• WINNETOU
Weerzien met Winnetou en Old Shatterhand

Karl Mays fantasieën herleven op witte doek

EX-TARZAN IN EEN NIEUWE GEDAANTE


door A. B. 1


• OLD SHATTERHAND

„BLOOTSHOOFDS, zijn ravenzwart haar bijeengehouden door een smalle reep slangenhuid, stond hij voor mij, gewapend met een groot mes en een dubbelloops geweer. Zijn matbruin gezicht was scherp gesneden en had een nobele uitdrukking. Peinzend keken wij elkaar aan en even zag ik een snelle schittering in zijn ogen. Was het een groet?

Onwillekeurig kwam ik onder de indruk van zijn persoonlijkheid, van de kracht maar ook van de rust die van hem uitging. Ik stond voor de man, die reeds op jeugdige leeftijd meer dappere daden had verricht dan vijf doorgewinterde krijgers in hun gehele leven. Ik stond voor Winnetou”.
Zo beschrijft Karl May de eerste ontmoeting van Old Shatterhand met Winnetou, waarmee de basis werd gelegd voor een reeks opwindende avonturen verhaald in boeken, die stuk gelezen werden en die men nimmer meer vergat. Old Shatterhand en Winnetou, helden uit onze jeugd en nu, dank zij de pocketuitgave van Karl Mays werken in de Prismareeks, ook weer van de jeugd van deze tijd. Als een raket schoot de film „Winnetou, het grote opperhoofd” 2 dan ook omhoog in de Duitse bioscoopwereld en hij werd een winnaar: de meest succesvolle film van het vorige jaar. De kassa’s rinkelden en brachten soelaas in de armetierige positie van de film in Duitsland, die in leven wordt gehouden door werken als „De zwarte abt”, „De Indische doek” en „De witte spin” 3.
„Winnetou” is ook geen meesterwerk en zelfs soms wat onhandig in elkaar geknutseld door de regisseur dr. Harald Reindl 4, die het Wilde Westen niet in zijn vingers heeft, maar het is een sympathieke film waaruit men werkelijk het boek van Karl May proeft. Misschien komt het omdat Karl May ook nooit de gebieden had aanschouwd, waar de strijd tussen de Apachen en de Kiowa’s plaats had, waar de boze schurk Santer en de bange Bancroft hun snode plan volvoeren om de nieuwe spoorweg dwars door het land van de Apaches aan te leggen.

Fantasie

Mays verhalen waren fantasie en dat is eveneens het geval met de film. Werkelijkheid worden de beelden nooit, noch in de gevechten, noch als de strijd tussen de door Bancroft en Old Shatterhand aangevoerde groepen blanken tot een sensationeel hoogtepunt komt met een wildwestlocomotief, die dwars door een belegerd huis rijdt.
Maar Winnetou en Old Shatterhand zijn waar, zo waar als wij het ons in onze jeugdfantasieën konden voorstellen, geleid door de onvergetelijke Karl May. Zij zijn nobel en dapper, opofferend en eerlijk, boordevol romantiek, en dan zou de werkelijkheid slechts spelbreekster zijn. Oud-Tarzan 5 Lex Barker 6 speelt Old Shatterhand met verve, Pierre Price 7 is een edele Winnetou, Mario Adorf 8 een ras-bandiet en Marie Versini 9 een allerliefste Nscho-Tschi, de zuster van Winnetou. De film werd in Zuidslavië 10 opgenomen. In ons land wordt de Amerikaanse versie vertoond.

(Den Haag – Apollo 11, Delft – Roxy 12, Tilburg – Ambassade 13, Venlo - Blerick Royal Theater Irene 14, 14 j.).


[1]In: Algemeen Dagblad, 31 juli 1964.
[2]Originele Duitse titel : „Winnetou, 1. Teil”.
[3]Originele Duitse titels : „Der scharze Abt / Le crapaud masqué” (naar de roman „The Black Abbot” van Edgar Wallace), „Das indische Tuch” (naar het toneelstuk „The Case of the Frightened Lady” van Edgar Wallace) en „Die weiße Spinne”, (naar de gelijknamige roman van Louis Weinert-Wilton) waren in 1963 beroemde en succesvolle Krimi’s in Duitsland en omringende landen. Producent van de twee eerstgenoemde was Horst Wendlandt, regisseur van de derde was Harald Reinl, namen die wij maar al te goed kennen van de grote Karl May-verfilmingen uit de jaren ’60.
[4]Harald Reinl (* 8 juli 1908 , † 9 oktober 1986) was een Oostenrijks filmregisseur en schrijver van draaiboeken, die tekende voor vijf van de zeventien grote Karl May-films uit de jaren ’60: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968).
[5]Tarzan was de hoofdpersoon uit 24 romans van de Amerikaanse auteur Edgar Rice Burroughs (* 1 september 1875 , † 19 maart 1950) en later, al dan niet illegaal, in die van andere schrijvers. Tussen 1918 en 1999 zijn er niet minder dan 88 Tarzan-films gedraaid, die niet alle succesvol waren. De beroemdste „film-Tarzans” waren Johnny Weissmuller (eigenlijk Peter Johann Weissmüller, * 2 juni 1904 , † 20 januari 1984) in 12 films, Lex Barker in 5 films en Gordon Scott (* 3 augustus 1926 , † 30 april 2007) in 6 films.
[6]Lex Barker (voluit: Alexander Chrichlow Barker Jr., * 8 mei 1919 , † 11 mei 1973) was een Amerikaans acteur, die in vijf films furore maakte als Tarzan; in Europa was zijn eerste grote rol die van Robert – de verloofde van de vrouwelijke hoofdrolspeelster Sylvia (Anita Ekberg) – in de klassieker „La dolce vita” van Federico Fellini, alvorens hij optrad in maar liefst twaalf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60: als Old Shatterhand in „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968); als Kara Ben Nemsi in „Der Schut” (1964), „Durchs wilde Kurdistan” (1965) en „Im Reiche des silbernen Löwen” (1965); als Dr. Sternau in „Der Schatz der Azteken” (1965) en „Die Pyramide des Sonnengottes” (1965).
[7]Pierre Brice (artiestennaam van Pierre Louis Baron le Bris, * 6 februari 1929 , † 6 juni 2015) was een Frans acteur, die in maar liefst elf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60 de rol van Winnetou speelde: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966), „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968). Voorts speelde hij nogmaals de rol van Winnetou in de tv-series „Mein Freund Winnetou” (1980) en „Winnetous Rückkehr (1998) en trad hij een aantal malen op als gastacteur (uiteraard eveneens in de rol van Winnetou) bij de Karl-May-Spiele van Elspe en Bad Segeberg.
[8]Mario Adorf (* 8 september 1930) is een Duits acteur, die in „Winnetou, 1. Teil” de rol van Intschu-tschuna’s en Nscho-tschi’s moordenaar Santer speelt. In het derde deel van de RTL-verfilming van 2016 („Winnetou – der letzte Kampf”) is hij te zien als Santers vader. Ondanks glansrollen in o.a. „08/15”, „08/15, Zweiter Teil”, „08/15, in der Heimat”, „Der Arzt von Stalingrad”, „Schachnovelle”, „Freddy und das Lied der Südsee”, „Die verlorene Ehre der Katharina Blum”, „1979: Die Blechtrommel” en „2006: Karol Wojtyła – Geheimnisse eines Papstes” blijft hij bij de fans van de Karl May-films toch voor altijd „de moordenaar van Nscho-Tschi”.
[9]Marie Versini (* 10 augustus 1940 , † 22 november 2021) was een Franse actrice, die in „Winnetou, 1. Teil” (1963) en „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) de rol van Nscho-tschi, Winnetou’s zus, speelde. Daarnaast speelde zij nog in drie andere Karl May-verfilmingen: „Der Schut” (Tschita von Adlerhorst, 1964), „Durchs wilde Kurdistan” (Ingdscha, 1965) en „Im Reiche des silbernen Löwen” (Ingdscha, 1965). In 2016 speelde zij nog een gastrolletje in het eerste deel van de RTL-tv-verfilming van Winnetou: „Winnetou – Eine neue Welt”. Naast de genoemde verfilmingen naar Karl May was ze o.a. ook te zien in „Kennwort: Reiher”, „Ferien mit Piroschka”, „Paris brûle-t-il?”, „Die 13 Sklavinnen des Dr. Fu Man Chu”, „Liebesnächte in der Taiga” en „Le songe d’une nuit d’été”.
[9]Van 1918 tot 3 juni 2006 waren de landen die nu Bosnië-Hercegovina, Kosovo, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Slovenië heten verenigd in één koninkrijk resp. republiek dat/die van 6 januari 1929 tot 4 februari 2003 Joegoslavië heette (hoewel de meeste van de genoemde landen al eerder onafhankelijk waren geworden). In de jaren ’60 werd in sommige Nederlandse literatuur de term „Zuid-Slavië” gebruikt, hetgeen een letterlijke vertaling is van Joegoslavië.
[10]Het Apollo-theater aan de Spuistraat 19 in Den Haag opende zijn deuren al in 1907 en was daarmee een van de oudste vaste bioscopen van Nederland, tot 1909 overigens onder de naam Cinematograph. De bioscoop werd in 1985 gesloten.
[11]Roxy, voluit: Roxy-theater, was van 1927 tot 1967 een bioscoop aan de Oude Delft 9 in Delft; van 1922 tot 1927 was er ook al een bioscoop, Luxor, in hetzelfde gebouw, maar tegenwoordig huist de studentenvereniging C.S.R. in het pand.
[12]De Ambassade, voluit: Ambassade Theater, was van 1961 tot 1982 een bioscoop aan de Willem II Straat 29 in Tilburg. Vóór 1961 heette de bioscoop een tijdje Cinema Royal; na een doorstart als Camera 1 en 2 heet de bioscoop sinds 1984 Cinecitta (zonder accent op de a). Tegenwoordig ligt de nadruk op een films die bedoeld zijn voor een wat ouder publiek dan indertijd de Karl May-films.
[13]Royal Irene was van 1939 tot in de jaren ’70 een bioscoop aan de Steegstraat 21 in Venlo-Blerick; tegenwoordig is Royal Irene Muziektheater in het pand gevestigd, maar films worden er niet meer vertoond.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website