„Zit hij er nog steeds in?”

H. J. W. Becht


anoniem 1

Het is moeilijk in het kantoor van de heer Becht 2, directeur van de Becht Uitgeversmij. 3 te Amsterdam binnen te dringen, zo gauw hij ontdekt, dat het om publiciteit over hem zelf gaat. De heer Becht is zaterdag zestig jaar geworden, en men kan zeggen, dat het deel van het leven dat achter hem ligt, welbesteed is. Het uitgeversbedrijf is van vader op zoon overgegaan en werd al spoedig zo groot, dat de heer Becht, die in het gebouw van het bedrijf geboren is, er uit groeide en verhuizen moest. Hij behoort tot de gelukkige mensen, die zich met liefde aan hun werk geven en daar voldoening in vinden. Hij betreurt het alleen, zelf geen zoon te hebben, die hem kan opvolgen.
De directeur heeft overigens zijn nog steeds jonge energie niet alleen aan zijn bedrijf gewijd. Hij is als vertegenwoordiger van de vrijzinnig protestantse kerk lid van de centrale commissie voor filmkeuring, hij zat 25 jaar in het bestuur van de vereniging kinderhulp, was van 1936 tot 1940 secretaris van de Ned. Uitgevers Bond en is na de oorlog enkele jaren bestuurslid van de vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels geweest. Op de vraag waarom hij het nu iets rustiger aan doet, antwoordt hij: „Och, je moet niet zo lang blijven, tot men zegt: zit die kerel er nu nog steeds in?” Bij al deze veel tijd vergende bezigheden, heeft de heer Becht een bijna symbolische hobby: hij goochelt.
Verder heeft het feest dat hij vierde eruit bestaan, dat hij zaterdag, daarmee tegelijk allerlei moeilijkheden ontlopend, de tentoonstelling van vroege Vlaamsche kunstenaars in Brugge is gaan bezoeken.
Als de man, die o.a. de Karl May-boeken heeft uitgegeven, hoort vanwaar wij komen, vertelt hij met veel plezier, dat hij enige tijd geleden een dominee een preek heeft horen houden, waarin deze als thema gebruikte de spreuk van een affiche, die hij gezien had, zonder te weten, dat zij van uw dagblad kwam: Gun U de tijd. Als man van het vak verzoekt de heer Becht ons tenslotte het kleinste lettertype, dat er is, te gebruiken voor deze regels.



[1]In: De Tijd / de Maasbode, 22 augustus 1960.
[2]Herman Johan Wilhelm Becht jr. (* 20 augustus 1900 , † ?) was een zoon en opvolger van de oprichter van de uitgeverij, Herman Johan Wilhelm Becht (sr.).
[3]Herman Johan Wilhelm Becht (* 25 maart 1862 , † 26 februari 1922) was aanvankelijk handelsreiziger voor Van Holkema & Warendorf, maar al in 1892 vestigde hij zijn eigen uitgeverij in Amsterdam. In het logo van de uitgeverij stonden de initialen H.J.W.B. voor de zinsnede „Hebt In Werken Bevrediging”. In 1986 werd de uitgeverij overgenomen door Johannes Hendricus Gottmer (* 1902 , † 1974: Gottmer Uitgevers Groep) in Haarlem; de boeken van Becht verschijnen echter nog steeds onder hun eigen naam.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website