Het leven van Karl May geregistreerd.

Een onmiskenbare oplichter in de rol van deftig heer


Ben Kroon 1

„... starre stekende blik, kromme benen, geslachtsziek. Spreekt langzaam en weloverwogen, vertrekt bij het spreken de mond en er speelt dikwijls een glimlach om zijn lippen...”. Zo wordt in een opsporingsbevel in 1869 Karl May een vaste klant van de Saksische politie beschreven, die er tijdens een transport vandoor is gegaan.
In 1895 ontsteekt ene dr. Karl May in woede omdat „sujetten” onder zijn naam proberen in kloosters te bedelen, geld te lenen „oder gar noch schlimmeres” uit te halen. „Arresteer ze”, roept hij de lezers van de Duitse Katholieke Illustratie Hausschatz toe.
Weer tien jaren later zet een, inmiddels van zijn gefantaseerde titel ontdane Karl May zich achter de schrijftafel om het verhaal van zijn jeugd op te schrijven, terug te keren naar de afgrond „... waaruit al die nevels en giftige dampen opstijgen die mijn leven tot een eindeloze marteling hebben gemaakt”.

★   ★   ★

De meest succesvolle auteur van het katholiek reveil in het Duitsland van de Kulturkampf, de eerste auteur die het middelpunt was geweest van een complete starcultus, heeft in zijn levensavond een bittere, eindeloze strijd moeten voeren met tegenstanders, die de talrijke criminele feiten van zijn jonge jaren confronteerden met de hoge ethische houding van zijn romanfiguren en vooral van de ik-figuur, de verteller, die Karl May maar al te gretig vereenzelvigde met Karl May de auteur.
Heinrich Mann 2, de broer van Thomas 3, liet op het hoogtepunt van de strijd weten, dat wat hem betreft die criminele jeugd alleen maar voor Karl May pleitte. „Nu vermoed ik pas echt dat het een dichter is”. Maar zoveel ruimhartigheid was niet gemeengoed in het Duitsland van de Kaiser. Zelfs heel wat roomse medestanders lieten May vallen en constateerden ineens dat hij eigenlijk een protestant was.

★   ★   ★

Het omvangrijke oeuvre van May is niet alleen voor uitgevers over de hele wereld (in Nederland Het Spectrum) een longseller, met uiteraard Old Shatterhand als koploper, maar het leven van de auteur ligt ook al jaren onder de microscoop. Vooral sinds in 1970 in Hamburg de Karl-May-Gesellschaft van start is gegaan met periodieken en jaarboeken, komt steeds meer feitenmateriaal op tafel. Dr. F.C. de Rooy 4, die de supervisie had over de complete heruitgave van Het Spectrum en zelf in 1967 een biografie samenstelde, constateert nu dat hij toen „niet de helft wist van wat hij nu weet”.


„... een onmiskenbare oplichter in de rol van deftig heer”. De oudst bewaarde foto van de jonge Karl May (1875).


Voor een West- en een Oostduitse auteur, resp. Gerhard Kluszmeier 5 en Hainer Plaul 6, was dat aanleiding een grote Karl May Bildband samen te stellen, waarin in authentieke foto’s en documenten Mays hele leven wordt getoond Hoewel dat leven zich vrijwel geheel in de huidige DDR heeft afgespeeld, is er daar geen sprake van een cultus. Zijn werk is er verboden, ondanks het feit dat Brecht 7 een vereerder was van May: een liefde die hij met Hitler moest delen en dat laatste heeft wellicht de doorslag gegeven. May wordt echter wel in de Sovjet-Unie uitgegeven.

★   ★   ★

De vroegst achterhaalde foto van May dateert uit 1875. Hij is dan 33 jaar, heeft net een langdurige tuchthuisstraf achter de rug en kan even op adem komen als redacteur bij een uitgeverij van colportageromans 8. Hem wacht nog nieuwe gevangenisstraf en uitwijzing uit Dresden en verbod op het uitoefenen van zijn eigenlijke vak onderwijzer – omdat het leven van May vol zit met actuele parallellen, wordt er wel gesproken van een Berufsverbot –, maar de foto vertoont een onmiskenbare oplichter in de rol van deftig heer.
Pas veel later zullen de foto’s de goedige Albert Schweitzer-kop 9 van zijn oude dag gaan vertonen. Een opgejaagde broodschrijver die beweert veertien etmalen zonder slaap te kunnen schrijven en die beurtelings zoetsappige verhaaltjes voor nonnenblaadjes en softsexverhalen voor de colportagefabriek schrijft. Even produktief als Simenon 10, even succesvol en even onpeilbaar. De Bildband registreert dit leven in korte nuchtere teksten, want de platen moeten het doen en die tonen de koppen en situaties van het Kaiser-Duitsland in verrassende directheid.


Op het hoogtepunt van zijn roem poseerde Karl May als Old Shatterhand op de reclame van uitgever Fehsenfeld 11, die even rijk werd aan de immense oplagen als May zelf (nov. 1897.


Karl May maakt het zijn vereerders even moeilijk als zijn vijanden. Dr. De Rooy schreef in 1967: „De fantasie, de ene pool waarom Mays leven draaide, bracht hem tot leugen, bedrog en oplichting. De liefde tot God en de naaste evenwel, de andere pool, overwon tenslotte en louterde de persoonlijkheid.” May zelf maakte van zijn biografie 12 op zijn oude dag een onontwarbare mengelmoes van waarheid en leugen, fascinerend om te lezen en vol intrigerende constateringen. Hij beweert alleen gelukkig te zijn geweest in de gevangenis, „de grootste en rijkste vindplaats van alles wat er te vertellen is”, hij heeft de wereld leren kennen als een toneel, de mens niet als een individu maar als een drama en zichzelf als een gespleten persoonlijkheid, waarin het wemelt van gestalten waarvan de donkere machtiger zijn dan de lichte.

★   ★   ★

De halfcriminele armoedzaaier en broodschrijver wordt, zogauw het succes komt, een pathetische kitschfiguur, speelt in zijn villa Shatterland in Dresden-Radebeul 13 met groot gemak de wereldreiziger en avonturier, die hij niet was en klapt volkomen in elkaar als de sensatiepers van zijn tijd met de verzwegen feiten op tafel komt. Rudolf Lebius 14, een radicaal die steeds meer het ontmaskeren van May een levenswerk maakte, daarbij later gesteund door Mays ex-eerste vrouw, kon hem een geboren misdadiger noemen en nog vrijspraak krijgen. Karl May werd in die slepende serie processen vooral aangevallen door uiterst rechts en progressief katholiek. Hij kreeg steun van de sociaal-democraten, katholieke conservatieven en de artistieke avant-garde. Een verwarder aanhang is moeilijk denkbaar.

De criminele jeugd, die in het puriteinse Duitsland van die tijd een doodzonde was, werd voor de latere tijd juist een bijzonder interessant gegeven. Aan de hand van tips die May zelf geeft in zijn autobiografie, is men nu druk zoekende in welke mate autobiografische elementen schuilen in befaamde helden als Shatterhand en Kara Ben Nemsi.
Pas in zijn ouderdom kon May de reizen maken die hij in zijn beste jaren had gefantaseerd. Ze bewerkstelligden een ommekeer in zijn werk. Hij werd ernstig en symbolistisch en wilde als serieus auteur erkend worden, maar die werken zijn vrijwel vergeten. Er is nog genoeg over. Genoeg om uitgevers nog vele generaties inkomen te verschaffen en genoeg om nog vele jaarboeken van de Karl-May-Gesellschaft mee te vullen.

Der grosze Karl May Bildband. Gerhard KIuszmeier en Hainer Plaul, Olms Presse, Hildesheim, ƒ 63,50 (DM 48,-).


  [1]In: De Tijd, 6 juli 1979.
  [2]Heinrich Mann (* 27 maart 1871 , † 11 maart 1950) was een Duits schrijver. Zijn bekendste werken zijn „Professor Unrat oder Das Ende eines Tyrannen” (dat later verfilmd werd als „Der blaue Engel”), „Der Untertan, „Die Armen”, „Der Kopf” (deze drie vormen samen de Kaiserreich-Trilogie) en de in Amsterdam bij Querido uitgegeven romans „Die Jugend des Königs Henri Quatre” en „Die Vollendung des Königs Henri Quatre”.
  [3]Thomas Mann (voluit: Paul Thomas Mann (* 6 juni 1875 , † 12 augustus 1955) was de jongere broer van Heinrich Mann. Hij wordt beschouwd als een van de grootste Duitse schrijvers uit de twintigste eeuw; in 1929 ontving hij de Nobelrpijs voor de Literatuur, o.a. vanwege zijn „Buddenbrooks: Verfall einer Familie”. Daarmee is tevens een van zijn bekendste romans genoemd; andere bekende werken van hem zijn „Der Zauberberg”, „Tonio Kröger ”, „Der Tod in Venedig”, „Joseph und seine Brüder”, „Lotte in Weimar”, „Doctor Faustus. Das Leben des deutschen Tonsetzers Adrian Leverkühn, erzählt von einem Freunde” en „Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull. Der Memoiren erster Teil”.
  [4]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Zwolle, later Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
  [5]Gerhard Klußmeier (* 14 mei 1939 in Hamburg) is een Karl May-onderzoeker, journalist en jazzhistoricus uit Hamburg. Van 1987 tot 2013 was hij lid van de Wissenschaftlicher Beirat Karl-May-Haus; hij schreef – al dan niet samen met anderen – diverse boeken over Karl May plus tientallen artikelen in het Jahrbuch der Karl-May-Gesellschaft, de Mitteilungen der Karl May-Gesellschaft, de Nachrichten der Karl-May-Gesellschaft en de Karl-May-Hauys-Information.
  [6]Hainer Plaul (voluit: Dr. Hainer Plaul, * 18 oktober 1937) studeerde etnografie en filosofie en was van 1966 tot 1991 medewerker van de Duitse Akademie der Wissenschaften (Bereich Volkskunde) en van 1987 tot 2013 lid van de Wissenschaftliche Beirat Karl-May-Haus. Hij schreef diverse werken over (Duitse) triviale literatuur en talloze artikelen over Karl May. In 1975 gaf hij bij Olms Presse een reprint uit van Karl Mays autobiografie „Mein Leben und Streben”, met talloze verklarende voetnoten.
  [7]Bertolt Brecht (eigenlijk: Eugen Berthold Friedrich Brecht, * 10 februari 1898 , † 14 augustus 1956) was een Duitse dramaturg, librettist en lyricus. Zijn bekendste werk is de „Dreigroschenoper” (op muziek gezet door Kurt Weill), maar ook „Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny”, „Die heilige Johanna der Schlachthöfe”, „Die Horatier und die Kuriatier”, „Furcht und Elend des Dritten Reiches”, „Leben des Galileis”, „Mutter Courage und ihre Kinder”, „Der gute Mensch von Sezuan”, „Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui” en „Der kaukasische Kreidekreis” zijn beroemd gebleven.
  [8]Heinrich Gotthold Münchmeyer (* 29 juni 1836 , † 6 april 1892) was uitgever en colportageboekhandelaar in Dresden.
Van maart 1875 tot december 1876 was Karl May aan deze uitgever verbonden en redigeerde hij de tijdschriften Der Beobachter an der Elbe (dat van 1874 tot 1875 bestond), Deutsches Familienblatt. Wochenschrift für Geist und Gemüth zur Unterhaltung für Jedermann (1875-1877; hierin publiceerde May zijn eerste indianenverhalen), Schacht und Hütte. Blätter zur Unterhaltung und Belehrung für Berg- Hütten- und Maschinenarbeiter (1875-1876) en Feierstunden am häuslichen Heerde. Belletristisches Unterhaltungs-Blatt für alle Stände (1876-1877; hierin publiceerde May zijn eerste verhalen over de Oriënt).
Tussen 1882 en 1887 schreef Karl May zijn vijf grote colportageromans voor Verlag H. G. Münchmeyer: „Waldröschen oder die Rächerjagd rund um die Erde” (december 1882-augustus 1884; 2.612 pagina’s), „Die Liebe des Ulanen – ein packender Fortsetzungsroman über den deutsch-französischen Krieg 1870/71” (september 1883-oktober 1885; 1.724 pagina’s), „Der verlorne Sohn oder Der Fürst des Elends. Roman aus der Criminal-Geschichte” (augustus 1884-juli 1886; 2411 pagina’s), „Deutsche Herzen – Deutsche Helden” (december 1885-januari 1888; 2.610 pagina’s) en „Der Weg zum Glück – Höchst interessante Begebenheiten aus dem Leben und Wirken des Königs Ludwig II. von Baiern” (juli 1886-augustus 1888; 2.616 pagina’s).
  [9]Albert Schweitzer (* 14 januari 1875 , † 4 september 1965) was een Duits medicus, luthers theoloog, filosoof en schrijver; hij ontving in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn in woord en daad uitgedragen dogma ‘Eerbied voor al het leven’.
[10]Georges Simenon (voluit: Georges Joseph Christian Simenon, * 13 februari 1903 , † 4 september 1989) was een Franstalige Belgische schrijver. Simenon werd bij het grote publiek vooral bekend als de schrijver van 75 detectiveromans en 28 korte verhalen over Maigret. Daarnaast schreef hij nog eens 136 psychologische romans en honderden andere verhalen en novellen.
[11]Friedrich Ernst Fehsenfeld (* 16 december 1853 , † 16 september 1933) was een uitgever te Freiburg im Breisgau; hij gaf vanaf 1892 Karl Mays Gesammelte Reise-Erzählungen uit en was mede-oprichter van het Karl May Verlag.
[12]Geen biografie, maar een autobiografie. Het eerste deel daarvan, „Mein Leben und Streben”, werd in 1910 uitgegeven door Friedrich Ernst Fehsenfeld, maar het werd op instigatie van Rudolf Lebius al snel verboden. Tot een door Fehsenfeld en May geplande herziene versie en een tweede deel kwam het niet meer door Mays ontijdige dood in 1912. „Mein Leben und Streben” is sinds 1917 opgenomen in „»ICH« Karl May • Leben und Werk” (Gesammelte Werke, Band 34).
[13]Radebeul is geen wijk van Dresden! De stad ligt tegen Dresden aan, maar is altijd een zelfstandige stad geweest, tegenwoordig zelfs een Große Kreisstadt in de Kreis Meißen.
[14]Rudolf Lebius (* 4 januari 1868 , † 4 april 1946) was een Duitse journalist van het dubieuze soort, uitgever, vakbondsleider en antisemitisch politicus; nadat zijn poging om Karl May af te persen mislukt waren, werd hij diens vuigste tegenstander.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website