De Boodschap van Winnetou

en het Indianenvraagstuk in de V.S.A.

Een stervend ras


anoniem (=Dr. F. C. de Rooy) 1

HET IS HET STERVENSUUR der rode natie. Na de laatste grote slag bij de Little Big Horn in 1876, was de ondergang van de Indiaan onafwendbaar geworden. Van de Prairie-Indianen, wel te verstaan. Die van de «vijf beschaafde stammen» in het Indianen-territorium achtte men reeds voltooid, evenals die van de vroegere bewoners van Californië, wier aantal in de jaren 1850-’80 was teruggelopen van 120.000 tot 20.000.

Voor allen gold echter dezelfde weg naar de vernietiging: verraderlijke verdragen, gewelddadige landroof, gedwongen massa-evacuatie, militaire vernietiging; onderwerping en wederrechtelijke landonteigening.

Steeds verder achteruit
Men hore Karl May in zijn oorspronkelijk voorwoord tot zijn in 1892 geschreven Winnetou-trilogie: «De Indiaan moet sterven, zal dus ook sterven. Ja, de rode natie ligt op sterven, neergeworpen door een onverbiddelijk lot dat geen mededogen kent. De blanke kwam met vriendelijke woorden op de lippen, doch tevens met een scherp, mes in de gordel en een geladen geweer in de hand. Hij beloofde liefde en vrede, gaf echter haat en bloed. De rode man moest wijken, stap voor stap, steeds verder achteruit. Van tijd tot tijd waarborgde men hem «eeuwige» rechten op «zijn» territorium, joeg hem er echter na korte tijd alweer uit, weer verder. Men «kocht» hem het land af, betaalde echter helemaal niet, hetzij dan met waardeloze ruilwaren die hij niet kon gebruiken. Wat had dit volk niet kunnen presteren indien men het tijd en ruimte had gegund om zijn innerlijke en uiterlijke krachten en aanleg tot ontwikkeling te brengen? De achterkleinzonen van de overwinnaars, rechtvaardiger dan hun voorouders, zullen eens sympatie voelen voor de vermoorden, misschien zelfs de gevolgen van deze doodslag te dragen hebben!»

Verdeel en heers
Overdreven sentimentele idealist! zult u hoofdschuddend zeggen. «Toch niet!» zou John Collier 2 u moeten tegenspreken, want «omstreeks 1830 werd er goud ontdekt in het land der Cherokees. Georgia nam een wet aan, waarbij al hun land werd geannexeerd en al hun wetten nietig werden verklaard. Mannen, vrouwen en kinderen werden overal gegrepen en naar koncentratiekampen gevoerd, hun bezittingen aan blanken gegeven en hun huizen platgebrand. Op het Pad der Tranen waarlangs de stam naar Arkansas trok, kwamen er 4000 van de 14.000 om. In 1837 werd Osceola 3, opperonderhandelde; binnen een jaar hoofd der Seminoles, gekidnapt en gevangen gezet ofschoon hij onder de witte vlag was hij dood. Door het verdeel- en-heers systeem werd de leuze «de stamgemeenschappen moeten dood!» ten uitvoer gebracht.»



Foto-souvenir van het Feest van de Vredespijp dat de Ame-
rikanen na de tweede wereldoorlog organizeerden om de Indiaan-
se oudstrijders te huldigen. De foto werd genomen op het ogenblik
dat het opperhoofd der Potawatoma’s de vredespijp klaar maakte.

En in «Inside USA» erkent John Gunther 4: «Schandelijk, van alle rechtmatigheid ontbloot!» Hoe kon het ook anders, wanneer zelfs een voorganger van John Collier, generaal F. C. Walker 5, in 1871 officieel verklaart : «Tegenover wilden kan er nooit sprake zijn van nationale eer, evenmin als tegenover wilde dieren. Vechten, vluchten of een list gebruiken vormen alleen ’n kwestie van wat op een gegeven ogenblik het voordeligst is.» Naar dergelijke principes bestuurd had het Indian Bureau, oorspronkelijk bedoeld om de verhouding tussen rood en blank zo zuiver mogelijk te regelen, al weldra de militaire politiek, tot de zijne gemaakt en was tot een «Anti-Indian Bureau» geworden, alles aanmoedigende wat de Indiaanse kultuur afbrak, verpulverde en atomizeerde.

Geloofsvervolging
De Prairie-Indianen ondergingen hetzelfde lot. Men hore Collier: «Bij hen werd de politiek van vernietiging van stamverband en individuele persoonlijkheid het verst doorgevoerd. Omstreeks 1870 was het hoofddoel der VSA, dit te bereiken door vernietiging der godsdiensten. Wellicht heeft de wereld nooit een geloofsvervolging gezien die met zoveel middelen en op zo ’n hardvochtige wijze werd uitgevoerd. Eerst kwam de militaire aanval, gegrond op voorwendsels die ofwel ondeugdelijk, ofwel volkomen uit de lucht gegrepen waren. Daarbij maakte de regering gebruik van de onderlinge naijver onder de stammen om Indianen door Indianen te laten doden. Verdragen en overeenkomsten werden gesloten en na enkele jaren eenzijdig door de VSA gebroken. De buffel werd uitgeroeid, hetgeen als een strijdwapen tegen de Indianen werd beschouwd. Vervolgens werden de stammen technisch en feitelijk in geïsoleerde, verkleinde reservaten gevangen gezet, en waarbij zij aangewezen waren op regeringsrantsoenen. De distributie werd gebruikt tot uithongering van die Indianen die hun godsdienst, gebruiken en stamverbondenheid niet wilden afzweren. Ten slotte de gedwongen grondverkaveling.»

MORGEN

KENTERING TEN GUNSTE


[1]In Gazet van Antwerpen, 26 juli 1962 (vervolg van het eerste deel van deze serie van vier, geplaatst op 25 juli 1962).
Pas onder het vierde en laatste deel van deze serie wordt de auteur ervan genoemd: Dr. F. C. de Rooy. De tekst is evenwel bewerkt door een onbekende Belgische redacteur.
Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
V.S.A. betekent Verenigde Staten van Amerika, een in België gebruikelijke afkorting voor het land dat wij in Nederland Verenigde Staten, VS, States, USA of kortweg Amerika noemen.
[2]John Collier (* 4 mei 1884 , † 8 mei 1968) was een bekend Amerikaans socioloog, hervormer, pleitbezorger van de rechten van Noord-Amerikaanse indianen en schrijver van o.a. de belangwekkende boeken „The Indians of the Americas” en „On the Gleaming Way: Navajos, Eastern Pueblos, Zunis, Hopis, Apaches, and Their Land; and Their Meanings to the World”.
[3]Asi-yahola (door de „bleekgezichten” verbasterd tot Osceola, geboortenaam Billy Powell, * 1804 , † 30 januari 1838) was een van de meest invloedrijke aanvoerders van de Seminoles in Florida.
[4]John Gunther (* 30 augustus 1901 , † 29 mei 1970) was een Amerikaanse journalist en schrijver. Zijn boek „Inside U.S.A.” verscheen in 1947 en beschrijft de observaties die de auteur deed gedurende zijn dertien maanden durende tocht door (toen) alle 48 staten van de USA tussen november 1944 en januari 1946. Het was al zijn vierde „Inside”-boek, na „Inside Europe” (1936), „Inside Asia” (1939) en „Inside Latin America” (1941). Het overweldigende success van met name „Inside U.S.A.” bracht hem ertoe nog drie soortgelijke non-fiction boeken te schrijven: „Inside Africa” (1955), „Inside Russia Today” (1958) en „Inside Europe Today” (1961).
[5]Francis Amasa Walker (* 2 juli 1840 , † 5 januari 1897) was een Amerikaans brigadegeneraal, directeur van het Census Office in 1870 en 1879-1881, Commissioner of Indian Affairs van 1871 tot 1872) en professor in de politieke economie en geschiedenis op Yle University).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website