Toen alle Indianen Duits spraken …

In Old Shatterhand en Kara ben Nemsi verheerlijkte May het Duitse volk


anoniem 1


Als een man onder mannen, vol menselijke goedheid en onwaarschijnlijke dapperheid, volkomen onverschillig tegenover vrouwelijk schoon reist de Ik-verteller Karl May als ’n Germaanse Odysseus 2 van de negentiende eeuw door Zuid-Amerika, Ceylon, China en Lapland, maar vooral door de duistere bloeddoordrenkte streken van het Amerikaanse westen en door de woestijn- en berglandschappen van de Levant. Dubbel beschermd door de brief van de Padisjah en door de zweep van nijlpaardleer van zijn trouwe vriend en dienaar Hadji Halef Omar rijdt Karl May als Kara ben Nemsi, Karel de Zoon der Duitsers, door de woestijnen op de rug van zijn wilde hengst Rih, door het woeste Koerdistan, van Bagdad naar Istanboel en door de kloven en dalen van de Balkan tot diep in het land van de Skipetaren, waar de misdadige Sjut eindelijk zijn lang verdiende dood vindt.

Een hoek uit de werkkamer van Karl May in Radebeul. Met Oosterse divans en opgezette wilde dieren schiep hij de nodige sfeer. Aan de muren hingen de beroemde Henrybuks en de zilverbuks van Winnetou.


In Noord-Amerika trekt de Ik-figuur van Karl May als Old Shatterhand met zijn bloedsbroeder Winnetou, opperhoofd der Mescalero Apachen, tegen de bloeddorstige en oorlogszuchtige krijgers der Comanchen, Kiowas en Ogellallah Indianen, jaagt op Santer, de moordenaar van Winnetou’s vader en zuster en jaagt met zijn beroemde vijfentwintig-schots Henrybuks en zijn tweeloops berendoder op buffels, elanden, Grizzlyberen en bergleeuwen.
Samen met Winnetou verschijnt Old Shatterhand overal waar goede mensen kwaad dreigen te ondervinden en altijd slaagt hij erin het gevaar tijdig af te wenden. In de zwaarmoedige figuur van Winnetou („Als hij de zoon van een Europese heerser was, dan zou hij een groot veldheer en een nog groter vredevorst zijn”) heeft Karl May volgens eigen zeggen het Indiaanse volkskarakter willen verheerlijken. Maar in de figuren van Old Shatterhand en Kara ben Nemsi heeft hij in de eerste plaats een ander volkskarakter getekend: het Duitse volk. In de persoon van Old Shatterhand overwint de Duitse volksgeest over de Yankees en over Indiaanse vooroordelen tegen alles wat een blanke huid heeft. Zoals Kara ben Nemsi in het Midden Oosten is Old Shatterhand in Amerika de voorbeeldige Germaanse held, een goodwillboodschappenloper van het keizerrijk der Wilhelms 3, altijd bereid om Indianen, Mohammedanen, Arabieren, Turken en andere volken te demonstreren hoeveel beter een echte Duitser wel is dan welke andere Europeaan ook .....

Achilles zonder hiel

De regelmatig opduikende Engelse edelman Sir David Lindsay, van hoofd tot voeten in grote ruiten gekleed, een typisch voorbeeld hoe men in die tijd een Engelsman met Duitse ogen zag, is in menig opzicht de mindere van de aan geld arme maar overal zegevierende Kara ben Nemsi. In alle ernst heeft men wel eens gezegd, dat de ideeën voor deze boeken niet van Karl May afkomistig zijn, maar van keizer Wilhelm II en dat May alleen diens raadgevingen heeft opgevolgd. Karl May, klein van stuk, zacht van karakter, wordt in zijn boeken in ik-vorm de grote Siegfried 4, die door vreemde landen trekt om draken te doden als een Achilles 5 zonder Achilleshiel. De eindeloze prairies en woestijnen worden de wensdroom van een volk zonder levensruimte zoals de Duitsers zich toen noemden.
Of het nu om reizen door Arabië of in de Llano Estacado gaat, de zoon der Duitsers die zich Kara of Old Shatterhand noemt, is altijd scherpzinniger, bekwamer en sterker dan al zijn vrienden en vijanden. Hij kent de Koran van buiten, citeert de Bijbel, beschermt de zwakken en komt uit elk tweegevecht als de overwinnaar naar voren.
Zijn sterke vuist is even beroemd als zijn Henrybuks; hij werpt de tomahawk als de Indianen en in een boernoes is hij niet van een Bedoeïen te onderscheiden. Maar tegelijkertijd heeft hij ook kleine zwakheden, die hem tot een Duitse burger stempelen. Hij verkiest een goede sigaar, die hij altijd meevoert, boven de Turkse waterpijp en de Indiaanse tabakspijp. Kara ben Nemsi en Old Shatterhand zijn beheerste figuren; zij begaan geen twijfelachtige daden, spreken altijd de waarheid en wachten geduldig op de uitkomst van de vele godsoordelen, waarop auteur Karl May verzot schijnt te zijn. Bovendien bespaart dit zijn held de moeite zelf rechter en beul te moeten zijn. May houdt van grapjes; in grote getale vindt men komische figuren in zijn avonturen verhalen. Aan de kampvuren vindt men zulke schertsfiguren als de prairiejager Sam Hawkins, Tante Droll 6 en Hobble-Frank, Dick Hammerdull en Pitt Holbers, de Lange Davy en de Dikke Jemmy, allemaal Duitsers, ook als zij een Engelse naam hebben aangenomen en dan liefst nog uit Saksen.

Mays Sancho Panza

Wie als een Don Quichotte 7 uittrekt om het kwaad te bestrijden kan het niet zonder Sancho Panza 8 stellen. Voor Kara ben Nemsi is die Sancho Panza niemand anders dan de komische, maar toch heldhaftige en altijd gevatte Hadji Halef Omar ben Hadji Abbul Abbas lbn Hadji Dawud al Gossarah. De kleine Halef, eerst alleen een dienaar, later vriend en medestrijder, is trots en een tikje leugenachtig. Hij noemt zich Hadji zonder ooit de pelgrimstocht naar Mekka te hebben volbracht. Hij spreekt trots over zijn dertig kinderen, hoewel hij maar één zoon heeft en hij is altijd net een tikje beneden de grote maat, welke alleen Kara ben Nemsi bereikt.
Met Kara ben Nemsi en Hadji Halef Omar begon de inmiddels vijftig jaar oude auteur May in 1892 beroemd te worden. De uitgeverij Fehsenfeld 9 in Freiburg gaf de eerste zesdelige reisverhalen uit, kort daarop gevolgd door de eerste drie in één band gebrachte Winnetouverhalen 10. Daarmee was Karl May volksauteur geworden.
Hij kocht een huis met zeven kamers in Radebeul en noemde dat Villa Shatterhand. Sigarenrokend aan zijn grote schrijftafel bracht Karl May vaak twee, drie nachten achter elkaar schrijvende door zonder overdag te kunnen slapen. Hij omgaf zich met volle boekenplanken en opgezette roofdieren, met Turkse waterpijpen en Indiaanse skalpeermessen, met Old Shatterhands Henrygeweer en Winnetous zilverbuks. Het Henrygeweer was niet anders dan een oud Winchestergeweer, waarmee honderdduizenden Europese militairen waren uitgerust en de zilverbuks was afkomstig uit een schiettent. Temidden van Moorse zitkussens en exotisch meubilair beantwoordde May zijn omvangrijke korrespondentie. Die brieven waren afkomstig uit alle kringen. Katholieke bisschoppen en protestantse dominees schreven hem. Een jongeman schreef „Ik ben een slecht mens geweest en heb mijn ouders vroegtijdig in het graf gebracht, maar door Uw gesprekken met de wijze Marah Durimeh heb ik mijn geloof teruggevonden en ben een beter mens geworden. Een andere brief zou keizer Wilhelm II en Bismarck 11 veel genoegen hebben bereid. Daarin staat namelijk: „Sedert wij Uw boeken hebben gelezen zijn wij geen sociaal-demokraten meer”!

VOLGENDE KEER:

Shakespeare



[1]In: Rotterdamsch Nieuwsblad, 24 januari 1964.
Dit is het zesde in een serie van negen artikelen over Karl May, verschenen tussen 18 en 28 januari 1964.
Dit artikel is weer vrijwel geheel gekopieerd van het artikel „Schriftsteller Karl May, Karl der Deutsche” in Der Spiegel van 12 september 1962.
[2]Odysseus (Grieks Ὀδυσσεύς of Ὀδυσεύς) was de legendarische koning van Ithaca en een van de strijders in de Trojaanse Oorlog in de „Ilias” van Homerus; hij was de man die de list met het houten paard verzon. Na afloop van de oorlog zwierf hij nog eens tien jaar over en rond de Middellandse Zee alvorens hij terug kon keren naar huis, zoals beschreven wordt in de „Odyssee” van diezelfde Homerus.
[3]Bedoeld zijn Wilhelm I. (voluit : Wilhelm Friedrich Ludwig, * 22 maart 1797 , † 9 maart 1888), koning van Pruisen van 18 oktober 1861 tot 9 maart 1888 en keizer van het Duitse Rijk van 18 januari 1871 tot 9 maart 1888, en Wilhelm II. (voluit: Friedrich Wilhelm Viktor Albert von Preu†en, * 27 januari 1859 , † 4 juni 1941), de laatste koning van Pruisen en keizer van het Duitse Rijk van 15 juni 1888 tot 9 november 1918. Van vaderszijde was hij de kleinzoon van Wilhelm I., van moederszijde van koning Victoria van het Verenigd Koninkrijk.
[4]Siegfried was een mythologische held uit Xanten uit de „Nibelungensaga”, die de draak Fafnir versloeg; hij baadt in het drakenbloed, waardoor hij onkwetsbaar wordt, op een klein plekje op zijn rug na. En uitgerekend daar wordt hij door zijn vazal Hagen von Tronja doodgestoken.
[5]Achilles (Grieks Ἀχιλλεύς of Ἀχιλεύς) was de legendarische koning van de Myrmidonen in Phthia (Thessalië) en de dapperste van alle Griekse strijders in de Trojaanse Oorlog; in het tiende en laatste jaar van de oorlog werd hij door een giftige pijl van Paris in zijn hiel geraakt en stierf hij nog voor de Grieken de overwinning konden behalen.
[6]In de Karl May Pockets van Het Spectrum is deze naam veranderd in Tante Frolic.
[7]El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha” is de volledige titel van een tweedelige roman van Miguel de Cervantes Saavedra (* vml. 29 september 1547 , † 22 of 23 april 1616) uit 1605 resp. 1615. In de moderne spelling heet de hoofdpersoon Don Quijote, terwijl we hier te lande ook de Franse spelling Don Quichotte tegenkomen; een van de episoden van de ridderroman is de strijd van de hoofdpersoon tegen windmolens, waarmee Don Quichotte het symbool van zinloos verzet is geworden.
[8]Sancho Panza is de schildknaap van Don Quichotte uit de roman „El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha” die zijn ridder met enige regelmaat moet bewaren voor onheil.
[9]Friedrich Ernst Fehsenfeld (* 16 december 1853 , † 16 september 1933) was een uitgever te Freiburg im Breisgau; hij gaf vanaf 1892 Karl Mays Gesammelte Reise-Erzählungen uit en was mede-oprichter van het Karl May Verlag.
[10]Winnetou I”, „Winnetou II” en „Winnetou III” zijn drie delen: Gesammelte Werke, Band 7, 8, 9. Hoe de vertaler van het Spiegel-artikel aan de omschrijving „in één band gebrachte” komt, zal wel altijd een raadsel blijven: Der Spiegel staat gewoon „die dreibändige Reiseerzählung „Winnetou”.
[11]Otto von Bismarck (voluit: Otto Eduard Leopold von Bismarck-Schönhausen, vanaf 1865 Graf von Bismarck-Schönhausen, vanaf 1871 Fürst von Bismarck, vanaf 1890 ook Herzog zu Lauenburg, * 1 april 1815 , † 30 juli 1898), was minister-president van Pruisen van 1862 tot 1890, bondskanselier van de Noord-Duitse Bond van 1867 tot 1871 en van 1871 tot 1890 de eerste rijkskanselier van het Duitse Rijk, dat op zijn instigatie tot stand was gekomen.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website