Oost-Duitsland profiteert van Karl Mays erfenis

Geest van Winnetou leeft nog


anoniem 1

Een boom van een rode krijger opent in het Beierse Bamberg de deur van het Karl May-museum. Hij kan Winnetou niet zijn. Die sneuvelde in band 62 2 van Karl Mays verzamelde werken (zeventig boeken 3) toei Old Shatterhand, de grootste aller grote Duitse woudlopers, hem in een strijd met de Comanchen 4 even uit het oog verloor. Hij is zelfs geen Apache, maar een Cherokee. Zijn naam is Buffalo Child Long Lance 5 en hij is min of meer Winnetou’s plaatsvervanger in Bamberg. Vrienden noemen hem Nicki.

Nicki de Cherokee, bruin, zwartogig en met blauw-zwart plakhaar dat sterk aan een goedkope pruik doet denken, excuseert zich in redelijk Duits. Hij heeft voor het binnenlaten van de nieuwe gasten een krijgsdans voor een schoolklas jonge bleekgezichten onderbroken. Hijgend en zwetend (het Duitse leven vreet kennelijk ook aan de conditie van een rode krijger) hervat hij een merkwaardig gehuppel, zwaaiend met een speer en rinkelend met belletjes. Een grammofoonplaat levert het indianengehuil.
Buffalo Child Long Lance heeft, sinds hij twintig jaar geleden als Amerikaans beroepssoldaat naar de Bondsrepubliek kwam, zoveel indianenfilms ingeleid, voordrachten gehouden en Winnetou-rollen vertolkt, dat hij Westduitslands bekendste parade-indiaan is geworden. Hij is als sergeant gepensioneerd, heeft een Duitse vrouw getrouwd en trad vier jaar geleden als rondleider en levend museumstuk in dienst van de uitgeverij Karl May in Bamberg.



De gevreesde drie: Berendoder, Zilverbuks en Henrygeweer.


Buffalo Child Long Lance:
Winnetou’s plaatsvervanger in Bamberg
.

Avonturier

De indiaan zet het werk voort dat de blanke avonturier en schilder Patty Frank 6 in 1926 in het nu communistische oosten begon. Aan Pat Frank herinnert in Bamberg een verbleekt schilderij. ’n Imposant zelfportret van de man die het originele Karl May-museum opbouwde, hangt praktisch onbereikbaar voor Karl Mays westduitse vereerders in de woudlopershut „villa Berenvet”. Een pijprokende stoerling in een kostuum dat net zoveel aan een Volendammer als aan pa Cartwright 7 doet denken. Schuin onder dat schilderij staan naast elkaar in een vitrine Old Shatterhands 30 kilo zware berendoder, zijn Henry-repeteergeweer en Winnetou’s vermaarde zilverbuks. Die „Villa Berenvet” ligt verscholen tussen Noordamerikaans geboomte achter de grote stenen „Villa Shatterhand”, het huis in Radebeul even buiten het Oostduitse Dresden waar Karl May zijn fantasieën op papier zette. In Radebeul werd, na de dood van de vereerde fantast, die zelf vergat dat hij een dromer en geen avonturier was (Amerika kende hij alleen van een bootreis naar New York), de Karl May-stichting gevormd. May stierf in 1912. Via de stichting zou zijn kapitaal worden gebruikt voor ondersteuning van behoeftige schrijvers en het verstrekken van beurzen aan talentvolle jongeren.

Blokhut

De uitgeverij Karl May, nu eigenares van het museum in het Westduitse Bamberg, werd opgericht in Radebeul. Daar bouwde bovendien Pat Frank in de woudlopersblokhut het museum op: totempalen, wapens, maskers en andere voortbrengselen van Noordamerikaanse indianencultuur. In dat, naar men zegt, zeer waardevolle museum leidde Patty Frank jarenlang de „Greenhorns” rond, zoals Nicki de Cherokee het in Bamberg doet.


In de villa Berenvet zijn
slechts de beroemde wapens


In het Oostduitse Radebeul is Franks werk overgenomen door een man, die werkelijk in niets aan het Wilde Westen doet denken. En zonder Patty Franks zelfportret, en de drie geweren, zouden de bezoekers (150.000 per jaar) zelfs kunnen vergeten dat hier eigenlijk Old Shatterhand had moeten wonen, De richtingaanwijzer naar de „Villa Berenvet” verwijst ook niet naar het Karl May maar naar het indianenmuseum. Profiterend van ’t werk van May en Frank is in de DDR een museum opgebouwd dat volkenkundig interessant is en in opbouw het regime dient. De nadruk ligt op de wanhopige vrijheidstrijd van de Noordamerikaanse indianen tegen de opdringende blanken. Onder invloed van het streven naar zelfbeschikking voor alle volken in de wereld, beginnen de laatste tijd ook de indianen weer voor hun vrijheid te strijden, vertelt de gids.

In de maag

Het Oostduitse regime zit een beetje met Karl May in zijn maag. Hij is als Old Shatterhand of Kara ben Nemsi een Duitse held, zo’n fraai portret van het romantisch „Deutschtum” dat hij ook voor DDR-burgers onvergetelijk blijkt. Hij overtreft in Duitse ogen Jules Verne 8 en Daniël Defoe 9 in zijn fantasieën. De Karl May-cultuur heeft zich diep geworteld en niet alleen in Duitsland was men lang overtuigd van de grote oprechtheid die uit de avontuurlijke reisverhalen sprak. Na de eerste vertalingen schreef bijvoorbeeld een Nederlandse recensent: „Een apostel en strijder, die God en de naaste liefheeft, die strijdt voor waarheid en recht”.
Die mentaliteit bespeurden waarschijnlijk ook de nazi’s. Ze verboden May’s werken 10. De communisten hebben bezwaren die in sommige opzichten praktisch het tegenovergestelde inhouden. Karl May verheerlijkt oorlogvoeren, de blanke helden zijn duidelijk superieur aan de roodhuiden. De gids in Radebeul antwoordt op een verbaasde verwijzing naar het Apachenopperhoofd Winnetou: „Die werd toch ook dank zij de langdurige omgang met Old Shatterhand een draaglijk mens”. De sfeer van de Karl May-romantiek past niet in de DDR. De sfeer waarin Old Shatterhand in ontmoetingen met andere nobele bleekgezichten praktisch altijd de verrassende ontdekking deed (Duitse) landgenoten tegenover zich te hebben.

Karl May is in de DDR niet verboden, maar zijn boeken worden er niet herdrukt. Dr. Euchar Schmid 11, leider van de uitgeverij, trok na de oorlog naar ’t westen. Het duurde tot 1960 voordat hij en andere May-getrouwen in de Bondsrepubliek het met de autoriteiten en de Karl May-stichting in de DDR eens werden over verhuizing van de uitgeverij naar Bamberg (waar Schmid overigens al lang in licentie was gaan drukken). Het miljoenenvermogen wordt door de nog altijd particuliere stichting in Radebeul beheerd. Omdat Karl Mays weduwe indertijd had bepaald dat een lid van het gemeentebestuur voorzitter van het stichtingsbestuur zou moeten zijn, staat nu een partijman aan het hoofd van Karl Mays kapitaal.

Gekuist

Met de uitgeverij wist Euchar Schmid wat zaken die in Radebeul geen betekenis meer konden hebben, mee naar het westen te nemen: Mays bibliotheek, zijn werkkamer en een borstbeeld van Winnetou. Enkele jaren geleden beleefde de uitgeverij een piek in de produktie van nieuwe, verbeterde en niet meer gekuiste (vooral ook in de Nederlandse vertalingen was men daar sterk in) Karl May-werken. Zijn verhalen zijn verfilmd, in Holstein heeft Bad Segeberg zijn jaarlijkse Karl May-festivals, het fenomeen May is onderwerp van dissertaties en men heeft het Karl May-museum.

Toen in 1963 de uitgeverij haar vijftigste verjaardag vierde, sprak de burgemeester van Bamberg 12: „Bamberg moet de verplichtende rol van Radebeul overnemen en ’t doel der eeuwig jonge vrienden en vereerders van Karl May worden”. Veel te bieden heeft het museumpje in Bamberg nog niet, maar iedere keer als Buffalo Child Long Lance een bezoek aan zijn geboorteplaats Denver brengt, doet hij nieuwe inkopen voor ’t museum waarvan hijzelf het middelpunt is. In Radebeul is hij vier keer geweest. Het trekt hem zeer aan, maar de zaak is er „teveel politiek gemaakt”.


[1]In: Steenwijker Courant, 29 augustus 1970.
Vrijwel hetzelfde artikel zou, in vrijwel dezelfde bewoordingen, maar dan onder de titel „Oosten profiteert van zijn erfenis. Karl May’s geest leeft voort” op 24 oktober 1970 verschijnen in de Gooi- en Eemlander”. Daar wordt ook de naam van de auteur onthuld: W. P. Timmers.
[2]Winnetou sneuvelde al in deel 9 („Winnetou III”) van Karl May’s Gesammelte Werke.
[3]Sinds 1967 bestaan de Gesammelte Werke uit drieënzeventig delen, waar vanaf 1985 nog enkele delen aan werden toegevoegd. Inmiddels (2023) is de serie gegroeid tot zesennegentig boeken.
[4]Sioux!
[5]Silkirtis Nichols (ook wel Buffalo Child Long Lance genoemd, * 23 juni 1923) is een indiaanse acteur van de Cherokee. Als soldaat van de US Army kwam hij na de oorlog in West-Duitsland terecht; sinds 1963 speelde hij in de musical „Annie get your gun”, vanaf 1965 bij de Segeberger Karl-May-Festspiele. Van 1966 tot 1971 leidde hij het Karl-May-Museum in Bamberg en daarna ging hij weer terug naar zijn vaderland; maar in 1977 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij tot 2000 optrad in shows.
[6]Patty Frank (artiestennaam van Ernst Johann Franz Tobis, * 19 januari 1876 , † 23 augustus 1959), was een Duits artiest en indianendeskundige. In 1928 – niet 1926 – opende Villa „Bärenfett” in de tuin van Villa „Shatterhand” haar deuren als Karl-May-Museum (later: Indianenmuseum), waarvan hij tot zijn dood in 1959 directeur bleef; het museum was en is nog steeds gebaseerd op de enorme collectie indianica van Patty Frank.
De man had ontegenzeglijk vele kwaliteiten, maar schilderen was daar niet bij. Het portret in Villa „Bärenfett” is - net als enkele andere schilderijen in de Villa’s „Bärenfett” en „Shatterhand” - geschilderd door Elk Eber (geboren als Wilhelm Emil Eber, * 18 april 1892 , † 12 augustus), een Duitse schilder, graficus en verzamelaar van indiaanse etnografica, tevens een goede vriend van Patty Frank.
[7]Ben „pa” Cartwright, gespeeld door de Canadese acteur Lorne Greene (voluit: Lyon Himan Greene, * 12 februari 1915 , † 11 september 1987), stond aan het hoofd van het gezin dat behalve „pa” uit drie broers bestond en rond 1860 de Ponderosa Ranch bewoonde in Bonanza, een televisie-westernserie in 430 afleveringen, die van 12 september 1959 t/m 16 januari 1973 werd uitgezonden op de Amerikaanse tv (NBC) en ook in Nederland en België zeer populair was.
[8]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot zijn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
[9]Daniel Defoe (geboren als Daniel Foe, * ± 1660 , † 24 april 1731) was een Engels schrijver, journalist en spion en wordt wel beschouwd als een der grondleggers van de Engelse roman. Zijn oeuvre omvat meer dan 350 titels, maar hij is vooral bekend geworden met twee daarvan, „Robinson Crusoe” (1719) en „The Fortunes and Misfortunes of the Famous Moll Flanders” (1722).
[10]De nazi’s hebben de boeken van Karl May nooit verboden; sterker nog, hij was Hitlers lievelingsschrijver en hij ried zijn generaals zelfs Mays boeken aan!
[11]Dr. Euchar Albrecht Schmid (* 29 augustus 1884 , † 15 juli 1951) was op 1 juli 1913 samen met Friedrich Ernst Fehsenfeld en Klara May oprichter van het Karl-May-Verlag. Op 28 november 1913 werd vastgelegd dat Schmid tot het einde van de wettelijk bepaalde auteursrechten de enige uitvoerend directeur van de uitgever zou zijn; dat zou dus 1943 zijn, maar voor die tijd werden alle geldende auteursrechten in Duitsland door een wetswijziging verlengd tot vijftig jaar en zo bleef Schmid tot kort voor zijn dood directeur. In 1950 droeg hij de leiding van de uitgeverij over aan zijn oudste zoon, Joachim Schmid (* 29 juni 1922 , † 10 januari 2003). Ook alweer in verband met rechten, maar ook van de politieke spanningen tussen de BRD en de DDR werd Joachim tussen 1950 en 1960 de enige directeur van Verlag Joachim Schmid in Bamberg. In 1960 werd er een verdrag gesloten met de Karl-May-Stiftung in Radebeul en mocht de uitgeverij in Bamberg zich weer Karl-May-Verlag noemen; Joachim bleef daarvan directeur van 1960 tot 1993, maar nu met zijn beide jongere broers Lothar (* 10 mei 1928 , † 18 mei 2013) en Roland (* 15 mei 1930 , † 4 januari 1990). Van 1993 tot 2003 was Lothar de enige directeur, van 2003 tot 2007 was hij dat samen met zijn zoon Bernhard (* 29 maart 1962) en vanaf 2007 is Bernhard – de derde generatie – de enige directeur van de uitgeverij. Een vierde zoon van Dr. Euchar Albrecht Schmid, Wolfgang (* 1924) is in de oorlog aan het oostfront gesneuveld.
[12]Dat was Theodor Mathieu (* 14 maart 1919 , † 8 september 1995), een Duitse jurist en CSU-politicus; van 1 mei 1958 tot 30 april 1982 was hij Oberbürgermeister van de mooie stad Bamberg.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website