Boeken over kinderboeken

anoniem 1

De markt van boeken welke nader ingaan op het verschijnsel jeugdliteratuur, c.q. lectuur is in Nederland nooit bijzonder groot geweest. De meeste publicaties over dit onderwerp verschenen in pedagogische vakbladen en andere tijdschriften of vormden enig randwerk in boeken over kinderpsychologie en pedagogische werken. De twee belangrijkste wrken over kinderboeken verschenen ruim een kwart eeuw geleden. Daarna is het bij ons weten stil gebleven op dit terrein.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat twee herdrukken van boeken, die reeds lang waren uitverkocht, verschenen zijn. Het zijn „Het jeugdboek in de loop der eeuwen” door J. Riemens-Reurslag 2, dat in 1949 het licht zag en „Wormcruyt met Suyker” van D. L. Daalder 3 dat een jaar later in een betrekkelijk kleine oplage bij de Arbeiderspers NV verscheen.

RIEMENS-REURSLAG
Interbook International te Schiedam liet beide boeken integraal verschijnen daar vooral naar het laatste boek nog veel vraag was. Riemens-Reurslags „Jeugdboek in de loop der eeuwen” is van beide boeken het sterkst gedateerd. Wanneer de schrijfster er in haar inleiding op wijst dat De negerhut van Oom Tom 4 de directe aanleiding was tot afschaffing van de slavernij, gaat ze hier wel met een heel grote stap over een stuk wereldgeschiedenis heen. En bij de conclusie dat Daddy Long Legs 5 oorzaak was dat de opvoedingsinrichtingen verbetert werden, hopen wij er het beste van. Een positieve zijde van de ontwikkelingen in de afgelopen driekwart eeuw is, dat we wat nuchterder zijn gaan denken over de uitwerking van het gedrukte woord, zowel als over het mededogen dat het opwierp.
Niettemin blijft de beschouwing van mevrouw Riemens-Reurslag over de geschiedenis van het kinderboek, het lezen waard. De mythen, de fabels en legenden mondden uit in ridderverhalen, balladen en sprookjes. De troubadours en andere vertellers gingen zich van het geschreven woord bedienen en met het geschreven sprookje staan wel al heel dicht bij het kinderboek zo wij die leerden kennen. Veel van de klassieke jeugdboeken waren aanvankelijk niet voor de jeugd bedoeld.

Don Quichote 6, Robinson Crusoe 7, Baron von Munchhausen 8, Oom Tom en de verhalen van Jules Verne 9 vormden geen jeugdlectuur. Maar de jeugd ontdekte deze verhalen en uitgevers gingen er rekening mee houden. Zo vormt het werk van mevrouw Riemens-Reurslag op zich al een boeiend verhaal dat ook nu nog aanspreekt. Al blijft voor ons Niels Holgersson 10 een jongetje dat op een gans over Zweden vloog en niet op een zwaan zoals hier wordt vermeld.

D. L. DAALDER
Minder gedateerd en beduidend breder van opzet is „Wormcruijt met Suijker” van D. L. Daalder dat enkele jaren 11 na het boek van mevrouw Riemens-Reurslag verscheen en nog steeds geldt als het laatste woord over kinderboeken. Naast een uitvoerige beschouwing over de bronnen van de kinderliteratuur in ons land waarin invloeden van over de grenzen duidelijk kenbaar zijn. Interessant is vooral het overzicht van wat er aan kinderboeken verscheen en waarin een ruime plaats is gegeven aan de jeugdlectuur vanaf 1880 tot 1950. Aparta hoofdstukken over de protestants-christelijke en katholieke schrijvers (een veelal verwaarloosde groep voor diegenen die over kinderboeken publiceerden), terwijl ook de Vlaamse en Friese boeken hier aandacht krijgen. Uiteraard zijn ook de buitenlandse klassieken niet vergeten.
Tal van nu vergeten schrijvers, die niettemin van grote invloed zijn geweest voor het kinderboek, passeren hier de revue. Stamperius 12, Molt 13, Louwerse 14, Marie van Zeggelen 15, De Vletter 16 en Jan Feith 17 worden uitvoerig behandeld. Van Kieviet 18 moet de samensteller weinig hebben en van de buitenlandse auteurs staat Karl May niet bijzonder goed aangeschreven. Niet alleen de schrijvers, maar ook de inhoud van veel jeugdboeken komen onder de loep.
Aan het slot van zijn inleiding somt de schrijver een aantal genre’s op langs welke de lijn de groeiende belangstelling van het kind voor het boek zich beweegt. Hij heeft geen bezwaar tegen de sprookjes, de avonturenromans, de romans over liefde huwelijk en gezin enz.

„Maar onder de nadrukkelijke voorwaarde dat dit alles is geschreven door de persoonlijkheden die wij kunstenaars noemden, onder het voorbehoud dat het binnen hun gezichtskring ligt, beter nog onmiddellijk daarbuiten, waarbij niet mag worden vergeten, dat die kring wijder is dan door de meeste ouders wordt beseft ..”
Beide herdrukken zijn in aantrekkelijk vorm uitgekomen bij Interbook International te Schiedam en voorzien zeker in een leemte.


  [1]In: Steenwijker Courant, oktober 1978.
  [2]J. Riemens-Reurslag (geboren als: Guurtje Johanna Hendrika Reurslag, * 8 april 1886 , † 26 juni 1950) was een publiciste in bladen als De Nieuwe Amsterdammer, het Algemeen Handelsblad en vooral De Vrouw en haar Huis, Wiegekind en Kleuter en Het Kind. Van de laatste twee bladen is zij een tijd lang hoofdredactrice geweest; haar stukjes zijn vlot geschreven, meestal op pedagogisch gebied, en vallen bij het publiek in de smaak. Verder schreef ze enkele kinder- en jeugdboeken en, in 1949, een beschouwing over jeugdboeken: „Het Jeugdboek in de loop der eeuwen”.
  [3]D. L. Daalder (voluit: Dirk Leonardus Daalder, * 21 november 1887 , † 27 augustus 1963) was een Nederlands onderwijzer, leraar, onderwijsvernieuwer en schrijver van onder meer kinderboeken (soms onder het pseudoniem Frank van de(n) Eng en Jef Vermeer) en beschouwingen over jeugdlectuur en -literatuur, zoals „Gandhi als opvoeder”, „De invloed van prikkellectuur op de jongeren”, „Het kralensnoer, een boekje dat de voorbereiding voor het doen maken van opstellen, gemakkelijker en minder tijdroovend maakt”, „Toekomstmuziek: beschouwingen over democratie in opvoeding en onderwijs”, „De jeugd aan het woord” en „Middelbare meisjesscholen als symptomen van onderwijsvernieuwing”, maar zijn in 1976 herdrukte magnum opus is het in dit artikel besproken „Wormcruyt met suycker: historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur met illustraties en portretten”.
  [4]Uncle Tom’s Cabin; or, Life among the Lowly” uit 1852 was een roman van de Amerikaanse abolitioniste en schrijfster Harriet Beecher Stowe (* 14 juni 1811 , † 1 juli 1896), die de heersende opvattingen over slavernij beïnvloedde. Haar andere boeken hadden beduidend minder succes. De Nederlandse vertaling droeg tot 1982 de titel „De negerhut van Oom Tom” (Fries „De Negerhutte fan Omke Tom”), maar daarna moest dat „De hut van Oom Tom” (Fries: „De hutte fan Omke Tom”).
  [5]Daddy-Long-Legs” is een roman uit 1912 van de Amerikaanse schrijfster Jean Webster (schrijversnaam van Alice Jane Chandler Webster, * 24 juli 1876 , † 11 juni, 1916). In al haar boeken zijn de hoofdpersonen jonge vrouwen die intellectueel, sociaal en moreel opklimmen.
  [6]El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha” is de volledige titel van een tweedelige roman van Miguel de Cervantes Saavedra (* vml. 29 september 1547 , † 22 of 23 april 1616) uit 1605 resp. 1615. In de moderne spelling heet de hoofdpersoon Don Quijote, terwijl we hier te lande ook de Franse spelling Don Quichotte tegenkomen; een van de episoden van de ridderroman is de strijd van de hoofdpersoon tegen windmolens, waarmee Don Quichotte het symbool van zinloos verzet is geworden.
  [7]Robinson Crusoe” – in Nederlandse vertalingen ook wel „Robinson Crusoë” – is een roman van de Engelse schrijver Daniel Defoe (* ± 1660 , † 24 april 1731) over een schipbreukeling die 28 jaar lang op een onbewoond eiland leeft.
  [8]Baron von Münchhausen (voluit: Karl Friedrich Hieronymus baron von Münchhausen, * 11 mei 1720 , † 22 februari 1797) was een Duitse edelman, die in het Russische leger diende in de strijd tegen de Turken. Daarover vertelde hij zeer sterke verhalen, die als volksverhalen in de mondelinge en schriftelijke overlevering voortleven. De anekdotes zijn verzameld in „Feldzüge und Abenteuer des Freiherrn von Münchhausen” van de Duitse Sturm und Drang-dichter Gottfried August Bürger (* 31 december 1747 , † 8 juni 1794).
  [9]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot zijn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
[10]Nils Holgersson is de hoofdpersoon uit het kinderboek „Nils Holgerssons underbara resa genom Sverige” (d.i. „Nils Holgerssons wonderbare reis”) uit 1906 van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf (voluit: Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf , * 20 november 1858 , † 16 maart 1940), dat in eerste instantie bedoeld was om kinderen op een speelse manier de topografie van Zweden te leren; dat nam niet weg dat het boek een wereldwijde bestseller werd: al in 1911 verscheen bijv. de Nederlandse vertaling.
[11]Eén jaar.
[12]Jacob Stamperius (* 8 april 1858 , † 23 januari 1936) was vanaf 1880 hoofd der school in Amsterdam. Naar aanleiding van een artikel over kinderlectuur kreeg hij het verzoek van een uitgever, zelf een boek te schrijven, dat zou beantwoorden aan de eisen, die hij had gesteld. Zo ontstond „Het Veerhuis aan de Oosterschelde” dat in 1888 verscheen. Andere, indertijd bekende boeken van Stamperius zijn o.a. „De Sasmeester en zijn pleegzoon”, „Frans Naerebout”, „Drie Kwajongens”, „De ondergang van Reimerswaal”, „Het verhaal van de toren van Zierikzee”, „De ezel van den Bakker”, „Toch Oranje boven”, „Van drie jongens en een vrijen Zaterdag” en „St. Nicolaas te Zierikzee”.
[13]Evert Molt (* 20 maart 1874 , † 3 februari 1943) was een Nederlands onderwijzer, die aan het begin van de twintigste eeuw historische romans voor kinderen schreef, zoals: „Roderik. Historisch verhaal uit de eerste helft der zevende eeuw”, „Alewijn, de lijfeigene”, „Dieryc, de schrijnwerker”, „Floris de vijfde”, „Schooljongens lief en leed”, „Een valkenjacht op het kasteel Brederode : historisch verhaal uit het jaar 1349”, „Oranje boven. Een boek voor jong en oud”, „Het geheim van de torenburcht” en „In de wouden der Germanen”.
[14]Pieter Louwerse (* 23 januari 1840 , † 20 augustus 1908) was een Nederlandse schrijver en dichter, en tekstdichter van bekende liedteksten als „Waar de blanke top der duinen”, „Op de grote stille heide” en „Bloemen, koop bloemen”.
[15]Marie van Zeggelen (voluit: Marie Christina van Zeggelen, * 8 juli 1870 , † 15 juli 1957; haar eerste boeken schreef zij onder de naam Marie Kooij-van Zeggelen) was een Nederlandse schrijfster die veel (kinder)boeken over Nederlands-Indië heeft geschreven. Bekend van haar waren indertijd „Jong Java’s lief en leed”, „Feestavonden”, „Van kleine meisjes”, „Het zeerooversjongetje”, „De schat van de arme jongen”, „Dona Alve”, „Din en Aroe”, „Averij”, „Een desa jongen”, „Een broederdienst uit 1815”, „Twee Amsterdamsche Joffers: familiegeschiedenis in Vondel’s kring” en „De zwarte Galei”.
[16]A. C. C. de Vletter (voluit: Antony Cornelis Christiaan de Vletter, * 17 september 1866 , † 9 november 1935) was een Nederlandse kinderboekenschrijver, die tientallen kinderboeken schreef met titels als „In dagen van spanning”, „Arendskop”, „Admiraal Snor”, „Zeven jongens in de knel”, „Achttien jongens en een ouwe kar”, „Om ’t kampvuur”, „Zeven jongens kruipen in de grond (ongerekend nog de meisjes en ’n hond!) ”, „Kari en Olo”, „Zeven Robinsons”, „Dertien jongens en ’n plek wit zand”, „De jongen uit het circus”, „De lange midvoor van T.T.T. ”, „De zeven vroolijke vinken”, „De club van tweemaal zeven”en „Maupie”, maar wiens roem vooral berust op het boek „Zeven jongens en een oude schuit” uit 1905.
[17]Jan Feith (voluit: Jhr. Johannes Feith, * 12 mei 1874 , † 2 september 1944) was een Nederlandse journalist, schrijver, tekenaar en boekbandontwerper. Hij schreef meer dan vijftig boeken, waaronder: „Het rijwiel”, „Reis naar de Levant”, „Uit Piet’s vlegeljaren”, „Op het dievenpad”, „De reis om de wereld in veertig dagen of De zoon van Phileas Fogg”, „De geheimzinnige uitvinding, of de tovermacht van een H.B.S. jongen”, „Misdadige kinderen”, „Twee kleuters in een vliegmachine”, „Uit Piet’s Kantoorjaren”, „Op vleugels naar Indië”, „Het Indische monster”, „Het heilige bruine monster”, „Flip en zijn speurhond”, „Doko; de avonturen van een kleine Moorsche jongen” en „De lotgevallen van Witje en Gitje”.
[18]C. Joh. Kieviet (voluit: Cornelis Johannes Kieviet, * 8 maart 1858 , † 12 augustus 1931) was een Nederlandse onderwijzer en schrijver van jeugdboeken, waarvan de zesdelige Dik Trom-serie het bekendst is. In totaal schreef hij tegen de vijftig boeken, zoals „De twee neven”, „Fulco de minstreel”, „Jaepie-Jaepie”, „Wilde Bob”, „Slaet opten trommele! ”, „Okke Tannema”, „Een Corsicaansche jongen”, „Het geheim van den Canadees”, „Een dozijn Hollandsche jongens” en „Het kamp in ’t spookbosch”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website