Dokter Korteweg vertelt van zijn interessante tocht naar Alaska

Talloze onvergetelijke indrukken


anoniem 1

BRUMMEN. Dokter Korteweg 2, die zoals bekend, een reis naar Alaska maakt, vertelt over zijn verdere ervaringen: We vervolgen thans onze reis van Chicago door de „Middle Wester the West” naar Canada en rijden door de staten Wisconsin, North Dakota, Montana, om in de provincie Alberta Canada binnen te komen. Wisconsin is „Dairy-land”, dit wil zeggen, een land, overvloeiende van melk en boter. Enorm grote farms met geweldige aantallen vee worden er aangetroffen. We passeren Milwaukee, een stad, bekend, doordat hier de meeste bierbrouwerijen van de United States staan. Er wonen veel Duitsers, die een emplooi in het bierbedrijf gevonden hebben. De grootste bierbrouwerij is die van Schultz; het is de grootste ter wereld. Ook Miller’s bierbrouwerij heeft een enorme omvang en is beroemd.
Van Wisconsin komen we in Minnesota, een prachtig, heuvelachtig land, in de volksmond „The Country of the 10.000 lakes” geheten. Inderdaad passeren we een onnoemelijk aantal fraai gelegen kleinere en grotere meren. Hier ontmoeten we ’s zondags zeer veel Amerikanen, toerende met hun boot achter de auto op een aanhangwagen. Bij de grote meren is een plankier gemaakt, waarop de auto achteruit kan rijden. De aanhangwagen komt dan in het water terecht. De boot, meestal een motorboot, wordt losgemaakt en... kláár is Kees! Alles is maar een wéét en wat we hier zagen lijkt zeer praktisch.
Heeft de familie de gehele dag op het water doorgebracht, dan gaat de boot weer op de aanhang, een zeil erover en vervolgens huiswaarts. Thuis wordt de boot naast de garage opgeslagen om daar te verblijven tot het volgende weekend.
We rijden pal west, door North Dakota naar Montana. Voor een Nederlander, die gewend is in een kleine omgeving te leven, met kleine boerderijen en in dorpen op korte afstand van elkaar, is het welhaast ondoenlijk de geweldige uitgestrektheid van deze Staten duidelijk weer te geven. Het is begrijpelijk, dat Nederlanders hier heimwee krijgen. De grond biedt nogal afwisseling, óf heel goed, met uitgestrekte tarwe-velden óf rotsachtig en derhalve slecht. Deze afwisseling weerspiegelt zich duidelijk in de farms of ranches.
Sommige zeer grote waar speciaal vee of paarden worden gefokt, zijn wel 1000 of méér hectaren groot. Het vee wordt niet om de melk gefokt, doch bijna uitsluitend voor de vleesprodukten. Inzonderheid de „Black Angus” is een prachtig ras, dat wijd en zijd vermaard is.
De dorpen en kleine steden, welke we voorbijtrekken, gelijken alle op elkaar. Ze maken geen vriendelijke, landelijke indruk, doch wèl één van grote bedrijvigheid.
We zien veel reclameborden, servicestations, hotels en grote departement stores (warenhuizen), waar een farmer van alles en nog wat kan kopen. Voor de landbouwer is het allerbelangrijkst een bedrijf, waar de landbouwmachines ingeslagen kunnen worden.
Alles staat buiten: tractoren, in alle modellen, caterpillars, combines, schijf-eggen. Men ziet hier ook de enorme gele machines, die 30 kubieke meter grond tegelijk kunnen vervoeren en welke ook bij de aanleg van de nieuwe Brummense bandijk gebruikt werden.
Als amusementsgelegenheid vindt men een op een heuvel buiten de stad gebouwde openlucht-bioscoop. Tijdens de voorstelling kan men in de auto blijven zitten en rustig van de film genieten. De kleine worden achter in de auto of in een station-wagon te slapen gelegd en pa en ma kunnen van de voorbank van hun wagen af de film volgen.
Is het een wat luxere drive-in, dan krijgt men de beschikking over een microfoon in de auto en kan men eten bestellen door middel hiervan in het bijbehorende restaurant. Het bestelde wórdt netjes in de auto bezorgd.
Hoe verder we naar het westen komen hoe groter de hoeden worden. In North-Dakota en Montana komen we echte cowboys tegen, met zeer grote hoeden op, een nauwe broek, compleet met rijlaarzen met hoge hakken. De meeste van deze knapen echter zitten met hun cowboyhoeden in een auto, wat wel enigszins wonderlijk aandoet. Op vele plaatsen ziet men nog grote borden, waarop historische gebeurtenissen beschreven zijn over de trek naar het westen, welke hier in de vorige eeuw plaats had: In North-Dakota ontmoeten we ook de eerste Indianen. Deze mensen, die hun landen hebben moeten afstaan aan de „blanke broeders”, na talloze gevechten, welke ons zo levendig afgeschilderd zijn in de boeken van Karl May, zijn van goevernementswege in Amerika en Canada ondergebracht. Reservations, enorme gebieden waar zij moeten wonen, degenen, die beslist niet meer in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, worden ondersteund.
In Fort Macleod zagen we een oude baas voor de bioscoop staan, die ongetwijfeld in zijn betere dagen een „big chief” geweest moet zijn. Hij droeg nog grote gouden oorringen, had een prachtig getekend, hoekig gelaat, maar .... droeg nu een gewóón pakje ....
Deze mensen hebben niet de donkere huid van zigeuners of Spanjaarden, doch beslist een donkerrode huid.
Langs de weg ontdekten we zelfs nog enkele wigwams 3, doch als schril contrast hiermee stond in deze zelfde omgeving een groot tankstation, eveneens in de vorm van een wigwam, maar gebouwd van steen. Steeds naar het westen rijdende, passeerden we Fargo, Fabre en Shelby, om eindelijk naar het zuiden af te buigen, waardoor we over Waterton het National Park bereikten. Dit is een park, dat voor het grootste deel op Amerikaans gebied gelegen is ,doch zic hnog tot over de grens in Canada uitstrekt. Wanneer wij, Nederlanders, aan het woord park denken, stellen we ons wat aardige bosjes voor, bloemperken, banken en vijvers, waarin eenden en zwanen, maar dit alles moeten we hier maar vergeten. Het begrip „nationaal park” kan men vergelijken met onze „Hoge Veluwe”. Het Waterton-Park telt liefst 1.00.000 acres, bijna 500.000 ha. Iedereen heeft wel eens een afbeelding gezien van de beroemde „Sequoia Gigantica”, in welks stam een gat gemaakt is om de auto’s er door te laten rijden.
Deze Sequoia’s kunnen ongeveer 1000 jaar oud worden, hetgeen te constateren is bij het natellen van de ringen. Tevens kunnen ze een hoogte bereiken van meer dan 100 meter. In Nederland ziet men ook wel enkele van deze prachtige bomen. Ze worden bij ons echter niet zo hoog.
In het park van huize „Voorstonden” treffen we een exemplaar aan en ook staan er op het terrein van „Groot Engelenburg” te Brummen enige. We rijden de poort binnen van het park en moeten 2 dollars betalen. Dit bedrag is de entree voor alle parken.
Er mag op bepaalde plaatsen in het park gekampeerd worden. De dieren, welke er in het wild leven, mag geen letsel toegebracht worden; het is verboden uit de auto te gaan om naar de beren te kijken en ook mag men de dieren geen voedsel geven. Dit klinkt vreemd, maar het is toch niet zo vreemd als het lijkt .....

(Wordt vervolgd).


[1]In: Zutphens Dagblad, 19 juli 1957.
[2]Dokter Korteweg was van 1940 tot 1970 huisarts te Brummen, Villa Medan aan Burgemeester de Wijslaan 12. Op 23 september 1944 openden de Duitse bewakers van een truck vol Engelse krijgsgevangenen bij het postkantoor in Brummen plotseling het vuur op de gevangenen. Daarbij zijn 7 doden en vele gewonden gevallen. Door het kalmerende optreden van dokter Korteweg kon erger worden voorkomen en werden de gewonden verzorgd.
[3]Een wigwam (verbastering van het Algonkin-woord wiigwaas of wiigiwaam, hetgeen „berkenbast” betekent) is een koepelvormige of kegelvormige „hut”, bedekt met rietmatten of boombast, meestal met berkenbast. Ze werden van oudsher in het oosten van de Verenigde Staten en Canada gebruikt; ze zijn koepelvormig, bieden plaats aan één familie en doen denken aan een hut van hoogstens 2 à 3 meter. De koepelvorm ontstaat door een frame van buigzame stokken te maken, een net-verplaatsbare constructie.
De naam tipi komt uit het Lakota en is een kegelvormige tent die, in tegenstelling tot een wigwam, niet met boomschors maar met dierenhuiden of canvas is bedekt, snel kan worden afgebroken en opgezet en makkelijk te paard te vervoeren is. Dit type indianentent werd van oudsher door de nomadische prairie-indianen op de Great Plains gebruikt. Het frame bestaat uit rechte stokken van ceder- of vurenhout, de bedekking uit canvas of dierenhuiden, net als de binnenvoering en de deur. Bovenin zat een rookgat dat met lijnen open en dicht kon worden gemaakt.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website