André Becht

Ernest Lefebvre 1

Zeventien jaar oud was André Becht 2 toen hij, samen met zijn vier jaar oudere broer Herman 3, na de dood van hun vader in februari 1922, de leiding op zich moest nemen van de uitgeverij H. J. W. Becht 4. De in juli 1922 door de kantonrechter verleende handlichting stelde André Becht in staat als jongste directeur van een uitgeverij zijn intree te doen in de Nederlandse boekhandel.
Wanneer wij ons goed realiseren wat het heeft betekend dat twee jongens – want dat waren ze in feite toch nog – er opeens samen voor stonden een uitgeverij te moeten leiden, dan begrijpen we dat dit een situatie was, die welhaast gedoemd leek een fiasco te gaan worden.
Niets is minder waar! De beide broers, hoe jeugdig ook begonnen, zouden tonen dat zij in staat waren de door hun vader in 1892 opgerichte zaak tot grote bloei te brengen, – tot 1961 samen, daarna trok Herman zich uit zaken terug. André kocht de aandelen van zijn broer, zodat hij toen het hele bedrijf zijn persoonlijke bezit mocht noemen. In 1945 was L. Th. Domhoff 5 bij Becht komen werken, in 1950 werd ‘Len’ procuratiehouder, in 1965 lid van de directie. Na de fusie enkele jaren geleden met De Bussy 6 is J. J. F. Aleva 7 als directeur toegetreden.
Er is altijd, en er wordt nog steeds, keihard gewerkt op Herengracht 172 (vaak het mooiste huis van Amsterdam genoemd). Uitgeven vereist niet alleen dat je ogen en oren wijd moet openhouden en scherp moet opletten op eventuele mogelijkheden voor het uitgeven van een boek; dat je uiterst nauwkeurig te werk moet gaan en, vooral, dat je ‘goed op de kleintjes moet passen’. Uitgeven betekent ook dat je moet kunnen aanvoelen wat het publiek, de aanstaande lezer, zal willen kopen, dat je het in je vingertoppen moet voelen of je de ‘gok’ – want dat is het maar al te vaak – zult wagen een bepaald boek uit te geven. Al die zakelijke eigenschappen heeft André Becht in hoge mate, maar vooral die laatste, onontbeerlijke eigenschap, dat ‘Fingerspitzengefühl’, bezit hij als wellicht geen andere uitgever. Dat durf ik te zeggen, ook als ik hem vergelijk met de vele collega’s, zowel hier als in het buitenland, die ik in de loop der jaren heb leren kennen.
Ook in het organisatieleven van ons vak heeft Becht zijn bijdrage geleverd. Zes jaar lang, van 1947 tot 1952 was hij secretaris van de Nederlandsche Uitgeversbond, en op dit ogenblik maakt hij deel uit van het Vereenigingsbestuur.
En nu heb je ons, André – mag ik je hier even persoonlijk aanspreken – een kaart gezonden waarop je aankondigt dat je per 1 januari jl. als directeur bent afgetreden. Je gezondheidstoestand dwingt je, na drie en vijftig jaar, het wat kalmer aan te gaan doen. Doe je dat, André? Of betekent het alleen maar, dat je ’s morgens iets later op weg gaat naar de Herengracht? Je zult – hoe kan het anders – contact blijven houden met de uitgeverij. Maar denk eraan, dat je nu niet meer zeventien, maar dat je zeventig jaar oud bent. En dan mag je heus dat ‘kalmer aan’ in praktijk gaan brengen.
Het devies dat zijn vader nu meer dan tachtig jaar geleden koos: Hebt In Werken Bevrediging, is door André Becht gedurende zijn hele uitgeversloopbaan in praktijk gebracht. Wij moeten hem daarvoor dankbaar zijn en hem ervoor eren, want hij heeft met zijn werken een indrukwekkende bijdrage geleverd in de wereld van het boek.


[1]In: Nieuwsblad voor de Boekhandel, 27 februari 1974.
[2]André Becht (* 10 juli 1904 , † 15 oktober 1980) was een zoon en opvolger van de oprichter van de uitgeverij, Herman Johan Wilhelm Becht (sr.), directeur van de uitgeverij van 1922 tot 1975.
[3]Herman Johan Wilhelm Becht jr. (* 20 augustus 1900 , † 20 juli 1968) was een zoon en opvolger van de oprichter van de uitgeverij, Herman Johan Wilhelm Becht (sr.), directeur van de uitgeverij van 1922 tot 1961.
[4]Herman Johan Wilhelm Becht (* 25 maart 1862 , † 26 februari 1922) was aanvankelijk handelsreiziger voor Van Holkema & Warendorf, maar al in 1892 vestigde hij zijn eigen uitgeverij in Amsterdam. In het logo van de uitgeverij stonden de initialen H.J.W.B. voor de zinsnede „Hebt In Werken Bevrediging”. In 1986 werd de uitgeverij overgenomen door Johannes Hendricus Gottmer (* 1902 , † 1974: Gottmer Uitgevers Groep) in Haarlem; de boeken van Becht verschijnen echter nog steeds onder hun eigen naam.
[5]Leonardus Theodorus Domhoff (* ? , † ?) was vanaf 1945 medewerker, vanaf 1950 procuratiehouder en vanaf 1965 mededirecteur van Uitgeverij H. J. W. Becht.
[6]Uitgeverij J.H. De Bussy N.V. werd ± 1875 opgericht. In 1962 nam zij Uitgeverij G. J. A. Ruys over en in 1967 fuseerde zij met Drukkerijen v/h Ellerman Harms N. V.; het fusiebedrijf heette vanaf dat moment De Bussy-Ellerman Harms en nam twee jaar later het gehele aandelenkapitaal van H. J. W. Becht’s Uitgeversmaatschappij N.V. over.
[7]Jacobus Johannes Folkert Aleva (* ? , † ?) was vanaf 1967 mededirecteur van H. J. W. Becht’s Uitgeversmaatschappij N. V.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website