DEZE WERELD

PRO EN CONTRA MAY


anoniem 1

EEN van de erfenissen van het oude Duitsland, waarmee het Oostduitse regiem enigszins zit opgescheept is de uitgeverij en het daarbij behorende museum van de avonturenschrijver Karl May in Saksen. Op zich zelf niet versmadelijk als winstgevend bedrijf – er is overal in het buitenland nog veel belangstelling voor May’s werken – werd de uitgeverij, die alle boeken exporteerde, gehandhaafd, temeer daar de Oostduitse fiscus driekwart van de winst incasseerde. Een moeilijkheid echter vormde de inhoud van May’s verhalen: de ferme Duitse helden, die met vuist en geweer voor hun belangen opkwamen konden bij de Duitse jeugd alleen maar chauvinisme opwekken en volgens sommige Oostduitse partijfunctionarissen zou er direct verband bestaan met de concentratiekampen van Hitler. Daar volgens hen May bovendien duidelijk instemde met het koloniale imperialisme moesten zijn boeken dus eigenlijk worden verboden, en het museum worden gesloten.
De Oostduitse jeugd, die zich met de communistische jeugdlectuur moest proberen te vermaken hetgeen over het algemeen slecht lukte, zocht naar iets nieuws. Met de schaarse en overigens ook povere Oostmarken werd in het westen goedkope en doorgaans slechte lectuur aangeschaft. De jeugdcriminaliteit nam toe en de Oostduitse pedagogen zagen in, dat goede lectuur de enige uitweg was. De actie, die zij voerden kwam ook Karl May ten goede. Velen beijverden zich nu May’s „pro-communistische gezindheid” te bewijzen. Een bekend schrijver 2 toonde zelfs aan, dat May zijn jeugd in zeer armelijke omstandigheden had doorgebracht. Op een schrijverscongres in Oost-Berlijn werd May tenslotte gerehabiliteerd. Grote scharen jongeren werden nu naar het museum geleid en hen werd hier verteld van de strijd der indianen tegen het „imperialisme”.

Toch had May nog zijn bestrijders. De functionarissen van het ministerie van onderwijs konden zich moeilijk met zijn rehabilitatie verenigen. Het middel, dat zij vonden was eenvoudig. In een officiële verklaring van het ministerie heette het, dat „niemand er aan dacht de werken van May te verbieden”, doch dat door het heersende papiertekort de uitgave van May’s boeken niet ten koste van „werkelijk waardevolle jeugdlectuur” mocht geschieden.



[1]In: Algemeen Handelsblad, 15 januari 1957.
[2]Bedoeld wordt Arnolt Bronnen, pseudoniem van de Oostenrijkse schrijver, theaterdichter en regisseur Arnold Bronner (* 19 augustus 1895 , † 12 oktober 1959).
De bedoelde publicatie is „ Der Weberssohn von Hohenstein. Betrachtungen zum Thema „Karl May””, in: Berliner Zeitung (6 september 1956) en in: Sächsische Neueste Nachrichten (31 oktober 1956). In de Berliner Zeitung verschenen over het thema Karl May verder de artikelen „Karl May: Leser und Lästerer. Stoß-Seufzer zwischen Briefen und Diskussionen” (18 oktober 1956) en „Karl May: Diskussion, aber kein Verbot” (4 december 1956) van zijn hand.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website