Vandaag is Kinderboekenweek begonnen

Jeugdleeszaal leert tal van jongeren het boek waarderen


anoniem 1

Weet u waarom Treesje en Annie verzot zijn op Indianenboeken en op Kannibalenboeken en op boeken over negers? „Omdat we twee jaar geleden een neger op school hadden met een emmer op z’n hoofd zeggen Treesje en Annie. En dan weet u wel, dat het moeilijk is om op een herfstige achternamiddag uit te knobelen wat de jeugd graag leest.


Annie (l.) en Treesje in bewondering bij een paar indianenpoppen in de Jeugdleeszaal. Dit jaar staat de Kinderboekenweek in het teken van het indianenverhaal.


We hebben ’t oprecht trachten te ontdekken, gistermiddag in de gezellige Jeugdleeszaal op de hoek van de St. Jacobsstraat en het Gouverneursplein, waar alles in het teken stond van de Kinderboekenweek, die vandaag begint en tot volgende week woensdag ophoudt, maar zo iets is geer karweitje van een handomdraai.
Treesje Hummel en Annie Vonk, allebei twaalf jaar, lezen niet, zoals we heilig verwacht hadden, meisjesboeken. Niets van „Truus, de belhamel uit VB” of „Miep de Wildebras van De Vlierhorst” of iets in die geest. Indianen moesten het zijn of negers of, desnoods, Chinezen. Treesje had juist haar keus voor de komende week weer bepaald: „Samba” 2, een boek over de „rubberslaven”, dat in de Congo speelt. En Annie omklemde „Tussen kannibalen en kokospalmen” 3. Ze hebben eens op school bezoek gehad van een meneer uit een of ander tropisch land, die zo goed vertelde over dat wonderbaarlijke Oosten en de volkeren, die daar wonen (waarbij de man kennelijk heeft gedemonstreerd hoe behendig de inlandse vrouwen zware lasten op het hoofd plegen te dragen), dat deze twee jongedames met één slag haar leeshart verloren aan de verrelanden-verhalen.
Karl May vinden ze ook mooi. „Maar meisjesboeken vinden we flauw zegt Trees, die thuis vijf bandjes vol Old Shatterhand heeft staan en elke week haar bibliotheekboek ruilt met Annie.

Detetives

Lolke Pepplinkhuizen, twaalf jaar, die als aankomend man nu juist wel van Karl May’s pennevruchten zou moeten houden, vertelt ons, dat hij die kost niet veel zaaks acht. „Er is zo weinig actie in” meent hij „er gebeurt haast niks in die boeken”. Voor hem liever detectiveverhalen. Voor Lolke lag: „Verkenners, goed pad” 4. Hij heeft het gekozen op recommandatie van een vrindje, omdat het spannend is en er weer heel wat ontraadseld en ontdekt moet worden voor het recht over het onrecht heeft gezegevierd, niet omdat Lolke speciaal geïnteresseerd is in de padvinderij. „Emil en zijn detectives” 5 heeft hij ook verslonden. Maar Pietje Bell kent hij niet minder goed, evenals de boeken van Schuil 6 bijvoorbeeld. Lolke zou graag filmoperateur willen worden. Maar daarover zijn geen jongensboeken, jammer genoeg.
„Als je nu een boek zou kopen, zou je het dan kopen omdat er, laten we zeggen, een aardige omslag omheen zat, of omdat er leuke plaatjes in staan?” vragen we. „Nee” zegt Lolke „ik blader het door om te zien waarover het gaat. En als het me lijkt zou ik het kopen.” Als het kan leest hij twee boeken per week als ze niet te dik zijn. En, als er niet te veel huiswerk is, want Lolke zit in de opleidingsklas voor de H.B.S. en dan betekent dat huiswerk al iets.

Historie en de zee

Aldert Bergstra, die 14 jaar is en in de eerste klas van een H.B.S. zit, heeft grote voorkeur voor geschiedenisboeken.


Foppe de Lang. Een der mooiste zee-boeken vindt hij „Ketelbinkie” van Van Kampen 7.


Gisteren koos hij een boek, dat heel ver de historie induikt: „Vuur over Soemerië” van C. Wilkeshuis 8. „Geschiedenisboeken en Griekse sagen, die lees ik het liefst” vertelt Aldert, „Indianenverhalen vind ik saai en van Karl May heb ik eens een boek half gelezen, maar dat was me te droog en te langdradig. Toen heb ik het maar weggelegd. Dik Trom 9 en Pietje Bell 10 zijn voor hem geen onbekenden en „De Artapappa’s” van Schuil heeft hij ook met plezier gelezen. Zo erg veel tijd om te lezen heeft Aldert niet. „Huiswerk” legt hij uit „en dan heb ik ook nog vioolles. Dat neemt ook tijd. Ik lees ongeveer een boek in de week.”


Lolke Pepplinkhuizen, die het liefst spannende detectiveverhalen leest met jongens in de hoofdrollen.


Foppe de Lang is gespecialiseerd in verhalen over de zee. „Ook van die boeken over de geschiedenis van de zeevaart en zo” vertelt deze 15-jarige m.u.l.o.-scholier, die pas een jaar in Leeuwarden woont „We komen uit St. Jacob en daar heb je geen leeszaal. Dan leende ik wel boeken. Ik ben nu een maand lid van de Jeugdleeszaal.”

2000 exemplaren

Juffrouw T. Rienks, die in de Jeugdleeszaal om en nabij 2000 boeken beheert, heeft de indruk, dat de jongens, die hier komen het liefst een boek hebben, dat in de detective-sfeer ligt. „Natuurlijk zijn er ook veel, die populair-wetenschappelijke boeken kiezen. De Vletter 11, Kieviet 12 en Schuil zijn ook nog geliefde schrijvers, maar Van Abcoude 13 is er wat uit.”
De meisjes lezen natuurlijk in het algemeen het liefst de boeken, die in het bijzonder de meisjesproblemen en de meisjeswereld raken, maar toch zijn de bakvissen van nu niet meer tevreden met al te zoete kost. Ze zijn wereldwijzer, lijkt het wel. De zee mag wat hoger gaan dan een generatie terug. En dat is geen wonder want de wereld is er naar.


Aldert Bergstra: „Karl May schrijft zo langdradig”.


Hoewel de jeugdlectuur beter wordt, tot groot plezier van de leeszalen, die vaak veel kaf onder het koren vonden, hoeft het goede oude niet of heel weinig te wijken voor het nieuwe. Robinson Crusoë 14 b.v. is nog steeds een gewild boek, Paul d’ Ivoi 15 is steeds nog aanwezig en onder de jongsten blijven de verhalen over de grappige Dr. Dolittle 16 populair, evenals de toch ook al niet meer zo piepjonge avonturen, die Harlekijntje 17 beleeft.
We noemen er maar zo een paar, die we op de planken in de Jeugdleeszaal aantroffen. De hoofdzaak is, dat de stripverhalen-angst, die de ouderen koesterden, bij de honderden jonge klanten van de Leeuwarder Jeugdleeszaal verspilde moeite is. Zij hebben, hoe jong ze ook nog zijn, het boek gevonden en het leren waarderen als een goede vriend waarmee het de moeite waard is om er eens uit te vliegen: de zee op, de geschiedenis in of naar de kannibalen!


[1]In: Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland, 31 oktober 1956.
[2]Samba” is een kinderboek; schrijver/schrijfster en verdere gegevens onbekend.
[3]Tussen kannibalen en kokospalmen” is een kinderboek van I. Wagenaar (eigenlijk: Johannes Wagenaar, * 1888 , † 1951).
[4]Verkenners, goed pad!” is een kinderboek van Ivo Groothedde (voluit: Ivo Ferdinandus Josephus Groothedde, * 22 april 1908 , † 13 april 1978).
[5]Emil und die Detektive” (in het Nederlands vertaald als „Emil en zijn detectives”) is een jeugdboek van de Dresdner schrijver Erich Kästner (* 23 februari 1899 , † 29 juli 1974).
[6]J. B. Schuil (voluit: Jouke Broer Schuil, * 20 maart 1875 , † 24 oktober 1960) was een Nederlandse kinderboekenschrijver, van wie vooral „Uit den kostschooltijd van Jan van Beek” (1910; latere drukken onder de titel „Jan van Beek”), „De Katjangs” (1912), „De AFC’ers” (1915), „De Artapappa’s” (1920), „Doodverklaard” (1928; latere drukken onder de titel „Rob en de stroper van Tjot-Idi” en „Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen” (1930) bekend zijn gebleven.
[7]Anthony Cornelis van Kampen (* 28 augustus 1911 , † 6 mei 1991) was een Nederlandse schrijver, journalist en uitgever. Zijn bekendste drie boeken zijn de Ketelbinkie-trilogie, bestaande uit: „Ketelbinkie”, Ketelbinkie’ stuurmanstijd” en „Kapitein Jan van Leeuwen”. Andere trilogieën van zijn hand zijn Jungle („Jungle Pimpernel. Controleur B.B.”, „Het laatste bivak” en „De verloren vallei”) en Demonen („Wijkende wildernis” (=„Reizen in de Vóór-Tijd”), „Hart zonder haat” en „Prauw aan boord”), allebei over Nederlands Nieuw-Guinea, en Het leven van Mary Bryant („De verbanning”, „De open boot” en „De terugkeer”) over Australië.
[8]Cees Wilkeshuis (* 9 december 1896 , † 30 april 1982) was een Nederlands onderwijzer en schrijver van kinder- en populair-wetenschappelijke boeken, zoals het hier genoemde „Vuur over Soemerië” en verder o.a. „De spion van Deventer : een verhaal uit 1672” en „De gekroonde stokvis”.
[9]Dik Trom is een zesdelige, Nederlandse jongensboekenserie, geschreven door C. Joh. Kieviet (voluit: Cornelis Johannes Kieviet, * 8 maart 1858 , † 12 augustus 1931).
[10]Pietje Bell is een achtdelige, Nederlandse jongensboekenserie, geschreven door Chris van Abkoude (voluit: Christiaan Frederik van Abkoude, * 6 november 1880 , † 2 januari 1960).
[11]A. C. C. de Vletter (voluit: Antony Cornelis Christiaan de Vletter, * 17 september 1866 , † 9 november 1935) was een Nederlandse kinderboekenschrijver, die tientallen kinderboeken schreef, maar wiens roem vooral berust op het boek „Zeven jongens en een oude schuit” uit 1905.
[12]C. Joh. Kieviet (voluit: Cornelis Johannes Kieviet, * 8 maart 1858 , † 12 augustus 1931) was een Nederlandse onderwijzer en schrijver van jeugdboeken, waarvan de zesdelige Dik Trom-serie het bekendst is. In totaal schreef hij tegen de vijftig boeken.
[13]Chris van Abkoude (voluit: Christiaan Frederik van Abkoude, later Charles Winters, * 6 november 1880 , † 2 januari 1960) was een Nederlands-Amerikaanse onderwijzer, journalist, schrijver, oorlogscabaretier en kinderentertainer. Hij was grondlegger van het Nederlandse kindercabaret en ruim veertig jaar actief als verhalenverteller, zanger, musicus, poppenkastspeler, buikspreker en goochelaar. In Nederland is hij vooral befaamd als auteur van ruim veertig kinderboeken, waarvan de bekendste de Pietje Bell-reeks en „Kruimeltje” zijn.
[14]Robinson Crusoe” – in Nederlandse vertalingen ook wel „Robinson Crusoë” – is een roman van de Engelse schrijver Daniel Defoe (* ± 1660 , † 24 april 1731) over een schipbreukeling die 28 jaar lang op een onbewoond eiland leeft.
[15]Paul d’Ivoi (pseudoniem van Paul Charles Philippe Éric Deleutre, * 25 oktober 1856 , † 6 september 1915) was een Franse schrijver die aanvankelijk weinig succesvolle avonturenromans schreef, maar later – in navolging van Jules Verne 21 sciencefictionachtige boeken schreef die onder de serienaam Les Voyages Excentriques bekend werden.
[16]Dr. John Dolittle is de hoofdpersoon uit een twaalfdelige reeks kinderboeken, tussen 1920 en 1952 geschreven door Hugh Lofting (voluit: Hugh John Lofting, * 14 januari 1886 , † 26 september 1947). Dolittle is een dokter met de unieke gave om te kunnen communiceren met dieren. Hij geeft dan ook de voorkeur aan het helpen van gewonde of zieke dieren boven menselijke patiënten. Het personage geldt tegenwoordig als een klassieker in de kinderliteratuur.
[17]Harlekijntje was een zevendelige kinderboekenserie van de Duitse schrijfster Josephine Siebe (* 10 november 1870 , † 26 juli 1941) met tekeningen van Eelco Martinus ten Harmsen van der Beek (* 8 oktober 1897 , † 24 juli 1953). Het Duitse origineel heette Kasperle.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website