„SCHAT IN HET ZILVERMEER” NU IN HET RUURLOSE BOS

anoniem 1



•  Winnetou, groot vriend van Old Shatterhand (foto links), daarnaast de regisseur B. A. J. Gerdes.

Een man in een blauwe overall zegt plechtig: „Ge zijt mijn broeder, ik zal u helpen, zoals u mij geholpen heeft”.
„Nee”, schreeuwt hoofdonderwijzer B. A. J. Gerdes door een megafoon. „Je moet drie passen achteruit doen, als je dat zegt. Over! En zorgen jullie ervoor dat het kampvuur niet uitgaat. Laat Old Firehand er maar een beetje met z’n hoed overheen waaieren, zodat het vuur opvlamt. Ja, Winnetou, ga je gang – begin maar weer bij „Gij zijt mijn broeder”.

Dat zijn de klanken, die nu al weken achtereen avond aan avond een grote open plek in het Rijkenbargse Bos bij Ruurlo vullen. Er wordt geschreeuwd, ugh, ugh! geroepen, er vallen geweerschoten en mannen met verfpotten zijn bezig een huizenhoge „rots” te construeren waarvan Winnetou straks het grote rotsblok zal moeten laten vallen. Ze zitter er, daar in Ruurlo, nog een beetje over in hoe ze het rotsblok moeten maken. Het zal wel van karton worden en de feilloze bandrecorder zorgt dan wel voor het geluid van een enorme klap als de rots op de grond tuimelt.

Uit vier boeken

Drie jaar geleden heerste er ook al zo’n Indianensfeer in het bos, want ook toen had men voor de zomervoorstellingen het oog laten vallen op spannende avonturen zoals Karl May die eens in zijn ontelbare boeken heeft beschreven. Dit jaar heet het stuk „Winnetou en de schat in het Zilvermeer”, een verzameling van de meest spectaculaire momenten uit vier May-boeken, gedramatiseerd door regisseur Gerdes, die van z’n lange onderwijsvakantie slechts één weekje heeft overgehouden – de rest is opgegaan in de dagelijkse beslommeringen die de regie van een massaal openluchtspel nu eenmaal vergt.
Ik heb hem, in de paar minuten pauze die hij zich zelf en de spelers gunde, gevraagd of hij een liefhebber is van Karl May-boeken. Dat was natuurlijk een vervelend gewetensvraagje, maar hij antwoordde er eerlijk op: „Vroeger wel, ik kan er nu niet meer doorheen komen. Maar voor dit stuk heb ik de vier delen waaruit de avonturen voor dit spel zijn gehaald natuurlijk van a tot z gelezen”.

Veel paarden

In Ruurlo, waar ze, zoals in tientallen andere plaatsen in Nederland, de traditie van het openluchtspel kennen, hebben ze zich destijds voorgenomen alleen stukken op te voeren met plenty actie – stukken met veel achtervolgingen, schietpartijen en met vooral veel paarden. Want er is genoeg ruimte in dat Rijkenbargse bos en er is een prima landelijke rijvereniging wier ruiters te paard zitten op een manier, die de zuiverste Apachen nauwelijks zouden kunnen verbeteren. Er is, in het verleden, al eens een cowboystuk opgevoerd en, ook al eens eerder een aan Karl May ontleend spel, maar dat heeft toen niet zo de belangstelling getrokken als dit „Schat in het Zilvermeer” waarschijnlijk zal doen (op 7, 8, 14 en 15 augustus). Nu begint het langzamerhand bekend te worden dat Ruurlo z’n openluchttheater op een voor Nederlandse begrippen unieke manier vult: niet met Shakespeare 2, niet met een streekspel in dialect maar met een avonturenverhaal boordevol actie en spanning.


•  Old Shatterhand, nog jong op de foto, maar er was tijdens de repetitie nog geen schmink op zijn gezicht.

Eigen atelier

„We zijn ook naar Bad Zegeburg gereisd om ’s te kijken hoe ze het daar doen”, zei ons de voorzitter van het zeven man sterke Comité Openluchtspel. Dat plaatsje ligt bij Hamburg en ieder jaar brengen ze er eer aan de nagedachtenis van Karl May. „Maar wij brengen het toch op een heel andere manier”.
De kostuums die in Ruurlo gebruikt worden komen uit „eigen atelier”, d.w.z. ze zijn met veel fantasie door nijvere vrouwenhanden genaaid waarbij illustraties uit Karl May-boeken als voorbeeld dienden. Hoewel er nog niet in gerepeteerd werd hebben Old Firehand, Grote Wolf en Winnetou zich te onzen gerieve in de mooie kleren gestoken en we moeten zeggen dat ze daarmee op slag veranderden in de romantische figuren die iedere Nederlandse jongen zo bekend zijn geworden. Allemaal eigen maaksel zeggen ze trost – alleen de overdadige bonte verentooi van de Grote Wolf is gehuurd. Eigen maaksel is ten dele ook de postkoets, die al meteen in het eerste bedrijf, getrokken door zes paarden over de vlakte snelt en door „tramps wordt aangevallen (gelukkig is Old Firehand juist in de buurt om er een stokje voor te steken .....).
Ons land is niet erg geëigend voor openluchtspelen (een groot deel van de, na de oorlog als paddestoelen uit de grond verrijzende openluchttheaters is reeds lang ter ziele of ligt in bossen en parken te verrotten) maar Ruurlo heeft voorgaande jaren noch over het weer noch over belangstelling te klagen gehad. Het zou ook wel sneu zijn als het anders liep want de (zeven) comitéleden hebben zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de kosten, die ondanks de vrijwillige en belangeloze medewerking van ongeveer honderd man, toch altijd nog tegen de tienduizend gulden lopen. Het huren van tribunes (als er geld overblijft wil men er dit jaar een kopen), de gebruikte materialen e.d. hakken erin en soms zijn er onverwachte tegenslagen. Zoals dit jaar toen men bij het graven van de regiekuil tot de ontdekking kwam dat er na zestig centimeter al grondwater kwam terwijl men andere jaren bij wijze van spreken met geen mogelijkheid water uit deze bosgrond te voorschijn kon brengen. Een continue werkende pomp zorgt er nu voor dat regisseur en geluids- en lichttechnici droge voeten houden.


•  Het indrukwekkendst is Grote Wolf (ugh!).

‘Originele’ muziek

Een avonturenstuk als dit ontleent zijn charme voor een deel ook aan de muziek en daarp heeft men op een wel heel ideale manier de hand kunnen leggen. Het comité heeft namelijk contact gezocht met de filmmaatschappij die de (Duitse) Winnetou-films in omloop brengt en die heeft toestemming gegeven de sound-track over te nemen op de bandrecorder. Als straks de kretenslakende Indianen op hun paarden in volle vaart aan komen stormen zal wilde muziek hun operatie begeleiden.
We hebben er best vertrouwen in zegt Old Firehand die in het dagelijks leven kweekschoolleerling te Doetinchem is en we hebben onder elkaar machtig veel plezier. En hij pakt z’n klappertjespistool en richt het dreigend op een aantal Ruurlose squaws in burger, die gillend weglopen ...


[1]In: Haagsche Courant, 7 augustus 1965.
[2]William Shakespeare (gedoopt op 26 april 1564 [juliaans] , † 23 april [juliaans]/3 mei 1616 [gregoriaans]) was een Engels toneelacteur, dramaturg en Lyricus. Naast 154 sonetten en vijf epische dichtwerken schreef hij 37 of 38 toneelstukken die tot op de dag van vandaag tot de hoogtepunten van de wereldliteratuur worden gerekend. Een opsomming van de hoogtepunten van zijn drama’s is een opsomming van nagenoeg zijn complete toneelwerk: „Titus Andronicus”, „The Comedy of Errors”, „The Two Gentlemen of Verona”, „King Richard II”, „King Richard III”, „The Taming of the Shrew”, „Romeo and Juliet”, „A Midsummer Night’s Dream”, „King Henry IV, Part 1”, „The Merchant of Venice”, „King Henry IV, Part 2”, „Much Ado about Nothing”, „As You Like It”, „The Tragedy of Julius Caesar”, „The Merry Wives of Windsor”, „Troilus and Cressida”, „Hamlet, Prince of Denmark”, „All’s Well That Ends Well”, „Measure for Measure”, „Othello”, „King Lear”, „Timon of Athens”, „Antony and Cleopatra”, „Macbeth”, „Coriolanus”, „The Winter’s Tale”, „The Tempest” en „King Henry VIII or All Is True”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website