WINNETOU THANS OP ’T WITTE DOEK

Tom Walden 1


Op een ouderwetse schrijftafel ligt een vergeeld kalenderblaadje, het draagt de datum 18 maart 1912. Dat was de laatste dag waarop Karl May schreef. De zilveren penhouder heeft sedertdien gerust. Zeventig boeken, in fraai handschrift hier 2 geschreven, vormen het levenswerk van deze man.



HELDEN VAN KARL MAY GAAN HERLEVEN

Een gigantische produktie. Veel had Karl May niet nodig als hij zich aan zijn schrijftafel zette. Koffie, af en toe een stuk droog brood en vele, zwarte sigaren. Daarmeee ontvluchtte deze man op de vleugelen van zijn fantasie naar een betere, simpeler wereld, waar de helden goed en flink en de schurken minderwaardige individuen waren. Omgeven door oosterse waterpijpen, tapijten, oude donderbussen, ’n stuk hek van ’n harem, ’n verdroogde vliegende hond en ’n reuzenschildpad, dan voelde deze merkwaardige man zich thuis. De wereld was niet bijzonder op hem gesteld en hij niet op de wereld. Hij vluchtte in een tijd, die niet meer bestond. Weliswaar spelen zijn Indianen avonturen in zijn eigen tijd (omstreeks 1870), maar de roodhuiden bezorgden hun blanke broeders in die dagen niet veel moeilijkheden meer 3. Toch heeft deze auteur gestalte gegeven aan Indianen, die onvergetelijk werden. Weliswaar is zijn Winnetou een verzinsel, maar zij, die tot voorbeeld dienden, waren echt: het Ottawa-opperhoofd Pontiac 4 – wiens naam thans als automerk voortleeft – de Shawanes Logan 5, stambroeder van de eveneens beroemde Tecumseh 6, evenals Simon Girty 7 en vele Apachen-opperhoofden.

Herleefd

Thans, ruim vijftig jaar na Karl Mays laatste werkdag, leven zijn figuren nog steeds. Zijn boeken, die van deze oude schrijftafel hun tocht om de wereld begonnen, werden in meer dan 27 talen vertaald en bereikten een oplage van 17,5 miljoen exemplaren. De nog steeds groeiende belangstelling deed ook het verlangen groeien naar een verovering van het witte doek. Thans zal met „De Schat aan het Zilvermeer” een begin gemaakt worden: de allereerste verfilming van een van Karl Mays Indianenboeken. Op de wijde vlakten in het vroegere wilde westen der VS kwamen Old Shatterhand, Winnetou, Old Firehand en het komische „paar” Tante Droll 8 en Hobble Frank reeds bijeen. Onder de acteurs van deze film, waarvoor de verantwoordelijke filmmaatschappij (Constantin Filmverleih) de kosten van meer dan drie miljoen niet schuwden, vindt men, behalve een grote internationale cast, Lex Barker 9 en Götz George 10.
En voor de eerste maal werd ook de beroemde, met sierspijkers op de kolf versierde zilverbuks geladen. En precies als wij het eens lazen weergalmt het schot in de Canyon. Uit de geweerloop kringelt blauwe rook, het grote avontuur begint. Winnetou gaat voor de tweede keer de wereld veroveren.


[1]In Op den Uitkijk: Tijdschrift voor het Christelijk gezin, 16 februari 1963.
[2]Lang niet alle boeken van Karl May zijn „hier” (d.w.z. in Villa „Shatterhand” te Radebeul) geschreven.
[3]Toch bezorgden de indianen de „bleekgezichten” in dit tijd nog wel een probleem of wat, o.a. in de Slag bij Little Big Horn (25 juni 1876) en tijdens de veldtochten van Hinmatóowyalahtq̓it (=Chief Joseph) en Goyaałé (=Geronimo). De kroon op hun genocidale werk zetten de Amerikanen bij het bloedbad van Wounded Knee op 29 december 1890: de laatste grote veldslag tegen de indianen.
[4]Obwandiyag (zijn als „bwon-diac” uitgesproken naam werd door de Britten verbasterd tot Pontiac; * tussen 1712 en 1720 , † 20 april 1769) was een (oorlogs)opperhoofd van de stam der Ottawa in de streek van de huidige Grote Meren. Onder zijn leiding kwamen de indianen in 1763 tot 1766 in opstand tegen de Britse koloniale bezettingsmacht.
[5]Spemica Lawba (ook wel gespeld als Spemicalawba, Spamagelabe of Spemeaalapah, d.i. „Hoge Hoorn”, door de blanken Logan, James Logan of Captain Logan genoemd, * ± 1776 , † 25 november 1812) was een Shawneekrijger in de huidige staat Ohio. In zijn jonge jaren was hij bevriend met Tecumtha (=Tecumseh), maar later probeerde hij de onafhankelijkheid van de Shawnee te handhaven door verdragen met de „bleekgezichten” te sluiten; dat leek een hele tijd goed te gaan, tot hij op 25 november 1812 werd vermoord door enkele indianen die in dienst stonden van de Britten.
[6]Tecumtha (ook wel Tikamthi geheten, d.i. „de zich bukkende bergleeuw”, door de blanken verbasterd tot Tecumseh, * ± 1768 , † 5 oktober 1813) was een opperhoofd van de Shawnee, die zich lange tijd succesvol wist te verzetten tegen de Amerikaanse expansie ten koste van de indianen, maar uiteindelijk toch het onderspit moest delven.
[7]Simon Girty (* 1741 , † 18 februari 1818) was een indiaanse strijder van Europese afstamming. Als jongen werd hij samen met zijn drie broers door de Delaware-indianen ontvoerd en groeide op bij de Seneca. Hij leidde de indianen bij vele aanvallen tegen de Europese indringers in Virginia en Kentucky.
[8]In de Karl May Pockets van Het Spectrum is deze naam veranderd in Tante Frolic.
[9]Lex Barker (voluit: Alexander Chrichlow Barker Jr., * 8 mei 1919 , † 11 mei 1973) was een Amerikaans acteur, die in vijf films furore maakte als Tarzan; in Europa was zijn eerste grote rol die van Robert – de verloofde van de vrouwelijke hoofdrolspeelster Sylvia (Anita Ekberg) – in de klassieker „La dolce vita” van Federico Fellini, alvorens hij optrad in maar liefst twaalf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60: als Old Shatterhand in „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968); als Kara Ben Nemsi in „Der Schut” (1964), „Durchs wilde Kurdistan” (1965) en „Im Reiche des silbernen Löwen” (1965); als Dr. Sternau in „Der Schatz der Azteken” (1965) en „Die Pyramide des Sonnengottes” (1965).
[10]Götz George (voluit: Götz Karl August George, * 23 juli 1938 , † 19 juni 2016) was een Duits acteur, die net als Romy Schneider zijn debuut op het witte doek maakte in „Wenn der weiße Flieder wieder blüht” uit 1953, maar die in de jaren ’80 vooral bekendheid genoot als Horst Schimanski in zeventien afleveringen van Tatort. Behalve als Fred Engel in „Der Schatz im Silbersee” (1962) acteerde hij ook nog in twee andere verfilmingen naar Karl May: „Unter Geiern” (de rol van Martin Baumann, 1964) en „Winnetou und das Halbblut Apantaschi” (als Jeff Brown, 1966).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website