Karl May Pockets voor zoon en vader

Prisma-Het Nederlandse Pocketboek


anoniem 1



De eerste echte Nederlandse Karl May uitgave

ALLE KARL MAY BOEKEN

met Old Shatterhand en Winnetou

Roepen de namen Winnetou, Kara Ben Nemsi, Old Shatterhand herinneringen in u op? Herinneringen aan de heerlijke Karl May boeken die u in opwinding brachten door hun spannende avonturen, hun verrukkelijke ‘Oosterse’ of ‘Indiaanse’ dialogen?
Dan zal het u verheugen dat de beste Karl May boeken thans voor het eerst in een geheel nieuwe vertaling volgens de oorspronkelijke door Karl May geschreven tekst in het Nederlands gaan verschijnen.
Dan kunt u binnenkort uw lievelingsboeken lezen en laten lezen in de vorm die geheel beantwoordt aan de geest en de opvatting van Karl May zelf, onverkort en authentiek.
In de loop van de tijd hebben bewerkers getracht van de Karl May boeken jongensboeken te maken. Dit heeft de auteur niet gewild. Hij schreef voor jong en oud.
Aan deze opzet van de auteur beantwoordt deze Nederlandse vertaling.
Deze nieuwe Karl May vertaling onder de deskundige leiding van dr. F. C. de Rooy
2, dé Karl May kenner bij uitstek, laat de schoonheid van het origineel onaangetast. Gun u de tijd om nog eens heerlijk ongecompliceerd te genieten van deze onvervalste avonturenboeken.

En de jongeren van nu?
Natuurlijk zijn zij het op de eerste plaats voor wie deze nieuwe Nederlandse uitgave tot stand komt.
Karl May is dood; vijftig jaar geleden stierf hij; maar de helden van zijn boeken leven. Nooit eerder in Europa hebben gefantaseerde figuren tot het hart van zovele miljoenen gesproken; zelfs de helden van een Alexandre Dumas 3 kunnen het niet opnemen tegen Old Shatterhand, Winnetou en de kleine Hadji Halef Omar. Winnetou, het opperhoofd der Apaches, zei eens tot Old Shatterhand: ‘Uw ogen zijn goede ogen en in uw trekken woont geen oneerlijkheid. Winnetou gelooft in u!’
Juist de jongeren zullen graag in hem geloven, in het ideaalbeeld dat door de scheppingskracht van Karl May in hem gestalte heeft gekregen, het type van de pionier. Zij zullen hem graag volgen in zijn opwindende avonturen in de prairiën van het Wilde Westen, de Llano’s van Zuid-Amerika, de woestijnen van Afrika en Azië, de woeste bergen van Koerdistan en de Balkan.




Louter fantasie?
Wellicht geen schrijver van avonturenromans heeft zich zo terdege op zijn werk voorbereid, zozeer zijn stof bestudeerd als Karl May.
Hij beschikte over een uitgebreide bibliotheek met vakliteratuur. Hij was expert op het gebied van aardrijkskunde en etnologie.
Karl May weet psyche en mentaliteit van de Indianen, van de Oosterlingen en van alle volkeren die hij beschrijft, zeer raak te treffen.
Een journalist die jarenlang door het Nabije Oosten heeft gezworven, dr. W. von Weisl 4, schreef: ‘Ik ken geen enkele schrijver die de Oriënt zo goed heeft beschreven en zijn mentaliteit zo helder heeft gezien, als deze man, die aan zijn schrijfbureau zijn romans ontwierp met behulp van een geweldige boekerij, waarbij hij met een feilloze feeling de onjuiste berichten over Azië terzijde schoof. Karl May kende de Oriënt werkelijk.’





De Karl May pockets in 25 delen
Tientallen miljoenen Karl May boeken zijn reeds over meer dan twintig taalgebieden verspreid. Dit belette zowel het Karl May Verlag in Bamberg als de uitgever van de Prismaboeken niet het grote plan op te vatten, de beste boeken van Karl May in de moderne vorm van het pocketboek binnen het bereik van jong en oud, van zoon en vader te brengen. Met alle zorg en toewijding is dit plan uitgevoerd. De medewerking van dr. F. C. de Rooy waarborgt een deskundig toezicht op de Nederlandse vertaling. De nauwe samenwerking met het Karl May Verlag garandeert de authenticiteit van de vertaalde tekst. Na vele proefnemingen is een letter gekozen en een indeling gemaakt die zowel de verhalende tekst als de dialogen volledig tot hun recht laat komen. Op de volgende bladzijde ziet u een voorbeeld en kunt u zelf constateren hoe fraai verzorgd de tekst is.
En de prijs? Deze is eenvoudig ongelooflijk. Meer dan achtduizend bladzijden voor slechts ƒ 37,50! Dat wil zeggen dat u voor elk van de vijfentwintig Karl May Pockets die vanaf april in een tempo van twee per maand verschijnen, slechts ƒ 1,50 betaalt.
Een overzicht van alle delen vindt u op bladzijde 4 en 5.
Maak gebruik van de intekenbon op bladzijde 5 rechts onderaan. Door deze tijdig naar de boekhandel te sturen, ontvangt u een jaar lang met de regelmaat van de klok uw Karl May Pockets, komt u in het bezit van een boekenplank vol avontuurlijke ontspanningslectuur van het hoogste niveau.
Profiteer van deze kans om de beste boeken van Karl May in een naar inhoud en verzorging geheel verantwoorde uitgave in huis te halen.






Wat zij van Karl May denken

pag. 2 Dr. F. C. de Rooy / J. Heyink / Godfried Bomans / Albert Schweitzer / Albert Einstein / Carl Zuckmayer / Nonkel Bob

pag. 3 Godert van Colmjon / Jan Mens Harriet Freezer






Old Shatterhand ook voor u!

Toen ik negen jaar was, las ik mijn eerste Karl May boek – wel wat vroeg naar ik later besefte. Op mijn veertiende jaar had ik alle Nederlandse vertalingen gelezen en begon toen aan de originele Duitse uitgaven. Bij het lezen van de oorspronkelijke teksten bleek mij, dat het merendeel der vertalers wel heel belangrijke gedeelten hadden weggelaten teneinde de boeken volkomen aan de jeugd aan te passen.


Dr. F. C. de Rooy, de Nederlandse Karl May-expert
die de supervisie heeft over de Karl May-pockets

Mays werk bleef mij boeien, juist op de leeftijd dat ik naar de universiteit ging om letteren te studeren – geen Duitse, maar Franse! Zo kwam ik tot de overtuiging, dat zijn grote menselijke waarden ook in de vertaalde werken volledig tot hun recht behoorden te komen. Ik stelde mij tot ideaal een goede, geautoriseerde Nederlandse uitgave van de belangrijkste Karl May boeken, waarin Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi optreden. In de jaren na de oorlog legde ik een volledige May-bibliografie aan, las legio kranten, tijdschriften en boeken, ging op studiereis naar het buitenland om mijn documentatie aan te vullen, en trok mij toen op Java terug om mijn boek Old Shatterhand - Kara Ben Nemsi ook voor u te schrijven. Het verscheen in 1955.
Intussen had ik mijn jongelingsjaren achter mij gelaten, maar niet Karl May. In hem trok mij – en zal mij noodzakelijkerwijze blijven trekken – zijn grote liefde voor God, mens en dier, en dan die wonderlijke combinatie van avonturier en mensenvriend. Misschien is ook een gemeenschappelijke reislust naast een verwante geestelijke instelling de verklaring voor die sterke aantrekkingskracht op mij. Zo heb ik op mijn zwerftochten door Indonesië, Nieuw-Guinea en driekwart Afrika mijn grote voorbeeld vaak voor ogen gehad.
Aan het slot van mijn boek schreef ik: ‘Ten zeerste toe te juichen zou het evenwel zijn, wanneer een nieuwe Nederlandse vertaling het daglicht zou kunnen zien welke de schoonheden van het origineel onaangetast laat.’
Schoonheden van geest en ziel: de mens Karl May alias Old Shatterhand / Kara Ben Nemsi, met vóór alles het grote geloof in het Goede en Edele in de schepping. Dan de weerspiegeling van dit geloof: voorname figuren als Winnetou, het grote opperhoofd der Apachen; zonnige gestalten als Hadji Halef Omar, de latere sjeik der Haddedihn-Arabieren ...
Neen, Karl May heeft niet alleen wilde avonturen voor jongens geschreven. Hij heeft zich met zijn grote idealen van naastenliefde tot de hele maatschappij gewend.
Hoe welkom was mij dus de uitnodiging van de uitgever van de Prisma-boeken om de redactie op mij te nemen van een grote serie Karl May Pockets, die inderdaad beogen Karl May ten volle tot zijn recht te laten komen: voor zoon en vader!






De drie beroemde geweren uit de romans van Karl May: Henrybuks, Beredoder en Zilverbuks


Wij sneden dus takken uit een nabije struik en sleepten zware stenen aan. Daarmee bedekten wij de koe en laadden daarna mijn paard op.
‘Wat gebeurt er met de stier?’ vroeg ik.
‘Wat zou ermee gebeuren?’
‘Kunnen wij er werkelijk niets van gebruiken?’
‘In het geheel niets.’
‘Het leer ook niet?’
‘Ben jij leerlooier? Ik niet.’
‘Ik heb toch gelezen dat de huiden van geschoten buffels in zogenaamde caches – geheime bewaarplaatsen – opgeborgen worden.’
‘Zo. Heb je dat gelezen? Dan zal het wel waar zijn, want alles wat men over het Wilde Westen leest, is waar, onomstotelijk waar, hihihi! Er zijn inderdaad woudlopers die de dieren ter wille van de huiden schieten. Heb het ook wel eens gedaan. Maar dat is niets voor ons. Wij gaan niet met die zware huid slepen.’




3. Wilde mustangs


Wij braken op en kwamen, hoewel wij moesten lopen, al na een half uur in het kamp aan, want verder lag het niet van het dal waar ik mijn eerste twee buffels had geschoten. Dat wij te voet kwamen en Sams paard niet bij ons hadden, wekte opzien. Men vroeg ons naar de oorzaak.
‘Hebben buffels gejaagd en mijn paard is door een stier opengereten,’ vertelde Sam Hawkens. ‘Buffels gejaagd, buffels, buffels!’ klonk het van alle kanten. ‘Waar dan?’
‘Een half uurtje van hier. Hebben de lende voor ons meegenomen. Jullie kunnen de rest halen.’
‘Ja, dat doen we!’ riep Rattler, die deed alsof er tussen hem en mij niets voorgevallen was. ‘Waar moeten we zijn?’
‘Rijd langs ons spoor terug, dan komen jullie er vanzelf. Ogen genoeg, als ik me niet vergis.’
‘Hoeveel waren er?’
‘Twintig’.
‘En hoeveel hebben jullie er geschoten?’
‘Eén koe.’
‘Eén maar? Waar zijn de andere?’
‘Weg. Zoek ze maar. Heb niet gekeken waar ze heengingen en het ze ook niet gevraagd. hihihi!’
‘Eén koe maar! Twee jagers en van twintig buffels schieten zij er één!’ zei iemand minachtend.

36


‘Doet u het beter als u kunt, sir! U had ze waarschijnlijk alle twintig geschoten of nog een paar meer. U zult overigens nog een paar oude twintigjarige stieren vinden, die de jonge gentleman hier geschoten heeft.’
‘Stieren, oude stieren!’ riepen zij. ‘Op twintigjarige stieren te schieten! Zo’n dwaasheid begaat alleen een greenhorn!’
‘Lach hem voor mijn part uit, heren, maar bekijk dan de stieren eens! Ik zeg u dat hij mij daardoor het leven heeft gered.’
‘Het leven? Hoe dan?’
Zij wilden er meer over horen. Maar Sam stelde hen teleur.’
‘Wil er nu niet over praten. Laat het u door hem zelf vertellen, als u het beter vindt het vlees pas te halen wanneer het donker is geworden.’
Hij had gelijk. De zon was gedaald en het zou al spoedig donker worden. En daar zij begrepen dat ik nog minder tot vertellen bereid zou zijn, bestegen zij hun paarden en reden allen weg. Niet een van hen wilde achterblijven; zij vertrouwden elkaar niet. Onder fatsoenlijke jagers die elkaar vriendschappelijk gezind zijn, behoort buit die door een van de leden van het gezelschap werd geschoten, ook aan de anderen. Zoveel gemeenschapszin kenden deze lieden evenwel niet. Toen zij later terugkwamen, hoorde ik dan ook dat zij zich als wilden op de koe hadden gestort en dat ieder vloekend en scheldend getracht had zich met zijn mes zo’n groot mogelijk stuk vlees toe te eigenen. In hun afwezigheid ramen wij de lende en het zadel van mijn paard en ik bracht het dier weg om het af te tuigen en vast te zetten. Ik nam er de tijd toe, zodat Sam aan Stone en Parker ons avontuur kon vertellen. De tent bevond zich tussen hen en mij en zij konden mij niet zien toen ik terugkwam. Ik had de tent al bijna bereikt toen ik Sam hoorde zeggen:
‘Geloof me, het is zoals ik zeg: zoekt me die kerel juist de grootste en sterkste stier uit en schiet hem neer als een ervaren buffeljager. Ik heb natuurlijk gedaan alsof ik het lichtzinnig vond en hem de huid volgescholden. Maar ik weel nu wat ik aan hem heb.’
‘Ik ook,’ zei Stone, de oudste en voorzichtigste van de beide andere jagers. ‘Dat wordt een bekwame woudloper.’
‘En al heel gauw,’ hoorde ik Parker zeggen, die altijd vlug met de mond was.
‘Yes,’ bevestigde Hawkens. ‘Hij is ervoor geboren, mannen. En dan die lichaamskracht! Heeft hij gisteren niet geheel alleen onze zware ossewagen getrokken? Waar die slaat, groeit in jaren geen gras meer. Maar beloof me één ding.’
‘Wat dan?’ vroeg Parker.
‘Laat hem niet merken hoe wij over hem denken.’
‘Waarom niet?’
‘Hij zou verwaand kunnen worden.’

37


verkleinde specimen-pagina uit de Karl May pockets 5




Goed gedaan, Old Shatterhand

door Nonkel Bob
6

Mijn broer was 5 jaar ouder dan ik.
Hij kon goed voorlezen.
Een keer had hij uit de schoolbibliotheek een boek mee gebracht over ‘Indianen’.
Ik kende Indianen van op de film, wam op Donderdagnamiddag mocht ik met broer mee naar de bioscoop.
Onder het avondeten dacht ik aan niets anders meer dan aan Indianen en Cowboys.
Wij gingen vroeg slapen die avond.
Vader stapte als altijd mee naar boven en knipte het licht uit als wij te bed lagen.
Toen we de deur beneden hoorden dicht klappen, stak mijn broer de kaars op, nam het boek en las ‘De Zwarte Mustang’.
Dat was mijn eerste kennismaking met Winnetou en Old Shatterhand.
Mijn broer die alleen maar wilde voorlezen bij kaarslicht, omdat dat naar hij zei de enige manier was, heeft zelfs in de zonneschijn de Karl May boeken luidop verslonden.
In die tijd noemde ik hem Old Shatterhand en hij mij Winnetou, tot mijn vader eens riep, terwijl een paar vrienden het konden horen: ‘Hé Winnetou zijn je tanden gepoetst?’
Op Nieuwjaarsdag was de familie samen. Mijn broer zei mij dat hij zijn jongste zoontje betrapt had terwijl hij een Indianenboek las bij kaarslicht. ‘Ik heb hem natuurlijk uitgelegd hoe slecht het is voor de ogen.’
Ik fluisterde hem toe: ‘Goed gedaan, Old Shatterhand!’
‘Pshaw’ bromde hij terug.




J. Heyink 7, boekhandelaar te Rotterdam,

een van de beste Nederlandse Indianenkenners


Karl May en de Indianen

Als men de oplagecijfers van Karl Mays boeken in de loop der jaren beziet en in aanmerking neemt, dat hiervan een groot gedeelte bestaat uit de Indianenboeken, dan kan het niet anders of deze enorme getallen moeten hun invloed op de lezers ervan hebben gehad, speciaal wat de instelling ten opzichte van de primitieve volken in het algemeen en van de Indianen van Noord-Amerika in het bijzonder betreft.
Hoewel Karl May natuurlijk als schrijver vrij was om zijn fantasie ruim baan te geven, blijkt toch uit zijn bibliotheek, dat hij een grondige studie maakte voor de boeken die hij schreef. Zo was bijvoorbeeld zijn kennis van het Arabisch zeer goed en ook de verschillende Indianentalen blijken bij controle door experts geen reden tot wantrouwen te geven. Belangrijker is echter dat hij blijk geeft de ziel van de Indiaan begrepen te hebben en dit in zijn boeken ook aan zijn lezers heeft doorgegeven. Meestal wordt in zogenaamde Indianenboeken de Rode Man voorgesteld als een vreemde klanken uitstotende wilde, die alleen maar belust is op scalpen en martelingen, maar dat het ‘mensen’ waren zoals wij, kwam meestal niet voldoende naar voren.
Karl May heeft altijd getracht in zijn werken sympathie te wekken voor de (in zijn tijd nog) uitstervende Indiaan en naar ik meen is hij hierin wonderwel geslaagd. Wanneer men weet hoeveel Indianenvrienden er gevormd zijn door het lezen van zijn boeken en bij hoevelen de naam Winnetou een vertrouwde klank heeft, mogen wij Karl May dankbaar zijn voor hetgeen hij heeft tot stand gebracht. Een van degenen die geheel in de ban van de schrijver kwam, was de circus-artiest Patty Frank 8, die op zijn vele rondzwervingen de gelegenheid had een prachtige verzameling Indiaanse voorwerpen te verwerven, die nu onmogelijk meer bijeen te brengen zou zijn. Met de bezittingen van Karl May vormt deze collectie sedert 1928 het Karl May Museum te Radebeul bij Dresden. Tot aan zijn dood was Patty Frank daarvan de beheerder en gaf explicatie aan de duizenden bezoekers.
Vele waardevolle stukken zijn hier te zien o.a. enige zogenaamde ‘picture robes’, huiden beschilderd met voorstellingen uit het leven van de bezitter, vele levensgrote figuren aangekleed met de volledige kostuums der verschillende stammen, een der zeldzame bizonlederen schilden compleet met het omhulsel, vredespijpen, tomahawks, zeventien scalpen, waaronder vijf van blanken, een verzameling die niet gemakkelijk wordt geëvenaard.
En tenslotte als klap op de vuurpijl de drie beroemde geweren uit de romans van Karl May: Henrybuks, Berendoder en Zilverbuks. U zult er wellicht van opkijken, dat deze wapens echt bestaan en niet ontsproten zijn aan de fantasie van de auteur.
De Henrybuks is het beroemde repeteergeweer (voorloper van de Winchester) dat 20 maal achtereen kon schieten.
De Berendoder is een zwaar Olifantengeweer (gewicht meer dan 10 kg) dubbelloops.
De Zilverbuks, ongetwijfeld het zeldzaamste wapen van de drie, is vermoedelijk wat de kolf en lade betreft afkomstig uit Mexico, daar deze geheel met zilveren nagels en rozetten zijn beslagen, waarvan een aantal de letters N.S. en aan de andere zijde van de kolf een W vormen. De vermoedelijke betekenis van deze letters is ‘Nuestra Senora = Onze Moeder’ (Maria). De letter W moet gelezen worden als 2 x V en betekent ‘Virgo Virginum’.
Al mogen de avonturen in Karl Mays boeken uit zijn fantasie zijn ontsproten, de geweren zijn aanwezig om te tonen dat een goed schrijver door levenloze voorwerpen geïnspireerd kan worden romans te schrijven die ons vreemde landen en volken voor ogen voeren; de schrijver Karl May, van wie een bekend dichter zei: ‘ hadden wij hem niet, clan moesten wij naar iemand zoeken, die tenminste enigszins op hem lijkt.’




Wat zij van Karl May denken

ALBERT SCHWEITZER 9

‘Wat mij in de boeken van Karl May het meest heeft geboeid, is zijn strijd voor vrede en onderling begrip. Hij leert ons in bijna al zijn boeken, beter dan wij in veel hoogdravende lectuur kunnen vinden, edelmoedigheid ten opzichte van de naaste. Hij leert ons in de medemens, ook wanneer hij dwaalt, onze broeder in Christus zien. Juist daarom is zijn werk van alle tijden.’

ALBERT EINSTEIN 10

‘Mijn hele jeugd stond in het teken van Old Shatterhand ... Ja, ik durf er gerust voor uitkomen dat hij nu nog in menig moeilijk ogenblik betekenis voor mij heeft. Waarom? Omdat ik in de boeken van Karl May terugvind de jeugdige en oergezonde drang naar romantische verten, naar avontuur; omdat Karl May ons leert hoe andere volkeren klaar komen met het leven dat ons zo moeilijk valt. Ik heb veel reisbeschrijvingen gelezen. De meeste vond ik vervelend. Die van Karl May hebben mij altijd geboeid.’

CARL ZUCKMAYER 11

‘Wij bezitten in Karl May onze geniaalste verteller van echt mannelijke avonturenverhalen. Hij weet ons te grijpen en mee te slepen; maar ook onze kinderen en kindskinderen zal hij aanspreken.’

GODFRIED BOMANS 12


‘Ik geloof in Winnetou, het opperhoofd der Apachen, uit de boeken van Karl May.’




Godert van Colmjon 13, een van de ‘twee Butterflies’, bekend van radio, grammofoon en televisie

GREENHORN

Het eerste Karl May boek dat ik las, ik herinner het mij nog als de dag van gisteren, was Winnetou. Deze avontuurlijke reisverhalen maakten op mij een diepe indruk. Sam Hawkins en zijn makkers, Dick Stone en Willy Parker, eerlijke jagers, wier namen in de wildernis een zeer goede klank hadden, namen die onverbrekelijk verbonden zijn aan Karl Mays avonturen.
De spanningen die deze avonturen opwekten, waren haast niet te verdragen. Dat geldt niet alléén ons jongeren, maar ook onze ouders. Ook zij kunnen er niet afblijven. Ik zit alleen al te genieten als ik bijvoorbeeld mijn vader z’n hoofd op kookpunt zie komen (zo lekker rood gestoofd!), en dat allemaal door Karl Mays reisverhalen.
Ook heden ten dage kunnen wij niet buiten de verhalen van Karl May. Daarom weet ik zeker dat er in tienduizenden gezinnen een Indianen-krijgsdans zal worden uitgevoerd van vreugde en blijdschap over het verschijnen van de Karl May Pockets. Wij allen kunnen nu opnieuw van deze verhalen genieten in een wel bijzonder toepasselijke nieuwe vormgeving.
Het lezen van Karl May is niet alleen ontspannend, maar je steekt er ook heel wat wijsheid bij op. Zo wist ik voordat ik Winnetou las, niet wat een Greenhorn was.
Weten jullie wat een Greenhorn is?
Nou het is een erg kleinerend woord hoor!
‘Green’ betekent groen, en ‘horn’ betekent voelhoren. Een Greenhorn is dus iemand die nog een groentje of nieuweling is, onervaren en onbekend met de gewoonten van het land. Je zou mij ook best een Greenhorn kunnen noemen, want ik doe een heleboel dingen nog verkeerd. Ik wed dat er onder jullie ook heel wat Greenhorns zijn; want als je jong bent ben je overmoedig, en in die overmoed doe je dingen waarvan je denkt dat ze flink en goed zijn, terwijl ze net fout zijn.
Zo moest ik eens een keer repeteren voor een televisieuitzending van Pipo de Clown. Van tevoren had ik het draaiboek thuisgekregen en daarin zag ik dat ik pas helemaal aan het eind wat te zeggen had. Ik dacht als ik nou flink ben ga ik er een uur later heen, want anders zit ik toch maar niets te doen.
Zo gezegd, zo gedaan.
Ik nam een trein later en liep op mijn gemak naar de studio. Ik hing mijn jas rustig aan de kapstok en wandelde de zaal binnen. Daar zag ik de regisseur zitten.
Hij keek op en zag mij staan.
Direct zag ik dat er iets mis was.
Met een rood hoofd vroeg hij waar ik vandaan kwam. Ik antwoordde hem dat ik dacht dat ...
‘Niets te denken’ schreeuwde hij, ‘je hoort op tijd te zijn; iedereen is al naar huis, want we hebben alleen maar het draaiboek doorgelezen. Ga maar naar huis en ik zal er nog eens goed over nadenken of ik je nog gebruiken kan.’
Nou gelukkig liep het goed voor mij af, want diezelfde middag nog belde hij op dat ik de volgende morgen om elf uur weer aanwezig moest zijn.
Dat was nou echt een Greenhorn-streek.
Ik heb er nog een mooi voorbeeld van.
Ik moest eens aan het einde van een toneelstuk met drie andere spelers een feestmaaltijd nuttigen; één zou het eten opscheppen.
De uitzending (het was voor de televisie!) was begonnen en alles liep goed, totdat we zouden gaan eten. Want toen mijn tegenspeler wou opscheppen bleek er niets in de etensschalen te zitten. Daar zaten we zeg! We wisten niet wat te doen. Plotseling kroop er iemand over de grond naar ons toe met een schaal vol eten. Ik kon hem aanpakken zonder dat de kijkers het zagen. Mijn tegenspeler kon nog juist op tijd opscheppen. Je begrijpt hoe opgelucht we naar de kleedkamer gingen.
Maar er was er één die het einde van die uitzending met bonzend hart tegemoet heeft gezien. Hij had het eten in de schalen vergeten te doen. Het was een Greenhorn.




OEF! OEF!

‘Ha, ’n deern die voetbalt’, riepen de jongens van het Veluwse dorp, waar ik in mijn jeugd woonde. Of ‘’n deern in ’n broek!’ als we speelden in de donkere hansoppen, die moeder voor haar drie dochters maakte.
Als ik in een boom klom, schudden ze eraan, en als ik om ’t hardst fietste met vriendjes, probeerden ze stokken in mijn spaken te gooien. Hardhandig leerden ze mij dat ‘meiden’ niks mochten en niks konden, en als ik ze aanvloog en vocht, zeiden de ouderen hoofdschuddend: ‘Jongedochters moesten beter weten.’
Maar ik deed alles toch, het kon mij niet schelen wat deerntjes al of niet mochten. Alleen eens ben ik recht in het hart getroffen door een voltreffer. Dat was toen één van mijn bloedbroeders riep: ‘Húhú, ’n squaw op ‘t oorlogspad!’
Die woorden sloegen een ongeneselijke wond. Daarvoor moet ik even uitleggen dat ik tot de vurigste bewonderaars en volgelingen van Winnetou en Old Shatterhand behoorde.
Mijn twee zusjes en ik kenden alle boeken van Karl May en we hadden een Indianenclub opgericht. De leden van die club sloten een verbond en schreven tot bezegeling van dat broederschapsverbond met echt bloed hun naam op een verdrag, – dat daarna begraven werd, gewikkeld in zeil, en in een ijzeren kistje, achter de hooiberg.
Ik koos eerst de naam Vliegend Hert, maar die kostte mij twee vreselijke prikken in mijn duim, zodat ik later de naam Ara aannam, in de hoop dat mijn bloedbroeders: mijn zusjes, twee buurjongens en mijn vriendin Willy, mij niet zouden doorzien.
Nico, de oudste, was Old Shatterhand, en wij spraken hem, net als Winnetou, aan met ‘Sharlih, mijn blanke broeder’. Onze gesprekken werden trouwens gekenmerkt door authentieke uitroepen als ‘Howgh’ en ‘Pshaw!’ en ‘Tschah!’, en vooral heel veel ‘Oef’’s. Ook toepasselijke blanke termen kwamen voor als Yes en Drommels en Papperlepap. Mijn zusje Rode Adelaar voegde mij bijvoorbeeld toe: ‘Ellendige worm. Uw bedreiging raakt mij niet!’ En dan riep ik verachtelijk ‘Pshaw!’ Nu gebeurde dat praten en roepen alleen overdag. Als we ’s avonds bijeenkwamen, dan groeven we stilletjes ons bloederig verdrag op en zaten fluisterend bijeen. De struiken om ons heen wiegelden, de linde geurde. Bennie, onze gele hond, blafte luid en aanhoudend tegen de schemering, en wij zeiden: ‘Oef, oef!’ bij de gratie van de grote Karl May.



Harriet Freezer 14, bekend schrijfster,
lid van de literaire televisie-kring

En in dat paradijs kwam een jongen, Gerrit.
Hij wilde met onze club meedoen, en Nico had hem vooraf overhoord. Het was in orde, hij kende zijn literatuur, alle Winnetouboeken.
Maar toen hij in onze kring kwam, waar de anderen al gehurkt bijeenzaten en ik fier aantrad met pijl en boog in de hand, en waterverf op de wangen, barstte de verwerpelijke Gerrit in lachen uit en riep: ‘Húhú ’n squaw op ’t oorlogspad!’ en tegen Nico: ‘Zeg, ik wist niet dat er zoveel meiden mee deden.’
Onder mijn beschildering vloog het bloed naar mijn wangen, maar ik wist mijn gezicht onbewogen te houden, zoals het behoorde.
Die avond, toen ik de verf van mijn wangen waste, keek ik in de spiegel. Ik zag een meisje met een mager bruin gezicht en lange donkere vlechten. Een meisje! Hoe ik ook keek, nooit een Indiaan. En toen ik later het Goud van Winnetou opnam, om het voor de 43ste keer te lezen, zag ik een van die meeslepende zinnen staan, die het geheim van de schrijver waren, en waarmee hij ons in zijn avonturen betrok. Het was deze zin:
‘Lezer, hebt ge wel eens een slag met den kolf van een geweer op uw hoofd gekregen? ...’
Ik staarde op de woorden, en besefte dat voor mij dat geluk niet weggelegd was. Helaas, nooit, nooit zou ik een klap met den kolf van een geweer op mijn hoofd krijgen. Ik was immers een meisje, een squaw, zelfs een blanke squaw. ‘Oef’, zei ik, ‘Oef’. Het hielp niet. Ik was uit de verrukkelijke wereld van Karl May verdreven.
Maar het heimwee naar die wereld ben ik nooit helemáál kwijt geraakt.





Jan Mens 15, populaire auteur van bekende romans,
jeugdboeken en korte verhalen; bewerkte
‘Tijl Uilenspiegel’
16 en ‘Robinson Crusoe’ 17 voor de jeugd

Op zoek naar het avontuur

Het is een niet te miskennen feit, dat de gepatenteerde pedagogen wel eens met een scheel oog kijken naar de boeken van Karl May, alsof daarin alle zonden en dwaasheden van de wereld zouden zijn opgetast. Volkomen ten onrechte! Wie meent, dat een boek voor de jeugd moet druipen van ethiek en aanverwante zaken, begrijpt de jeugd niet, evenmin begrijpt hij dat ethiek een bijzonder gevaarlijk element is in een kinderboek. Of beter gezegd: de met opzet aangebrachte verheerlijking van alle menselijke deugden, zal tenslotte culmineren in een overwaardering der ethische normen, even noodlottig als het uitzichtloze nihilisme waaraan vele jonge romanschrijvers zich met een cynische onverschilligheid schuldig maken. Wat zoekt een kind in een boek? Op de eerste plaats avontuur. Een kind wil frisse romantiek, of, zo men wil, romantische realiteit. Een kind wil dromen; dromen van ridderlijke kerels, dappere helden, die zich opofferen uit liefde voor de medemens. Maar het moet niet altijd goed gaan, het leven moet teleurstellingen brengen; een permanente toestand van bevrediging en welbehagen is funest voor een kind. En niet slechts voor het kind alleen ... En waar vindt het kind in onze tijd van moderne en rechtlijnige flats, van alle gemakken voorzien, wáár vindt het gelegenheid, zijn fantasie te scherpen? Zijn speelgoed is volkomen ‘af’. Poppen die plassen en kusjes geven, speelgoedtreinen in nauwkeurige imitatie van de echte, auto‘s met komplete motoren: de speelgoedindustrie is volkomen industrie geworden. De huizen waarin wij wonen kennen geen heerlijke speelzolders meer, alleen maar nette boxen – gespeeld mag er slechts worden op een minuscuul net tegelveldje met alweer nette voorwerpen. Er is, naast onze welvaart, een netheidsziekte ontstaan, het kind denatureert tot een hygiënisch misgewas, opgefokt met boekjes van pedagoochelaars, psychiaters en psychologen. De heerlijke intuïtie, broodnodig om een kind werkelijk blij te maken, wordt verstikt en vervangen door die dingen, waarmee een kind geen kind kan zijn, doch een imitatie-volwassene. De vroegrijpheid der jeugd is een gevolg van het doden van het-kind-in-het-kind, en van het onmogelijk maken zijn fantasie te beleven op eigen wijs.
Het is daarom met een gevoel van blijdschap, dat ik mijn ingenomenheid wil betuigen met het voornemen van de ‘Prisma’-uitgeverij, de bijna volledige werken van Karl May in haar fonds op te doen nemen. Karl Friedrich May, de geheimzinnige, veelomstreden figuur, over wie ontelbare verhalen en fantasterijen in omloop zijn. Wat er van waar is, doet niet ter zake. Of deze, in 1912 op zeventigjarige leeftijd gestorven zoon van een doodarme Saksische wever in de cel heeft gezeten wegens diefstal van de resten van kerstkaarsen uit de kerk, of omdat hij een geleend horloge niet terug heeft gegeven: wat maakt het uit. Ik wil wel zeggen dat het getuigt van een uiterst gevaarlijke hoogmoed, om met zo’n kwistige hand wierook te strooien op het altaar van zijn eigendunk, dat men meent een schrijver te mogen aanvallen over echte of vermeende misdragingen, begaan in het verleden.
Ook het feit, of Karl May wel of niet in Amerika is geweest, is van weinig betekenis. Hoofdzaak is, dat hij een ontzagwekkende studie moet hebben gemaakt van de beschreven landen en volken, want alles klopt tot in bijzonderheden. Het belangrijkste van zijn schrijverschap lijkt mij, dat hij zijn jeugdige lezers volkomen au sérieux neemt. Geen neerbuigende vriendelijkheid, geen opgelegde ethiek, geen griezeligheden van spoken en dergelijke, doch figuren en handelingen echt menselijk en sympathiek. Is er een schrijver, Cooper 18 uitgezonderd, die de wereld heeft gewezen op de eeuwenoude kultuur der Indianen, die begrip heeft gevraagd voor hun karakter en die de strijd aanbond voor de gelijkwaardigheid der rassen, als Karl May? Een anti-kolonialist, een pacifist, een man door wiens boeken de jeugd een enorme schat aan ervaring kan opdoen. Ik schaam mij niet te bekennen, als kind heel ‘erge’ boeken te hebben gelezen. Als jongen van tien, twaalf jaar zwierf ik in de vakantie op het Amsterdams Amstelveld, waar, onder andere, de boekenstalletjes mijn min of meer gewaardeerde aandacht hadden: ik was werkelijk een kleine boekenwurm! Zo kocht ik er een keer dertig afleveringen van ‘Buffallo Bill’ 19; ik meen er niet slechter van te zijn geworden. Nog prijken in mijn boekenkast de gehavende banden van Kapitein Marryat 20, en daar, werkelijk, daar staat ‘Het testament van de Inca’, het eerste boek van Karl May dat ik las ...
Goed; het is misschien niet zijn beste boek. Alle vijfenzestig boeken 21 zijn geen meesterwerken, zoals het onsterfelijke ‘Winnetou, het opperhoofd der Apachen’. Met de jongens van onze school speelden wij Indiaantje op het braakliggende land aan de Overtoom, een oude paardedeken om de schouders, een bosje kippeveren op de toen onafscheidelijke pet. ‘Wil mijn rode broeder mij zeggen, waar hij Old Shatterhand het eerst heeft gezien?’ Hoewel de vredespijp mij toen niet smaakte, gun ik van harte onze met moderne weldaden overladen jeugd deze heerlijke romantiek. Omdat ze gezond is, ridderlijk en eerlijk. En, om nog een keer op ‘Het testament van de Inca’ terug te komen: ik betaalde er slechts één dubbeltje voor. Maar toen ik thuis kwam, bemerkte ik, dat de laatste bladzijde ontbrak ...
Daarom ook ben ik blij met het plan van de ‘Prisma’s’. Die laatste bladzijde heb ik nooit gelezen. Maar nu, na meer dan een halve eeuw, zal ik haar tenslotte lezen. 22 Voor een gulden en twee kwartjes. Ik vind het geen geld, voor wie op zoek is naar het Avontuur!





KARL MAY POCKETS

Het beste werk van Karl May in 25 delen
Onder redactie van dr. F.C. de Rooy







































1 Winnetou, het grote opperhoofd
Een jong schrijver ontwikkelt zich tot een befaamd woudloper en krijgt de erenaam van Old Shatterhand. Hij valt in handen van de Apaches en ontmoet het jonge Indianenopperhoofd Winnetou. Aanvankelijk vijanden, worden zij later de grootste vrienden van elkaar en zelfs bloedsbroeders. Uit dit bondgenootschap komt een grote reeks spannende avonturen voort.



2 Old Shatterhand
Old Shatterhand ontpopt zich als een uitstekende detective die zich vastbijt op het spoor van een bankierszoontje, dat door zwendelaars tot diep in Mexico wordt meegelokt. Hij raakt zelfs betrokken in de oorlog tussen Maximiliaan van Oostenrijk en Juarez, de strijder voor de onafhankelijkheid.

3 De zoon van de berejager
Het wordt een harde strijd in het Yellowstone Park, wanneer Old Shatterhand, Winnetou, Dikke Jimmy, Lange Davy en Hobble Frank de zoon van de berejager assisteren om zijn vader uit de handen van de Ogellalla’s te redden. Na een succesvolle bevrijding rijden ze door naar de Llano Estacado, waar zij op het spoor komen van een groep gewetenloze bandieten: de geest van de Llano wordt ontmaskerd.

4 De Zwarte Mustang
Old Shatterhand sluit vriendschap met de vermaarde prairiejager Sans-Ear; met z’n tweeën verijdelen ze een treinoverval. Golddiggers en Comanches spelen een belangrijke rol in dit verhaal. Winnetou helpt mee om Zwarte Mustang, het opperhoofd der Comanches, te verslaan.

5 De oase in de Llano Estacado
Nieuwe avonturen in het Wilde Westen, waarbij we kennis maken met Old Surehand en Old Wabble, verrukkelijke typen, die Old Shatterhand bijstaan in zijn strijd tegen misdadigers in de woestijn.



6 Het geheim van Old Surehand
Het raadsel uit het leven van Old Surehand wordt uit de doeken gedaan of liever: Old Surehand verklaart zelf het grote geheim van zijn leven.

7 De schat in het Zilvermeer
Het gezelschap, reeds bekend uit de vorige delen, bevindt zich nu op een Mississipistomer en zet de achtervolging in op een bende prairieschuimers. Dank zij het geheim van het Zilvermeer kunnen Old en zijn vrienden hun blanke en indiaanse vijanden buiten gevecht stellen.

8 Winnetou en de goudzoekers
Old Shatterhand en Winnetou ondernemen een spannende en avontuurlijke speurtocht naar een vermiste pelsjager die door een indianenstam wordt vastgehouden. Zij slagen in hun onderneming, maar niet voordat er heel wat gepasseerd is. Een dief en moordenaar kruist hun pad, zodat het beslist geen eentonige reis wordt.

9 De oliekoning
Old Shatterhand en Winnetou brengen een petroleumzwendel aan het licht. Hun zucht naar avontuur, maar vooral hun edele aard drijft hen daartoe. Zij redden daarmee een groep landverhuizers van de ondergang.

10 De rotsvesting in Sonora
Een groep landverhuizers wordt op verraderlijke wijze naar het grensgebied tussen de U.S.A. en Mexico gelokt en als dwangarbeiders in kwikzilvermijnen tewerk-gesteld. Old Shatterhand reikt natuurlijk weer de helpende hand, maar steekt zich daarmee in een waar wespennest.



11 Winnetou bij de bedoeïenen Winnetou en Old Shatterhand achtervolgen de gebroeders Melton tot in Noord-Amerika. De sluwe testamentenrovers komen daar echter door ongelukken om het leven. Een geweldig spannend detectiveverhaal.

12 De dood van Winnetou
Winnetou valt onder de kogel van een vijandige Sioux. Somber gestemd gaat Old Shatterhand het testament van zijn grote broeder begraven. De eeuwige vijand Santer steelt het document, maar wordt onder een rotsblok verpletterd op het moment dat hij een vermeende schat wil lichten.

13 De boodschap van Winnetou De Indianen willen de nagedachtenis van Winnetou eren door een groot standbeeld voor hem op te richten. Er dreigt oorlog uit te breken tussen voor- en tegenstanders. De grijze Old Shatterhand weet de vijandige stammen te verzoenen wanneer hij een testament van de grote Apache vindt.

14. Aan de Rio de la Plata
Spannende reisavonturen in Zuid-Amerika; de hoofdpersoon begint zijn tocht in Montevideo en raakt al gauw verward in de talrijke revoluties en opstanden die Uruguay en Argentinië teisteren.

15 De koningin van de Gran Chaco
De Gran Chaco is een gevaarlijk gebied, maar de Ik-figuur weet zich er doorheen te slaan en brengt hoog in de Andes, in de staat Bolivia, zijn strijd tegen onrecht en misdaad tot een goed einde. Een belangrijke rol spelen ook broeder Jaguar en de oude Desierto.



16 Kara Ben Nemsi, de held uit de woestijn
De held van het verhaal start zijn avontuurlijke tocht door Afrika en Azië in Tunis, waar hij de achtervolging inzet van een gevaarlijk individu en waar wij kennis maken met de trouwe metgezel van Kara Ben Nemsi, Hadji Halef Omar.

17 Door het woeste Koerdistan
Kara Ben Nemsi jaagt nog steeds achter de schurk aan en beleeft menig gevaarlijk moment. Hij heeft een paar merkwaardige ontmoetingen. We maken kennis met een typische Engelsman, sir David Lindsay.

18 Van Bagdad naar Istanboel
Vergezeld door de trouwe Hadji Halef Omar jaagt Kara Ben Nemsi nu door Klein-Azië, waar zijn grote kracht en zijn inzicht hem vele moeilijkheden doen overwinnen. Ze krijgen te maken met een pestepidemie; de sluwe Selim vermoordt hun beste vrienden.

19 In de rotskloven van de Balkan
Met Hadji Half Omar en Osko trekt Kara Ben Nemsi nu de Balkan binnen, waar zij door het ruwe terrein met moeite het spoor van de vluchteling kunnen volgen.

20 Door het land der Skipetaren
Vanuit de kloven van de Balkan trekt het gezelschap naar de westkust van Albanië, op weg naar nieuwe avonturen.



21 De bandiet der Albaanse bergen
Eindelijk krijgt Kara Ben Nemsi de misdadiger te pakken, die in het ruige gebergte niet meer kan ontsnappen en zijn gerechte straf ondergaat.

22 Mensenjagers aan de Nijl
Met dit deel neemt de enerverende Nijlreis van Kara Ben Nemsi een aanvang. Zijn avonturen met de slavenjagers beginnen in Kaïro, waar hij kennis maakt met een Turkse handelaar. Hij ontsnapt ternauwernood aan verschillende aanslagen.

23 In het land van de Mahdi
Een bittere strijd tegen het onrecht van ’t slavensysteem. Kara Ben Nemsi ontmoet de beruchte slavenjager Abd Asl en een fanatieke islamiet Mohammed Achmad die later bekend zal worden als Mahdi. Met zijn trouwe bediende Ben Nil behaalt hij veel successen.

24 De laatste slavenjacht
Eindelijk wordt de sluwe slavenjager Abd Asl voor zijn daden gestraft; op de terugreis naar het noorden weten de hoofdpersonen het nest van de ‘Vuist van de Heilige’ te vernietigen, waarbij de Mahdi wordt ontmaskerd. Later trekt Kara Ben Nemsi met Halef de Koerdische bergen in, waar ze een Arabische bloedwraak meemaken.

25 De smokkelaars van de Tigris
Het verhaal begint in de Verenigde Staten, waar we Djafar tegenkomen, een van de hoofdpersonen; later verplaatst de spannende geschiedenis zich naar Mesopotamië 23. Kara Ben Nemsi en zijn vrienden binden daar de strijd aan tegen een geheim roversgenootschap.
Avonturen voor jong en oud.











Teken nu in!
U bespaart ƒ 6,25



Maak gebruik
van de intekenbon





Vanaf begin april verschijnen twee delen per maand

Begin april verschijnen:
nr. 1 Winnetou, het grote opperhoofd
nr. 7 De schat in het Zilvermeer

Begin mei verschijnen:
nr. 2 Old Shatterhand
nr. 3 De zoon van de berejager

Begin juni verschijnen:
nr. 4 De Zwarte Mustang
nr. 8 Winnetou en de goudzoekers

Begin juli verschijnen:
nr. 22 Mensenjagers aan de Nijl
nr. 23 In het land van de Mahdi

Verder verschijnen elke maand twee delen. Omvang per deel 300-400 bladzijden.

Prijs per deel:

1 afzonderlijk gekocht: ƒ 1,75
2 bij intekening en betaling per 2 delen: ƒ 1,65
3 bij intekening en vooruitbetaling van de 25 delen: ƒ 1,50

Ongelooflijk!

De ongelooflijk lage prijs van ƒ 1,50, dus de vooruitbetalingsprijs blijft slechts geldig tot het verschijnen van de eerste twee delen, dus tot begin april.
De intekenprijs van ƒ 1,65, altijd nog een prijs die met alle normen spot, blijft slechts geldig tot nadere aankondiging.
De afzonderlijke-delen-prijs van ƒ 1,75 blijft geldig zolang de voorraad strekt.
De enige manier om zeker te zijn dat u de volledige Karl May Pockets in uw bezit krijgt, is nu intekenen!

Hoe tekent u in?

Maak gebruik van de intekenbon. Noteer hierop van welke intekenmogelijkheid u gebruik wilt maken. Vul vooral duidelijk, liefst met blokletters uw naam en adres in.
Bezorg de intekenbon aan uw boekhandelaar of stuur hem in een envelop als drukwerk op. Is u geen boekhandel in uw omgeving bekend, stuur dan, maar ook dan alleen, de bon aan de uitgever: Prisma-boeken, postbus 2073, Utrecht.
De uitgever zorgt dan dat u in elk geval via een boekhandel uw boeken ontvangt.
Wacht niet tot het te laat is.
Tienduizenden zullen van deze unieke aanbieding gebruik willen maken.
Dc oplaag is wel groot, maar niet onbeperkt.
Om teleurstelling te voorkomen, raden wij u dan ook dringend aan:


Teken in, nu het nog kan!






Hierlangs afknippen





INTEKENBON KARL MAY POCKETS





Aan boekhandel
  







HIERBIJ TEKEN IK IN OP DE KARL MAY POCKETS, 25 DELEN

• bij vooruitbetaling van 25 x ƒ 1,50 = ƒ 37,50
• bij betaling per 2 delen bij verschijnen ƒ 1,65
doorhalen wat niet van toepassing is

naam ___________________________________________________________

straat en plaats ___________________________________________________

datum _________________                     handtekening

(Deze datum moet worden vermeld in
verband met de intekentermijn, zie boven)






PRISMA-BOEKEN

UTRECHT/ANTWERPEN






[1]Reclamebrochure van Uitgeverij Het Spectrum Utrecht/Antwerpen, maart 1962.
[2]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
[3]Alexandre Dumas père (eigenlijk: Alexandre Davy de La Pailleterie Dumas, * 24 juli 1802 , † 5 december 1870) was een Frans dramaturg en schrijver van hoofdzakelijk historische romans, o.a. „Les Trois Mousquetaires” (=„De drie musketiers”, „Le comte de Monte-Cristo” (=„De graaf van Monte-Cristo”, „Vingt Ans après” (=„Twintig jaar later”), „La Reine Margot” en „Le Vicomte de Bragelonne ou Dix Ans plus tard” (=„De Burggraaf van Bragelonne”).
[4]Dr. Wolfgang von Weisl (* 27 maart 1896 , † 24 februari 1974) was een Oostenrijks-Joods zionist, journalist en diplomaat die in 1927 en 1929 twee artikelen in het Karl May Jahrbuch schreef („Karl May im Orient” resp. „Karl May und der Islam”).
[5]U had het boek uiteraard al herkend: „Winnetou, het grote opperhoofd”, Karl May Pockets, deel 1.
[6]Nonkel Bob (artiestennam van Jacobus Hendricus „Bob” Davidse, * 26 juli 1920 , † 16 februari 2010) was een Vlaams presentator, zanger en gitarist.
[7]J. Heyink (* 1906 , † juli 1997) was een boekhandelaar te Rotterdam en oprichter van De Kiva, een tijdschrift voor iedereen die geïnteresseerd was in indiaanse culturen.
[8]Patty Frank (artiestennaam van Ernst Johann Franz Tobis, * 19 januari 1876 , † 23 augustus 1959), was een Duits artiest en indianendeskundige. In 1928 opende Villa „Bärenfett” in de tuin van Villa „Shatterhand” haar deuren als Karl-May-Museum (later: Indianenmuseum), waarvan hij tot zijn dood in 1959 directeur bleef; het museum was en is nog steeds gebaseerd op de enorme collectie indianica van Patty Frank.
[9]Albert Schweitzer (* 14 januari 1875 , † 4 september 1965) was een Duits medicus, luthers theoloog, filosoof en schrijver; hij ontving in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn in woord en daad uitgedragen dogma ‘Eerbied voor al het leven’.
[10]Albert Einstein (* 14 maart 1879 , † 18 april 1955) was een Duits, later Zwitsers en nog later Amerikaans theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. In 1921 ontving hij voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde, en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
[11]Carl Zuckmayer (* 27 december 1896 , † 18 januari 1977) was een Duitse schrijver. Zijn bekendste toneelstukken zijn „Der fröhliche Weinberg”, „Schinderhannes”, „Der Hauptmann von Köpenick” en „Des Teufels General”. Verder is zijn autobiografie „Als war’s ein Stück von mir” beroemd geworden, maar hij schreef ook de scripts van o.a. de Duitse film „Der blaue Engel” en de Nederlandse film „Boefje”. Zijn in 1926 geboren dochter droeg de doopnamen Maria Winnetou.
[12]Godfried Bomans (voluit: Godfried Jan Arnold Bomans, * 2 maart 1913 , † 22 december 1971) was een Nederlandse schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid. Zijn bekendste boeken zijn „Pieter Bas”, „Erik of het klein insectenboek”, „De avonturen van Pa Pinkelman”, „Avonturen van Tante Pollewop” en de lagere school-lectuur-serie „Pim, Frits en Ida”. Van zijn hand is het artikel „Het ruikt hier naar gas. Een poging tot begrip van Karl May” in Elseviers Weekblad, 24 augustus 1963, elders op deze site.
[13]Godert van Colmjon (* 17 oktober 1943 , † 11 januari 2009) was een Nederlands zanger en journalist. Samen met zijn broer Luc vormde hij het zangduo the Butterflies, maar de grootste bekendheid verwierf hij in 1962 met zijn versie van „De Zuiderzeeballade”, gezongen met acteur Jan Lemaire sr. Aanvankelijk had hij dat lied in 1960 opgenomen met Sylvain Poons, maar omdat zij bij verschillende platenmaatschappijen zaten, namen ze afzonderlijk van elkaar, met een andere partner, een eigen versie op. De versie van Sylvain Poons en Oetze Verschoor deed het beter dan die van Godert van Colmjon en Jan Lemaire sr.
Van Colmjon acteerde ook in een tiental afleveringen van de populaire Nederlandse tv-serie „Pipo de Clown”, die in die tijd geregiseeerd werden door Jan Dassen.
[14]Harriët Freezer (pseudoniem van Wilhelmina „Miep” Eybergen, * 6 november 1911 , † 25 december 1977) was een Nederlandse prozaschrijfster, journaliste en feministe.
[15]Jan Mens (* 18 september 1897 , † 31 oktober 1967) was een Nederlands schrijver van o.a. (historische) romans, zoals „Mensen zonder geld”, de romancyclus Griet Manshande (bestaande uit „De gouden reael”, „De blinde weerelt”, „Het goede inzicht” en „Godt alleen d’eere”), „Meester Rembrandt” en de trilogie De kleine waarheid (bestaande uit „Marleen”, „Het heldere uur” en „Het kleine verschil”). Hij vertaalde en bewerkte ook romans voor kinderen, zoals „Het leven en de wonderbare lotgevallen van Robinson Crusoë, bevattende een relaas van zijn verblijf op een onbewoond eiland, door hemzelf verteld” en een eigentijdse versie van „Tijl Uilenspiegel”.
[16]Tijl Uilenspiegel/Till Eulenspiegel is een personage uit onder meer de Nederlandse (Vlaamse) en Duitse folklore; volgens de sage was Tijl Uilenspiegel een deugniet die vrij als een vogel in de veertiende eeuw door de Nederlanden en Duitsland trok en iedereen voor de gek hield met zijn streken.
[17]Robinson Crusoe” – in Nederlandse vertalingen ook wel „Robinson Crusoë” – is een roman van de Engelse schrijver Daniel Defoe (* ± 1660 , † 24 april 1731) over een schipbreukeling die 28 jaar lang op een onbewoond eiland leeft.
[18]James Fenimore Cooper (* 15 september 1789 , † 14 september 1851) was een Amerikaans schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn zeeverhalen en historische verhalen, de Leatherstocking Tales, met Natty Bumppo in de hoofdrol; een van de beroemdste boeken uit deze reeks, „The Last of the Mohicans” wordt door vriend en vijand beschouwd als zijn meesterwerk.
[19]Buffalo Bill” was de bijnaam van William Frederick Cody (* 26 februari 1846 , † 10 januari 1917), een van de kleurrijkste figuren uit het Wilde Westen. Hij kreeg de bijnaam „Buffalo Bill” toen hij een baan aannam om de werkers aan de Kansas Pacific Spoorweg te voorzien van bizonvlees. Daarnaast had hij nog talloze andere baantjes, zoals huidenjager (trapper), stierenvanger, goudzoeker in Colorado, ruiter in de Pony Express in 1860, gids bij kolonisten-karavanen, menner van postkoetsen, soldaat in de Amerikaanse Burgeroorlog en hotelmanager, maar het beroemdst werd hij door zijn Wild West Show.
[20]Kapitein Frederick Marryat (* 10 juli 1792 , † 9 augustus 1848) was een Engelse schrijver, die als een der eersten verhalen over de zee schreef. Bekende werken van hem zijn „Mr Midshipman Easy”, „The Phantom Ship”, „Masterman Ready, or the Wreck of the Pacific” en „The Children of the New Forest”.
[21]Sinds 1960 bestaan de Gesammelte Werke uit zeventig delen. Inmiddels (2022) is de serie gegroeid tot 96 boeken.
[22]Die arme Jan Mens! Zijn geduld zou nog even op de proef worden gesteld, want „Het testament van de Inca” verscheen pas in 1967, in de tweede reeks (Karl May Pockets, deel 49). In hetzelfde jaar zou hij overlijden, dus het is nog maar de vraag of het hem überhaupt vergund is geweest die laatste bladzijde ooit te lezen.
[23]Blijkbaar was de vertaling van „De smokkelaars van de Tigris” in maart 1962, toen deze brochure verscheen, nog niet af, want Djafar komt niet in de Nederlandse vertaling voor! En dat is logisch, want in de Gesammelte Werke is de Mirza Dschafar-episode vanaf de jaren ’50 verhuisd naar Band 26, „Der Löwe der Blutrache”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website