WINNETOU, EDELSTE ALLER INDIANEN

Kees de Bruijn 1


DE grote Manitou is ons goed gezind geweest. Met medewerking van een Duits-Zuidslavische 2 filmploeg, die onder leiding van producent Horst Wendlandt 3 en regisseur dr. Harald Reinl 4 drie maanden voornamelijk in het ruige Zuidslavische landschap aan de gang is geweest, heeft hij ons, naar bioscoopvertier hunkerende bleekgezichten, het grootste epos uit de roodhuiden-romantiek gezonden. „WINNETOU, HET GROTE OPPERHOOFD” is namelijk op zijn fiere mustang ons gezichtsveld komen binnenrijden en wat dat betekent zullen alle Karl May-fans kunnen begrijpen. Immers, Winnetou, het jonge, moedige, rechtvaardige Apachen-opperhoofd is de edelste aller Indianen, die op gezag van de negentiende-eeuwse Chemnitzer 5 weverszoon Karl May ooit door onze verbeelding hebben gereden.

Zijn naam werd het grote toverwoord voor een generatie, die nog niet aan de kijkkast gekluisterd zat om de heldhaftige avonturen van Ivanhoe 6 of de dwaze belevenissen van Swiebertje 7 van het scherm te kijken. Zijn heldenmoed, zijn kracht en zijn intelligentie konden niet fraai genoeg worden afgeschilderd en zijn onverbrekelijke vriendschap met de al even edele Old Shatterhand zette ons vroeger in vuur en vlam.
Maar was het alleen vroeger? Ik geloof er niets van. Hij, voor wie namen als Intschu-Tschuna, Sam Hawkiins, Hobble Frank, Santer, hun veelzeggende klank hebben gehouden, die het verschil tussen berendoder en zilverbuks nimmer meer vergeten heeft en voor wie de theorie van het knieschot bij het kampvuur (inderdaad, het moeilijkste aller schoten ...) nog altijd gesneden koek bleef, is geen oud-Winnetouvriend: hij is het nog steeds!
Daarom zal hij, evenals hij samen met de huidige generatie Karl May-lezers de verkoop van de Nederlandse pocket-uitgave van diens werken in anderhalf jaar naar de anderhalf miljoen exemplaren joeg, weer helemaal in zijn element zijn bij het nu niet alleen in zijn verbeelding zien van Winnetou, Old Shatterhand en al die andere helden en schurken. Zal hij – evenals ik dat met volle overgave heb gedaan, ik beken het zonder mij er een moment voor te schamen – weer onnoemelijk boos worden op de schurk Santer, wiens zucht naar nuggets (voor de zeven lezers, die Karl Mays terminologie niet kennen: kleine goudklompjes) zoveel goede mensen de dood in jaagt. Zal hij, mèt greenhorn Old Shatterhand, die zo groen niet blijkt te zijn, de rechten van de Indianen willen beschermen, terwijl hij en passant verachtelijk in de richting van de slechts naar vuurwater dorstende, onbetrouwbare Kiowa’s kijkt. En zal hij ten slotte, comfortabel in zijn bioscoopzetel gezeten, opnieuw bereid blijken over de eigenliijk in onvoorstelbaar zwart-wit geschetste romantische verhaaltrant heen te kijken, omdat Mays verhalen nog steeds onweerstaanbaar zijn.
Daar komt dan bij, dat in deze Duitse kleurenfilm de sfeer van de Noordamerikaanse prairie uitstekend is getroffen en dat zowel Pierre Brice 8 als Winnetou als Lex Barker 9 in de rol van Old Shatterhand het voortreffelijk doen. Werkelijk, u zult niet teleurgesteld worden, als u de wigwam van APOLLO 10 binnenstapt om daar te gaan kijken of het beeld, dat u zich al lezend van Winnetou c.s. had gevormd past in de beelden, welke dr. Harald Reinl u voorzet. (Neemt u overigens niet uw kinderen beneden de veertien jaar mee, want voor hen is, op last van onze nimmer aflatende filmkeuring, deze typische vakantiefilm te ruw bevonden: zij zullen het dus met Ivanhoe’s wapengekletter op de minder streng gecensureerde beeldbuis moeten doen...)
Drie van die beelden vindt u hiernaast. Op de bovenste treft Old Shatterhand (rechts) Winnetou en zijn vader Intschuna-Tschuna, de middelste plaat laat zien, hoe de beide latere bloedbroeders elkaar even niet begrijpen, zodat de Indianenvriend Old Shatterhand aanvankelijk aan de paal werd gebonden om te worden gepijnigd (u weet het, hij zal eerst de Apachen te slim af zijn en daarna zijn onschuld kunnen bewijzen) en ten slotte ziet u onderaan het grote moment, waarop Winnetou en Old Shatterhand broeders voor het leven worden.
Eigenlijk typeren deze drie foto’s de hele film. Maar gelooft u mij, als ik u met de hand aan het bowiemes zweer, dat ze de sfeer van de film slechts zeer ten dele kunnen weergeven. Al het andere kunt u alleen in Apollo beleven. Oef!


[1]In: Haagsche Courant, 31 juli 1964.
[2]Van 1918 tot 3 juni 2006 waren de landen die nu Bosnië-Hercegovina, Kosovo, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Slovenië heten verenigd in één koninkrijk resp. republiek dat/die van 6 januari 1929 tot 4 februari 2003 Joegoslavië heette (hoewel de meeste van de genoemde landen al eerder onafhankelijk waren geworden). In de jaren ’60 werd in sommige Nederlandse literatuur de term „Zuid-Slavië” gebruikt, hetgeen een letterlijke vertaling is van Joegoslavië.
[3]Horst Wendlandt (geboren als Horst Otto Grigori Gubanov, * 15 maart 1922 , † 30 augustus 2002), was de producent van negen van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen uit de jaren ’60: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966) en „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en talloze andere films, waaronder de vijf van Otto Waalkes.
[4]Harald Reinl (* 8 juli 1908 , † 9 oktober 1986) was een Oostenrijks filmregisseur en schrijver van draaiboeken, die tekende voor vijf van de zeventien grote Karl May-films uit de jaren ’60: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968).
[5]Het ligt in de buurt, maar toch: Karl May kwam uit Ernstthal (sinds 1898 met Hohenstein samen Hohenstein-Ernstthal vormend) en niet uit Chemnitz (dat ten tijde van dit artikel overigens Karl-Marx-Stadt heette).
[6]Ivanhoe was een van de eerste historische romans, geschreven door de Schotse dichter en auteur Walter Scott (* 14 augustus 1771 , † 21 september 1832). De roman is diverse malen verfilmd en in 1957 en 1958 werd er zelfs een 39-delige televisieserie van gemaakt met Roger Moore (voluit: Sir Roger George Moore, * 14 oktober 1927 , † 23 mei 2017), de latere Saint, Lord Brett Sinclair in The Persuaders en James Bond, in de titelrol als Sir Wilfred of Ivanhoe. In Nederland werd de serie tussen 1961 en 1964 uitgezonden door de KRO.
[7]Swiebertje was een Nederlandse televisieserie uit de jaren 1961 tot 1975 van de NCRV in 103 afleveringen rondom de zwerver Swiebertje, gespeeld door Joop Doderer (voluit: Johan Heinrich Doderer, * 28 augustus 1921 , † 22 september 2005), losjes gebaseerd op de gelijknamige kinderboeken van John Henri uit den Bogaard (* 10 juni 1911 , † 26 mei 1993).
[8]Pierre Brice (artiestennaam van Pierre Louis Baron le Bris, * 6 februari 1929 , † 6 juni 2015) was een Frans acteur, die in maar liefst elf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60 de rol van Winnetou speelde: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966), „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968). Voorts speelde hij nogmaals de rol van Winnetou in de tv-series „Mein Freund Winnetou” (1980) en „Winnetous Rückkehr (1998) en trad hij een aantal malen op als gastacteur (uiteraard eveneens in de rol van Winnetou) bij de Karl-May-Spiele van Elspe en Bad Segeberg.
[9]Lex Barker (voluit: Alexander Chrichlow Barker Jr., * 8 mei 1919 , † 11 mei 1973) was een Amerikaans acteur, die in vijf films furore maakte als Tarzan; in Europa was zijn eerste grote rol die van Robert – de verloofde van de vrouwelijke hoofdrolspeelster Sylvia (Anita Ekberg) – in de klassieker „La dolce vita” van Federico Fellini, alvorens hij optrad in maar liefst twaalf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60: als Old Shatterhand in „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968); als Kara Ben Nemsi in „Der Schut” (1964), „Durchs wilde Kurdistan” (1965) en „Im Reiche des silbernen Löwen” (1965); als Dr. Sternau in „Der Schatz der Azteken” (1965) en „Die Pyramide des Sonnengottes” (1965).
[10]Het Apollo-theater aan de Spuistraat 19 in Den Haag opende zijn deuren al in 1907 en was daarmee een van de oudste vaste bioscopen van Nederland, tot 1909 overigens onder de naam Cinematograph. De bioscoop werd in 1985 gesloten.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website