DE POCKETBOOK-KWESTIE

Kruideniers negeren verbod boekverkoop

Reeds oude historische rechten


(van een verslaggeefster) 1

De kruideniers in Nederland houden zich al enige jaren bezig met de distributie van het boek. Op grond hiervan hebben zij historische rechten verkregen, die dus door een later afgekomen vestigingsbeschikking niet kunnen worden aangetast. Ik ben dan ook van mening, dat de Nederlandse kruidenier zich niet hoeft te storen, en dit ook niet zal doen, aan de vorige week, op verzoek van de boekhandel door de regering afgekondigde vestigingsbeschikking 1958, waarin, afgezien van de reeds door hem verworven historische rechten, iedere kruidenier verboden wordt over te gaan tot de verkoop van boeken.


Aldus het antwoord van de Kruideniers Vakcentrale op de jongste ontwikkelingen in de zoveel geruchtmakende pocketbook-kwestie. Wij wilden voorlopig de zaken eerst eens aanzien, aldus de heer P. Renkema, voorzitter en woordvoerder van de Kruideniers Vakcentrale, op een hedenmorgen in Utrecht gehouden persconferentie, maar na het afkomen van de vestigingsbeschikking vorige week hebben wij gemeend ons standpunt in deze zaak nu eens duidelijk uiteen te moeten zetten.

De hele totstandkoming van deze beschikking noemde de heer Renkema een kwetsing van het rechtsgevoel. Reeds 20 jaar lang heeft de boekhandel de gelegenheid gehad gebruik te maken van de vestigingswet om verkoop van boeken in andere branches te verhinderen. In mei werd de zaak actueel, toen in het buitenland tot verkoop van pockets in kruidenierszaken werd overgegaan. Evenals de kruideniers hadden de boekhandelaren dit uit hun vakbladen en de gewone pers kunnen vernemen. Maar niets bewoog de boekhandel tot actie.
Nu echter de zaak in Nederland reeds bijna is afgewikkeld – sinds september zijn hierover de besprekingen reeds gaande – nu de contracten hier en daar al zijn afgesloten, nú ineens komen leden van de boekverkopers de minister met grote spoed om een regeling ter bevriezing van de huidige situatie vragen.
De toepassing van de vestigingswet en het hele vestigingsbeleid krijgt hierdoor voor ons een vreemd aspect, aldus de heer Renkema.
Wij hebben begrip voor de schrik van de boekhandel – niet zoals wij kruideniers van jongsaf aan gewend aan felle concurrentie – maar wij menen toch, dat het in het belang van producent en consument, goed zal zijn als de kruideniers tot verkoop van pockets over zullen kunnen gaan.

Ook pocket-books
Ter illustratie van zijn verklaring, dat alle kruideniers reeds lang boeken verkopen – niet alleen de reeds uitgezonderde, als receptenboekjes e.d., maar echte léésboeken – toonde de heer Renkema een groot „assortiment” van deze boekwerken. Reislectuur, jongensboeken, plaatwerken en ... pocketbooks! Winnetou van Karl May zagen wij en de „De reis naar de maan” van Jules Verne. Alles uitgegeven, niet door een Nederlandse uitgever, maar door een commerciële tak van de K.V.C.
Hoewel de kruideniers dus rustig verder kunnen gaan met hun pocketbook-verkoop plannen, zo besloot de heer Renkema zijn betoog, zouden wij toch niets liever willen dan dat deze ongelukkige beschikking zal worden ingetrokken.

In het belang van de zich straks vestigende kruidenier – die nog geen rechten heeft verkregen, in het belang van de boekhandel – die zich met deze regeling, waarbij hun kartel opengebroken wordt en veel zeggenschap aan de S.E.R. wordt gegeven – en ten slotte in belang van het gevoel van rechtszekerheid, dat door deze hele regeling lelijk is aangetast.




[1]In: Utrechts Nieuwsblad, 2 december 1958.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website