HET MUSEUM VAN WINNETOU

J. van Doveren 1



Indianendorp in volle bedrijvigheid.

Er is een tijd geweest, dat ik als jongeling in mijn kast planken vol had met alle Karl Mays, die in het Nederlands vertaald waren. En ofschoon de verhalen die in Arabië speelden, er niet aan ontbraken, werd ik – en met mij honderdduizenden over de gehele wereld – toch het meest geboeid door de verhalen over Winnetou met zijn hengst Hatatilla 2 en zijn „Zilverbuks”, Old Shatterhand, Old Firehand, Old Surehand, Old Wabble en zoveel anderen. Het waren heerlijke boeken en toen ik eens gehoord had, dat Karl May nooit in Amerika geweest was en jarenlang in de gevangenis had doorgebracht wegens een of ander schandaal, was ik daardoor zo verontwaardigd, dat ik de uitgever schreef, die het psychologische inzicht had, om al deze geruchten tegen te spreken, zodat ik weer gerust was over mijn lievelingsauteur.

Aan dat alles moest ik denken bij de dood van de artiest Patty Frank 3, die de oprichter geweest is van het Karl May Museum in Radebeul bij Dresden, de stad van Sarrasani 4. Er is dan ook altijd een grote band geweest tussen dit museum en Sarrasani, die in 1901 debuteerde in Radebeul met zijn eigen heel klein circusje, dat de eerste avond omwoei, maar dat later het mooiste circus zou worden, dat ooit in Europa bestaan heeft.



Indianenopperhoofd, gefotografeerd
in een Amerikaans reservaat.

Tuinmansleerling

Patty Frank heette eigenlijk Ernst Tobis en hij werd in 1876 in Wenen als zoon van een porseleinhandelaar geboren. In zijn jonge jaren verslond hij Karl Mays, zodat hij het leven als leerling bij een tuinman in Wenen, aan wie zijn vader hem had toevertrouwd, te saai vond en hij op 15-jarige leeftijd wegliep, de wijde wereld in.
Toen hij in Frankfurt kwam, zag hij de show van Kolonel Cody, meer bekend als Buffalo Bill 5. Hij werd er staljongen en hij ontwikkelde zich daar in korte tijd tot een artiest van formaat, die een befaamd cowboy-ruiter werd, terwijl hij ook een meester in het kunstschieten bleek te zijn. Voorts was hij een eminent lassowerper, zodat Buffalo Bill hem zeer goed in zijn troep kon gebruiken en hij er uitstekend verdiende. Maar hij maakte zich spoedig zelfstandig onder de artiestennaam Patty Frank en kreeg met zijn kleine troep engagementen in alle grote circussen en bekende variës van die tijd.

Frank was een zeer intelligente man vol belangstelling voor alles. Hij was eerzuchtig en het was gunstig voor hem, dat hij zo gemakkelijk talen leerde. Tijdens zijn verblijf in Amerika bezocht hij vele Indianenreservaten en hij verzamelde alles wat hij van de Roodhuiden te pakken kon krijgen, wat des te gemakkelijker was, omdat hij ook de Indiaanse dialecten had leren spreken.

Het vele geld, dat hij met zijn engagementen verdiende, besteedde hij grotendeels aan het completeren van zijn verzameling en toen de eerste wereldoorlog uitbrak, bezat hij een collectie, die vele musea op dit gebied hem benijdden.

Karl Mays weduwe

Toen de inflatie in Duitsland kwam, verloor Patty Frank al zijn geld, maar wilde toch niets van zijn verzameling verkopen, hoewel hij prachtige aanbiedingen kreeg. Toen hij geen raad meer wist, reisde hij naar Radebeul, waar de weduwe van Karl May woonde. Hij wist haar ertoe te bewegen samen met hem in het geboortehuis van Karl May 6 een museum in te richten.
Het plan werd uitgevoerd en toen Clara May, die ook nog veel souvenirs van haar overleden man had bewaard, samen met Patty Franks collectie, het museum aan kant had, werd reeds de opening een groot succes. Over de gehele wereld kwam niet alleen de jeugd, maar kwamen ook volwassenen, die vroeger Indianenboeken hadden gelezen, naar Radebeul, om het museum te bezoeken.
In 1945 kwamen echter moeilijke tijden, toen de Amerikaanse troepen Saksen binnentrokken en ook Radebeul bezetten 7. Toen de eerste soldaten het terrein van het museum betraden, begroette Frank hen in hun eigen taal en dit deed het eerste ijs reeds breken. Elke dag stroomde het museum vol met Amerikaanse militairen; ze bewonderden de prachtige collectie, die zelfs in Amerika niet werd geëvenaard.



Cheyene-indianen, zoals ze
nog bij duizenden leven in Montana (V.S.).

Circus-IIndianen

Vroeger bracht Sarrasani er ieder jaar, wanneer het circus in Dresden was, met zijn Indianentroep een bezoek en verbond dan daaraan een of andere reclamestunt. Want Sarrasani is het enige circus geweest, dat ooit echte Indianen in Europa heeft kunnen brengen en het spreekt vanzelf, dat zij grote belangstelling voor het museum hadden.
Na de dood van Sarrasani in 1934 (hij is 21 september 1934 in Paulo in Zuid-Amerika tijdens zijn tweede Zuidamerikaanse tournee gestorven, ziek en uitgeput als hij was door de zorgen voor zijn bedrijf) werden aan het museum nog vele bezoeken gebracht door „onechte Indianen” die in circussen optraden, maar deze gebeurtenissen waren niet meer zo spectaculair als tijdens het leven van de grote circuskoning, die er niet voor terugdeinsde om met ruitertroepen van meer dan honderd man, bestaande uit echte cowboys, Tscherkessen, Arabieren en wat niet meer, in de buurt van het museum grote ruitertaferelen te organiseren, die altijd tienduizenden mensen trokken.

De stuwende kracht van het Karl May-museum is dezer dagen op 84-jarige leeftijd overleden en zonder twijfel zal het de zeer bejaarde weduwe van Karl May moeilijk vallen 8 om iemand te vinden, die met evengrote liefde en bezetenheid het museum in stand zal houden, dat toch nog zeer vele jeugdige bezoekers en toeristen trekt. Karl Mays reisavonturen staan immers nog steeds in vele boekenkasten van jongens, ondanks auto’s, vliegtuigen, radio, televisie en wat al niet meer, dat ons hedendaagse leven aan heerlijkheden biedt.


[1]In: Elseviers Weekblad, 23 januari 1960.
[2]Winnetou’s hengst heette Iltschi! Hatatitla was de hengst van Old Shatterhand 🐴 🐎
[3]Patty Frank (artiestennaam van Ernst Johann Franz Tobis, * 19 januari 1876 , † 23 augustus 1959), was een Duits artiest en indianendeskundige. In 1928 opende Villa „Bärenfett” in de tuin van Villa „Shatterhand” haar deuren als Karl-May-Museum (later: Indianenmuseum), waarvan hij tot zijn dood in 1959 directeur bleef; het museum was en is nog steeds gebaseerd op de enorme collectie indianica van Patty Frank.
[4]Hans Stosch-Sarrasani (sr.) (geboren als Hans Erdmann Franz Stosch, * 2 april 1873 , † 21 september 1934) was een Duitse clown en in 1902 oprichter en eerste eigenaar van Circus Sarrasani. Zijn artiestennaam als clown was „Sarrasani”, een naam die hij in 1904 officieel aan zijn naam toevoegde. Zijn zoon, Hans Stosch-Sarrasani (voluit: Hans Albert Paul Stosch-Sarrasani jr., * 15 februari of 15 april 1897 , † 9 juli 1941) volgde hem op als directeur van het circus.
Nadat het circus op de Dresdner Carolaplatz op 13 februari 1945 na de laatste voorstelling ten prooi viel aan de verschrikkelijke bommenregen, duurde het nog tot 1956 voordat de voormalige medewerker Fritz Mey (* 5 juli 1904 , † 3 december 1993) Circus Sarrasani in Mannheim opnieuw zou oprichten. Diens zoon, André Sarrasani (* 3 november 1972) volgde hem in 1992 op als directeur; na het faillissement van Sarrasani GmbH in 2016 maakte het bedrijf een doorstart als Sarrasani Event GmbH en is o.a. eigenaar van de Trocadero-Zelt bij het winkelcentrum Elbepark in Radebeul.
[5]Buffalo Bill” was de bijnaam van William Frederick Cody (* 26 februari 1846 , † 10 januari 1917), een van de kleurrijkste figuren uit het Wilde Westen. Hij kreeg de bijnaam „Buffalo Bill” toen hij een baan aannam om de werkers aan de Kansas Pacific Spoorweg te voorzien van bizonvlees. Daarnaast had hij nog talloze andere baantjes, zoals huidenjager (trapper), stierenvanger, goudzoeker in Colorado, ruiter in de Pony Express in 1860, gids bij kolonisten-karavanen, menner van postkoetsen, soldaat in de Amerikaanse Burgeroorlog en hotelmanager, maar het beroemdst werd hij door zijn Wild West Show.
[6]Karl Mays geboortehuis staat niet in Radebeul, maar in Hohenstein-Ernstthal! De grote schrijver is wel in Radebeul gestorven, in Villa „Shatterhand”. Het museum zou er komen; niet in deze villa, maar in een blokhut erachter: Villa „Bärenfett”.
[7]Het westen van Saksen werd inderdaad door de Amerikanen bevrijd, maar daar hoorde Radebeul niet bij: op 7 en 8 mei 1945 werd de stad zonder noemenswaardig verzet bezet door het rode leger. De militaire autoriteiten namen talrijke villa’s in dit „Saksische Nice” in beslag voor hun oorbare en vooral onoorbare doeleinden. Zo ook Villa „Shatterhand”, maar Villa „Bärenfett” bleef letterlijk en figuurlijk buiten schot. In de eerste maanden van de bevrijding, toen wij in het westen nog dachten dat Stalin een mens was en een soort vriend van de geallieerden, vonden er over en weer wat contacten plaats – niet al te veel overigens, want dat wilden de ook toen al rovende, moordende en verkrachtende rode hordes niet –, dus het verhaal over de begroeting van de Amerikanen door Patty Frank zou best een kern van waarheid kunnen bevatten, maar dus toch wel in een geheel andere setting dan hier wordt geschetst.
[8]Klara May is al op 31 december 1944 overleden!



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website