DEVENTER. – Ieder herinnert zich wel een geschiedenis of gebeurtenis uit een boek dat hij in zijn kinderjaren gelezen heeft. Al lijkt het boekenverhaal nu nuchter bezien misschien fantastisch of te kinderlijk, men blijft er door een subtiele band mee verbonden. Voor de kleine lezer van zovele jaren terug had het boek een bijzondere betekenis en het kreeg een plaats in zijn jonge leven dat nog niet met problemen gevuld was.
Het goede kinderboek blijft een onafscheidbare herinnering aan de jeugd. Het heeft in de jeugd een grotere betekenis gehad dan alleen maar een verhaal te zijn en zijn invloed is blijvend geweest. Hierin onderscheidt het goede boek zich van een ander, dat niet boven de middelmaat uitkomt of daar beneden blijft en dat door zijn waardeloosheid weer spoedig vervluchtigt zonder een herinnering, laat staan een opvoedende invloed achter te laten.
Goede kinderboeken zijn echter schaars. Als men nagaat wat er zich allemaal als kinderboek aanbiedt, blijken de goede boeken maar een bescheiden plaats in te nemen. Een kind zou geheel in de boekenvloed die voor hem op de markt gebracht wordt, verdwalen, als er niet iemand was, die hem hielp in zijn keuze. Maar ook degenen die zijn aangewezen om het kind de weg naar het goede boek te wijzen zijn vaak niet in staat een onderscheid te maken.
Om deze reden is er het vorig jaar voor het eerst naast een boekenweek voor de groten ook een week geheel gewijd aan het boek voor het kind. In deze herfstvakantie zijn de boekenwinkels voor de tweede maal gepavoiseerd met veelkleurige vlaggetjes en de boekhandelaren en leeszalen verzorgen weer acties, die er op zijn gericht, het kind het boek dat voor hem is bestemd te leren kennen, of althans zijn belangstelling er voor te wekken.
Het vorig jaar heeft de Nederlandse Boekverkopers Bond in samenwerking met de leeszalen een voor kinderen aantrekkelijke actie op touw gezet door hen personen en dieren uit boeken te laten uitbeelden en hen in deze gedaanteverwisseling te laten optreden. Dit jaar tracht men de belangstelling van de kinderen voor het boek te wekken door de etalagewedstrijd.
De boekhandelaren en leeszalen hebben een etalage gemaakt waarin de beste kinderboeken zijn uitgestald. In tien etalages is de titel en de naam van de schrijver van een van de boeken – en voor iedere etalage een andere – afgedekt en de kinderen moeten afgaande op de plaat op de omslag uitzoeken welk boek bedoeld is. Zo kan men in deze herfstvakantie zien dat kinderen met een geel formulier langs de boekwinkels trekken en wijzend op de vele kleurige omslagen inde etalages discussiëren over de titel van het ene boek dat gedeeltelijk is af gedekt. Zij gaan van winkel tot winkel tot zij het hele formulier hebben ingevuld en als hun oplossingen goed zijn kunnen zij boekenbonnen winnen.
Het Bureau Boek en Jeugd te Scheveningen heeft voor de jeugdboekenacties in het hele land enkele suggesties gedaan. Men heeft de aandacht eens laten vallen op het Indianenboek, want na Karl May die de ouders vroeger gelezen hebben, zijn er vele andere verschenen, die leesbaarder zijn voor de jeugd van tegenwoordig. Landelijk heeft men onder meer voorgesteld, tentoonstellingen van Indianen boeken te houden en verkleedpartijen met een wedstrijdelement. De openbare leeszaal kan door omstandigheden alleen aan het eerste meedoen. De assistenten hebben deze week een tentoonstelling ingericht, niet alleen van boeken, maar ook van Indiaanse gebruiksvoorwerpen, zoals ook de jongens ze uit de Indianenboeken kunnen leren maken. De ouders kunnen door deze tentoonstelling leren, dat er behalve de boeken over Indianen die vroeger in trek waren nog vele andere zijn, die niet alleen wrede gebeurtenissen vertellen, maar hun jongens ook laten kennismaken met de levenswijze van de Roodhuiden.
[1] | In: Deventer Dagblad, 3 november 1956. |