KARL MAY VRAGENRUBRIEK

Drs. L. van Bommel 1

Het is verheugend op de vraag: “Bestaat er nu, behalve het boek van Dr. F. C. de Rooy 2, dat uitverkocht is, een in het Nederlands geschreven werk over Karl May?” thans een bevestigend antwoord te kunnen geven. Naast sommige meestal niet juiste of minder goed bewerkte krantenartikelen, die trouwens maar af en toe verschijnen, hebben we nu een boek door de heer E. van Linden (pseud.) 3 dat hij noemde: “Dr. Karl May”. Er werkt ook een psychiater aan mee, Dr. C. J. Schuurman 4, die helaas wegens tijdsgebrek niet in kan gaan op vragen of opmerkingen van onze lezers.

Alvorens het boek wordt besproken, moge worden opgemerkt, dat indien hierbij op enige onjuistheden e.d. gewezen wordt, men dit zeker niet als afbrekend dient op te vatten. De vermelding ervan is juist in opbouwende zin bedoeld!
We mogen namelijk bijzonder erkentelijk zijn, dat schrijver kosten noch moeiten gespaard heeft om dit boek te kunnen samenstellen. Bovendien is mij bekend, dat hij er grote tegenvallers bij heeft gehad, maar dat “hij dit nu eenmaal eens voor ons wilde doen”. Dat zal hem veel moeite, vermoedelijk wel ergernis of teleurstelling gekost hebben, ook wat betreft het moeizaam vergaren van zijn gegevens, platen, toestemmingen enz. Des te meer zijn we dano ok dankbaar, dat hij zijn boek toch voor elkaar heeft gekregen.

Zoals we vorig keer al in onze Kiva schreven, het boek is heel goedkoop (7.50 plus porto), voor Kiva-abonnees nog goedkoper (5.- plus porto) en verkrijgbaar via onze Trading Post, de heer J. Heyink 5, wiens adres U op de voorzijde van elke Kiva kunt lezen.
We komen nu aan het boek zelf toe, waarvan de afmetingen zijn 21 c 29 cm. Op de voorzijde en volgende bladzijden treft men afbeeldingen van Karl May aan. De titel “Dr. Karl May” is jammer genoeg niet geheel juist. Karl May was geen doctor hoewel zijn encyclopedische kennis – men noemt hem wel een wandelend woordenboek – hem er misschien aan zou hebben kunnen helpen. Een doctorstitel is een “beschermde” aanduiding en mag uitsluitend worden gebruikt door mensen met een speciale studie aan een universiteit en zover heeft onze vriend het niet kunnen brengen.
Vervolgens wordt een bladzijde gewijd (in het Duits) aan een stukje uit Karl Mays “Und Frieden auf Erde6, een zijner mooiste en toch in ons land weinig bekende boeken. Ook hierin stelt May Goed en Kwaad in hun strijd tegenover elkaar. Denk eens aan de hierin beschreven christelijk handelende heiden, vergeleken met een christendom met de mond ....!
Daarna volgt een heije bladzijde met duidelijke inhoudsopgaaf en vervolgens een inleidend woord van onze hoofdredacteur, de heer J. Heyink.
We zijn het volkomen eens met diens wens dat het boek een verheldering moge brengen voor vele, vele lezers en lezeressen!
Na al deze “extra’s” begint deel I door de heer E. van Linden. Deze schuilnaam is dezelfde als een der schuilnamen van K. May. Enige Kiva-vrienden lieten mij weten, dat ze daarom liever een andere naam hadden gezien. Dit standpunt lijkt ondergetekende echter iets, dat schrijver en lezers voor zichzelf dienen te bepalen.
We zien in deel I tal van platen, kaarten, gedichten door Karl May en gezegdes zoals van Dr. C. J. Schuurman: “Het geheim van het leven is, dat je je zelf wordt”.
Op bladzijde twee staat een levensbeschrijving van Dr. C. J. Schuurman, alsmede dankbetuigingen aan personen, die hielpen met toestemmingen, gegevens, foto’s e.d. Daarnaast treft men foto’s aan van May’s kamer met voorwerpen zoals men die in Bamberg (Beieren) zorgvuldig heeft opgesteld. Indertijd heb ik het genoegen en vertrouwen gehad er (onder geleide) in te mogen rond kijken. Nu, men kijkt zich er inderdaad de ogen uit.
Op bladzijde drie (de foto pagina’s worden niet meegerekend) vinden we een gesprek van Alb. W. Conrady 7 met Einstein 8 en Schweizer 9 (stukje uit “Ich” van K. May 10). Daarna volgt op de zelfde bladzijde een handig overzicht van data over Karl May tot en met diens sterfdag in 1912.
Op bladzijde 4 wordt nog een aantal van zijn strafbare feiten samengevat met de tijdstippen ervan. We zullen verderop kunnen lezen hoe May o.a. door een bepaalde geestestoestand, gepaard aan erbarmelijke jeugd- en studie omstandigheden, hiertoe is gekomen. Dientengevolge werd hij voor die meestal lichte vergrijpen onbegrijpelijk en onmenselijk bestraft.
Het heeft weinig zin het hele boek op de voet te blijven volgen, maar tal van feiten, soms ver tot in kleinigheden toe, staan er in. Ook de befaamde voormalige “Lügenschmiede” kan men er op een foto zien.
Over de afbeeldingen gesproken, treffend vind ik de foto naast bladzijde 14: May met zijn tweede echtgenote Klara May-plöhn.

(Wordt vervolgd)



KARL MAY VRAGENRUBRIEK.
Vervolg bespreking van het Nederlandse boek
“Dr Karl May” van E. van Linden,
m.m.v. Dr C. J. Schuurman.
_ _ _

Nu doen we hier en daar maar een greep. Op bladz. 15 staan bijzonderheden over K. May’s aartsbestrijder, de heer Lebius 11, maar eveneens over ...... Dikke Jemmy 12.
Onze lezers merken wel: wat een verscheidenheid van feiten. Dikke Jemmy bestond werkelijk. Hij was dus niet als zoveel andere personen in Mays werk een als zinnebeeld opgevoerde figuur.
In dit eerste deel van het boek zullen mogelijk kleine foutjes of onvolledigheden zitten, maar alleen een kniesoor zal dit ernstig nemen. Wel had de doelstelling van K. May: Vrede op aarde, menselijk geluk en waardigheid voor en door een iedereen, in het algemeen goed en menselijk zijn, later vertolkt in de reeds bovengenoemde zinnebeelden (Winnetou e.z.) n.m.m, wat meer naar voren hebben mogen komen. Daarmee zou de bestrijding van: Hij is maar uitsluitend een jongensboekenschrijver, die Indiaantjes laat spelen en dergelijke onjuiste feiten wat makkelijker en doeltreffender kunnen worden.

Dan komt in deel II Dr. C. J. Schuurman ‘in het geweer’. Hij heeft zich niet, zoals bijv. Dr F. C. de Rooy e.a. geruime tijd met alles betreffende Karl May bezig gehouden. Hij zal dan ook niet het gehele verschijnsel “Karl May” belichten maar wel van blz. 78 af, voornamelijk Mays geestelijke toestanden en de invloed van zijn omgeving en de maatschappij.
Die toestanden zijn wat anders dan bij de gemiddelde mens, waardoor Dr C. J. Schuurman in het begin Karl May als ‘zonderling’ betitelt. Het komt mij voor dat men hierover verschillend kan denken. Karl May is zijn hele leven een merkwaardige persoonlijkheid geweest, die soms moeilijk of verkeerd reageerde op ongunstige omstandigheden. Volkomen eens zijn we het met wat Dr Schuurman stelt op blz. 22 (n.a.v. uitlatingen van K. May) . “Wie was Karl May eigenlijk?” m.a.w. een volledige beantwoording lijkt bijna onmogelijk.
Een ieder kan daar dus een eigen inzicht over hebben. Het is daardoor ook de verdienste van Dr C. J. Schuurman, dat hij de moeite genomen heeft zulk een eigen inzicht weer te geven. Daarmee kan men dan een eigen standpunt vergelijken en dat desgewenst veranderen. Nu geloof ik dat het voor de gemiddelde Kiva-lezer verwarrend zou kunnen werken indien we op alle bijzonderheden in zouden gaan.

Een aantal abonnees vertelde me, dat tussen de tekst vermeldingen worden gedaan, die schijnbaar niets met K. May te maken hebben, bijv. naast bladz. 2. Het antwoord van de heer van Linden daarop luidt: ‘Lees dat nog eens goed door, dan merkt U het vanzelf wel’, m.a.w. hij ziet wel een verband. Mijn mening is en die ruil ik graag voor een betere: Karl May gebruikt vooral op latere leeftijd veel zinnebeelden, maar kan men dat dan wel surrealisme noemen? Trouwens, vermelding van seksuele bijzonderheden zijn bij May overbodig, zijn gedachten en daaruit ontstane verhalen zijn immers, zoals de praktijk bewijst, meer dan voldoende! Hij behoefde niet mede te doen aan de heden vaak gebruikelijke schrijftrant die door een aantal onzer minder wordt gewaardeerd, maar nu eenmaal ‘mode’ schijnt te zijn.
Genoeg hierover, toch heb ik eerbied voor andere meningen. Met grote belangstelling heb ik deel 2 dus gelezen en nogmaals, ook Dr C. J. Schuurman ben ik erkentelijk dat hij zijn medewerking aan de heer van Linden heeft willen geven. Wel moet men voor het lezen ervan veel tijd vrijmaken! Het blijft belangwekkend.

Deel III, op bladz. 34 bevat nog ‘allerlei’ zoals de bekende brief aan de Joodse Jongen.
Een TV-omroeper sprak enkele jaren geleden nog: Die May is een mof, dus ..... De voorlichting is niet altijd onbeïnvloed. Uit bovengenoemde brief blijkt, dat May wel is waar een Duitser is, zelfs trots op zijn Vaderland (hoeveel Nederlanders zijn dat?) maar toch eigenlijk iemand, die goed zou passen, niettegenstaande zijn individualiteit, in een Europese, ja zelfs wereldgemeenschap, welke hij dan ook in zijn gedachten en boeken nastreeft.
De feiten over berendoder en zilverbuks worden aangeroerd op bladz. 35 waarbij we verwijzen mogen naar het artikeltje in de Kiva van enige tijd geleden.

Oplage-getallen, uitspraken van en over K. May (door bekende schrijvers e.a.) boeken over K. May, ze worden alle nog opgesomd (wat een werk!), alsmede het huwelijksgedicht voor Klara waarbij een opvallende mogelijk astrologische mededeling over de tijd i.v.m. Mays dood staat. Ook treffen we nog een gedicht aan: ‘Kein Tod’ alsook verschijningsdata van K. Mays boeken. Het is allemaal te vinden in dit werk van meer dan 40 grote bladen.

Goed, we hebben het reeds gezegd: er mag wel iets ontbreken of minder juist zijn, dat doet er niets aan af om er toch kennis van te nemen en ik ben erg blij, dat een Nederlander dat moeilijke en veelomvattende werk heeft willen doen!
Daarvoor zijn we de ontwerper en zijn medewerkers(sters) van harte dankbaar.
Moge dit boek door vele handen gaan en tot nadenken aanleiding geven!


  [1]In: De Kiva, mei 1977.
  [2]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Zwolle, later Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
  [3]E. van Linden is een pseudoniem van een zekere Wouter T. Klaren.
  [4]Kees Schuurman (voluit: Cornelis Johannes Schuurman, * 5 juli 1898 , † 18 november 1979) was een Nederlands bacterioloog-hygiënist, psychiater en schrijver. Hij werkte samen met „E. van Linden” (=Wouter T. Klaren) aan het boekje „Dr. Karl May”. Schuurman verwierf een zekere bekendheid omdat hij (van 1944 tot 1947) de eerste psychiater was van Gerard Kornelis van het Reve (sinds 1973: Gerard Reve, * 14 december 1923 , † 8 april 2006).
  [5]Jacobus Heyink (* 1906 , † juli 1997) was een boekhandelaar te Rotterdam en oprichter van De Kiva, een tijdschrift voor iedereen die geïnteresseerd was in indiaanse culturen.
  [6]Und Friede auf Erden” (Gesammelte Werke, Band 30) is pas in 2022 door Jan Willem van der Jagt vertaald in het Nederlands.
  [7]A. W. Conrady (pseudoniem van Conrad Wilhelm Albert Stromenger, * 31 juli 1889 , † 24 februari 1960) was een kantoorbediende, leraar en schrijver uit Bamberg.
  [8]Albert Einstein (* 14 maart 1879 , † 18 april 1955) was een Duits, later Zwitsers en nog later Amerikaans theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. In 1921 ontving hij voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde, en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
  [9]Albert Schweitzer (* 14 januari 1875 , † 4 september 1965) was een Duits medicus, luthers theoloog, filosoof en schrijver; hij ontving in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn in woord en daad uitgedragen dogma ‘Eerbied voor al het leven’.
[10]Het eerste deel van Mays autobiografie, „Mein Leben und Streben”, was in 1910 zelfs uitgegeven door Friedrich Ernst Fehsenfeld, maar het werd op instigatie van Rudolf Lebius al snel verboden. Tot een door Fehsenfeld en May geplande herziene versie en een tweede deel kwam het niet meer door Mays ontijdige dood in 1912. „Mein Leben und Streben” is sinds 1917 opgenomen in „»ICH« Karl May • Leben und Werk” (Gesammelte Werke, Band 34).
[11]Rudolf Lebius (* 4 januari 1868 , † 4 april 1946) was een Duitse journalist van het dubieuze soort, uitgever, vakbondsleider en antisemitisch politicus; nadat zijn poging om Karl May af te persen mislukt waren, werd hij diens vuigste tegenstander.
[12]Ferdinand Pfefferkorn (voluit: Ferdinand Carl Ludwig Pfefferkorn, * 5 augustus 1841 , † 8 maart 1916) was ook een schoolvriend van Karl May; hij zat een klas hoger. Hij emigreerde in 1866 definitief naar de Verenigde Staten; na een bezoek aan Duitsland in 1895 werden de banden tussen de echtparen May en Pfefferkorn weer aangehaald en in 1908 bezochten Karl May en zijn tweede vrouw de Pfefferkorns in Lawrence/Mass., waar Ferdinand inmiddels barbier en homeopathisch arts was.
Naar deze Ferdinand Pfefferkorn is vermoedelijk „Dikke Jemmy” benoemd, die we kennen uit „Unter Geiern” en „Der Schatz im Silbersee” (Gesammelte Werke, Band 35 und 36) en daar Jakob Pfefferkorn heet. Een neef van Ferdinand Pfefferkorn, Karl Robert Pfefferkorn (* 1849 , † 1934), een ondernemer in Ernstthal, beweerde echter veeleer zichzelf te herkennen in „Jakob Pfefferkorn”/„Dikke Jemmy” en was daar „not amused” over.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website