Wie was Karl May?

Een der eerste grote vertellers voor de jeugd


Willem Victor Hoogvelt 1



Kinderboekenweek

28 oktober – 4 november

Het is nog niet zo heel lang geleden, dat er vrijwel geen eigenlijke jeugdlektuur bestond. Onze grootvaders en grootmoeders moesten het in hun vrije uren stellen met heel eenvoudige leeslesjes. Een der eerste grote schrijvers, die vooral ook de jeugd hebben geboeid – maar dan in nagenoeg alle beschaafde landen – was Karl May. Zijn Indianenverhalen en andere spannende avonturenromans zijn door miljoenen jonge lezers verslonden. Ze zijn bij lange niet door de nieuwmodische ruimtevaartstrips verdrongen. In de bibliotheken en leeszalen worden ze geregeld gevraagd.

Evenals veel andere grote mannen heeft Karl May een heel moeilijke jeugd gehad. Hij werd op 25 februari 1842 te Hohenstein-Ernstthal 2 in Saksen geboren als zoon van een arme, ongeletterde 3 wever. Niet minder dan negen van zijn broertjes en zusjes stierven. Zelf was hij tot zijn vijfde jaar blind. Het gezin waarin hij opgroeide, kende voortdurend armoede en gebrek. Aan die tijd had de schrijver dan ook geen al te beste herinneringen. Hij schreef eens: „Gij dierbare, mooie, gouden kinderjaren. Wel heb ook ik U gezien, mij vaak over U verheugd. Maar bij anderen, altijd slechts bij anderen. Bij mij waart gij niet. Om mij gingt ge heen in een grote, wijde boog”. 4
Ook nog als opgroeiende jongen had hij het niet gemakkelijk. Hij werd van de kweekschool te Waldenburg weggestuurd, omdat hij onder de kerstvakantie een paar stukjes van een waskaars had weggenomen. Toen hij toch onderwijzer was geworden, eerst te Glauchau en vervolgens te Chemnitz, werd hij ontslagen en gevangen gezet omdat hij een horloge gestolen zou hebben. De gevangenis kweekt maar al te dikwijls gevangenen: Karl May kwam naderhand nog herhaaldelijk met de justitie in aanraking. Ook uit zijn eigen levensbeschrijving blijkt niet duidelijk wat hij in die jaren eigenlijk uitrichtte en wat hij voor vergrijpen pleegde. Is hij toen ook al in Amerika en Noord-Afrika geweest?

OLD SHATTERHAND EN KARA BEN NEMSI

In 1874, toen hij dus al 32 was, keerde Karl May in de maatschappij terug, niet alleen als een ongebroken man maar zelfs als een eerlijk idealist. Het jaar daarop trad hij in dienst van een uitgeverij in Dresden 5. Hij stichtte drie tijdschriften en begon daarin allerlei verhalen uit vreemde landen te publiceren. Maar hij schreef ook wel voor andere uitgevers. Hoewel niet katholiek werd hij vast medewerker van het katholieke tijdschrift „Deutscher Hausschatz”. Het bleek, dat hij niet alleen over een geweldige fantasie maar ook over een boeiende verteltrant beschikte.
De daarop volgende jaren waren de gelukkigste en de vruchtbaarste van zijn leven. Hij schreef toen vijf vervolgromans en zeven jeugdboeken, die zeer in de smaak vielen en begon met een reeks reisverhalen in de ikvorm, die tot 33 delen zou uitgroeien. Daarvoor schiep hij een paar prachtige hoofdpersonen: Old Shatterhand, de beroemde prairiejager, de vriend der Indianen en de vijand van alle onrecht en Kara Ben Nemsi Bey Effendi, een kampioen van het Christendom in de landen van het Midden-Oosten.
Voor talloze lezers in alle vijf de werelddelen zijn Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi en verder Winnetou, het opperhoofd der Apachen, figuren geworden van vlees en bloed, romanhelden van de allerbeste soort. De littteratuurhistoricus prof. Alfred Biese 6 zou eens schrijven: „Wie kent niet de onvergetelijke Winnetou en de prachtfiguren uit de Oosterse verhalen van Karl May? Deze edele gestalten werden voor miljoenen lezers reisgenoten op hun levenspad; zij dienden hen tot gids, redder in de nood, trooster in angst en zorgen, zoals maar weinig anderen in de wereldlitteratuur” en dr. W. von Weisl 7 verhaalde eens: „In 1924, toen de Arabische koning Hoessein 8 zich tot kalief liet uitroepen, kreeg ik in Palestina, waar ik als arts werkte, een telegram van de „Vossische Zeitung” om direkt naar de kalief te reizen voor een interview. Op de dag, dat ik alleen en met een nog uiterst geringe kennis van het Arabisch de heren der woestijn onder de ogen moest komen, waren alle geleerde en grondige verhandelingen van Engelse, Duitse en Franse schrijvers vergeten en in rook opgegaan, maar hoe Kara Ben Nemsi sprak, hoe Hadji Halef Omar zich gedroeg: dat zat vast in mijn geheugen, dáárnaar gedroeg ik mij, met hun woorden sprak ik, hun hoffelijke reserve bootste ik na.... En ik had er volledig succes mee!”.

EEN IDEALIST

Karl May werd met zijn vele avonturenromans een der meest gelezen auteurs van zijn tijd. Het geheim van zijn werk is zeker wel de onophoudelijke aktie. Daardoor – en door een meesterlijke beschrijving van de omgeving – boeit het van het begin tot het einde. Merkwaardig is, dat Karl May bij het schrijven van deze vreemde verhalen vrijwel uitsluitend moet hebben gesteund op zijn bibliotheek; hij moet zijn interessante romanhelden in zijn werkkamer hebben geschapen, al beweerde hij het tegendeel. Merkwaardig is verder, dat hij helemaal te werk ging volgens een tevoren opgesteld plan. Drs. F. C. de Rooy 9 wijst daarop in zijn omvangrijke studie „Old Shatterhand”, die in 1955 verscheen in de Opvoedkundige Brochurenreeks (nr. 172) van het R.-K. Jongensweeshuis te Tilburg. In zijn eerste gevangenisperiode had hij zijn plannen vastgelegd in een schrift. „Dit schrift heeft men in Mays nalatenschap teruggevonden”, vertelt drs. de Rooy: „ het is van folio formaat en op de blauwe kaft staat „Repertorium Carl May”. Het bevat een kleine honderd titels, waarvan een deel ook is verwezenlijkt in later jaren”.
De laatste twaalf jaar van zijn leven is Karl May een omstreden figuur geweest. Hij kwam in conflict met zijn uitgever 10 en door allerlei onthullingen tijdens de processen, die volgden, ontstond er een Karl May-probleem. Er is veel over te doen geweest. De schrijver werd uitgemaakt voor bedrieger en zwendelaar. Zijn vroegere fouten werden opgehaald, alsof dat iets afdeed aan de kwaliteit van zijn werk! Dit alles moet mede zijn dood hebben veroorzaakt: hij overleed op 30 maart 1912 te Radebeul bij Dresden. Ondanks zijn successen bleef hij tot het einde toe een idealist, die zijn lezers wat meer wilde geven dan spanning. In zijn lijkrede zei de dominee 11 aan de groeve: „Vrede op aarde, ware mensenliefde: dat was zijn ideaal, dat was de grondgedachte in al zijn doen”.
Stroken de verhalen van Karl May nog wel met de opvattingen der moderne opvoedkunde? Zijn ze niet te bloederig? D. L. Daalder 12 vond in zijn boek „Wormcruyt en Suijcker” van 1950 „het meeste van zijn werk Kitsch”. Maar drs. de Rooy verhaalt in zijn studie, dat de oplage van „De zwarte Mustang”, een van Mays zeven eigenlijke jeugdromans, in datzelfde jaar in Duitsland nog een oplage bereikte van niet minder dan 135.000 exemplaren! De gezaghebbende schrijver Herman Hesse 13 oordeelde over Karl May ook heel anders: „Hij is de schitterendste vertegenwoordiger van een soort litteratuur, die tot de alleroorspronkelijkste behoort en „litteratuur als wensvervulling” genoemd zou kunnen worden. De Vlaamse jeugdleider Ernest van der Hallen 14 ging nog verder. In de katholieke „Boekengids” vond hij hem indertijd beter dan Cooper 15, Verne 16 en Aimard 17 te samen! Hij noemde hem „die prins der fantasie, die de jeugd droom geeft en daad leert” en voegde er opgetogen aan toe: „Heil zijn gedachtenis!”


[1]In: Eindhovens Dagblad, 28 oktober 1961.
[2]De stad Hohenstein-Ernstthal bestaat pas vanaf 1 januari 1898 door de samenvoeging van Hohenstein en Ernstthal; Karl May werd op 25 februari 1842 geboren in Ernstthal.
[3]Karl Mays vader mag dan inderdaad straatarm zijn geweest, maar ongeletterd was hij allerminst!
[4]Deze regels vormen – uiteraard in het Duits – het begin van hoofdstuk 3 („Keine Jugend”) van „Mein Leben und Streben”, tegenwoordig opgenomen in „»ICH« Karl May • Leben und Werk” (Gesammelte Werke, Band 34).
[5]Bedoeld wordt Heinrich Gotthold Münchmeyer (* 29 juni 1836 , † 6 april 1892), uitgever en colportageboekhandelaar in Dresden.
Van maart 1875 tot december 1876 was Karl May aan deze uitgever verbonden en redigeerde hij de tijdschriften Der Beobachter an der Elbe (dat van 1874 tot 1875 bestond), Deutsches Familienblatt. Wochenschrift für Geist und Gemüth zur Unterhaltung für Jedermann (1875-1877; hierin publiceerde May zijn eerste indianenverhalen), Schacht und Hütte. Blätter zur Unterhaltung und Belehrung für Berg- Hütten- und Maschinenarbeiter (1875-1876) en Feierstunden am häuslichen Heerde. Belletristisches Unterhaltungs-Blatt für alle Stände (1876-1877; hierin publiceerde May zijn eerste verhalen over de Oriënt).
Tussen 1882 en 1887 schreef Karl May zijn vijf grote colportageromans voor Verlag H. G. Münchmeyer: „Waldröschen oder die Rächerjagd rund um die Erde” (december 1882-augustus 1884; 2.612 pagina’s), „Die Liebe des Ulanen – ein packender Fortsetzungsroman über den deutsch-französischen Krieg 1870/71” (september 1883-oktober 1885; 1.724 pagina’s), „Der verlorne Sohn oder Der Fürst des Elends. Roman aus der Criminal-Geschichte” (augustus 1884-juli 1886; 2411 pagina’s), „Deutsche Herzen – Deutsche Helden” (december 1885-januari 1888; 2.610 pagina’s) en „Der Weg zum Glück – Höchst interessante Begebenheiten aus dem Leben und Wirken des Königs Ludwig II. von Baiern” (juli 1886-augustus 1888; 2.616 pagina’s).
[6]Alfred Biese (* 25 februari 1856 , † 11 maart 1930) was een Duitse literatuurcriticus. Als vriend van Theodor Storm (* 14 september 1817 , † 4 juli 1888) gaf hij diens Sämtliche Werke uit in veertien delen; bovendien schreef bij een driedelige Deutsche Literaturgeschichte, die een totale oplage van 100.000 exemplaren bereikte.
[7]Dr. Wolfgang von Weisl (* 27 maart 1896 , † 24 februari 1974) was een Oostenrijks-Joods zionist, journalist en diplomaat die in 1927 en 1929 twee artikelen in het Karl May Jahrbuch schreef („Karl May im Orient” resp. „Karl May und der Islam”).
[8]Hoessein bin Ali (* 1853/1856 , † zomer 1931) was van 1908 tot 1916 emir van de Hidjaz en grootsjerief van Mekka en van 1916 tot 1924 koning van het Koninkrijk Hidjaz. Na de officiële afschaffing van het kalifaat riep Hoessein zichzelf in 1924 uit tot kalief, hetgeen hem in de Arabische wereld zoveel vijanden opleverde, dat hij in mei van hetzelfde jaar nog aftrad als kalief en koning.
[9]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
[10]In werkelijkheid was het proces niet tegen Münchmeyer, maar tegen diens weduwe, Pauline Münchmeyer (voluit: Ida Pauline Münchmeyer-Ey, * 14 juni 1840 , † 17 mei 1928), en Adalbert Fischer (voluit: Johannes Adalbert Fischer, * 3 december 1855 , † 7 april 1907), uitgever te Dresden, die in 1899 Verlag H. G. Münchmeyer had overgenomen, met als enig doel om Karl Mays colportageromans opnieuw uit te geven, nu met enkele toegevoegde passages. Münchmeyer zelf was al in 1892 overleden (vgl. noot 5).
[11]Bedoeld wordt ds. Kurt Schmidt (* 1866 , † 1949) uit Radebeul. De volledige tekst van de begrafenisrede staat elders op deze site.
[12]D. L. Daalder (voluit: Dirk Leonardus Daalder, * 21 november 1887 , † 27 augustus 1963) was een Nederlands onderwijzer, leraar, onderwijsvernieuwer en schrijver van onder meer kinderboeken. Zijn bekendste werk is „Wormcruyt met suycker: historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur met illustraties en portretten” uit 1950.
[13]Hermann Hesse (voluit: Hermann Karl Hesse, * 2 juli 1877 , † 9 augustus 1962) was een Zwitsers, Duitstalig schrijver, dichter en schilder. Zijn bekendste werken zijn „Peter Camenzind”, „Siddharta. Eine indische Dichtung”, „Der Steppenwolf”, „Narziß und Goldmund” Voor zijn literaire werk ontving hij in 1946 de Nobelprijs voor Literatuur.
[14]Ernest Van der Hallen (* 2 juni 1898 , † 24 februari 1948) was een Vlaams schrijver, katholiek jeugdleider tijdens het interbellum en reiziger. Bekende werken en reisverslagen van zijn hand zijn o.a. „Begenadigden uit mystiek Vlaanderen”, „Een jongen uit Vlaanderen”, „Tussen Atlas en Pyreneeën”, „Cheiks, pelgrims en rabbijnen”, „Oost-zuid-oost. Herinneringen aan Lybië, Egypte, Syrië en Turkije ”, „Steden in vlammen” en „Kroniek der onnozele kinderen”.
[15]James Fenimore Cooper (* 15 september 1789 , † 14 september 1851) was een Amerikaans schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn zeeverhalen en historische verhalen, de Leatherstocking Tales, met Natty Bumppo in de hoofdrol; een van de beroemdste boeken uit deze reeks, „The Last of the Mohicans” wordt door vriend en vijand beschouwd als zijn meesterwerk.
[16]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot izjn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
[17]Gustave Aimard (pseudoniem van Olivier Aimard, * 13 september 1818 , † 20 juni 1883) was een Franse reiziger in Noord- Amerika, Spanje en Turkije en schrijver van avonturenromans. Beroemd zijn zijn „Les Trappeurs de l’Arkansas”, „Le Chercheur de pistes”, „La Fièvre d’Or”, „Les Chasseurs d’Abeilles”, „Le Cœur de pierre”, „L’Araucan”, „Les scalpeurs blancs”, „Par mer et par terre” en, samen met Jules Berlioz d’Auriac (* 9 juli 1820 , † 16 september 1913) geschreven, „Jim, l’Indien”.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website