochen Bludau 4, sinds 1950 bij de groep en thans leider van het gezelschap, zegt over die tijd: „We moesten iets hebben, dat life beter en attractiever zou zijn dan de televisie. Na wat experimenteren zijn we op de Karl May-Festspiele uitgekomen”. „We maken geen cultuur, maar aktie. We proberen een aktuele western naar het idee van Karl May te brengen. We volgen een beetje de trend van de filmindustrie. Eerst speelden we sentimentele stukken, in de tijd van Charles Bronson 5 de harde western, nadat Bud Spencer 6 en Terence Hill 7 favoriet waren kwam er een humoristisch verhaal en het stuk van dit jaar is wat episch, melancholisch”.

Bus
Zo’n twee uur voor de voorstelling beginnen de bezoekers binnen te komen. Bus na bus worden grote groepen aangevoerd en daartussendoor zoeken talloze personenauto’s hun weg naar het theaterdorpje even buiten en even boven Elspe.
Wachten op het begin kan in de saloon (keuze uit meer dan veertig whiskymerken), het restaurant of de toeristenwinkel. Er kan een kilometerlange rit worden gemaakt in een treintje, dat onder meer het ‘toneel’ doorkruist of worden gekeken naar een voorstelling van de ‘Cascadeurs de Paris’ 8, die allerlei toeren op hun paarden uithalen. Voor treinrit en cascadeurs moet overigens apart worden betaald.
Maar dat is natuurlijk allemaal maar tijdverdrijf. Met een worst in de knuisten of bakje friet op de handpalm wachten de kinderen op het grote gebeuren. Kort voor tijd gaan de deuren naar de tribunes open en schuiven de 4300 bezoekers op hun plek. Teleurgestelde gezichten bij de gezinnen, die bij de kassa voor niets hebben staan wachten in de hoop, dat gereserveerde plaatsbewijzen niet zouden worden afgehaald.

De tribune staat pal tegen het pakweg tachtig meter brede ‘toneel’ aan. Eerst is er een vlak stuk grond, daarachter in het midden smalle paadjes naar omhoog. Links staan enkele houten bouwsels: de gevangenis, het kantoor van de sheriff, een winkeltje, een woninkje met een bord dat meldt, dat de postkoets vier uur vertraging heeft. Rechts de wigwams van de indianen. Dar ver boven een kerkje.

De muziek begint, het geroezemoes op de tribune komt langzaam tot stilte. Dan een gejuich. Het stadje San Manuel in Zuid-Arizona (het is rond 1890) komt tot leven. Het verhaal is simpel: er wordt goud gevonden, een groep bandieten wil de bewoners verdrijven en poogt met een dubbel spel spelende burgemeester blank en rood tegen elkaar op te zetten.

Maar wat doet het verhaal er eigenlijk toe, het gaat om het spektakel. Paarden draven in volle galop van links naar rechts, een indiaan kloutert op een door vier paarden getrokken koets, ‘kwaad’ en ‘goed’ gaan met elkaar op de vuist, pistoolschoten galmen tegen de heuvels.

Roos
De Karl May-Festspiele zijn een schot in de roos. De belangstelling voor het spektakel is enorm: jaarlijks zoeken bijna 450.000 toeschouwers een plaats op de tribune. In de vakantietijd komen er zo’n tien procent Nederlanders.
Door de week zijn de kinderen op de tribunes in de meerderheid. Ze krijgen wat ze verwachten: aktie. Maar in het weekeinde komen er meer volwassenen – op zaterdagavond zelfs tachtig procent van het aantal bezoekers – die in de voorstelling toch nog een brok cultuur willen zien.
Twee jaar geleden zijn de zitplaatsen overdekt met een kap die lijkt op die boven het Olympisch Stadion in München. Een noodzakelijke investering, want bij maar liefst 52 van de vorig jaar gegeven 99 voorstellingen regende het en ook de afgelopen weken is het in het Sauerland al net zulk misère-weer als bij ons.

Het gezelschap telt bijna honderd spelers. Twintig van hen zijn professional en hebben vrijwel allen nog een neventaak; de een zorgt voor de decors, een ander houdt zich bezig met het dresseren van de paarden. De 36 paarden hebben alle western-trucs onder de knie en kunnen op bevel uit stilstand of galop doodvallen. De beroepsartiesten, die gebruik maken van kleine draadloze microfoons, zijn op alles voorbereid; behalve een toneelopleiding hebben zij ook een rij- en cascadeurstraining gehad.

Schurk
De kinderen op de tribune leven tot in het diepst van hun ziel met de gebeurtenissen mee. De schurk wordt telkens onthaald op een fluitconcert; hij is nog niet in het vizier van de kinderogen of het gekrijs begint. Zelfs als de voorstelling al lang is afgelopen en de spelers het publiek bedanken maakt bij de booswicht het applaus plaats voor een fluitconcert. Pas als Winnetou na gespeelde moeite de ander de hand drukt verstomt de afkeer en stijgt een voorzichtig handgeklap op.

De jubel is voor de indiaan. Winnetou is absoluut de grote favoriet, maar wordt dan ook gespeeld door niemand minder dan Pierre Brice 9, die die rol ook heeft vertolkt in talloze films.

Pierre Brice is 51, maar nog steeds niet uitgespeeld. In Duitsland worden zelfs weer televisieopnamen met hem gemaakt. Zeker tien keer schreeuwen de kinderen hem na afloop van de voorstelling terug voor de tribunes. Pierre Brice geniet zichtbaar van zijn populariteit. Als zijn collega’s in de spelersruimte al lang van een biertje genieten en een net gearriveerde nieuwe partij cowboylaarzen uitzoeken, draaft Winnetou te paard nog langs het publiek.

Winnetou lééft, hoewel hij in het stuk niet zo onoverwinnelijk blijkt te zijn als altijd is getoond. Want in het dit jaar gespeelde verhaal wordt de indiaan aan het slot dodelijk getroffen door een kogel bij een moedige (uiteraard geslaagde) poging een jong meisje te redden, dat onder vuur wordt genomen.
Het is een symbolisch einde, want voor Pierre Brice is dit vijfde seizoen zijn laatste in Elspe. Ook de altijd geslaagde winteruitvoering in de Stadthalle in Wenen (vorig jaar 150.000 bezoekers vanaf 29 november tot en met 16 december) maakt hij niet meer mee. Brice wil een eigen gezelschap op te zetten.

Jochen Bludau zegt, dat geen ruzie tot de breuk heeft geleid, maar dat beide partijen het beter te vinden uit elkaar te gaan nu het succes nog zo groot is. Uit de intonatie blijkt echter, dat de leeftijd van Brice en de massale aandacht die hij trekt, toch ook wel meespelen.
„We weten, dat we de belangstelling niet zullen verliezen als hij weggaat. We hebben een enquête gehouden en toen zei maar vier procent van het aantal toeschouwers dat zij niet meer zal komen als Brice niet meespeelt”.
„De nieuwe Winnetou zal het in het begin niet makkelijk hebben, dat is wel zeker. Want ik vind Pierre Brice één van de laatste echt grote sterren. Ik zal geen nieuwe ster engageren. De enig grote acteurs die je nog hebt zijn Bud Spencer en de paus .......”



In volle galop stormen indianen voorbij.



Winnetou in de problemen.


Een van de spectaculaire vechtpartijen tussen goed en kwaad.



[1]In: bron onbekend, 19 juli 1980.
[2]Johann Wolfgang Goethe (* 28 augustus 1749 , † 22 maart 1832; sinds 1782 von Goethe) was de grootste dichter en dramaturg die Duitsland ooit gekend heeft; daarnaast was hij wetenschapper, romanschrijver, filosoof, natuuronderzoeker en staatsman. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Heidenröslein”, „Wandrers Sturmlied”, „Götz von Berlichingen”, „Die Leiden des jungen Werthers”, „Egmont”, „Iphigenie auf Tauris”, „Torquato Tasso”, „Der Erlkönig”, „Römische Elegien”, „Reineke Fuchs”, „Wilhelm Meisters Lehrjahre”, „Xenien” (samen met Friedrich (von) Schiller);, „Faust. Eine Tragödie”, „Hermann und Dorothea” „Pandora”, „Wilhelm Meisters Wanderjahre”, „Die Wahlverwandtschaften”, „Zur Farbenlehre”, „Aus meinem Leben. Dichtung und Wahrheit”, „Italienische Reise”, „Über Kunst und Altertum”, „West-östlicher Divan”, „Marienbader Elegie”, „Faust. Der Tragödie zweiter Teil” en „Einzelnheiten, Maximen und Reflexionen”.
[3]Wilhelm Tell was een legendarische vrijheidsheld die aan het begin van de 14e eeuw zou hebben geleefd in Zwitserland: volgens de legende zou de kruisboogschutter in 1307 geweigerd hebben de hoed te groeten die de – eveneens legendarische – landvoogd Hermann Gessler op een staak op het dorpsplein had laten zetten als symbool voor het heersende huis Habsburg. Gessler beval hem daarop met zijn kruisboog een appel van het hoofd van zijn zoontje Walter te schieten. Wilhelm Tell haalde twee pijlen uit zijn koker en schoot er één met succes door de appel. In de literatuur werd hij in de vorm van een toneelstuk vereeuwigd door de Duitse dichter Friedrich Schiller (voluit: Johann Christoph Friedrich Schiller, * 10 november 1759 , † 9 mei 1805; sinds 1802 von Schiller), in de muziek middels de opera „Guillaume Tell” van de Italiaanse componist Gioachino Rossini (voluit: Gioachino Antonio Rossini, * 29 februari 1792 , † 13 november 1868) en in de beeldende kunst o.m. door de talentvolle Zwitserse schilder Wenkelbach 🎨  😉
[4]Jochen Bludau (* 2 juli 1941 , † 9 maart 2023) was een douanebeamte, later sociaal pedagoog en basisschoolleraar in Olpe. Vanaf 1971 tot 2019 was hij commercieel directeur van het Elspe Festival, waar hij tussen 1966 en 1979 en tussen 1981 en 1993 ook de rol van Old Shatterhand op zich nam.
[5]Charles Bronson (artiestennaam van Charles Dennis Buchinsky, * 3 november 1921 , † 30 augustus 2003) was een Amerikaans filmacteur, die in meer dan negentig films heeft gespeeld, veelal in de rol van ruige, mysterieuze en tragische loner in keiharde en gewelddadige actiefilms en westerns, zoals „House of Wax”, „Apache”, „Vera Cruz”, „Machine-Gun Kelly”, „The Magnificent Seven”, „Kid Galahad”, „The Great Escape”, „Battle of the Bulge”, „The Dirty Dozen”, „Once Upon a Time in the West”, „Death Wish (I, II en III) ”, „Raid on Entebbe”, „The White Buffalo”, „The Evil That Men Do” en „Murphy’s Law”.
[6]Bud Spencer (artiestennaam van Carlo Pedersoli, * 31 oktober 1929 , † 27 juni 2016) was een Italiaanse filmacteur en zwemmer. Als zwemmer en waterpoloër nam hij deel aan de Olympische Spelen van 1952 en 1956. Na zijn carrière als zwemmer legde hij zich toe op het acteren; hij maakte maakte vooral furore in spaghettiwesterns en actiefilms, waarin hij vaak een duo vormde met landgenoot en collega-acteur Terence Hill (artiestennaam van Mario Girotti, * 29. Maart 1939).
[7]Terence Hill (artiestennaam van Mario Girotti, * 29. Maart 1939) is een Italiaanse acteur, die o.a. speelt in de Karl May-verfilmingen „Winnetou, 2. Teil” (Lt. Robert Merril; 1964), „Unter Geiern” (Baker jr.; 1964), „Der Ölprinz” (Richard Forsythe; 1965) en „Old Surehand, 1. Teil” (Toby; 1965), alle nog onder zijn eigen naam. Later zou hij – onder de naam Terence Hill – wereldfaam verwerven als filmduo met Bud Spencer (artiestennaam van Carlo Pedersoli, * 31 oktober 1929 , † 27 juni 2016), o.a. in talrijke zogeheten spaghetti-westerns.
[8]Les cascadeurs de Paris is een nog steeds bestaande stuntgroep uit Parijs.
[9]Pierre Brice (artiestennaam van Pierre Louis Baron le Bris, * 6 februari 1929 , † 6 juni 2015) was een Frans acteur, die in maar liefst elf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60 de rol van Winnetou speelde: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966), „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968). Voorts speelde hij nogmaals de rol van Winnetou in de tv-series „Mein Freund Winnetou” (1980) en „Winnetous Rückkehr (1998) en trad hij een aantal malen op als gastacteur (uiteraard eveneens in de rol van Winnetou) bij de Karl-May-Spiele van Elspe en Bad Segeberg.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website