Lezers schrijven

De reportage over Nieuw-Guinea


dr. H. Harkort 1

Nu ik het einde van de „Reis door wild Nieuw-Guinea” ontvangen heb, dank ik u zeer voor de toezending van uw dagblad. Ik heb de artikelen met de grootste belangstelling gelezen en ik zou graag de auteur mijn grote waardering voor deze spannende beschrijving van de bewonderenswaardige prestaties der Nederlandse pioniers in dit land willen uitdrukken.
De jeugd van de wereld leest vandaag nog met spanning de indianenverhalen uit vorige eeuwen.
Deze reisverhalen door een land, waarvan de onbeschaafde bewoners op dit ogenblik nog leven in het stenen tijdperk – dat zoiets in onze dagen nog voorkomt – gaan ver uit boven die oude indianenverhalen en boven de fantasieën van Karl May. Maar niet alleen dat, deze beschrijving is een levend document van datgene, wat aan opofferende beschavings- en cultuurarbeid door Nederland daar gebeurt en dat ver uit gaat boven wat onder het ongunstige slagwoord „kolonialisme” als een aanklacht wordt verstaan.
Hier gaat het niet om uitbuiting, maar om het tegenovergestelde, om de werken van christelijke naastenliefde met afstand van ieder Europees voordeel, met voortdurende inzet van het leven, en om waarachtige menselijkheid en heldendom.
Om beide redenen, omdat het avontuurlijke en actuele lectuur voor jong en oud is en om de documentatie van een voorbeeldige, onbaatzuchtige verzorging van een vreemd, onbeschaafd volk – zou dit verhaal een ver buiten de Nederlandse grenzen reikende verspreiding moeten krijgen door vertaling in andere talen, vooral ook in de Duitse taal.
Neurenberg, Pramestrasse 21, dr. H. Harkort
(Van redactiewege ingekort. Uit het Duits vertaald).


[1]In: De Nieuwe Limburger, 19 januari 1957.
Ingezonden brief.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website