Koerdensjeik Moellah M. Barzani.

Aartsrebel – Generaal majoor Rode Leger – Handlanger van Nasser – Hoofd van ontvlambare Koerden – Geweldenaar


anoniem 1

HET hartstochtelijke enthousiasme waarmee de 60-jarige sjeik Moellah Moestafa Barzani 2 bij zijn terugkeer in Irak is ontvangen moet het Westen als een onheilspellende waarschuwing in de oren geklonken hebben. Deze aartsrebel, leider van de licht ontvlambare Koerden, werd in zijn vaderland weer toegelaten na een ballingschap van twaalf jaren in de Sovjetunie. Daar heeft hij de rang bekleed van generaalmajoor van het Rode Leger. Kroesjtsjef 3 had hèm uitverkoren als opperbevelhebber te fungeren van de Arabische vrijwilligers waar Nasser 4 en de Russische premier tijdens de crisis in de Libanon en Irak mee gedreigd hebben.

STOKEN

DE crisis in het Midden-Oosten moge zijn geluwd. Het gevaar is echter allerminst geweken. Nog altijd wordt er gestookt. Nog steeds worden ontevreden gevoelens aangewakkerd. Er zijn tekenen te over dat Moskou en Kairo het volk der Koerden hebben gekozen als middel tot nog diepere penetratie in het al zo woelige gebied.
Koerden, Koerdistan Deze begrippen roepen herinneringen op aan woeste avonturen van Kara ben Nemsi, de held van Karl May. Avonturen die zich afspeelden in de ruige bergen van Irak, van Perzië en van Turkije. Voor ons geestesoog zien we de onstuimige vechtersbazen die zich van oudsher weinig hebben aangetrokken van gevestigd gezag en vreemde overheersers. Die maar al te dikwijls graag bereid waren voor hun zaak in opstand te komen. Generaties lang is dat al het geval en steeds weer is hun verlangen hetzelfde: de droom van een onafhankelijk Koerdistan!

VUUR SMEULT

VOOR de Russen heeft het smeulende vuur van het Koerdische nationalisme zeer aantrekkelijke kanten. Het woongebied van het merendeel der Koerden bevindt zich namelijk in het oosten van Turkije, het noorden van Irak en het westen van Perzië. Het is lang niet denkbeeldig dat de Russen straks, wanneer de storm in het Verre Oosten weer zal zijn geluwd, het separatisme van de Koerden fel zal aanwakkeren. Daarmee kan het een wig drijven tussen de pro-Westerse bondgenoten Turkije en Perzië en komt het hart van het Midden Oosten open te liggen voor verdere infiltratie vanuit de Sovjetunie.
Het aantal Koerden is moeilijk te schatten. Meestal hoort men: er zijn tussen drie en vijf miljoen. Ook wel: acht- of zelfs nog meer. In Irak zijn er meer dan een miljoen, een vijfde deel der bevolking. Ook in Syrië en in Rusland zelf leven nog Koerdenstammen.
Reeds in de Oudheid is er sprake geweest van een machtig volk der Koerden. Tweeduizend jaar voor Christus kwamen ze al voor. Ze hebben in later eeuwen vanuit het Oosten naar het Westen weten door te dringen tot ze in de Middeleeuwen onder Arabische heerschappij kwamen. Koerden zijn wèl Mohammedanen, echter allerminst Arabieren. Ze hebben een eigen cultuur, een eigen taal, een eigen vlag.
Volledig onderwerpen konden de Arabieren de trotse Koerden echter niet. In hun ontoegankelijke sterkten in de bergen tussen Armenië en de Eufraat handhaafden ze hun onafhankelijkheid. Er werd natuurlijk niet doorlopend gevochten door de Koerden. In de vruchtbare dalen tussen de bergen leerden zij het veehoudersbedrijf. Anderen beoefenden de landbouw en zo is het ook heden ten dage nog. al zijn in het noordelijk deel van Irak, rond Mosoel en Kirkoek velen bij de oliewinning gaan werken.

HARD AANGEPAKT

NA de eerste wereldoorlog, toen de overwinnende mogendheden de wereldkaart drastisch hèrindeelden, werd er gespeeld met de gedachte aan een onafhankelijk Koerdistan. Stamhoofden kwamen er voor naar Versailles, maar erg veel gehoor hebben ze niet gehad. De politici beslisten anders.
Bij de nadere regelingen van de vredesverdragen bleek dat Koerdistan voorlopig een droom zou blijven, zeer tot ongenoegen van de Koerden zelf, die intussen door hun sjeiks tot vurige nationalisten waren opgezweept. Een reeks bloedige opstanden in Turkije, Perzië en Syrië was het directe gevolg.
Van alle landen waar Koerden voorkomen zijn ze in Turkije het hardst aangepakt. De jonge staat van Kemal Atatürk 5 gedoogde geen nationale minderheidsgroep. Er werd een gedwongen assimilatie toegepast van de Bergturken, zoals de Koerden in Turkije worden genoemd.
In Irak was van assimilatie geen sprake. Daar zorgden de Koerden wel voor. In 1931 kwamen ze onder Moellah Moestafa Barzani fel in opstand tegen de Iraakse regering die niets moest hebben van hun autonome streven. Op bloedige wijze werd de rebellie onderdrukt. In 1943 probeerde Moellah Moestafa het nogmaals. Slechts door de vlucht naar verwante stammen in Perzië kon hij het vege lijf redden.

ONDER RODE DEKKING

OOK na afloop van de tweede wereldoorlog hebben de Koerden bij overwinnaars gepleit voor hun nationale zaak. In San Francisco klopten zij evenals destijds in Versailles echter vergeefs aan... Toch werd de eeuwenlange droom van de zelfbewuste vechtersbazen korte tijd verwezenlijkt. Gebruik makend van aanwezigheid van Russische troepen in het noorden van Perzië na het einde van de tweede wereldoorlog werd daar door Ghazi Mohammed 6, met hulp van Barzani een Koerdenrepubliek opgericht.
Zo lang het Rode Leger in het land was ging alles goed, maar zodra dat Perzië ontruimde konden 30.000 Koerdische soldaten het niet lang bolwerken. Aan de republiek van Ghazi kwam snel een einde. Tezelfdertijd kwam Barzani weer eens tegen de regering van Irak in opstand, opnieuw vergeefs. Opnieuw moest hij vluchten, ditmaal naar de Sovjetunie. Zijn aanwezigheid daar – hij verbleef meer in Armenië – werd door Irak als een voortdurende bedreiging gevoeld.

EN zo kwam de omwenteling in Irak deze zomer, een omwenteling die een schok te weeg bracht die tot ver buiten de grenzen van het land werd gevoeld. Aanvankelijk schaarden de Koerden zich vierkant achter het nieuwe regiem van generaal Kasem 7. Deze probeerde hun steun te behouden door hun gevangen leiders vrij te laten, door Moellah Moestafa toe te staan uit ballingschap terug te keren.
Maar in de stroom traden versnellingen op. Niet alleen de Russen verzekerden de nationale verlangens van de Koerden hoe langer hoe meer, maar ook het propaganda-apparaat van president Nasser was zich intensief met hen gaan bemoeien. En hoewel de Koerden allerminst gediend zijn van Nassers eenheidsdroom vindt zijn gestook toch gretig gehoor.

DE eisen van de Koerden Irak worden voortdurend krachtiger en beslister. Communistische agenten zorgen ervoor dat het vuur blijft branden. Kroesjtsjef heeft Nasser verzekerd: een autonoom Koerdistan gaat niet in tegen uw Arabisch eenheidsstreven, dat wordt er juist door versterkt. En de aanhangers van het Westen krijgen er opnieuw een zware slag door.
Zo staan de zaken op het ogenblik. Van twee kanten wordt het volk der Koerden intensief bewerkt. Geheimagenten doen hun sinister werk. Er zijn aanwijzingen te over dat er iets op komst is.
De terugkeer van de leiders heeft onder de Iraakse Koerden grote opwinding veroorzaakt. Hun wrok wortelt diep. Barzani is weer bij hen: via Kaïro reisde hij naar Bagdad. Moskou leidde hem op en zijn agenten wroeten voort. Zullen het Westen en zijn bondgenoten in de Levant weldra voor een nieuwe onaangename verrassing komen te staan in het Midden Oosten? Het heeft alle schijn van.


Dit groepje Koerden in een dorpje bij Mosoel in het noorden van Irak ziet er niet bepaald uit dat het in verzet zal komen tegen de regering. Hoewel de vreemdeling argwanend wordt opgenomen, is hij bij de Koerden altijd welkom.
Foto: Foto-archief Kon. Inst. v/d Tropen. Opname drs. J. M. v. Lijf.





[1]In: Algemeen Dagblad, 18 oktober 1958.
[2]Moestafa Barzani (Arabisch: طفى البارزاني (Muṣṭafā al-Bārzānī), * 14 maart 1903 , † 1 maart 1979) was een Koerdisch politicus van de Koerdische Democratische Partij, die streefde naar een onafhankelijke Koerdische staat; na – met steun van de Russen - elf jaar tegen de Irakese staat te hebben gevochten, lukte het hem om op 11 maart 1970 autonomie te bewerkstelligen voor de provincies Duhok, Erbil en Suleimaniya. Toen hij en zijn mannen in 1974 de stad Kirkoek innamen en de onafhankelijkheid uitriepen, greep de Irakese regering in en sloeg in eendrachtige samenwerking met buurland Iran de Koerden neer.
[3]Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov (Russisch: Ники́та Серге́евич Хрущёв, * 17 april 1894 , † 11 september 1971) was een Sovjet-politicus, partijleider van de Communistische Partij en dictator van de Sovjet-Unie van 7 september 1953 tot 14 oktober 1964.
[4]Gamal Abdel Nasser (Arabisch: جمال عبد الناصر (Ǧamāl ʿAbd an-Nāṣir), * 15 januari 1918 , † 28 september 1970) was van 1956 tot 1970 de socialistische president van Egypte.
[5]Kemal Atatürk (geboren als Mustafa, tot 1934 Mustafa Kemal Pasja en van 1935 tot 1937 Kamâl Atatürk, * 1881 , *#134; 10 november 1938) was een Turks maarschalk, schrijver, politicus en grondlegger van de republiek Turkije, waarvan hij tussen 1923 en 1938 de eerste president was.
[6]Qazi Muhammad (Koerdisch: قازی محەممەد (Qazî Mihemed), Perzisch: قاضی محمد , * 1 mei 1893 , † 31 maart 1947) was een Iraans-Koerdische leider, die de Democratische Partij van Iraans Koerdistan oprichtte en 22 januari 1946 tot 15 december 1946 aan het hoofd stond van de door de Russen gesteunde, kortstondige „Republiek van Mahabad”.
[7]Abdul Karim Qassem (Arabisch: عبد الكريم قاسم (ʿAbd al-Karīm Qāsim), (* 21 november 1914 , † 9 februari 1963) was een Irakees militair en politicus, premier en minister van defensie van Irak van 1958 tot 1963.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website