Notities van Kees van de Reest

REISAVONTUREN


Kees van de Reest 1

Het lijkt me dat het begrip „reisavonturen” helemaal uit ons woordgebruik verdwenen is. In de laatste druk van Koenen’s handwoordenboek der Nederlandse Taal heb ik tevergeefs naar dat woord gezocht en ook de huidige literatuur laat ons totaal in de steek als wij naar reisavonturen zoeken.
Mogen wij hieruit opmaken dat het zich verplaatsen te voet, per auto, trein, bus, boot, of vliegtuig naar en door vreemde gebieden, geen avonturen meer oplevert? Ik neem het aan. Trouwens het hele begrip reizen raakt wat in discrediet. Reisbureaus sieren zich tegenwoordig met de aanduiding „toering offices” en de baas van zo’n onderneming laat zich dan „toeroperator” noemen. Alleen de spoorwegen houden nog aan het woord reizigers vast, maar dat is dan ook een onderneming waar dik geld bij moet. Zelfs het vage woord toeristen begint plaats te maken voor de nog neveliger aanduiding „recreanten”. Daaronder wordt iedereen geschoven die voor zijn plezier de buitendeur achter zich dicht trekt.
Als ik aan reizen denk komt mijn moeder mij weer voor de geest. Tweemaal per jaar maakte ze een reisje naar haar geboortedorp en verbleef daar twee dagen, de reisuren inbegrepen. Dagen tevoren werden voorbereidingen getroffen. Er werd voor mij bij een vriendje of bij buren onderdak gezocht, zorgvuldig werd overwogen hoe ze een een serie bezoeken aan de familieleden zou inpikken en omstandig werd bij de autobusonderneming geïnformeerd hoe laat de bus naar het dorp (een half uurtje rijden) vertrok. Ik teken hierbij aan dat bewuste bus reeds tientallen jaren vijf minuten voor het hele uur wegreed.
De eerste dagen na de reis werden voor een groot deel in beslag genomen door verhalen hoe die twee dagen waren doorgebracht. Welstand of tegenslag in de familie, huwelijken, ziekten en geboorten werden ten overstaan van nieuwsgierige buren en andere bekenden tot in de finesses doorgelicht, uitbreiding en veranderingen in het dorp werden daarbij niet over het hoofd gezien, terwijl ook de misstappen van sommige dorpelingen hoofdschuddend op de korrel werden genomen.
Kijk, dat was nu reizen. Men ging op pad om kennis te nemen van de stand van zaken elders, sprak met de mensen daar en vergewiste zich persoonlijk over het één en ander. Of zo’n plaats waar men verbleef nu 15, 150 of 1500 kilometer ver verwijderd was, doet er niet toe. En of zo’n reis nu twee dagen of twee maanden duurde is van geen enkele betekenis. Mijn moeder had ogen oren de kost gegeven en wist iets te vertellen over een andere streek en de mensen die daar woonden.
Reizen betekende voorts „avonturen beleven”. Althans, boeken en reisreportages brachten dit duidelijk naar voren. Reizigers raakten betrokken in lokale gebeurtenissen. Ze werden op grond van misverstanden door domme veldwachters in arrest gesteld. Of ze leden schipbreuk, maar wisten op een onbewoond eiland een comfortabel bestaan op te bouwen. Ook raakten ze slaags met Arabische rovers, nadat hun vliegtuig een noodlanding in de woestijn moest maken. Of ze zagen kans in één of ander Balkanstaatje rust en orde te herstellen nadat de bevolking jarenlang was geterroriseerd door een corrupte overheid.
Groepjes jongelui die een fietstocht door eigen land maakten, redden op z’n minst een paar kinderen uit een brandend huis. Tussen neus en lippen door brachten ze de vader van de kinderen, een notoire dronkaard, door hun nobel optreden, weer op het rechte pad en wisten hun invloed zo aan te wenden dat de man weer vast werk kreeg. Als ze een paar dagen later weer verder gaan, staat heel de bevolking klaar hen uitgeleide te doen en onder gejuich vervolgen ze hun tocht.
Kom daar nu eens om, vandaag de dag. Hun leeftijdsgenoten van nu rijden in anderhalve dag naar Spanje en wat ze daar beleven is in vijf minuten verteld. Voor avonturen is er trouwens geen plaats op het reisschema. Op de autowegen rijden ze bumper aan bumper, de parkeerterreinen staan mudvol en de huisvesting in hotels en motels is alleen berekend op mensen die wat willen eten en slapen.
Meer emotionele gebeurtenissen worden slechts gevormd door een verkeersongeval of het verlies van een portefeuille met geld en paspoorten. Wie heeft behoefte om in dergelijke avonturen betrokken te worden?
De tijd van reisavonturen is voorbij. De folders van de toeroperators maken er dan ook geen gewag van. De hotelaccommodatie, het strand, musea, watervallen, bossen, bergen en dalen, alles staat aangegeven. Doch over reisavonturen wordt niet gerept. Het is een incourant artikel geworden.

Bronnenstudie:
Dr. Karl Mays reisavonturen (50 delen)
2
Jules Verne’s wonderreizen (32 delen)
3
Homerus
4: Odyssee
A. M. de Jong
5: De wereldreis van Bulletje en Bonestaak
Selma Lagerlöf
6: Niels Holgerssons wonderbare reis
Sven Hedin
7: Van pool tot pool
J. Swift
8: Gullivers reizen
Chr. van Abkoude
9: Pietje Bel in Amerika
Jack London
10: Tussen de wielen
A. Virvly
11: We vlogen naar Indië
Paul d’Ivoi
12: Met een kwartje de wereld rond
A. den Doolaard
13: Oriënt Expres
C. Joh. Kieviet
14: De club op reis
J. G. Kramer
15: De landverhuizers naar Nieuw Amsterdam
J. van Galen
16: De tocht naar Chattam
George van Aalst
17: De bengels op reis
M. Toonder
18: Heer Bommel met vakantie
Ben van Eyyselsteijn
19: Tussen zuiderkruis en poolster
Cor Bruijn
20: De zwerftocht van Eggejan Korse
J. J. A. Goeverneur
21: Reizen en avonturen van meneer Prikkebeen
Evert Zandstra
22: Zwerven door Nederland
Voorts een groot aantal folders en programma’s van reisbureaus en toering-offices



  [1]In: Steenwijker Courant, 1979.
  [2]Alleen A. G. Schoonderbeek uit Laren bracht tussen 1919 en 1936 Karl May-boeken uit onder de verzamelnaam Dr. Karl May’s Reisavonturen, maar dat waren maar 29 delen. Alleen de serie Karl May Pockets van Het Spectrum (jaren ’60) omvatte precies vijftig delen.
  [3]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot zijn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
  [4]Homerus (Grieks Ὅμηρος, * ± 850/800 v.C. (?) , † ± 800/750 v.C. (?)) was de bekendste Griekse dichter, zelfs van de hele wereldliteratuur, aan wie twee epen, de „Ilias” en de „Odyssee”, en enkele kleinere werken worden toegeschreven.
  [5]A.M. de Jong (voluit: Adrianus Michiel de Jong, * 29 maart 1888 , † 18 oktober 1943) was een Nederlands schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn achtdelige Merijntje Gijzen-serie („Merijntje Gijzens jeugd I: Het verraad”, „Merijntje Gijzens jeugd II: Flierefluiters oponthoud”, „Merijntje Gijzens jeugd III: Onnozele kinderen”, „Merijntje Gijzens jeugd IV: In de draaikolk”, „Merijntje Gijzens jonge jaren I: De grote zomer”, „Merijntje Gijzens jonge jaren II: De goede dood”, „Merijntje Gijzens jonge jaren III: Het boze gerucht” en „Merijntje Gijzens jonge jaren IV: Een knaap wordt man”), door de 66-delige stripreeks Bulletje en Bonestaak met tekeningen van George van Raemdonck (* 28 augustus 1888 , † 26 januari 1966), maar ook met „Ondergang”, „Het evangelie van den haat I: De stormloop”, „Het evangelie van den haat I: II De overwinning”, „Het evangelie van den haat I: III De ineenstorting”, „Een zwerftocht over zee”, „Fathma, de roos van het Oosten”, „Een kluchtige zomerreis”, „Naar zonnige landen in donker getij”, „De avonturen van den baron van Munchhausen”, „Mustapha, of de tragedie van het geweten” en „Thanatos, de vreemdeling”.
  [6]Selma Lagerlöf (voluit: Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf, * 20 november 1858 , † 16 maart 1940) was een Zweeds schrijfster, die vooral bekend is geworden door haar kinderboek „Nils Holgerssons underbara resa genom Sverige” („Nils Holgerssons wonderbare reis”), maar die ook enkele andere beroemd gebleven romans heeft geschreven, zoals „Gösta Berlings Saga” („Gösta Berling”) en „Antikrists mirakler” („De wonderen van de Antichrist”). In 1909 was zij de eerste vrouw die de Nobelprijs voor de Literatuur wist te winnen.
  [7]Sven Hedin (voluit: Sven Anders Hedin, * 19 februari 1865 , † 26 november 1952) was een Zweeds ontdekkingsreiziger en geograaf die diverse reizen maakte naar Centraal-Azië en Tibet. Van zijn reizen schreef hij talloze boeken, die alle ook in het Duits werden vertaald door Brockhaus; sommige boeken schreef Hedin, die in Eerste en Tweede Wereldoorlog een pro-Duits standpunt innam, alleen in het Duits. Bekende populairwetenschappelijke werken van hem zijn o.a. „En färd genom Asien”, 2 volymer (=„Durch Asiens Wüsten. Drei Jahre auf neuen Wegen in Pamir, Lop-nor, Tibet und China”, 2 Bände), „Asien : tusen mil på okända vägar”, 2 volymer (=„Im Herzen von Asien. Zehntausend Kilometer auf unbekannten Pfaden” 2 Bände), „Transhimalaya : upptäckter och äfventyr i Tibet”, 3 volymer (=„Transhimalaja. Entdeckungen und Abenteuer in Tibet”, 3 Bände), „Från pol till pol 1 Genom Asien och Europa” en „Från pol till pol 2 Europa, Afrika, Amerika, Australien och Polarländerna” (=„Von Pol zu Pol”, 3 Bände), „Ein Volk in Waffen : den deutschen Soldaten gewidmet”, „Auf großer Fahrt. Meine Expedition mit Schweden, Deutschen und Chinesen durch die Wüste Gobi 1927- 1928”, „Rätsel der Gobi. Die Fortsetzung der Großen Fahrt durch Innerasien in den Jahren 1928-1930”, „Die Seidenstraße” en „Deutschland und der Weltfriede”.
  [8]Jonathan Swift (* 30 november 1667 , † 19 oktober 1745) was een Iers schrijver, wiens bekendheid uitsluitend gebaseerd is op de satirische roman „Gulliver’s Travels” (voluit: „Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts. By Lemuel Gulliver, First a Surgeon, and then a Captain of Several Ships”) uit 1726.
  [9]Chris van Abkoude (voluit: Christiaan Frederik van Abkoude, later Charles Winters, * 6 november 1880 , † 2 januari 1960) was een Nederlands-Amerikaanse onderwijzer, journalist, schrijver, oorlogscabaretier en kinderentertainer. Hij was grondlegger van het Nederlandse kindercabaret en ruim veertig jaar actief als verhalenverteller, zanger, musicus, poppenkastspeler, buikspreker en goochelaar. In Nederland is hij vooral befaamd als auteur van ruim veertig kinderboeken, waarvan de bekendste de Pietje Bell-reeks en „Kruimeltje” zijn.
[10]Jack London (pseudoniem van John Griffith Chaney, * 12 januari 1876 , † 22 november 1916) was een Amerikaans schrijver van romans en korte verhalen die zich voornamelijk afspelen in de Stille Zuidzee en in Alaska. Zijn bekendste romans en novellen zijn „The Son of the Wolf”, „The Call of the Wild”, „The Sea-Wolf” (in het Nederlands vertaald als „De Zeewolf”), „White Fang” (in het Nederlands vertaald als „Wittand”, ook bekend onder de titel „Pit-tah, de Grijze Wolf”), „Martin Eden”, „The Cruise of the Snark”, „John Barleycorn” (in het Nederlands vertaald als „Koning Alcohol”), „The Valley of the Moon”, „The Little Lady of the Big House” en „The Turtles of Tasman”.
[11]Adriaan Viruly (eigenlijk: Adriaan Virulij, bijgenaamd „Jons”, * 5 januari 1905 , † 13 augustus 1986) was een Nederlands piloot, schrijver en Engelandvaarder. Bekende boeken van hem zijn o.a. „Met de KLM naar Indië”, „We vlogen naar Indië”, „Vliegen als beroep? Een aansporing, een wegwijzer”, „De wereld van boven”, „Het Uiver-album”, „Wij vlogen over Nederland over Europa en naar Indië”, „Kinderen mogen vliegen”, „Ik word KLM-vlieger”, „Vergezichten en met Bernadotte”, „Wij vlogen naar Java”, „Zie je ze vliegen”, „Weerzien bij Passchendaele”, „De zee en de overkant. 30 jaar vliegen” en „De grote mythe”.
[12]Paul d’Ivoi (pseudoniem van Paul Charles Philippe Éric Deleutre, * 25 oktober 1856 , † 6 september 1915) was een Franse schrijver wiens boeken sterk zijn geïnspireerd door Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905). Van alle navolgers van Jules Verne was Paul d’Ivoi het meest succesvol, waarschijnlijk doordat in zijn boeken de nadruk op het avontuurlijke element lag. Zijn doorbraak kwam in 1894 met de roman „Les Cinq Sous de Lavarède”, in het Nederlands vertaald als „Met een kwartje de wereld rond”. Het zou het eerste deel van een serie van 21 boeken, Les Voyages Excentriques, worden. In Nederland werden d’Ivois boeken vertaald, maar wel ingekort en aan een jeugdig lezerspubliek aangepast. Buiten deze serie schreef hij nog veel meer, zoals enkele romans over Napoleon („La Mort de l’Aigle : 1814” en „Les Cinquantes : 1815” (beide onder het pseudoniem Paul Éric; verder o.a. „Passion marseillaise”, „L’ile d’Or”, „Waterloo”, „Le diable du Schah” en „Les Trois demoiselles pickpocket”.
[13]A. den Doolaard (pseudoniem van Cornelis Johannes George (Bob) Spoelstra jr., * 7 februari 1901 , † 26 juni 1994) was een Nederlands schrijver van reisverslagen en romans, waaronder „De druivenplukkers”, „De witte stilte”, „Quatre mois chez les comitadjis, meurtriers patentés”, „De herberg met het hoefijzer”, „Oriënt-Express”, „Hooge hoeden en pantserplaten”, „Wampie. De roman van een zorgeloze zomer”, „Door het land der lemen torens”, „De bruiloft der zeven zigeuners”, „Dolken en rozenkransen”, „Het verjaagde water”, „De laatste ronde”, „Kleine mensen in de grote wereld”, „Het land achter Gods rug”, de autobiografie „Het leven van een landloper”, „De goden gaan naar huis” en „Samen is twee keer alleen”. Veel van zijn romans en novellen spelen zich af in het zuiden van Noord-Macedonië, Kosovo, Albanië en Griekenland, reden waarom in Ohrid een monument ter nagedachtenis aan A. den Doolaard staat.
[14]C. Joh. Kieviet (voluit: Cornelis Johannes Kieviet, * 8 maart 1858 , † 12 augustus 1931) was een Nederlandse onderwijzer en schrijver van jeugdboeken, waarvan de zesdelige Dik Trom-serie het bekendst is. In totaal schreef hij tegen de vijftig boeken, zoals „De twee neven”, „Fulco de minstreel”, „Jaepie-Jaepie”, „Wilde Bob”, „Slaet opten trommele! ”, „Okke Tannema”, „Een Corsicaansche jongen”, „Het geheim van den Canadees”, „Een dozijn Hollandsche jongens” en „Het kamp in ’t spookbosch”.
[15]Jan Gerrit Kramer (* 1870 , † 1931) was een Nederlands schrijver van historische romans en reisverhalen, waaronder „Tot ridder geslagen : oorspronkelijk jongensboek”, „Willem de Kabeljauw, of Hoorn in 1479. Historisch verhaal uit den tijd der Hoeksche en Kabeljauwsche twisten”, „Adriaan Brouwer : een verhaal uit het 17de eeuwsche schildersleven”, „Het beleg van Groningen in 1672”, „Met Roggeveen de wereld om : historisch verhaal uit de 18de eeuw”, „De avonturier : lotgevallen van een Amsterdamschen jongen uit de 18e eeuw”, „Piet Hein”, „De landverhuizers naar Nieuw Amsterdam”, „Een Hollandsche jongen in China”, „Dertien jaar krijgsgevangen”, „Op de vloot van admiraal Verhuell : een verhaal uit den Franschen tijd”, „Nationaal gedenkboek”, „De tocht naar Chattam” „Jan van Galen : een historisch verhaal”, „Feiten en verhalen : leesboek over de vaderlandse geschiedenis” en „Jan Pieterszoon Coen”.
[16]De tocht naar Chattam” is een boek van Jan Gerrit Kramer, net als „Jan van Galen” over de Nederlandse vlootvoogd Jan van Galen (voluit: Johan van Galen, * 1604/1605 , † 23 maart 1653). Waarschijnlijk heeft Van de Reest hier iets door elkaar gehaald.
[17]George van Aalst (* 15 september 1896 , † 5 december 1925) was een Nederlands schrijver van jeugdboeken, zoals „Vader, ik kom!”, „De H.B.S.-krant. Een verhaal uit het H.B.S.-leven”, „De bengels van III.B.”, „De bengels op reis. Een verhaal uit het H.B.S.-leven”, „Lotgevallen van een voetbalschoen”, „Het Kerstjoodje” en „De Schoolfuif. Een verhaal uit het H.B.S.-leven”.
[18]Marten Toonder (* 2 mei 1912 , † 27 juli 2005) was een Nederlands stripauteur, die bekendheid kreeg als schrijver en tekenaar van Tom Poes (en Olivier B. Bommel), Panda, Kappie en Koning Hollewijn.
[19]Ben van Eysselsteijn (* 22 januari 1898 , † 13 augustus 1973) was een Nederlands redacteur voor de Haagsche Courant en de Haagsche Post, schreef verder in verschillende genres waaronder proza (romans en detectives), poëzie en drama; onderwerpen waar hij zich mee bezighield waren kunst en toneelkritiek. Boeken van hem zijn o.a. „Van de bevrijding der ziel”, „Het raadsel van den dertienden december”, „Het Chineesche mysterie”, „Romance in F-Dur”, „Tusschen Zuiderkruis en Poolster”, „De dubbelganger”, „Bazuinen om Jericho”, „Verweerde stenen” en „Tussen eb en vloed”.
[20]Cor Bruijn (voluit: Cornelis Pieter Bruijn, * 17 mei 1883 , † 16 november 1978) was een Nederlandse schrijver van voornamelijk streekromans en kinderboeken, waaronder: „Langs den waterkant: een half jaar uit het leven van een Hollandschen jongen”, „Langs opwaartsche wegen: de geschiedenis van het Nederlandsche volk”, „Michel, de strooper: een verhaal uit de Hessische bergen”, „Rinke Luit: de vroolijke veerman”, „Keteltje’s thuisvaart”, „Koentje van Kattenburg”, „Strijd om den Eenhoorn”, „De zwerftocht van Eggejan Korse I: De vlucht”, „De zwerftocht van Eggejan Korse II: Ver van huis”, „De zwerftocht van Eggejan Korse III: Het land achter de horizon” en „Lasse Länta: een verhaal uit Lapland voor de jeugd”, maar zijn allerbekendste boek is „Sil de Strandjutter”, in 1976 bewerkt tot een televisieserie.
[21]J. J. A. Goeverneur (voluit: Jan Jacob Antonie/Anthony Goeverneur, * 14 februari 1809 , † 18 maart 1889) was een Nederlandse letterkundige, dichter, (kinderboeken)schrijver en vertaler. Tot zijn bekendste werk behoren zijn kindergedichten, waarvan er later een aantal op muziek zijn gezet, zoals de kinderliedjes „In een groen, groen knollen-knollenland”, „Roodborstje tikt tegen ’t raam” en „Toen onze Mop een Mopje was” en zijn „Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen” uit 1858 wordt algemeen beschouwd als het eerste Nederlandse stripverhaal; het was een bewerkte – zeg maar gerust: gekuiste – vertaling van „Fahrten und Abenteuer des Herrn Steckelbein” van Julius Kell (* 7 mei 1813 , † 28 mei 1849) bij tekeningen van Rodolphe Töpffer (* 31 januari 1799 , † 8 juni 1846), een Zwitsers leraar, auteur, schilder, cartoonist en karikatuur-artiest, die het stripverhaal zelf in 1845 had gepubliceerd onder de titel „Monsieur Cryptogame
[22]Evert Zandstra (* 25 december 1897 , † 2 augustus 1974) was een Nederlands schrijver van Nederlands- en Friestalige romans. Enkele daarvan zijn: „De Friezen van het Flevo-meer”, „Het klotsende meer”, „De vlammende heide”, „Volk van waterland: roman-cyclus”, „Allard Morrema”, „Het Princehof”, „Onbekend Nederland”, „Zwervend door Nederland”, „Lascaux, de dieren en hun mensen” en „Het Snoer en de Kralen”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website