De grote cultuur der Azteken

Ondergang der reusachtige Indianen-rijken

De Mexica werd in twee eeuwen van een arme nomadenstam in
de drassige lagune tot trotse heerser over een wereldrijk

I.


(Van een bijzondere medewerker) 1

Men meent wel eens dat het typisch kenmerk van onze tijd gelegen is in het razend snelle tempo der ontwikkeling. Men spreekt over de revolutie der techniek en in enkele decennia zijn vliegtuigen en auto’s ontwikkeld tot de grootste perfectie. Het is echter onjuist te menen, dat alleen onze tijd een dergelijke stormachtige vlucht kent. Ook in andere eeuwen is in enkele decennia heel het wereldbeeld veranderd. Dat beseft men goed bij de bestudering van de ondergang der Indianen-rijken in Midden en Zuid-Amerika. In 1492 had het eerste Europese schip Amerika bereikt; in 1519, dus slechts zevenentwintig jaar later ziet Cortez 2 kans het reusachtige en perfect georganiseerde rijk van Montezuma 3 te veroveren. Iets later maakt Pizarro 4 zich meester van het rijk der Inca’s en niet lang daarna zijn er slechts rokende puinhopen over van een rijke bloeiende cultuur. Europa heeft gezegevierd maar slechts enkelen bemerkten wat zij verwoest hadden, gouddorst, macht, roem en eer waren de drijfveren, die een geheel nieuw wereldbeeld openbaarden.
In 1539 begon wederom een van die bijzonder avontuurlijke ontdekkingstochten uit de geschiedenis. Hernando de Soto
5 wilde naar het voorbeeld van Cortez en Pizarro eveneens een imperium voor zich veroveren. Hij ontscheepte in Florida met 600 soldaten, timmerlieden, smeden, monniken en 200 paarden en deze kleine schaar doorkruiste gebieden, die heden bekend zijn als Florida, Georgia, Alabama en Mississippi, steeds op zoek naar schatten, die bekend stonden als „De fontein van de eeuwige jeugd”.
Maar schatten waren er slechts in de dromenwereld van de Spanjaarden, zij vonden slechts kleine Indiaanse nederzettingen, die niet de minste buit opleverden. Maar Amerika was ontdekt en de strijd van Spanjaarden, Fransen en Engelsen begon. leder eiste de hegemonie in dit onmetelijk gebied op en tevens begon het gevecht tegen de roodhuiden, waarmee wij in onze jeugd zijn opgevoed door de wonderlijke fantasie-verhalen van Karl May. Weinig heeft men zich afgevraagd hoe het mogelijk was, dat de Spanjaarden de strijd tegen de machtige rijken der Azteken en Inca’s in enkele jaren wisten te beslissen, terwijl de tegenstand der roodhuiden in Noord-Amerika voortduurde tot in het begin van de twintigste eeuw. Een tweetal recente publicaties, het boek van Jacques Soustelle
6 „Zo leefden de Azteken bij de invasie der conquistadores” (Hollandia N.V. Baarn) en dat van dr. Herman Wouters 7 „De Indianen vroeger en nu” (A. Manteau N.V. Brussel) leveren waardevolle bijdragen het probleem der Indianenvolkeren nader te bezien.



Lemen flatgebouwen der Indianen uit de zogenaamde Adobe-architectuur.



„Ik ben een mens, alhoewel God de kleur van mijn huid anders gemaakt heeft dan die van de blanken. Sinds vele jaren worden wij opgejaagd zoals een hond wilde dieren opjaagt.”


Hoewel de Spanjaarden met grondigheid de Mexicaanse Indianen-cultuur hebben uitgeroeid – menend dat de religie die bloedige en wrede mensenoffers kende en waarlijk werk van de duivel zelve was – zijn er toch nog zoveel getuigenissen en beschrijvingen over gebleven, dat een totale reconstructie mogelijk bleek. Het zware werk heeft Jaques Soustelle met succes aangepakt en men mag blij zijn, dat zijn beroemde werk thans een Nederlandse vertaling gekregen heeft. Soustelle heeft een poging gedaan de weerschijn op te vangen van de glans en de schaduw van een ten ondergang gedoemde wereld, toen de stalen degens het wonnen van de zwaarden van obsidiaan, toen kanonnen het wonnen van pijlen en werptuigen, metalen helmen gesteld werden tegenover verentooi. Soustelle roept heel het dagelijks leven in het oude Mexico op, wij herkennen de paleizen, de piramiden, de heirbanen die de meren doorsneden, de standbeelden van steen en maskers van turkoois, de optochten met hun schittering van sieraden en pluimen, wij worden geconfronteerd met de levensgewoonten, de maatschappelijke indeling, de rangen en standen, de merkwaardige economie, de wrede religie, levend in de vreselijke angst, dat de zon niet meer zou opgaan als er geen mensen werden geofferd, de krijg en de opschik der vrouwen, juist zoals Cortez deze beschaving heeft aangetroffen. Na het onthullende boek dat de bijna blinde Prescott 8 in 1843 uitgaf, is deze publicatie een eeuw later tot de belangrijkste studies over de vergane Azteekse cultuur te rekenen.

Na een korte historische inleiding, waarin beschreven wordt hoe Mexico onder Montezuma (Motechuma) de centrale plaats in de Indiaanse beschaving verkregen had komt Soustelle tot de mening, dat in tegenstelling tot vele vroegere publicaties, het rijk der Azteken niet mede ten ondergegaan is door interne geestelijke en morele uitholling.
De schrijver meent juist het tegenovergestelde te moeten constateren. Het rijk der Azteken was pas in opkomst, zo zegt hij, na de rijke cultuur der Maya’s en Tolteken. De Mexica was nog een nomadenstam in 1325, en vestigde zich toen pas in de drassige lagune en op enkele schamele eilandjes. Hun stad was een pover gehucht van rieten hutten. Zij breiden hun gebied uit door modder uit de moerassen te baggeren en op te hopen op vlotten van riet. Binnen twee eeuwen groeit dit nijvere volk uit tot beheersers van heel de omgeving en hun schamele woonst is een stad geworden met trotse paleizen, terrassen en piramiden. Heel de rijkdom tot uit verre streken hoopt zich op en juist als er zich in dit vitale rijk een evolutie voltrekken gaat, waarbij de trotse, bureaucratisch geordende staat van priesters en soldaten een deel van de macht moet overdragen aan de kooplieden die een totaal eigen clan vormen, komt de ontknoping in de persoon van Cortez, in wie men oorspronkelijk een gezondene van de God Quetzalcoatl 9 zag.

Geen dode, uitgebluste stad

Het beeld van de stad Mexico is in 1519 geenszins dat van een dode uitgebluste stad, de hoofdstad is niet primitief, ook niet decadent. Hoge torens, die met hun terrasvormige daken overal boven de witte huizen oprijzen, een ordelijke bedrijvigheid, als in een mierenhoop en het aanhoudend komen en gaan van schepen in de lagune en de kanalen. Heipalen werden gebruikt om de huizen te funderen in de drassige grond. „Motecuhzoma had in de stad zo’n schitterend paleis” schrijft Cortes aan Karel V 10, „dat het mij haast onmogelijk is de schoonheid en grootsheid ervan te beschrijven. Laat het voldoende zijn, als ik zeg, dat het in Spanje zijn weerga niet heeft.” De jongemannen uit de scholen kwamen er ’s avonds zingen en dansen, in een andere zaal stonden zangers en musici klaar. Zij hadden trommen, fluiten, bellen en rammelaars, alsook maskers, pruiken en klederdrachten uit allerlei provincies bij de hand om de wensen van de keizer te vervullen. Dan waren er de kunstvaardige handwerkslieden, die jade ciseleerden smolten of veer na veer de kostelijke mozaïeken samenstelden. Het vogelhuis weergalmde van het gezang van alle tropische zeldzaamheden, elders brulden jaguars en poema’s in hun houten kooien. In de tuinen, waarin de zeldzaamste bloemen en de geneeskrachtige kruiden uit het gehele land waren geplant, leefden eenden, zwanen en zilverreigers in grote vijvers.

(wordt vervolgd)




[1]In: Amigoe di Curaçao, 6 mei 1958. Een tweede deel volgt dus (maar helaas in een exemplaar van Amigoe di Curaçao, dat niet in de Koninklijke Bibliotheek aanwezig is).
Hetzelfde artikel (in één deel) was ook al op 22 maart 1958 in De Tijd : dagblad voor Nederland (onder de titel „De grote cultuur der Azteken en de zwerftocht der roodhuiden. Ondergang der Indianen-volkeren” en met in totaal drie afbeeldingen) en op 1 april 1958 in de Nieuwe Haarlemsche Courant (met één afbeelding) gepubliceerd; daar vernemen we ook de naam van de „bijzondere medewerker”: Marius van Beek.
[2]Hernán Cortés (voluit : Hernán Cortés de Monroy Pizarro Altamirano, marqués del Valle de Oaxaca , * 1485 , † 2 december 1547) was een Spaans ontdekkingsreiziger en conquistador oftewel veroveraar en massamoordenaar. Hij veroverde en plunderde Mexico.
[3]Motecuhzoma Xocoyotzin (door de Spanjaarden ook wel Montezuma II gespeld , * 1466 , † 30 juni 1520) was de hueyi tlahtoani („keizer”) van de Azteken van 1502 tot 1520. Hij was de eerste Azteekse leider die met de Spanjaarden in contact en in conflict kwam.
[4]Francisco Pizarro (* 16 maart 1478 , † 26 juni 1541) was een Spaans ontdekkingsreiziger en conquistador oftewel veroveraar en massamoordenaar.
[5]Hernando de Soto (* ± 1497 , † 25 juni 1542) was een Spaans ontdekkingsreiziger, slavenhandelaar en conquistador oftewel veroveraar en massamoordenaar; van 1538 tot zijn dood was hij gouverneur van Cuba en Florida; tijdens een expeditie in het Zuidwesten van de huidige Verenigde Staten stierf hij aan een koortsaanval.
[6]Jacques Soustelle (* 3 februari 1912 , † 6 augustus 1990) was een Frans antropoloog, gespecialiseerd in precolumbiaanse beschavingen en politicus. Zijn boek „La vie quotidienne des Aztèques” verscheen in 1955 en werd drie jaar later in het Nederlands vertaald.
[7]Dr. Herman Wouters was een Belgisch auteur van reisverhalen en -boeken, o.a. „De Indianen vroeger en nu”, en „Zuid-Europa en de Balkan”.
[8]William Hickling Prescott (* 4 mei 1796 , † 28 januari 1859) was een van de belangrijkste Amerikaanse historici, wiens werken „The History of the Reign of Ferdinand and Isabella the Catholic”, „The History of the Conquest of Mexico”, „A History of the Conquest of Peru” en het onvoltooide „History of the Reign of Phillip II” in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de studie van zowel Spanje als Midden-Amerika.
[9]Quetzalcoatl is de Azteekse gevederde slangengod van wind, water, lucht, vruchtbaarheid, lente, plantengroei, maïs, priesterschap, wijsheid en leven, een van de belangrijkste Azteekse goden en tevens een van de weinige goden aan wie geen mensen werden geofferd.
[10]Karel V (* 24 februari 1500 , † 21 september 1558), was een telg uit het Huis Habsburg, die vanaf 1516 tot 1556 als Karel I koning van Spanje was en van 1519 tot 1556 als Karel V Rooms-Duits keizer; vanaf 1506 tot 1555 was hij tevens landsheer van enkele en van 1543 tot 1555 alle Nederlandse gewesten.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website