Wie was Sascha Schneider?

Margreet 1

Om te beginnen ben ik nooit een lezer van Karl May boeken geweest. Onbekend maakt onbemind; natuurlijk heb ik van Winnetou en Old Shatterhand gehoord. Ik vermoed dat ze bij kampvuren vredespijpen rookten nadat ze elkaar, of anderen, in looppas of te paard over de prairies hadden achtervolgd. Het leek mij als kind een heel mannelijke wereld waarin die Indianen leefden; een wereld bovendien die oninleefbaar-ver van de mijne stond. Karl May kwam daar dus niet aan te pas – en daarmee heb ik ten dele de vraag beantwoord van een lezer uit Steenwijk 2, die mij vroeg of ik de kunstenaar Sascha Schneider (1870 - 1921) kende 3. Deze artiest, zo meldt de Steenwijker mij, was onder meer de tekenaar van diverse Karl May boekomslagen.
Ik ken Sascha Schneider niet, en ben naar hem op zoek gegaan. Eerst in eigen huis: daar vond ik drie onaantrekkelijk-ogende Karl May pockets, samen duizend pagina druks, zonder één illustratie. Wie de omslagtekeningen maakte, blijft onduidelijk, want het zijn vlakke, moderne prentjes. Heel anders dan de illustraties op en in de boeken van, bijvoorbeeld, Paul d’Ivoi
4 en Jules Verne 5, die voor mij een zelfde sfeer, dezelfde tijd ademen.
Van beide schrijvers ligt op dit moment een in blauw linnen gebonden, met goud bestempeld boek voor mij: dat van Paul d’Ivoi is één uit een serie „Excentrieke reizen” en is echt oud; het andere, van Jules Verne, uit een serie genaamd „Wonderreizen”, werd in 1972 in oude luister herdrukt. Het jaartal in mijn Paul d’lvoi boek is 1913, en Sascha Schneider zou het dus heel goed geïllustreerd kunnen hebben. Maar de „100 illustratiën tusschen en 19 groote afbeeldingen buiten den tekst” werden „op hout gegraveerd naar teekeningen van Louis Tinayre
6”. Louis Tinayre kon goed tekenen: afgedrukt op mooi glad papier kregen zijn illustraties meer gelegenheid om tot hun recht te komen dan „de originele gravures”, zoals die bij Jules Verne staan afgebeeld – maar wie deze maakte blijft onvermeld; de signatuur laat zich moeizaam ontcijferen als Barban, of Barbant 7.
Sascha Schneider komt er in elk geval niet aan te pas. Daarna zocht ik te vergeefs naar hem in Pieter A. Scheens
8 „Lexicon van Nederlandse Beeldende Kunstenaars (1750-1950), in 1970 uitgegeven door Kunsthandel Pieter A. Scheen N.V. te ’s Gravenhage. Een prijzenswaardige uitgave in twee kloeke delen, die ik meer dan eens „het levenswerk” van de kunstkenner Pieter A. Scheen heb horen noemen; ongetwijfeld als compliment bedoeld en toch een beetje ontmoedigend voor de mens die het wrocht – alsof al het andere dat hij nog in zijn leven zal verrichten al bij voorbaat bijzaak is.
Dat Sascha bij hem niet vermeld werd, kon beduiden dat hij of te onbelangrijk werd geacht, of geen Nederlander was. De laatste gevolgtrekking bleek de juiste. In deel dertig van het uit zevenendertig delen bestaande Duitse „Allgemeines Lexikon der Bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart”, samengesteld door Ulrich Thieme
9 en Felix Becker 10 (meer dan een meter door Seemann Verlag 11 te Leipzig uitgegeven standaardwerk dat ik niet zelf op een plank heb staan, maar weet te vinden in de studiezaal van een Openbare Bibliotheek; zo’n studiezaal is een instelling die niet genoeg geprezen kan worden; vonden acht pagina’s Schneider geheten kunstenaars een plekje – en één van hen was Sascha.
Eigenlijk Alexander geheten; schilder en tekenaar geboren op 21 september 1870 te St. Petersburg (het latere Leningrad) en gestorven op 18 augustus 1927 te Swinemünde. Hij was van Duits-Engels-Frans-Poolse afstamming, werd opgeleid aan de Academie te Dresden, werkte enkele jaren in Florence, was van 1904 tot 1908 professor aan de Kunstschool te Weimar, en verbleef daarna weer in Florence en Dresden. Het klinkt heel plezierig en degelijk allemaal. In de lexicon neemt deze Schneider een halve pagina, ofwel een hele kolom in beslag. Het grootste deel van dat klein-gedrukte zetsel is een literatuurlijst; er werd met regelmaat over hem geschreven in Duitse bladen en boeken. Voor het eerst in 1897 (een begeleidend artikel bij 18 voortreffelijke houtsneden” van Schneiders hand); voor het laatst in 1929: een In Memoriam.
De jaartallen lijken de conclusie te wettigen, dat Schneiders roem hem niet lang overleefde. Maar zijn werk deed dat wel: Hij was een neoklassicist, die onder meer door de Egyptische en Griekse kunst, en door Titiaan
12 beïnvloed werd. Hij schilderde monumentaal; zijn schilderijen, vooral met religieuze onderwerpen, hangen in diverse Duitse musea. Ook maakte hij fresco’s in kerken en publieke gebouwen. Van zijn bezigheden als tekenaar wordt in mijn informatiebron niet gerept. Terwijl ik dit alles zo neerschrijf, realiseer ik mij, geen enkel werkstuk van hem ooit te hebben gezien – zelfs, tot op heden, geen Karl May-omslag. Dit blijft dus een gebrekkig signalement van Sascha Schneider; overigens geloof ik dat het signalement van welke beeldende kunstenaar ook gedoemd is gebrekkig te blijven indien men daar geen beelden, afbeeldingen, aan toevoegt.


  [1]In: Steenwijker Courant, 14 maart 1980.
  [2]Bedoeld wordt Michiel van der Pol, van jongs af aan een gedreven Karl May-fan en vanaf 2010 beheerder van de Facebook-groep Worldwide Karl-May-Vereniging.
Toevallig is zijn briefje d.d. 18 februari 1980 aan Margreet bewaard:

Steenwijk, 18-02-80,

Aan Margreet,
p/a Boom pers,
Markt 56,
Steenwijk.

                           Margreet,

Uit uw artikelen maak ik op, dat u op het gebied van de kunst het een en ander weet.
Mijn vraag aan u is, kent u de kunstenaar Sascha Schneider? (1870-1927)
Zo ja, zou u in uw kolom dan enige aandacht aan hem kunnen besteden? Ik weet niet of het de moeite waard is om deze kunstenaar te noemen, doch de gegevens die ik over hem zo hier en daar oppakte, (o.a. tekenaar van div. Karl May-boekomslagen, van een hoog niveau) deden mij de vraag rijzen, of u hem kende en hem interessant genoeg vindt om er over te schrijven.
Met verwachting uw kolom tegemoet ziende, teken ik met een vriendelijke groet,

                           M. J. v. d. Pol
                           [adres en telefoonnummer]
Ook een brief van Michiel van der Pol d.d. 21 maart 1980, waarin hij deze Margreet bedankt voor haar artikel over Sascha Schneider, is bewaard gebleven:

Steenwijk, 18-02-80,

Aan Margreet,
p/a Boom pers,
Markt 56,
Steenwijk.

                           Margreet,

Langs deze weg wil ik u hartelijk danken voor het artikel over Sascha Schneider, hetwelke u plaatste in de Oprechte van vrijdag 14-03-80.
Door uw artikel zijn mij diverse bijzonderheden over deze schilder duidelijker geworden.
De reden dat ik naar hem informeerde is gelegen in het feit, dat ik zijn naam steeds tegenkom in allerlei publicaties, de schrijver Karl May betreffende, naar welke ik een onderzoek instel.
Sascha Schneider was vanaf ong. 1900 tot aan de dood van May een van zijn trouwste vrienden (May stierf op 31 maart 1912.) Ook tijdens de grote hetze hetze tegen May (rond 1910) was hij een van de weinigen die May terzijde stond. (May woonde in Dresden ...) Deze vriendschap is door de tegenstanders van May een reden geweest om hem als homoseksueel te brandmerken.
In de periode van vrienschap heeft Schneider meegewerkt aan het illustreren van de boeken van May. Ook heeft hij veel omslagtekeningen gemaakt voor de toen uitgegeven Verzamelde werken. Andere illustratoren die aan de div. uitgaven hebben meegewerkt zijn: Claus Bergen ,Carl Lindeberg, Roy Paul Drake, Klaus Lehmann en Zdenek Burian.
De Duitse uitgaven van Mays werk zijn altijd geïllustreerd uitgegeven, dit in tegenstelling tot de Nederlandse Prisma uitgaven, waarvan u kennelijk enige ex. in huis heeft. Het is mij niet bekend wie daar de tekenaar van is.

U nogmaals hartelijk dankend voor uw speurwerk, teken ik met een vriendelijke groet,

                           M. J. v. d. Pol
                           [adres en telefoonnummer]

N.B. bij de uitgeverij Karl May Verlag te Bamberg is een boek uitgegeven dat de vriendschap tussen May en Schneider beschrijft.
“Karl May und Sascha Schneider. Dokumente einer Freundschaft” door: Hansotto Hatzig.
Enkele opmerkingen over deze laatste brief, ten eerste over de naam de Oprechte, die Michiel bezigt: de officiële en volledige naam van de krant is Oprechte Steenwijker Courant, vaak afgekort tot Steenwijker Courant en door vele, vooral oudere, abonnees liefkozend ’t olde wief genoemd.
Ten tweede: ook de Gesammelte Werke van Karl May zijn - op de voorkant na - niet geïllustreerd.
  [3]Sascha Schneider (voluit: Rudolph Karl Alexander Schneider, * 21 september 1870 , † 18 augustus 1927) was een Duits hoogleraar, beeldhouwer en schilder, die vooral als illustrator van Karl Mays Reise-Erzählungen bekend werd.
  [4]Paul d’Ivoi (pseudoniem van Paul Charles Philippe Éric Deleutre, * 25 oktober 1856 , † 6 september 1915) was een Franse schrijver wiens boeken sterk zijn geïnspireerd door Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905). Van alle navolgers van Jules Verne was Paul d’Ivoi het meest succesvol, waarschijnlijk doordat in zijn boeken de nadruk op het avontuurlijke element lag. Zijn doorbraak kwam in 1894 met de roman „Les Cinq Sous de Lavarède”, in het Nederlands vertaald als „Met een kwartje de wereld rond”. Het zou het eerste deel van een serie van 21 boeken, Les Voyages Excentriques, worden. In Nederland werden d’Ivois boeken vertaald, maar wel ingekort en aan een jeugdig lezerspubliek aangepast. Buiten deze serie schreef hij nog veel meer, zoals enkele romans over Napoleon („La Mort de l’Aigle : 1814” en „Les Cinquantes : 1815” (beide onder het pseudoniem Paul Éric; verder o.a. „Passion marseillaise”, „L’ile d’Or”, „Waterloo”, „Le diable du Schah” en „Les Trois demoiselles pickpocket”.
  [5]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot zijn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
  [6]Louis Tinayre (* 14 maart 1861 , † 26 september 1942) was een Frans illustrator en schilder. Hij maakte o.a. panorama’s en diorama’s van Madagascar en hij vergezelde Albert I, de prins van Monaco (* 13 november 1848 , † 26 juni 1922; souverein prins het Vorstendom Monaco van 10 september 1889 tot zijn dood), op diens reizen naar Noord-Afrika, Siberië, het Wilde Westen en de Noordpool, waarvan een hele reeks illustraties verscheen; samen met zijn collega-schilder Alexandre Jean-Baptiste Brun (* 3 november 1853 , † 5 november 1941) maakte hij de vier fresco’s in het Grand Amphithéâtre van het Institut Océanographique de Paris.
  [7]Zowel Barban als Barbant is (mij) onbekend. Wel illustreerde een Émile Bayard (voluit: Émile-Antoine Bayard, * 2 november 1837 , † 6 december 1891) o.a. Verne’s „Autour de la Lune”. Zou deze bedoeld worden?
  [8]Pieter Arie Scheen (* 1 april 1916 , † 10 november 2003) was een Nederlandse kunsthandelaar en schrijver. Hij schreef onder andere het tweedelige standaardwerk „Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950”, gepubliceerd in 1969-1970.
  [9]Ulrich Thieme (voluit: Conrad Ulrich Thieme, * 31 januari 1865 , † 25 maart 1922) was een Duits kunsthistoricus. In 1898 begon hij samen met Felix Becker in 1898 met de voorbereiding van zijn hoofdwerk, het „Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (in de wandelgangen „Thieme-Becker” genoemd). In oktober 1907 verscheen het eerste deel bij Verlag Wilhelm Engelmann (* 1 augustus 1808 , † 23 december 1878; na zijn dood werd de uitgeverij door zijn weduwe verder bestuurd) in Leipzig, maar de delen na 1911 verschenen bij Verlag E. A. Seeman, eveneens in Leipzig. Na deel 4 werd Felix Becker ziek en trok zich terug uit het project; de delen 5 (1911) t/m 12 (1920) zijn van Thieme alleen, met uitzondering van de delen 14 en 15, waarin Fred C. Willis als co-auteur wordt vermeld. Na Thieme’s dood werd het werk, dat in totaal tot 1950 zevenendertig delen groeide, voortgezet door kunsthistoricus Hans Vollmer (* 16 november 1878 , † 15 februari 1969); uiteindelijk hebben 1200 vakgeleerden in de redactie van het standaardwerk meegewerkt. Het bevat 148.180 biografieën van kunstenaars op alle mogelijke gebied plus nog 15.082 in andere lemmata opgenomen biografieën.
[10]Felix Becker (voluit: Karl Günther Ernst Felix Becker, * 27 september 1864 , † oktober 1928) was eveneens een Duitse kunsthistoricus, die samen met Ulrich Thieme tussen 1907 en 1910 de eerste vier delen van het „Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (in de wandelgangen „Thieme-Becker” genoemd) uitgaf.
[11]Verlag E. A. Seeman was een op 1 december 1858 door Ernst Arthur Seemann (voluit: Ernst Arthur Elert Heinrich Seemann, * 9 maart 1829 , † 5 oktober 1904) als E. A. Seemann, Verlags- und Sortimentsbuchhandlung, verbunden mit Kunst-, Musikalien u. Antiquariatsbuchhandel in Essen opgerichte uitgeverij, die vanaf 15 augustus 1861 naar Leipzig verhuisde en die onder de naam Seemann Henschel GmbH & Co. KG nog steeds bestaat; de uitgeverij is gespecialiseerd in uitgaven op het gebied van kunst en kunstgeschiedenis.
[12]Titiaan (eigenlijk: Tiziano Vecelli of Vecellio, * ± 1488/1490 , † 27 augustus 1576) was een van de belangrijkste en invloedrijkste kunstschilders van de hoogrenaissance.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website