KARL MAY, fantast en kunstenaar

Theo P. M. Palstra 1

We schrijven 30 Maart 1912. Ergens in Wenen 2 ligt een man te sterven. Hij is niet bang voor de dood, maar schijnt hem bijna te verwelkomen als een goede vriend. Een dodelijke verkoudheid heeft hem in haar macht en laat hem niet meer los. „Dit is een overwinning, een overwinning! Ik zie alles rooskleurig”. Na dit met een stralende blijdschap gezegd te hebben zakt de man terug in de zachte kussens.
Karl May was gestorven op 70-jarige leeftijd. Voor de wereldjeugd leeft hij echter voort in zijn onsterfelijke boeken en in de grote avonturen, waarvan hij vertelt; avonturen, die niet gebonden zijn aan één enkele generatie.
Karl May is gestorven, maar Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi leven. Tijdens zijn bewogen leven waren Karl May en Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi dezelfden bij de gratie van May’s werken en het lezend publiek.
De grote schrijver, want over hem hebben we het, heeft een avontuurlijk leven geleid; niet zo zeer, omdat hij grote reizen en ontdekkingstochten maakte, maar meer omdat hij zowel de zoete smaak van de massa-verering als de bitter gekruide verguizing heeft meegemaakt. In een steeds terugkerende afwisseling maakten deze twee zijn leven respectievelijk licht en vrolijk en donker en zwaar.
Geboren in het armoedige textielstadje Enstthal als zoon van een wever was Karl May niet voorbestemd, zo leek het althans, om grootse daden te verrichten en lange reizen te maken. En het was juist dat waaraan May zich wilde onttrekken. Hij verlangde aanzien, eer en misschien zelfs rijkdom.

Vader May, hoofd van een gezin van twaalf kinderen 3, zocht zijn vertier in de drank en hij verstond de kunst wonderwel om boosaardigheid af te wisselen met een weke goedmoedigheid. Het is wellicht deze karaktereigenschap, die in een andere vorm op Karl is overgegaan.
Kort na zijn geboorte kreeg de jonge Karl een ernstige oogziekte en tot aan zijn vierde jaar was hij nagenoeg blind. Een kundig geneesheer gaf hem het gezicht terug. Hoewel Karl May onderwijzer wilde worden, heeft hij nimmer voor de schoolbanken gestaan 4; want wegens een onbenullige diefstal werd hij van de kweekschool verwijderd. Een latere, meer ernstige diefstal bracht hem voor vier jaar in de gevangenis van Zwickan.
Soms was Karl May een ziekelijke fantast en daaraan is het te verklaren dat hij zich uitgaf voor arts, officier en baron. Hij is kapelmeester geweest van een reizend muziekgezelschap 5, en ook organist van een katholieke gevangeniskapel.
Hoewel Karl May protestant was, raakte hij bevriend met pastoor Kochta 6, die hem aanmoedigde avonturenverhalen te schrijven en weldra verschenen de eerste verhalen in dag- en weekbladen .... onder pseudoniem.
De verhalen en boeken van Karl May zijn allen in de ik-vorm geschreven 7 en de indruk dat hij zelf Old Shatterhand of Kara Ben Nemsi was, was gauw gevestigd. Karl May maakte de onbegrijpelijke fout, dat te bevestigen en hij ging zelfs zover, dat hij een museum inrichtte, waarin de „souvenirs” van zijn reizen tentoon werden gesteld 8. Hij liet zich fotograferen met de beroemde buks van Winnetou en in de jachtkleding van Old Shatterhand. Zwaar heeft de schrijver hiervoor moeten boeten. Hij werd beschimpt en bespot. Van het een kwam het ander en het ging zelfs zover, dat pedagogen de boeken van Karl May ongeschikt achtten voor de jeugd en in sommige Duitse bondsstaten 9 werden ze verboden.
Gedurende zijn hele leven hebben zijn vijanden hem achtervolgd met lasterpraatjes en roddelgeschriften. Door velen werd hij diep veracht en door anderen zeer bewonderd. Op 22 maart 1912, acht dagen voor zijn dood, sprak hij voor een duizendkoppige menigte over „Mens en Wereldvrede”. Gerehabiliteerd en bejubeld keerde May naar zijn woning in Wenen 10 terug, waar hij een week later overleed.
Zesentwintig jaar later kwam het opperhoofd van de Sioux-indianen, Grote Slang 11, naar Europa en bracht een bezoek aan het graf van de schrijver der grote avonturen-verhalen; de man die het wilde Westen kende, hoewel hij er nooit was geweest; de man die de meest fantastische geschiedenissen over Azië en Arabië schreef; de man die een van de grootste auteurs ter wereld is gebleven.
Juist deze dagen worden zijn boeken opnieuw uitgegeven in de Verenigde Staten en in Engeland 12. Radio en Televisie (ook in ons land) hebben zijn boeken als hoorspel uitgezonden of verfilmd.
Insiders verwachten een nieuwe vraag naar Karl May-boeken, waarvan U en ik in onze jeugd zo hebben genoten. Wellicht zouden wij ons ook nu nog met schitterende ogen en hoogrode kleur verdiepen in de avonturen van Winnetou en Old Shatterhand. En als wij een twaalfjarige knaap horen vragen: „Hebben Old Shatterhand en Winnetou bestaan?”, dan zijn we geniegd te antwoorden: „Jongen, ze bestaan nóg!”.


  [1]In: Zondagsblad Nieuwe Noordhollandsche Courant, 12 maart 1956.
  [2]Acht dagen voor zijn dood had Karl May een redevoering gehouden in Wenen (waarbij hij zich een fatale verkoudheid op de hals had gehaald), maar hij stierf gewoon thuis, in Villa „Shatterhand” in Radebeul.
  [3]Vader en moeder May hadden in totaal veertien kinderen, maar zij hebben ze nooit alle veertien tegelijk in huis gehad, want negen van hen stierven al als baby.
  [4]In november en december 1861 heeft Karl May wel degelijk voor de klas gestaan, zij het slechts zes weken, tot aan het ongelukkige voorval met het zakhorloge van zijn kamergenoot Julius Hermann Scheunpflug (* 10 juli 1820 , † ?), boekhouder bij de fabrieken van Claus en/of Solbrig in Altchemnitz.
Vanwege de kaarsenaffaire was Karl May inderdaad verwijderd van de kweekschool in Waldenburg, maar hij heeft later zijn opleiding voltooid in Plauen.
  [5]Gesangsverein Lyra, maar dat reisde niet zo erg veel: de vereniging was gewoon gevestigd in Ernstthal: het voormalige oefenlokaal bestaat nog steeds in de Karl-May-Straße 38 te Hohenstein-Ernstthal.
  [6]Johannes Kochta (eigenlijk Johann Peter Kochte, * 28 maart 1824 , † 27 februari 1886) was van 1866 tot 1884 katholiek gevangenisaalmoezenier in tuchthuis Waldheim.
  [7]Dit geldt alleen voor zijn reisverhalen.
  [8]Hij vulde zijn Villa „Shatterhand” inderdaad met allerhande souvenirs, maar pas jaren later na zijn dood werd het een museum.
  [9]Tijdens Karl Mays leven waren er in Duitsland nog geen bondsstaten: die dateren pas van na de Tweede Wereldoorlog.
[10]Karl May heeft nooit een woning in Wenen gehad; vgl. noot 2.
[11]Op 17 januari 1928 ensceneerde Stosch-Sarrasani een grote „indianenhuldiging” voor het graf van Karl May, waarbij Susetscha Tanka (Grote Slang, naar eigen zeggen een Sioux-opperhoofd, tevens artiest bij Sarrasani) een rede hield in het Lakota, waarvan de Duitse vertaling als volgt luidt: Du großer toter Freund! ... Du hast unserem sterbenden Volk im Herzen der Jugend aller Nationen ein bleibendes Denkmal errichtet. Wir möchten Dir Totempfähle in jedem Indianerdorf aufstellen. In jedem Wigwam sollte Dein Bild hängen, denn nie hat der rote Mann einen besseren Freund gehabt als Dich ....
Vooral die „wigwam” doet ’t ’m! 😂
Vooruit, nog één keer dan: een wigwam (verbastering van het Algonkin-woord wiigwaas of wiigiwaam, hetgeen „berkenbast” betekent) is een koepelvormige of kegelvormige „hut”, bedekt met rietmatten of boombast, meestal met berkenbast. Ze werden van oudsher in het oosten van de Verenigde Staten en Canada gebruikt; ze zijn koepelvormig, bieden plaats aan één familie en doen denken aan een hut van hoogstens 2 à 3 meter. De koepelvorm ontstaat door een frame van buigzame stokken te maken, een net-verplaatsbare constructie.
De naam tipi komt uit het Lakota en is een kegelvormige tent die, in tegenstelling tot een wigwam, niet met boomschors maar met dierenhuiden of canvas is bedekt, snel kan worden afgebroken en opgezet en makkelijk te paard te vervoeren is. Dit type indianentent werd van oudsher door de nomadische prairie-indianen op de Great Plains gebruikt. Het frame bestaat uit rechte stokken van ceder- of vurenhout, de bedekking uit canvas of dierenhuiden, net als de binnenvoering en de deur. Bovenin zat een rookgat dat met lijnen open en dicht kon worden gemaakt.
[12]In 1955 bracht Ustad-Verlag (Karl-May-Verlag) in samenwerking met de Amerikaanse uitgever C. A. Willoughby „In the desert”, een vertaling/bewerking van „Durch die Wüste”, „Sand des Verderbens” en „Der Raubzug der Baggarah”, uit, maar het bleef bij dit curiosum. Later zouden ook nog Engelse vertalingen van „Winnetou I-III” („Winnetou”), „Der Ölprinz” („The Oil Prince”) en „Ardistan und Dschinnistan” („Ardistan and Djinnistan”), maar bestsellers werden ze geen van alle.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website